De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 10 december pagina 22

10 december 1927 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 DECEMBER 1927 No. 2636 B. t* t' i De Film-kroamïcamer (Vervolg van pag. 21) waar al het bureau-voedsel dezer kleine maatschappij vermalen wordt. Voor d* biologische af deeling, een lokali teit, waar een onderdeel der merk waardige UFA-Kultur-Abtheil is on dergebracht en waar uitsluitend de deskundigen en amanuenses toegang hebben staat in allen vrede, zonder ,in het minst acht te slaan op het bonte va et vient van gecostumeerden, werklieden, typisten en vrachtrijders, een operateur te draaien. Zijn toestel is op een kunstmatigen mierenhoop gericht en met het uiterste geduld kurbelt hij de verrassende daden dezer gepassioneerde, onbezoldigde me dewerkers. Dan volgt de Feuerwehr." Even glimlach ik,, als mijn geleider het woord uitspreekt en denk aan het kabinetje met het dorps-handbrandspuitje, of wie weet! het minimax-apparaat, dat hij mij zal laten zien. Het komt echter eenigszins anders uit. In een keurig klein gegebouwtje, is een complete miniatuur brandweer-kazerne ondergebracht. Een flinke motor-spuit met volledige uitrusting prijkt in het midden en de benoodigde accessoires ter bestrij ding van een flinken middelbrand" ontbreken evenmin. Op de planken langs de muren liggen een twintig tal brandweerhelmen in het gelid en daaronder hangen evenveel uitrus tingen. Het blijkt, dat het geheel onder leiding van een brandweerofficier staat, gesecondeerd door eenige beroeps-brandwachts. Het corps wordt in geval van nood a discrótion aangevuld door vrijwilligers. De man schappen hebben tevens politioneele bevoegdheid, om het overal bekend gemaakte rookverbod in al zijn ge strengheid te handhaven. Het is inmiddels hoog tijd geworden voor een verfrissching en korte rust. Het gesjouwtrap-op, trap-at'?deur-in, deur uit de voortdurende woorden stroom van mijn vrieiidelijken ge leider, die zijn taak om den dood niet als een sinecure opvat de hitte en het stof hebben mij een lichtelijk gekraakt gevoel bezorgd. Ik ben moe en laat ik het maar bekennen ongeduldig. Wat ik gezien heb hoe interessant op zich zelf ook is alles nog maar inleiding, hors d'oeuvre. Het zou eigenlijk kunnen dienen als systeem voor iedere groote instelling van een sanatorium, tot een verbeteringsgesticht toe. Ik heb al verlangende blikken geworpen naar de kolossale hal, die het groote atelier blijkt te zijn en naar de geheim zinnige verten, waar niet te definieeren ruïnen, stukken straat en waterpartijen onweerstaanbaar lokken. Maar mijn geleider is als iedere employéhier een man van orde. Kommt alles nachher" zegt hij vriendelijk maar beslist en hij diri geert me naar een kleine erfrischungsHalle" waar Mutti" degenen, die geen kwartier ver naar de kantine wil len loopen, van kaffee-mit-kuchen voorziet. Het is hier vergund te rooken en met den pathologischen hang naar een trekje", die den Hollander kenmerkt, steek ik den brand erin. De kaffee is best, zoomede de ku chen, die wij na een verbitterden strijd met de talrijke wespen tot ons nemen. Dan staat Herr Anschütz op en wij gaan in de richting van het Groszes Aufnahme-atelier." Einde lijk zullen wij den grond betreden, waar een Jannings, een Veidt, een Asta Nielsen, een Fritz Lang, een Dupont gewerkt hebben. .Een dokter-achtig uitziend man, in een witte operatie-jas snelt ons voor bij.... we staan op den drempel van de film-kraamkamer. Tikblaadjes door Dr. R. FEENSTRA Anseil-tour op den Mont Pax. LJ ET leven is strijd, is wringen, wroeten, tornen tegen elkaar op; en elkaar opeten. De planten vechten om het licht; de dieren, voor zoover niet ontaard, vechten om kost, buit, bronst. De menschen vechten om wat zij een boteram noemen; en de expo nenten van hun groote nationale groepeeringen: om macht. Het is altijd zoo geweest; het zal ook altijd zoo blijven. Want het is de" natuur; het is de zin" van het leven; al lijkt deze zin het diepere gemoed en den rijkeren geest dikwijls: onzin of waanzin. Altijd is er naar den berg des vredes opgekeken; een ver wazig wit fan tastisch hoog ideaal. Oorlog en vrede losten elkaar af; als geboorte en dood. Altijd wanneer men er weer eens op los geslagen had en minder had bereikt dan men gehoopt had men bereikt altijd minder ! hadden de naties een tijd lang een moreelen kater. Dan kwam de berggroep van den Mont Pax duidelijker in het gezichtsveld der levende generatie. Dichters, staatslieden, denkers werk ten er naar toe; als gidsen, wie een nieuwe hooge beklimming lokt en die zonder emplooi voor hun stijgzin waren. .Na onzen laatsten. verschrikkelijke!! oorlogskoorts, zijn we eindelijk het eerste Anseiltoertje in de onderste regionen van het berggebied van den Mont Pax begonnen. Hard opge schoten zijn we in negen jaren met den Volkenbond nog niet. Het is nog slechts voetje voor voetje uithakken; terrein verkennen. Soms is de top geheel uit het oog verloren en men ziet slechts een nevelachtigen dalkom, die te traverseeren valt. Velen denken ook niet aan den top. De meesten. loopen maar angeseilt mee, omdat er nu. eenmaal samenhoorigheidsgevoel in de wereld is en moet wezen. Velen denken: vóór de lawine komt, stap ik er tusschen uit. Anderen: straks trekt ieder in een richting; dan breekt het touw. Weer anderen: misschien kunnen we een paar goede hutten bouwen toergebied ontsluiten. De top is de top; en niet voor menschen gemaakt; alleen voor Goden. Eiken herfst, wanneer in het pare des Eaux vives de laatste bladeren neercirkelen, wordt er vol moed weer voor een etappe opgebroken. Mont Salève en Montblanc mogen den arbeid groeten de tocht geldt het geheimnisvolle onbenaderde gebied van den Mont Pax. Dit keer lieten de Kussen zich meeanseilen. Wel hield meneer Litwinov eerst een speech. Jullie zijt klets- en kamer-alpinisten aldus sprak hij ongeveer, met bijna Pruisisch stramme overtuiging. Jullie hakt een paar stapjes uit; jullie neemt eens een rotsband of een walletje; maar is dat een methode om er te komen; om ooit den top te halen? Waarom leven wij in het tijdperk van de vliegmachine 'i Laten wij er samen een monteeren (met alle schroefjes los) en dan joepla starten naar den top (naar verkiezing met benzine van ons, van Deterding; of desnoods kunstmatige benzine). Is dit een tijd en is dit een doel om zóó te.... modder-alpinisten? Slechts eeti groote opstijging kan ons naar oen groote gedachte, die dan een gestolde groote werkelijkheid zal blijken, onderweg brengen. Wat gij doet, is niet den berg Pax bestijgen. Dat is knoeiprutsen; padvinderspelen op community kosten onderaan. Misschien zou een alpinistisch ge zelschap, dat voor de passage van een moeilijk couloir aldus werd aange sproken, den ophakker uitlachen; of een roetsch-zetje over de sneeuw geven. Maar diplomaten zijn nog gebondener en verbindlicher" men schen, dan angeseilte toeristen. Aldus bond men den Rus het laatste eindje touw om; en lachte minzaam zuur tegen hem. En de velen die onderweg zijn, maar eigenlijk niet onderweg willen" naar den blankrosen gelukstop van den Montepax-groep, denken: Niet kwaad, dat we dien ruigen Sjors meekrijgen. We zouden toch niet opgeschoten zijn zonder hem. Maar nu hij aan het touw hangt kunnen we het evenwicht veel makkelijker op slakken-tempo balanceeren, zonder dat men ons bewijzen kan, dat wij onze vredes-spieren niet tot het uiterste inspannen. En avant ! Lloyd George heeft kortelings in het Lagerhuis de ontwapeningscon ferentie genoemd een algebraïsche scherts, waarvoor de x, de onbekende, nog niet is gevonden. Hij heeft ook verteld, dat vijftien millioen soldaten zich in dit vredelievende Europa voor bereiden tot den ooi-log. Laten wij aannemen, dat deze pessimistische politieke dokter, ten overstaan van de koortsjes, die dan in Polen, dan rondom het nieuwe Home, dan in den Balkan opblozeri, een tikje overdrijft. Twaalf millioen zijn. het toch zeker ! Wat moeten we met die soldaten doen, wanneer we er niet omstreeks 1935 of een paar jaar later mee zouden gaan vechten 'i Militairisme en kapitalisme zijn Kiameesche tweelingen liet Litwinoft' zich vooruit-trompetten in inter views en krantenartikelen. Maar: het roode Rusland slijpt zijn bajonet net zoo hard, als de West Europeesche staten en slaat het stempeltje der wereldrevolutie op de p\mt daarvan. En Amerika moge nog bescheiden aan vastelandsch militairisme doen; het mobilisatie-apparaat, dat in enkele weken een leger schept, wordt ook daar van jaar tot jaar geweldiger en handzamer. Genève is geworden: het manteltje der liefde, dat onze kwade gewetens en kwade voornemens bedekt. Genève is galerij geworden; en achter de coulissen staan als steeds naar ouden trant de diplomaten; en handelen; in wat zij noemen realiteiten: garantie verdragen. En evenzeer met stoffelijke realiteiten houden zich de oorlogschemici van gansch de wereld bezig. Quo vadis? * * * Terugvaar het bonte gezelschap, dat naar den Montepax groep is opgebro ken; en nog in morgennevel zijn weg naar do eerste kampeerplek aftast. Wie ooit in den mist, in het dikke gele licht, dat van de sneeuwveldeii komt, op ongerepten weg, als voorploeger van een stelletje in een hut bij elkaar gewaaide toeristen voorop liep die beseft: welk een kou warme wereldburgerharten als die van f'ecil en de .Touvenel hier moeten hebben geleden; hoeveel inspanning, hoeveel mislukkingskanseu ieder stapje voor uit vordert; waarvan men nooit weet of het werkelijk een stap was in borgNieuwe uitgaven A. W. LoenatsjarsM. De be vrijde Don Quichotte. Een tooneelspel in negen tafereelen en een epiloog. Vert. uit het Russ. d, Alex Wins. Boekverzorging Frc Cohen. Am sterdam 1927. N.V. Ont wikkeling. Wanneer zal Don Quichotte zich op de wereld thuis voelen? Als alle men schen Don Quichotten geworden zijn. Tot zoolang zal hij telkens weer in con flict komen met, en in edele veront waardiging te velde trekken tegen wat men de praktijk van het leven noemt. Want Don Quichotte, de man van de absolute daad, alleen gedreven door zijn kinderlijk-primaire eigenschappen, heeft van die praktijk geen verstand. Hij kan geen rekening houden met de omstandigheden. Wij zien hem in dit merkwaardige drama in botsing ko men met een samenleving, die mutatis mutandis het stuk speelt in Spanje, tijdens een revolutie, in de 17e eeuw veel overeenkomst met de onze heeft. Don Quichotte staat tegenover vriend en vijand, zoo, dat zelfs de idealistische Don Balthazar, de leider van de revolutionnairen, hem uit zijn om geving moet wegzenden, omdat hij door zijn daden van onberedeneerde goedheid alles in 't honderd jaagt. Het was den schrijver kennelijk te doen om het uitwerken van een algemeen-wijsgeerig probleem. Ik weet niet, of hij dit geheel volbracht heeft, zonder de eischen van de dramatiek, zoeals die tegenwoordig vrij algemeen gesteld worden, te kort te doen. De tegenstelling van den mateloozen fan tast men vatte hier fantasie op als ideale, onbereikbare werkelijkheid en zijn omgeving is door den schrij ver stellig uitgewerkt in menige uit muntend speelbare scène, maar het is de vraag of de vereischte stijging er is, en of er niet al te veel in het stuk wordt gepraat. Zeker is, dat artistiek en vakkundig opgevatte regie veel zal kunnen doen, en in verband hier mee is de mededeeling op het omslag verblijdend, dat het spel is aangenomen door de directie van Het vereenigd tooneel." De vertaler zorgde voor uitmuntend Nederlandsen. Het boek is bijzonder rnooi uitgegeven, en versierd met een aantal houtsneden, die uit de oor spronkelijke Russische uitgave zijn overgenomen. H. M. richting, of een misstap naar de lawine. Theoretisch hebben de Russen gelijk: gaat toch per vliegmachine ! Schaft de legers en wapenfabrieken af; laat de oorlogsvloten zinken. Maakt er in vier jaren een eind aan. Maar practisch heeft men op een bergexpeditie door barre kou niets aan een theoretische vliegmachine" zelfs geen ver warmende causerie. Practisch heeft men er wat aan, als nuchtere mannen, die iedere honderd meter honderd meter achten, de lei ding nemen. En meer en meer raken onze Hollandsche menschen die in de Alpen en kijk naar Visser: zelfs in. den Karakorum zoo dikwijls de expeditiemogelijkheden juist en nuchterlijk beoordeelen, ook in de Montepax-expeditie (aan den Quai du Montblanc) vooraan in het touw. Wat niet wegneemt dat het onbe gonnen werk lijkt; dat de Montepax top niet is van deze wereld en dat het waarschijnlijk een grootere glorie voor Holland zou wezen: een nieuw stikgas uit Delft of uit de Amsterdamsche Roeterstraat; dan alle gloires van Beelaorts en Loudon en van ons Haagsche Plein samen. fe f' f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl