Historisch Archief 1877-1940
Kerstnummer
t'.
't
L^* *
Bewusteloos wordt het slachtoffer naast zijn kruk gevonden.
Had de stof gezegevierd?
De zomer met zijn warmte en zijn wolken, waaruit de weldadige regen over
stad en land was neergevallen, was voorbij. De gure herfstwind was opgestoken
en hij joeg de bruine blaren, die gevallen waren, in wilde warreling voor zich uit.
Weer liep Rolf stadwaarts en weer zag hij zijn toren oprijzen boven de roode
daken der stad, maar de steenen reus stak zijn hoofd niet in koesterend wanne
zomerluchten, noch spiegelde hij zijn flanken in glanzend witte wolken. Tegen
rossige avondwolken, die angstig langs den hemel dreven, stak zijn strak
steenen lichaam donker af.
Wel anders ook was RolFs stemming; maar z'n zucht om alleenspraken te
houden, had hij niet verloren.
Wat sta je daar zoo somber, oude vriend?"
Ja, we zien geen glanzende
zomerwolken meer. Maar laten
we niet vergeten, dat juist in
hen de vijand zich voor den
aanval wapende!"
Er gleed 'n trek van voldoe
ning over zijn gezicht, terwijl hij
zei: Toch niet gelukt! Al
zijn we beiden gewond uit den
strijd gekomen, de stof heeft
toch niet gezegevierd!"
Je ziet er nog als 'n invalide
uit steigers om je kop als
'n verband. En ik? Nou ja,
ik huik nog wel wat, maai 't
loopen gaat toch eiken dag
beter. En hart en hoofd zijn
ongedeerd!"
Onwillekeurig rekte Rolf zich
eens uit, stak zijn armen om
hoog en streek zijn haren, waar
door de wind vrij had gespeeld,
weer gelijk.
De stof denkt, dat we over
wonnen zijn, omdat we zwijgen
moeten en de klokkentonen niet
meer kunnen laten klinken over
de huizen en de velden; maar
wacht wat, 't zal niet lang meer
duren of we zullen onze stem
weer doen hooren. Niet waar,
ouwe, lange makker, weldra zul
len we weer sterker dan de stof
zijn! Dan zal de stof weer slaaf
zijn en de geest zal
triompheeren".
Al sprak hij ook nog zoo zelf
bewust tot zijn grooten vriend,
toch bleef er 'n achtergrond
van weifeling in zijn gemoed
over, evenals die achtergrond van
rossige en zwarte wolken, die zoo willoos doot den wind langs den killen avond
hemel werden voortgedreven en die 'n tafreel gaven van angstige onrust, terwijl
de kille herfstlucht den wandelaar 'n lichte huivering bezorgde.
Maar 't was alles onbewust voor hem, al bespeurde hij den invloed deson
danks.
Zeg, toren", vervolgde hij ik zal 'ns bij meester Marcus gaan kijken, hoe
het met de gewonde klokken gaat, en dan zal ik het je komen vertellen".
Flink stapte hij aan ,en het viel inderdaad bijna niet meer op te merken, dat
zijn beenen door den blikseminslag eenige dagen geheel verlamd waren ge
weest.
Hoe is het met de klokken, meester?" luidde weldra zijn vraag, toen hij de
werkplaats weer was binnengetreden.
F Bijna klaar, hoor; 't afslijpen zal niet lang meer duren". En met 'n ondeugend
lachje, want 't spotten kon hij niet laten, ondanks dat hij Rolf met heel wat
vriendelijker oogen dan vroeger aanzag: 't is toch maar goed, dat wij hier
in de laagte weer in orde kunnen brengen, wat in de hoogte bijna verongelukt
was".
De klokkenist voelde den steek, al werd hij vriendelijk glimlachend gegeven
en wilde den meester zelfbewust van antwoord dienen, maar hij hield zich in,
want 't schoot hem door den geest, dat hij den strijd nog niet had herwonnen
en dat hij met toren en klokken nog de gewonde overwonnenen was.
Gaat het al heelemaal goed met het loopen?" hoorde hij vragen, en om
kijkende zag hij zijn jongen vriend, die het hem met zijn heldere jongensstem
vol belangstelling vroeg.
O, ja !" riep hij blij terug.
Ik kan al zonder moeite de torentrappen opklimmen. Ga je niet mee Victor ?
ik wou eens gaan kijken, hoe het met het werk staat"; maar de knaap schudde
het hoofd: neen, ik heb geen tijd, mijn schoolwerk is nog niet af'.
Alleen dus wandelde Rolf naar den toren.
De avondschemering had zich al op de markt gelegerd en begon nu tegen
de hooge wanden van het steenen gevaarte op te stijgen. De rossige gloed, die
de wolken had overtogen, was
uitgedoofd; 't waren nu zwarte
schepen, die langs den avond
hemel door den najaarswind
werden voortgedreven.
Rolf kwam in het hooge
trappenhuis. Daar heersende
bijna geheel en al het nachtelijke
duister. Het daglicht, dat door de
spleetvormige openingen drong,
verweerde zich met zijn laatste
kracht tegen den van onder af
opdringenden nacht, en het was
tot 'n naargeestig schijnsel ge
worden.
Brrr ! hoe luguber is 't hier.
Gauw naar boven! 't Is of ik
uit 'n schacht, die naar de onder
wereld afdaalt, naar de aarde
klim. En toch is de aarde juist
beneden en kom ik er vandaan".
Blij was hij, toen hij uit die
vijandige, donkere ruimte weg
kwam. Boven was het niet alleen
veel lichter, maar hij vond er
zelfs menschelijk gezelschap.
Kobus, de knecht van meester
Marcus, was er bezig geweest
met soldeeren. Maar hij pakte
juist zijn gereedschappen bij
elkaar en doofde het vuur in zijn
oventje. Hij deed het haastig,
verlangend als hij was om van
die late karrewei naar huis te
gaan.
Dag Kobus, nog zoo laat bezig
geweest?"
Nou, 't is 'n schande zooveel
werk we met die kapotte
kleppermekeniek hebben! Goeien
avond" en tegelijk verdween bij
door de deur, die Rolf juist was binnengekomen.
Kapotte kleppermekaniek!"
Hoe zoo'n stofslaaf durft te smalen ! Kleppermekaniek!" \
Hij schudde verdrietig z'n blonden kop en voor jou speel ik toch ook !
Voor jou heb ik ze even goed laten klinken als voor alle anderen !"
Heb je dan zoo weinig van hun boodschap begrepen ?"
Verdrietig klom hij verder en keek meewarig naar den rommel, die de her
stelling met zich meebracht. Losse stukken hout en krullen, potten en pannen,
balken en steigers, alles door elkander, 't Deed hem pijn het aan te zien en
haastig klom hij verder tot den hoogsten omgang waar hij boven al die ver
drietelijkheden was.
Daar was hij vrij! Wel woei hem de stormachtige wind om de ooren, zoodat
zijn haren om zijn hoofd fladderden, maar ongehinderd kon hij zijn blikken
over de velden laten rondvveiden. En al begon het donker op de akkers te worden
en al was de hemelkoepel ook vol van wolken, toch scheen nog door menigen
spleet in het wolkendek het avondlicht.
Kijk, zoo waar, daar zie ik jou ook: du holder Abendstern ! zoo'n trouw