Historisch Archief 1877-1940
«*.<f
&*
» '
MARKER KERSTVERTELLING
won
ik vraoge bij de buren ---- En as hij dan weerom kwam, zou ik alles veur
mekaor hebbe, as hij dan weer op 't beun liep, zou ik hem binnen roepen:
kom' ete, Jaopie me-jongé, zou ik zegge, 't maol wacht."
Maar Jaopie bezweek haar geen oogenblik.
En Gaart begreep: «Dat doet hij er om, 't is net of hij argewaosie i)
het ---- dat ik dan vraoge zou veur zijn véur zijn ---- "
En toen ineens schokte ze weer recht-op, ze schrok toch zoo. Een stem
in haar zei : Gaart je-van-Ellebert-van-lange-Aort, weet je wel zeker dat er
niet wat eetbaars in het onderhuis is ---- ?"
Jao, jao, dat weet ik zeker", mompelde Gaart zwaar-ademend, daor is
enkel maor wat wrakhout en wat turf, aors niks aors niks."
Maar die stem in haar begon toch weer opnieuw: Weet je het wel
zeker ---- ? weet je het zeker. . . . ?"
En Gaart meende al dat ze over zichzelf het hoofd moest schudden : Och
minsch, je worde keinsch 2) !"
Maar vijf minuten later nam ze toch de kaars op, beschutte de bibberende
vlam met haar hand en trok, in een hoek van de kamer, het luik naar het
onderhuis open.
Voorzichtig daalde ze het donker in. En schichtig of ze er kwaad aan deed,
keek ze in dat kille duffe onderhuis om zich heen.
De turven, die Sijte-van-Aole haar liet brengen, leken haar met evenveel
aandacht te beschouwen als zij de turven. Over het wrakhout glimpte ver
wondering
---Gaart deed een paar stappen, en ze schrok een beetje.
Er rende iets om haar voeten heen, een vaal-zwart diertje leek het, en dat
diertje ging als een gids voor haar uit en verdween onder een vooruitstekende
plank van het wrakhout. Wat is dat nou?", prevelde Gaart, ,,'n rotje?"
En bij die uitspringende plank gekomen, bukte ze zich om te onderzoeken
of ze misschien nog iets van zoo'n beest gewaar kon worden. Had ze dat
goed 'ezien ---- ?"
Het licht van de kaars spiedde onder een gekloofde boegspriet door, en glipte
over pakstroo en vodden, het holle stuk hout van een boeg in. Toen vergat
Gaart ineens van pure verbazing die rat waar ze naar speurde. Haar mond
zakte open, ze hurkte neer. Heere-God," prevelde ze in opperste verbazing,
Hére-Gód ! " En er kwam een vlies van tranen voor haar oogen. Lieve
Heertje," dankte ze ootmoedig-kinderlijk.
Gaartje-van-Ellebert-van-langeAort is je toch zoo dankbaor ---- " Meteen sloeg het als een lichtflits door haar
heen : En wat had Jaopie ook iedere maol .... en telkens van nuuws 'ezeid . . ?"
.En ze snikte er van, toen het haar weer helder voor de geest stond, maar dat
was van ontroerde blijheid.
Een halfuur later riep ze Jaopie, die nog maar gestadig op het beun
heen en weer stapte, binnen. Kom je eten, me- jongen, 't maol wacht . . . . "
Met een ruk keerde Jaopie zich naar haar toe. Nam ze him nou ook
nog in de maoling?" Toen hoorde hij ineens zijn Moeder's zware diepe
ademhaling .... En het was of hij zelfs in het donker het glinsteren van
haar oogen kon zien. Is ze nou gek 'eworden?", dacht hij verschrikt.
Zelfverwijt sprong als een helle vlam in hem pp. Hij had 't ook te veer
op'edreve. ..." Gedwee van angst volgde hij haar naar binnen.
Maar in de kamer, bij de deur, hield hij van verbazing zijn
strompelstap in. En wat bracht hem er toe, zoo eerbiedig zijn hoofd te ontblooten?
Het was of hij een groot heer begroette.
De tafel was gedekt met het blauw-gestreepte lakentje, en weerzijds de
kaars stonden de borden, en naast de kaars stond een groote schotel
met kruimige aardappels.
W-wat ---- ?", stotterde Jaopie, h-hoe ---- hoe ---- ?" Hij kon niet uit
zijn woorden komen, als een die met stomheid geslagen is, wees hij naar de
schotel met melige warme aardappels.
En Gaartje lachte en huilde tegelijk. Me-jonge, 't is niet altijd 'n veurnaome
boodschapper die. de Heere-God uitstiert ! 'n Rot het die aorepels hier nao
toe 'esleept. Teuge 'n rot hei de lieve Heer 'ezeid : haol dat moal aorepels
bij die en die vedaon en breng ze nao'
Gaartie-van-Ellebert-van-langeAort.... Maor of 't nou 'n rot is of 'n raof, wat maokt dat veur on
derscheid? 'n Droog maol aorepels heb je 'ezeid, en dat is er, meer
niet, en ook niet minder."
Jaopie ging op zijn stoel zitten of hij er op neergeduwd werd, en hij vouwde
zijn handen.
JSCHARULEIK
NIEUWE
VEBPAKKING
niet!
NOVA
Kerstnummer
is overal te bekomen a 60 cent en
bevat o. a.: Jengd-portretten van
Nederlandsche Tooneelspeelsters.
Olympische Spelen door W. J. M.
M. van Warmelo door F. Hulleman.
Linden. Voorts proza en poëzie van Helene Swarth, Martha Walden, Elis. Zernike,
Jeanne R. v. Stuwe, G. H. Priem, Philips Oppenheim, W. W. Jacobs, Job Steynen,
Piet van Veen, B. Herrick Thomson enz.
Meer dan 70 illustraties in zwart, bruin, twee- en driekleurendruk.
EEN CiOED INTEGIEUR
BOUUTINHET
VERZORGING OP.
? 1 1 P 1 1 U1TJ m m
VERSTREKT DE DIRECTIE
OVERHEMDEN
NAAR MAAT
FR. SINEMUS
20 LeJdacfaotraat 22 - Amsterdam
?
Mosterd
W. A. Spoor Jr., Culemborg1.
MENDELS
Kalverstr. 109/111
AMSTERDAM
Heteenigst speciaal-huis.
Het beste adres in Ne
derland voor Béb
-jongens- en Meisjes-onder
en bovenkleeding.
l) argwaan. 2) kindsch.
Hoe kwam het dan toch, dat hij toen eerst, over die schaal met
dampende aardappels heen, en bij dat kleine licht van de kaars, die
diepe rimpels zag in zijn Aloeder's gezicht en aan die rimpels de smart
die ze verduudr had, de heele dag.. .. ?
Zijn hart werd warm, en zijn oogen liepen over van tranen.
Wie zal zeggen hoe het Kind van God in een menschenziel geboren wordt ?
Mem", beleed Jaopie met een onderdanige wrakke stem, jouw God
is toch 'n wonderbaorelijk God. En nou iniens Mem, en zoo onwaordig as
ik bin, is Hij ook mijn God 'eworden."
En toen Gaart heeft het naderhand nog een menigte malen verteld
is dat maal van die droge aardappels op die gezegende Kerstavond nog 'n
keuningsmaol 'eworden...."
l