Historisch Archief 1877-1940
Kerstnummer
Vrouwen over Mannen
door BETSY RANUCCI-BECKMAN
J.
Het is niet zoo moeilijk een praatje te schrijven
over een collega, dien je iederen dag ontmoet,
met wien je geregeld samenwerkt, maar te schrijven
over een, over de geheele wereld bekend artiest,
dien je nooit gezien hebt, is een koopje.
Toen ik een kind was, was hij nog vrijwel een
legendarische figuur in Holland, want Hij had hier
een grooten voorganger, ook een buitenlander,
maar dat is voor Hollandsche appreciatie geen
bezwaar, integendeel.
Zijn eerste regiestukje, dat ik bij buitenlandsche
kennissen zag, bracht mij in verrukking.
Dit eerste staaltje van Zijn kunst, dat mij
met ik meende toen in kinderlijke enthousiaste
overdrijving wel duizend lichtjes in de open
gesperde oogen pinkte, was een kleine dennenboom,
met een grooten stertop, engeltjes in de takken,
omgeven door een glinsterend zilveren net en met
kleurige pakjes beladen. Uit sommige van die
pakjes, die ik met eerbiedige, hoewel vuile vin
gertjes er was al veel gesnoept mocht plukken
van den wonderboom, kwamen cadeautjes, die ik
zoo maar mee naar huis mocht nemen.
Ik herinner mij dat ik angstig de kamer rond
keek of er niet ergens iets onaangenaams op mij
loerde, want als je een tikje pienter bent, leer je
gauw: iets zoo onverwachts heerlijks komt zelden
zonder een speldenprik van hier of daar. (Een
dergelijke ongemotiveerde angst verdwijnt
later, vooral als je aan het tooneel bent en veel
critieken leest.) Maar de Bewerker van al die verruk
kingen, die, met eerbiedige familiariteit Vader
Kerstmis" genoemd werd, vertoonde zich niet.
Dat was al een groote voorsprong op onze al
gemeen bekenden St. Nicolaas, die het plezier
van zijn geschenken wel eens wat bedierf door zijn
beangstigende tegenwoordigheid.
Ik zou ik had het beloofd iets
neerpennen over den man, die de eerste ontrouw van
mijn hart op zijn geweten had.
Zoo maar in het wilde weg schrijven over dien
Grooten Kunstenaar leek mij niet doenlijk en ik
besloot hem te gaan interviewen.
Men waarschuwde mij echter dat dat moeilijk
gaan zou; als alle groote artiesten is Hij akelig be
scheiden, houdt Hij zijn persoon liefst op den
achtergrond en wil Hij alleen bekend zijn door zijn
werken. En toen ik het plan uitsprak een teekenaar
of photograaf mee te nemen om mijn praatje te
illustreeren, werd nog gevraagd of ik dan
heelemaal gek was en nooit Groote Mannen had ont
moet.
Na veel zoeken vond ik hem. De photograaf,
die ik toch meegenomen had er zijn immers
artiesten die niet tegen een portretje opzien
zou buiten de deur wachten. Er was afgesproken
dat ik fluiten zou: In naam van Oranje doe open
de poort" als hij mocht binnen komen.
Hoe vreemd is toch de suggestie van een be
roemden naam. Ik had mij voorgesteld een im
poneerend breed-geschouderd man te zien, maar
toen mijn oogen langzamerhand gewend waren
geraakt aan het stralende licht van een reusachtig
grooten kerstboom, zag ik een vlug klein kereltje
met pakjes beladen een laddertje op en af trip
pelen, bezig een boom te versieren. Hij was zoo
in zijn arbeid verdiept dat Hij mij gelukkig niet
hoorde binnen komen. Ik bleef heel bescheiden
in een hoekje staan. Je stoort een Groot Kunste
naar nu eenmaal niet op het oogenblik, dat de
scheppingsdrang zich van Hem meester maakt.
Nu trippelde Hij zijn laddertje af en ging op een
afstand met half geloken oogen zijn arbeid met
welgevallen bekijken. Ik kuchte heel bescheiden
en plotseling werden er twee hel-blauwe zielvolle
oogen op mij gericht.
Ik vatte een beetje moed, maar toen Hij zag
dat mijn vingers zenuwachtig aan mijn opschrijf
boekje penterden, veranderde de uitdrukking van
Zijn huiverigen blik en keek Hij heel boos. Ik ging
een beetje achteruit en mijn lippen die zich al
plooiden om vertrouwensvol het vaderlandsche
lied te fluiten (zie boven) verstrakten zich weer.
Wou je mij komen interviewen?" vroeg Hij
op ironischen toon.
Ik wou alleen maar", stotterde ik verlegen en
ik wees op den boom die midden in de zaal stond.
Mijn werk".... zei Hij en z'n stem werd wat
vriendelijker " daar mag je 't over hebben,
bekijk het maar op je gemak, maar stoor mij niet
en laat mijn persoon er buiten."
Ik had ook graag een beetje met u gepraat"
waagde ik angstig te zeggen..." voor de Groene".
Nee, nee, daar kan niets van komen" was zijn
antwoord, maar verbeeldde ik het mij, of was zijn
weigering al wat minder vastberaden?
Belangwekkend en bewonderend liep ik om
den boom heen en met een egoisme, dat ik nauwe
lijks bekennen durf, keek ik of op geen van de
pakjes mijn naam prijkte. Ik vond helaas niets, maar
zag wel aardige en toepasselijke cadeaux voor be
roemde tijdgenooten.
Voor jonkheer v. Riemsdijk was er b.v. een reus
achtige flesch inkt en een gouden vulpen met het
opschrift: Zoo lang er inkt is, is er hoop."
Voor mevrouw Top Naeff een mooie
perlemoeren tooneelkijker met roze glazen.
De Heeren Werumeus Buning en
Merckelbach kregen samen een cadeautje, 't was een kun
stig weerhuisje. Rythme" stond op den gevel.
Bij mooi weer kwam Josephine Baker naar buiten
en voerde haar beroemden dans uit. Bij slecht weer
kwam Gertrud Leistikow en maakte rythmische
bewegingen. Bijzonder interessant!
Voor tooneeldirecteuren en vereenigingen die op
een schouwburg wachten, waaraan het Gemeente
bestuur zou meewerken, waren er geweldige
flesschen Eau de Jouvence".
En voor den Heer Boekman was er een in per
kament gebonden boekje waarin tooneelstukken
onder verschillende rubrieken waren onder
gebracht. Er was een klapper op, heel handig !
Al kijkende en teleurgesteld, dat ik niets voor
mij zelf vond, was ik rond den boom geloopen en
toen ik op mijn punt van uitgang terugkwam, lag
Hij" in elegante houding op de roode zijde kus
sens die onder den boom lagen. Het kaarslicht
speelde in zijn witte lokken, zijn kleine, rare handje
speelde gracievol met een laag aan de takken han
gende zilveren ketting.
Mag ik.... n kiekje?" vroeg ik verrukt
u ligt daar zoo elegant" en de eerste tonen van
het vaderlandsche lied....
Maar hij viel mij heftig in de rede: nooit, 't is
heelemaal bij toeval dat ik daar zoo lig, dat is mijn
geliefkoosde houding en ik ben een beetje moe."
Dan een paar vragen?"
Hij knikte goedig en sloot als overmand van
inspanning even de oogen.
Hebt u een levensspreuk? Dat is erg in de
mode tegenwoordig. B.v. 't Is anders" of wat
kan, moet?"
Het is zaliger te geven dan te ontvangen" pre
velde hij en zijn witte hoofdje zonk nog dieper in
den rooden flatteusen gloed van zijn kussen.
Nu was het mijn beurt om ironisch te glimlachen.
Niet erg nieuw, bedoel je?" vroeg hij.
Al eens meer gehoord", was mijn antwoord.
Maar let eens op" en er kwam een gulzige
overmoedige glans in zijn vergeet-mij-niet-blauwe
oogen. Dat spreekgezegde, zooals jullie beroemde
komiek Cor Ruys zou zeggen, hoor je gewoonlijk
van de menschen die ontvangen", zij die geven"
zijn 't er niet altijd mee eens. Wat wou je nog meer
weten?"
Mijn lievelingseten? Gans, kerstkrans,
kerstbrood, mijn lievelingsdrank: bisschop".
Wat vindt u van uw collega St. Nicolaas?"
Hij zweeg een oogenblik, zijn lippen tusschen
zijn zilveren snor en baard trokken zich samen:
Interessant", zeide hij eindelijk.
Maar...."
Bijzonder interessant".
Zoo komt u er niet af. Het zegt zoo weinig."
Nu dan", ging hij aarzelend verder, ik heb
heele mooie dingen van hem gezien, maar wat zal
ik je zeggen, hij heeft een beetje zijn tijd gehad.
Ik zou niet graag kwaad van hem willen zeggen,
ik bewonder hem zeer, maar, hij bestaat niet meer.
Hij is realistisch."
Realistisch?"
Natuurlijk. Ik zeg je nog eens dat ik, wat mij
betreft, een immense bewondering voor hem ge
voel, maar hij heeft te veel gebruik gemaakt van
tijdelijke dingen, van kachels b.v. wie heeft er
nog kachels? van dienstmeisjes die honderd
maal op een avond de gang op en neer loopen om
van gefingeerde personen pakjes aan te nemen; en
dan zijn liedjes, nee die zijn wat erg laag bij
den grond en dan de afbeeldingen, die je overal
van hem ziet en z'n portretten in alle couranten.
Nee, 't is alles niet meer van den
tegenwoordigen tijd. Bij mijn werk wordt orgel gespeeld,
er worden geestelijke liederen bij gezongen.
Ik ben een verschijning, een droom ! O ! ik zeg
u nog eens: St. Nicolaas, hij is mijn groote voor
ganger in Holland en ik bewonder hem zeer maar
hij is.... hij is een overwonnen standpunt."
Er werd ongeduldig aan de deur gerammeld en
ik keek angstig om.
De.... de photograaf...." stotterde ik
verlegen ik dacht.... ik hoopte...."
Maar hij werd niet zoo boos als ik vreesde.
Hij zal koud worden, die arme jongen, laat
hem dan maar binnen komen" zeide hij met de
minzame vriendelijkheid, groote geesten eigen.
Alweer wilde ik het vaderlandsche lied fluiten,
maar hij hield mij tegen.
Wacht nog een oogenblik" fluisterde hij en
sprong met jeugdige lenigheid op, wacht nog een
oogenblik, ik zal je wel waarschuwen" en weg
was hij. Door de takken van den volbehangen kerst
boom, zag ik, zag ik met mijn eigen oogen, dat hij
een pakje, waarop ik heel zeker den naam van
Minnieten Hove had zien staan, van den boom nam,
het open maakte, er een mirexspiegeltje en een
kammetje uithaalde en met vlugge zenuwachtige
gebaartjes zijn haren en baard kamde. Hij bekeek
zich van links naar rechts, van achter en van voren,
poederde haastig zijn neus en trok zijn rood met
wit bont afgezette jasje recht. Helaas is het ne
gatief van de foto gebroken.