Historisch Archief 1877-1940
ar
JE '
Kerstnummer
_
l*'
«
gewelf naar beneden hingen, en met welke de groote klokken konden geluid
worden.
Rolf begon de houten trappen, die langs de vier wanden omhoog liepen, op
* te klimmen. Hij klom snel, z'n jonge beenen hadden er geen bezwaar tegen en
zelf verlangde hij, zooals iederen keer, dat hij naar het carillon moest, om zoo
spoedig mogelijk uit die leege ruimte weg te komen.
Somber rezen de naakte muurvlakten naast hem op, en 't was alsof ze met
tegenzin de hooge trappen droegen. Kil was het in die doodsche schacht; het
leven was er uit weggevlucht en de steenblokken der wanden vertoonden de
grauwe, gore tinten van het doode.
De stilte werd verbroken door den tred van den snel klimmenden man, die
boven gekomen, een deur openstootte en door haar uit het onderste deel van
den toren in de hoogere verdieping kwam.
Hij stapte er binnen en met dien eenen stap kwam hij in 'n andere wereld.
Daar beneden de naakte steenwanden, waaraan zich de zwakke trappen angstig
- vastklemden; hier boven eikenhouten balken en beschotten, vensters waardoor
het hemellicht vrijelijk binnenviel. Een glashuis, waarin raderen, trommels
en stangen woonden. Wel wonderlijk was dat alles, maar levend niettemin.
Hier had de tijd zijn werkplaats opgeslagen; hier leefde en heerschte de ge
dachte.
Hoe vaak de klokkenist al door deze ruimte heen was gegaan, toch gaf het
hem iederen keer opnieuw een genot om het groote torenuurwerk in.zijn
ernsti'??': gen, plichtmatigen levensarbeid te bespieden.
Hoe rustig was zijn polsslag, waarbij iedere minuut een pal werd opgelicht
en een windvleugel vrijheid kreeg om enkele snelle omwentelingen uit te
voeren! Hoe zelfbewust draaide dan ieder der tandraderen zijn voorgeschreven
aantal tanden verder!
Schijnbaar 't leven van de stof, maar in waarheid de gedachte, die de stof
tot zijn gedweeën dienaar had gemaakt. De gedachte, die leefde in het brein
van den mensch; de gedachte, die geput had uit de nimmer opdrogende bron
een van den geest, welke ontspringen aan tijd en eeuwigheid. De geest, die de
wenteling der sterren had moeten meten en de boodschap van het licht had
moeten ontcijferen, om door haar slaaf aan de menschheid den tijd te kunnen
verkondigen.
Rolf moest nog hooger, en zonder dralen begon hij de trappen, die naar de
volgende verdieping voerden, te beklimmen. Stangen stegen uit het uurwerk
omhoog en gingen als met hem mee opwaarts. Door gaten in de houten zolde
ring staken zij. Hij moest een luik openstooten en zoo kwamen ze samen in die
loogere verdieping.
Daar was alles licht. Geen vensters meer, maar open wanden lieten het zon
licht vrij binnen vallen. Hier was hij in zijn eigen domein. Hier heerschte hij
met zijn klokken.
'n Geweldig geraamte van zware balken had men in den toren opgetrokken
om hen te dragen. Breede voetstukken, waarop sterke draagbalken stonden,
die bij het torschen van den zwaren metaallast werden bijgestaan door schuine
stutten.
De onderste, die de dikste waren, droegen een geweldig klokkenpaar. Ont
zagwekkend waren ze met hun breede naar onderen uiteenloopende
metaalwanden; maar rijk gebeeldhouwde randen omringden hun gewelfde koppen.
De letters van een inschrift omkringden mede het klokkenhoofd.
HADOEBRAND IS MINEN NAEM,
T UUR TE SLAEN BIN IC BEQUAEM
stond op de kleinste van het zwaarwichtige paar. En rondom het breede hoofd
van zijn geweldigen broeder waren in het metaal de woorden gegrift:
KLOKKE HALOF BEN 'C GEHEETEN,
D'UREN ALLEN SAL IC METEN.
DIEP VAN TOON IS MINEN SANG,
HOOG DE PLAETSE WAER IC HANG.
Rolf keek altijd met ontzag naar de zwaarlijvige klokken. Hij kon zoo naast
S n cl schrift »» ?* *r^lf^£ In den Boekh- en na
RTFNTSRATT ~"~ ?-x^^/-^ postwissel bij RIËNTS
^,, , «,. , *"" *3~ l^^-^"^ BALT. Den Haa8.
Zelfond. 95 Ct. ff. * -x"-~\I. &*" . Daguerrestraat 28.
DEGELIJKE OPLEIDING, mond. en schrift, aan bovenstaand adres.
ze gaan staan met zijn eigen slanke lichaam om den indruk van hun bronzen
breedheid gansch en al in zich op te nemen.
Nu zwijg je; stil hang je; maar je verbergt een donder van geluid in je !
Een lawine van klanken kan uit je machtig lijf zich los maken !" Even tikte
hij met zijn knokkels tegen den gladden rand en 'n vreemde, verre toon zweefde
weg uit het reusachtige kloklichaam, als de laatste zucht van'n stervenden reus.
Stillekens ging hij verder omhoog. Nog een ladder en daar stond hij te midden
van de Carillon-klokken.
Goeje middag, mijn kinderen !" riep hij hun lachend toe. Hangen jullie
daar nog altijd braaf ieder in zijn eigen rij ! ? Trouwhartig op jullie plaats
gebleven ? De groote broers beneden en de dreumessen boven ?"
Als 'n gelukkig vader keek hij naar zijn kinderschaar. Van de oudste tot de
jongste zag hij ze van forsche klokken tot grappige klokjes afnemen; ieder met
zijn hamer, die paste bij zijn postuur, 't Waren zijn levende kinderen, want
ze waren uit hem en dóór hem. Wanneer hij het wilde, lieten ze hun toon hooren;
door zijn wil alleen klonk de klank, die in hen was gelegd. Hun hamers werden
opgelicht door de draden, die hij met zijn klavier beheerschte, en als ze weer
neervielen weerklonk de klokkentoon, die hf j, hun vader, wilde dat klinken zou.
Ach wat philosopheer ik over hamers", zei hij op eens tot zich zelf, ter
wijl ik den hamer van dien kleinen invalide hier onder mijn arm draag! Laat
ik hem gauw weer aanbrengen !"
Vlug klom hij naar het klokje toe en begon met een schroevendraaier het
karweitje uit te voeren. Maar nog was hij er niet mee gereed, of daar hoorde
hij gestommel op de trap en 'n glans van genoegen gleed over zijn gelaat, toen
hij Victor's stem hoorde:
Waar zit de heer beiaardier?"
Hierrrr!" riep hij vroolijk terug. De beiaardier is juist bezig met den
kleinen Jaap te helpen".
Wie is de kleine Jaap?"
Hier, de tweede op de bovenste rij; die geeft twee gestreept c; maar ik
ben al met hem klaar. Laten we nog even naar den boven-omloop gaan; 't is
nog te vroeg voor de bespeling".
Graag !" riep Victor terug, en achter elkaar stegen ze verder de ladders op
en kwamen door 'n klein deurtje naar buiten op den omloop.
Hemelsche goedheid, wat 'n licht!" riep Rolf uit. 't Is of men in 'n zee
van licht springt!"
't Verblindt me bijna", zei de jongen.
Ja, pas maar op, de zon is 'n gevaarlijke vorst; zijn aanblik kan iemand
met blindheid slaan".
Pah! Ik ben niet bang voor hem en zal hem wel ontsnappen", gaf hij lachend
aan Rolf ten antwoord. Die liet zijn blikken al langs de eindelooze vlakten
van het rondzicht weiden. Roode en blauwe daken met rookende
schoorsteenen, groene weiden en in het verschiet boomen en huisjes, sloten en
bouwvelden, steeds verder en kleiner, eindelijk samensmeltend tot een horizont van
aardsche dingen, die zich wilden oplossen in de dampen van den hemel.
Tjcht en hitte vulde de ontzaggelijke ruimte; trillend steeg de lucht op en
uit de broeiende dampen hadden zich omhoog gewerkt de gebalde massa's der
wolken. Hoog, hemelhoog hadden de wolkentorens zich al opgestapeld. Hun
hermelijnen flanken glansden felwit in den zonneschijn.
Groot hé, die wereld !" zei Rolf, met 'n zwaai van zijn arm, nadat hij 'n tijd
lang zwijgend had rondgekeken en toch kan ik met mijn klokkentonen overal
BOOTZ'
ORANGEADE TRIPLE SEC
N DER FIJNSTE PRODUCTEN
DER HOLLANDSCHE LIKEURINDUSTRIE
©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©
PAVILJOEN VONDELPARK"
Telefoon 24190 27595
HET HUIS VOOR UWE BESLOTEN PARTIJEN
CIIOOTK en KLKINE iKAliEX voor
Déjeuners (Dinatoires) - Diners - Soupers - Bals - Recepties
N.V. Huize ZOMERDIJK-BUSSINK
©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©(