Historisch Archief 1877-1940
Muziek m de hoofdstad
VAN WESSEM
L:
...._|. r
Het Rotb-kwartct
^ it kwartet, samengesteld uit drie Hongaren- en
\ een Hollander' (de cellist van Doorn) is uit
f i-ï>«rirjs bier concerten komen geven, en zoo kregen
'?'?''--^j gelegenheid kennis te maken met een nieuw
«ttseHible, dat wel is waar nog niet geheel is
inge«peeld, waarin vooral het Idankevenwieht van
apëteiS en groepen onderling nog niet voldoende is
'bereikt, zoodat de samenklank vaak niet genoeg
jgespannen wordt gehouden, doch dat om de
schit'terende kwaliteiten, die het verraadt ten opzichte
van de: moderne muziek zoowel als van de klassieke
muziek (Voor zoover deze een moderne opvatting
^verdraagt) alle recht op onze aandacht heeft. Een
levendig, geestdriftig spel in het kwartet van Bavel
de eerste violist Both, attaqueert" wel eens te
«nel al aanvoerend een boeiende voordracht van
?de belangwekkende pOgingea, die Strawinsky
,,Trois pièces" noemt en tot besluit Schubert's
Takende Der Tod und das Madchen"-kwartet :
«Ut laatste zeer modern-vlot, te vlot misschien voor
?onze opvattingen, die aan verdieping" en rust"
gewend zijn, maar voortdurend de belangstelling
vasthoudend en ook als samenspel het beste
mo-ahéiit van den avond, dit zijn allen indrukken, die
~w4j mee naar huis nemen en ons de beste
verwach"tingen doen hebben Van dit kwartet zoodra alle
<J>êIera zoo volmaakt op elkaar en op het geheel
«ellen iyüingesteld als voor een hechte eenheid
-van' ensemble-spel noodig is.
Szekely
Zoltan Szekely's concert verleden week was in
-d« eerste plaats belangrijk om de kennismaking
-~na.et de nieuwe viool-sonate van Bavel, een werk
-dat ons Bavel, den terughoudende en in zijn
teederheid zelfs nog wat spichtig blijvende Franschen
-componist, toont in een van hem ongewende, nieu
we wilde Spontaniteit, geheel besmet" d oor de jazz
-en ,de mechanisch-rytbmische strooming van onze
?dagen, maar in deze toepassing toch zeer sterk een
individueel karakter bewarend. Hoor die Blues",
"Uiterst sober: een melancholieke fiorituur schijnt
;de viool te spelen tegenover het korte,
stootendegale ryêhme der pianobegeleiding; maar hoe
"treffend is met dit weinige het geheele karakter
van een band" weergegeven. En dat perpetuum
rjnobile"; het hjkt een grappige nabootsing, in.
reen voortdurende passage en met abrupte accenten
-ademloos voortgezet; en toch: niet alleen een vir
tuoos stukje, het is fascineerende, heftige, lyrische
muziek. geworden, wel verbluffend naeenVeracini,
na een Bach, doch niet minder levend en tref
fend en door Szekely meesterlijk-beheerscht weer
gegeven. In Bach 's vioolsonate in C bereikte Szeke
ly een hoogtepunt in die Fuga,die van d en modernen
violist bijna, bovenmenschelijke vaardigheden eiacht.
?{Waarom beult" de moderne violist zichzelf en
-zijn instrument zoo af, en speelt hij niet met de
platte kam en de kromme strijkstok, waarop
Bach, volgens <Je instrumenten van zijn tijd, de
voordracht berekende? Al deze gebroken abstrac
ties, deze arpeggio's doen hoe snel en virtuoos gedaan
toch altijd als iets moeizaams, als een soort
violistische krachttoer" aan, dat het rustig genieten
in den weg blijft staan). Het besluit brachten de
?^chitterend gespeelde Rumanische Tanze en twee
?der caprices van Paganini, door Szywanowski
bewerkt voor piano en viool. Szekely heeft zich in al
-deze voordrachten een zér sterk violist getoond.
Ook moeten wij zijn uitstekenden begeleider aan
toet kjavier Oeza Frid met een woord van den
hoogsten lof voor zijn vaardig, ras-echt en innig
Juusikaal begeleidend spel naar voren halen. Zulk
reen echt musiceerend begeleiden hoort men te
zelden om bet niet apart te releveeren !
MERK
Finest
Becording
?48 KEN WAARBORG VOOR
ONOVER-TROFFEN REPRODUCTIE EN
«ONGEËVENAARDE AFWERKING.
H.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
,AM«TCRD. VRBRKADE «A D*N HAA«
Int. Muziek tentoonstelling Genève 1927
Hoogste onderscheiding.
COMOEBIA
door HENRIK SCHOLTE
La Compagnie du Vieux Colombier t
L'Ecole des Maris" en Ee Medéctn
malgrélui"
TJ -J3T verval van het ambacht onloochenbaar
en onnoodig om er zich in te verdiepen
brengt met zich mede, dat wij ons dikwijls van het
tooneel zelf afwenden om in de overgangsgebieden
en aan de grenzen der kunst een heil te zoeken, dat
tenslotte toch alleen van binnen uit, uit het hart
van het tooneel kan komen.
Copeau, uit het oog verloren sinds de teleur
stelling hem in een vrijwillige ballingschap bracht,
Copeau kwam terug, /.onder ophef, onvoorbereid en
bracht ons opnieuw het tooneel. Copeau: geen
profeet, maar een magieër, een die de heilige
vreugde van het ambacht overbracht van speler op
toeschouwer. Copeau, die opnieuw geloof wekte
door te gelooven en het spel herstelde om het spel:
'kleurrijk en feestelijk, bloeiend, teeder en vol
vreugde.
,Welke taak heeft de critiek hier nog anders dan
te luisteren en te getuigen? Wat beteekent tegen
over die onverhoeds ontsprongen verrukking; het
pure spel weer te zien in zijn overstelpenden rijkdom,
een. later bezwaar tegen een geringe overdrijving in
de farce, n gebrek aan persoonlijk-sprekend
talent in een of twee bijfiguren ?
Br waren maar weinig menschen op dezen
merkwaardigen, gelukkigen Zaterdagmiddag, maar zij
hebben een klein wonder gezien. Wie had zooveel
eenvoudig en onstuimjg leven durven verwachten
in den klassieken, onaanrandbaren, maar
eenigszins af zij ds iu den museum-hoek geschoven Mo
lière? Ben stoepje en een krukje, licht, kleur en
spel, overal en in een gulden overvloed het spel.
Copeau raakte hier het hart van het tooneel: het
volstrekt leven der verbeelding. Copeau, levens
groot in de goede, oude roeping, comediant te zijn
gaf twee Sganarelles: een kostelijk bedrogen
pochhans in dat fijn voortspinnende, ironisch carnavals
spel van den Ecole des Maris" en den grooten,
vroolijken clown in den van het leven bruisenden
Médecin malgrélui".
Het was een werkelijk feest van het goede der
aarde. Wie deze kleine groep zag in kleur en vol
komen gave beweging, deze heerlijk gesproken taal
hoorde, deze spanning van waarlijke comedianten
op de planken innerlijk meeleefde, gelooft weer
voor een tijd in het onverwoestbaar wonder van
het tooneel.
Een bekentenis ? en een vraag
In 't publiek doe ik altijd alsof ik niet meetel:
Een kerel van dertien en -meer in 't dozijn;
Voor mezelf Tien ik zeker, dat 'k aan de vergetel
heid zal worden ontrukt, als 'k gestorven zal zijn.
In 't publiek prijs 'k geestdriftig de daden van
and'ren
En wensch ik, dat 'k ook maar zoo zijn mocht als zij;
In mijn hart zou 'k mezelf niet graag willen
verand'ren,
Want tenslotte kan niemand toch halen bij mij.
In 't publiek juich ik steeds toe wat andren beweren
En mompel: Waar haalt hij het alles vandaan:1"
Bij mezelf denk ik dikwijls: Als die wal wou
loeren,
Dan moest hij een tijd in de leer bij mij gaan".
In 't publiek zeg ik steeds, dat mijn.werk niet veel
waard is :
Een aardigheid hè, aU lectuur in den trein";
Voor mezelf echter vind 'k, dal er weinig op aard' is,
Dat waard is om óók uitgegeven te zijn.
Hoewel 'k veel verstand heb van alles wal schoon is,
Beweer ik: Mijn uiterlijk is niet je dat";
Maar zoo voor mezelf meen 'k, dat zeek're Adonis,
Bij mij vergeleken, een apenkop had.
In 't publiek doe 'k natuurlijk verschrik'lijk be
scheiden,
Al ken ik mijn eigen volmaaktheid. En hoe!
Maar zeg nu eens eerlijk, 't blijft tusschen ons
beiden
Denkt U soms niet net zoo'i Of geeft U 't niet toe?
AMBER
Nederlandsche Munt
Hollands beste 10 cents sigaar
RIJM.KRONYCK
Hulp uit Amerika
door MELIS STOKE
Een lezer schrijft ons:
,,.. . .in Amerika zet men een prijs
vraag op touw met als opgave het af
maken" van Schubert's Onvoltooide".
Lijkt u dit niet de climax van wan
smaak. ... ?"
. Wij denken er als volgt over :
Het wil er niet in bij de Amerikanen
dat iets respectabels niet gansch is voltooid.
Een mensch heeft een hoofd en een kerk heeft een
toren,
een auto heeft een radiator van voren,
en een meisje behoort met een hoedje getooid.
Zoo is het. . . . zoo hoort het... On-af is on-netjes..
We leven niet graag in een rommelige boel.
Wat drommels.... wie dollars heeft kan niet
gedoogen
dat zijn huis on-geverfd, of zijn fiets is verbogen..
Tenzij je gespeend bent van ieder gevoel....
In glanzende auto's, welvarende huizen,
en zalen, die stralen van weelde en licht,
in kerken met luidsprekers, prachtige treinen,
langs breede, berubberde straten en pleinen
beweegt zich het leven.... want comfort is plicht.
Nu slaan ze de oogen ontzet naar Europa. ...
Bij hen is het netjes. . .. maar hier is het oud....
.... hier liggen ruïnes bestoft te bederven....
.... geen mensch die de Sphynx nu eens netjes gaat
verven....
en het Parthenon is in geen jaren verbouwd..
Ze zullen ons nu wel eens eventjes helpen.
Ze zullen ons toonen wat iemand vermag
die ter eere der Muzen ir&l dollars kan gooien. . . .
Eerst zullen ze dat symphonietje voltooien
dat nu al zoo'n tijd op ons schnjfbureau lag. . . .
Dan gaan ze de Venus van Milo volmaken,
want is 't niet een schande, zooals ze daar staat?
Dan krijgt ze twee prachtige Beach-Beauty-armen,
en een bontmantel aan om haar goed te verwarmen,
want ze staat in het Louvre zoo vlak aan de straat. .
Dan zullen ze even Pompei herstellen
met asf alt-bestrating, electrisch verlicht,
een underground-baan en een stel bioscopen,
Ze laten er bussen en sandwichmen loopen,
en er wordt een gezellige dancing gesticht.
Het Forum van Home krijgt nieuwe gebouwen,
een Luna Park en een modern restaurant. . . .
De Eroica die ze van Menyelberg hoorden,
is ook al niet zoo als liet feittijk behoorde.. . .
Ze plakken er daarom een Jazz-rondo 'an. . . .
Ze komen met kwasten, met verf en met steenen,
en pakken het zaakje eens deugdelijk aan.
Komt.... laat ons verheugd zijn met dat altruïsme,
Want als 't hier zoo'n rommel blijft, zou hun
tourlfme
naar 'n ander, behoorlijker wereld-deel gaan....
VAM HELLES
? TABAK
is
£???'