Historisch Archief 1877-1940
rétiHiiumër
Zie", sprak hij dan, als we dat hebben en we
bollen ievers naar een dorp, hoe schoon zou 't
ui zijn op 't kerkeplein of anders in een bosch voor
't boeren-volk zoo een open-luchtuitvoering te
geven Dat bestaat nieyerans ni Op alle
festivals, op alle concours zijn we met de eerste
prijzen weg En als nadien nog de vrouwen
mee willen is de zaak perfect! Schoon zal dat
zijn, mannen !.... danig schoon !....
II
pp.
Ja, dat ware wel heel schoon geworden....
Maar zie ! juist in die dagen begon het ongeluk
zich met de zaak te bemoeien, 't Vliegend Wiel
vergat zijn traditie en bolde zoo al ineens, met zij
nen president voorop, van de bereden wegen af
en recht de politiek in !
't Moest dat jaar namelijk weer een keer ver
kiezing voor den gemeenteraad zijn. Gewoonlijk
verliep zoo'n gebeurtenis tamelijk rustig. De vijf
bazen uit den Katholieken Kring vergaderden een
half-uurke om hunne lijst op te maken, de libera
len uit La Fraternitédeden van 't zelfde, eenige
?weken stonden de lokale partij-blaadjes vol ple
zante scheldstukken en liedjes op de tegenpartij,
en op den bewusten dag werden dan onverander
lijk al de katholieken gekozen, 's Avonds was er
dan nog wat muziek en lawijd in de stad, maar
's anderen daags sprak er geen mensch ni meer
over en de stads wagen, met den secretaris op den
bok, de klerken in 't gareel en de vijftien raads
leden er slapende binnen in, zette zijn
aartsvaderlijke gaugske voort, niet te rap en ook niet te
traag.
't Was altijd zoo geweest en 't ware misschien
alzoo tot in der eeuwigheid blijven voortdraaien,
waren er toen niet een paar mannen van 't Vlie
gend Wiel tot de ontdekking gekomen dat het met
de kasseiïng in de stad danig slecht gesteld was.
Ze staken de koppen bijeen en vonden dat de
velo-rijders ook wel op 't stadhuis mochten ver
tegenwoordigd worden.
In alle stilte werd er een comiteit gesticht en
hun eerste gang was naar mijnheer Juul om hem
te vragen of hij dat wilde doen.
Mijnheer Juul liet wijn en sigaren brengen, er
-werd geklonken en gedronken, en hij sprak joviaal:
Als gijlie vindt dat het noodig is. 'k ben ter
ul'er dispositie. Ge moogt over mijnen persoon
beschikken."
Denzelfden dag nog verzochten ze om een
onderhoud met de vijf bazen van den Katholieken
Kring, om een zetel voor hunnen president op te
?eischen. Krist, de baas uit het Groenhuis, waar de
club zijn lokaal had, zou er het woord doen.
't Was een fameuze discours die Krist daar
afstak ! Nadien heeft hij hem nog honderde keeren,
op feestjes en zoo, uit-gegalmd bij wijze van
amuzement! En steeds met hetzelfde lach-succes !
De vijf die van niets wisten, vielen van 't verschie
ten bijkans van hun stoelen, toen ze hoorden waar
over het ging. Zoo iets was hun nog nooit over
komen. Ze sloegen groen en geel uit van nijd en
't was de burgemeester die 't eerste rechtsprong
en kwaad uitschoot over zoo'nfabuleuse brutaliteit.
Maar Krist beet even kwaad terug en 't zou er
vast op ruzie zijn uitgeloopen, was er dat
zoet?gezouten Mijnheerke Keersblick niet sussend
tusschen-gekomen om met veel hooge
stadhuiswoorden over eendracht, broederlijkheid, tucht
«n 't heilig belang der katholijke partij toch maar
te beletten dat er pottekens zouden worden ge
broken.
't Slot van 't lieke was dat de vijf bazen heel
vriendelijk werden. Ze stuurden de velo-rijders
naar huis met de statige belofte de zaak te onder
zoeken en al het mogelijke te doen om aan hunne
rechtmatige wenschen tegemoet te komen. Binnen
kort kregen ze dan wel nader nieuws.
Maar ja, hoe gaat het in de politiek als er plaats
moet gemaakt worden! Daarvoor zijn die
mijnheeren niet thuis !
Die beloofde binnen-kort werd algauw een
buiten-kort, twee drie weken gingen voorbij, en
ze lieten zij de mannen uit het Groenhuis ferm
staan blinken.
Die merkten wel dat er ineens nogal veel bezoek
was van notabelen op 't klein stadhuis", dat
Mijnheer Juul al minder en minder op den Kring
kwam en ten leste hoorden ze uit zijn eigen mond
wat een gekonkelfoes er aan den gang was. Alle
maal wilden ze hem overhalen zich toch voor zoo
iet? niet te leenen, in Godsnaam ! geen afbreuk
te doen aan het partij-gezag. Doch hij had ze
onverbiddellijk naar 't comiteit verwezen dat de
zaak in handen had en hij zou het blijven doen ook.
Ne man, ne man; e'wooid, e'woord! sprak hij
beslist ,,'k Heb mij ter ulier dispositie gesteld en
'k blijf ter ulier dispositie, 'k Vind dat ge gelijk
hebt. Ze moeten het maar met u afhaspelen en
ni met mij! "
Krist en zijn mannen die al een beetje schrik
begonnen te krijgen dat het verkeerd zou afloopen,
wreven in hun handen toen ze die taal hoorden.
Zouden die meneeren soms te fier zijn om
naar ons te komen?" vroegen ze zich kwaad af.
En dat als 't te doen is om hunnen besten steun
pilaar, iemand dien ze God-weet-waarom altijd
verstooten hebben ! Ehwel! w'hebben patientie
genoeg gehad. Nu krijgen ze 't vuur aan hun
schenen. Ni getreuzeld ni meer! Vooruit, met
een afzonderlijke lijst!"
Ze trokken nog wat andere mannen in hun plan
en op een dag dat Dikke Juul de stad uit was
werd de club op een buitengewone vergadering
samengeroepen. Krist lei er alles in 't lang en in 't
breed uit, kwam met zijn voorstel voor den dag,
en onder gejuich, gelach en geroep werd er stande
pede een lijst samengesteld met hunnen president
aan den kop.
Heel de club teekende eronder vol geestdrift en
'sanderendaags 's morgens vóór dat de poorten
van 't stadhuis open waren, stond Krist met zijn
getuigen al op de pui om hunne lijst in te dienen.
't Werkte lijk een bom in een kerk. Heel de stad
stond er op een weerlicht van op zijnen kop. Al
de herbergen en staminees liepen vol volk, dat
er 't leste wilde van weten. Er werd gedebateerd
dat het er bij stoof en terwijl al de kopstukken
uit den Kring, paters, pastoors tot de Dames van
Bermhertigheid toe, naar mijnheer Juul beenden
die hen almaardoor naar 't comiteit bleef verwijzen,
zat Mijnheerke Keersblick, met een klagelijk ge
zicht en de armen omhoog, in de achterkamer van
't Groenhuis tegen Krist en zijn mannen te
jeremieeren en te zuchten.
Och ! waarom hadden ze dat toch gedaan ! Zoo
geerne, a la minute, wilden ze immers een plaats
geven, boven aan de lijst zelf, aan zoo'nen braven,
treffelijken, katholieken mensch als mijnheer Juul
was ! Waarom daar toch, in den naam van dit en
in den naam van dat, zoo'n schandaal rond ge
maakt ! Wat zouden de framassons uit den
FraMijnhardt's
HoofdpijnKiespijn
tabletten
Stillen spoedig de hevigste pijnen.
Beide in huisjes van 30 en 60 et.
BH Apothekers en Drooistci»
ternitéin .hun handen wrijven ! De lijst moest in
getrokken worden, subiet. Alles moest vriend
schappelijk gaan, enz. enz.
Een allerzielen-sermoon had er niet aan. 't
Scheelde niet veel of hij begon er nog bij te schrei
en ! Op 't leste greep hij ontroerd de hand van
Krist en ook die van Mille Ver jans, keek de vier
anderen smeekend aan, en riep theatraal:
Beste, lieve vrienden! Laat ons afspreken:
Mijnheer Juul krijgt zijn plaats en laat ons dus
roepen: leve de eendracht in onze partij!"
Krist die ook niet van gisteren was, pinkte eens
tegen zijn mannen, liet daarop een zucht als van
een paard en krabde zich dubbel achter de ooren.
Allemaal goed en wel, Mijnheer Keersblick",
knikte hij, maar een beetje laat. Ge brengt gij ons
jandomme ! in moeilijkheden. De lijst is opgemaakt
en ingediend, ni door ons, doch door den heelen
club. Wa' moeten we met ons andere candidaten
beginnen ? Als ge nu nog eens zegdet: zie, we geven
u vijf, of vier plaatsen. Dan zouden we kunnen
parlementeeren.... Is het niet zoo mannen ?"
Mijnheerke Keersblick zijn zoeten lach schokte
weg en zijn gezicht werd hard als van een grijnzend
duvelke. Hij trok als gestoken zijn handen terug.
Zijnoogenschoten vuur; waren het ponjards ge
weest hij had er den eene na den andere mee
doodgestoken.
Sloebers!" siste hij. Leelijke sloebers!....
Da' zulde bekoopen!...." En denderend van
koleire greep hij stok en hoed, stampte de deur
open en gebogen, als een nijdige stier, achtervolgd
door het plots gelach van het club-comiteit, drong
hij door het roezemoezende volk dat het Groen
huis vulde, naar buiten.
Dat onderhoud werd niet alleen een nummerke
meer op Krist zijn voordracht-repertorium maar
joeg ook de kogel door de kerk. De kopstukken
van den Kring bazuinden gewichtig rond dat ze
met zich niet spelen lieten en dat de toegeworpen
handschoen werd opgeraapt.
Dat werd me toen een verkiezingsstrijd. Heel
het stadje geraakte in vuur en vlam. Er verscheen
een nieuw weekblaadje: De Lanteern van den
Club" en er werd tegeneen gekeven en gescholden,
ONTWEPP WPENAAT
5CHRUFBUREAU IN EIKENHOUT. IN ELKE Q^2
GEWeNSCHTE HOUfKLEUR. LANG 7DX, HÉELE Ow.
HOCXiie OOVDIEPTE TT" :" -"