Historisch Archief 1877-1940
Kerstnummer
fiit.
dit was toch geen aardig variété; de box-neger aan den ingang maakte dat je
et meteen genoeg van had. Een chanteuse in rose kraaltjes zong verfijnd-valsch
en een acrobaten-nummer maakte hem duizelig.
Langzaam liep hij weer naar buiten. Wat nu? Hij had naar een vaudeville
moeten gaan, nu was het te laat. Zijn schoenen waren doornat van het
rondslenteren, van een dancing kon dus ook niets komen. Vreemd, dat blauw en
roode licht in de Opera, en stil op het plein.
Hij ging nog even de Boite & Fursy binnen, lachte en verveelde zich. Goede
hemel, hij voelde zich koortsig, zou hij griep krijgen? Dan maar eengrokje,
vroeg onder de wol om morgen frisch te zijn.
De dagen gingen voorbij en hij las in het prachtig prentenboek van Parijs,
maar hij kon het griep-gevoel niet heelemaal de baas worden. Er was achter
alles een kleine teleurstelling, iets
melancholieks, dat sterker werd in
de oorden des vermaaks.
De Boulevards stonden vol met
kraampjes, de stad was licht, de
gebouwen prachtig, overal stond
het Réveillon-souper aangekondigd
en zijn belangstelling kromp
on* rustbarend in. Nooit had hij zoo
weinig plezier in Parijs gehad en
hij wilde zich wel bekennen, dat
hij dacht aan den geur van den
kerstkrans thuis, het dennegroen,
de zachte feestelijkheid in het
vertrouwde huis.
Den dag voor Réveillon dineerde
hij in een groot en druk restaurant.
Tegenover hem aan een klein ta
feltje zat een jong meisje met
goudbruin haar. Een aardig kwiek
hoedje stond over haar eene oog
Dadelijk zag Ru: een
buitenlandsche, waarschijnlijk een
Francaise.
Hij sloeg de Intransigeant open
en op hetzelfde moment sloeg het
meisje ook een Intransigeant
open. Even ontmoette hij haar
verbaasden blik, toen keek hij
haastig de krant door, vouwde
' hem dicht en legde hem naast zich
neer. Alsof hij in een spiegel keek, maakte het meisje gelijktijdig dezelfde
bewegingen, en het lot zette het simultaanspel voorc, want van het eene buffet
kwam de juffrouw met een bord soep voor het meisje en van het andere buffet
naderde de gargon met een bord soep voor hem.
Ru zag haar lachen en hij hief uitnoodigend zijn lepel op, om gelijk te be
ginnen. Het dessert zag hem aan haar tafeltje.
U is ook vreemdeling?" vroeg hij.
Ja...." zij aarzelde even, een Roemeensche."
O " hij wachtte een seconde, ik kom uit Denemarken." En hij
mompelde een onverstaanbaren naam die op Deensch leek. En nu zij
zich gelegitimeerd hadden, begon een opgewekt gesprek. Zij was studente
in Roemeniëen voor haar vacantie maakte ze een reisje naar Parijs. Alleen?
O ja, ze had zooveel gereisd, in Italiëen Duitschland.
Ik ben ook alleen", zei hij, ook met vacantie. Gaat u morgen Réveillon
vieren?"
Je ne sais pas encore", weifelde ze.
Zullen wij samen Réveillon vieren?"
Zij keek hem onderzoekend aan. Non", zei ze toen vastberaden. Hij drong
aan, maar zij stond op, om heen te gaan.
Ik heb haast", zei ze, ik heb een plaats in een theater genomen en ik
kom niet graag te laac."
Ik heb óók een plaats besproken", antwoordde hij, zijn biljet toonend.
Non, mais !" riep ze ver
baasd en haalde haar biljet te
voorschijn. Beiden hadden de
Comédie des Champs Elysées
uitgezocht. Nu het lot zóó duide
lijk had gesproken, namen zij
samen een bus en in de pauze
ontmoetten ze elkander in de
gangen. Het stuk interesseerde
hen zoodanig, dat zij na afloop
nog een glas koffie dronken om
de problemen der hoofdpersonen
op te lossen.
Toen stond zij op. Smeekend
hield hij zijn hand op: Mag ik
u naar uw hotel brengen? "
Opnieuw weigerde zij vastbe
raden, maar zij zou den volgenden
dag dejeuneeren in de Printemps,
misschien....
Hij zou haar terug zien! De
griep was over. Dat Roemeni
zulke mooie en intelligente meisjes
had!
Maar aan het déjeuner bleek de
griep van slachtoffer te zijn ver
anderd. Zij" was verkouden en
telkens moest het zakdoekje erbij
te pas komen. Bij een plotselingen
heftigen nies-aanval viel haar
taschje open 'en terwijl Ru zich
bukte om den inhoud op te rapen, zag hij een enveloppe met het adres:
Mademoiselle Annie van Velzen, Hotel de Malte.
Schaapachtig keek hij het mooie Roemeensche student je aan: Is u....
Hollandsche?" stotterde hij.
Is u.... Hollander?" stotterde zij.
* *
*
Toen hebben zij toch samen Réveillon gevierd.