De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 10 december pagina 3

10 december 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

*, kt S-' Oud-Friesland door Prof, Dr. H. BRUGMANS LJ ET Friesch Genootschap heeft onlangs zijn * eeuwfeest gevierd en daaraan terecht eenige _ feestelijkheden verbonden. Maar even terecht heeft het zijn feest willen vastleggen door de uitgave mogelijk te maken van een publicatie, die geheel voegt in het kader van de bemo.eiingen van het genootschap en die ongetwijfeld ook ver buiten Friesland de aandacht zal trekken. Daardoor kon het boek van mr. Boeles verschijnen over de ge schiedenis en beschaving van Friesland tot de elfde eeuw. Het schrijven van dit boek moet voor mr. Boeles een groot genot zijn geweest. Historische synthese moet'steeds het einddoel zijn van ieder onderzoek: veel meer dan het napluizen van allerlei bijzonder heden, hoe aantrekkelijk ook op zich zelf, geeft het componeerem van een samenvattende uitbeelding van historisch leven de voldoening van het be reikte resultaat. Mr. Boeles heeft het eene niet nagelaten en ten slotte het andere gedaan. Wie de studie der'Friesche geschiedenis in de laatste jaren aandachtig heeft gevolgd, ontmoet op dit gebied meer dan eens den naam van mr. Boeles. Met name in het onderzoek van den ouden historischen bodem van Friesland heeft hij zich doen gelden: hij heeft zich gevormd tot een archaeoloog van ervaring en inzicht, met wiens oordeel rekening moet worden gehouden. Mr. Boeles was dus wel aangewezen om een onderwerp als dit, de Friesche geschiedenis tot de elfde eeuw, te behandelen. Hij kon daarbij steunen op eigen onderzoek, maar bovendien op de nasporingen van anderen. Het was nu ook wel eigen aardig, dat juist het Friesch Genootschap de uit gave van mr. Boeles verzorgde: immers juist in dezen kring heeft men altijd zeer veel aandacht geschonken aan de Friesche oudheidkunde. Eigen lijk nog voordat er aan wetenschappelijke archaeologie in ons land werd gedaan, is men in Friesland begonnen te verzamelen wat de bodem aan voor werpen uit den grijzen voortijd opleverde; men begon er zelfs studie van te maken. Maar het verzamelen en bewaren bleef toch de hoofdzaak; ook zoo deed men zeer nuttig werk: het Friesch Museum is praehistorisch en archaeologisch zeker een van de rijkste collecties in ons land. Intusschen was het er verre van af, dat dat omvang rijke materiaal ook was verwerkt. Er zijn allerlei studiën verschenen, maar tot een samenvattend geheel was msn nog niet gekomen. Welnu, die samenvatting hebben wij thans in het boek van mr. Boeles. Maar hij wilde nog meer geven en heeft ook meer gegeven. Hij heeft de oudste geschiedenis niet alleen opgebouwd uit de directe overblijfselen van het historische verleden zelf, maar ook uit de indirecte gegevens, die de oude geschiedschrijvers ons hebben nagelaten. Dat spreekt wel van zelf, maar heeft toch ook eigenaardige bezwaren. Mr. Boeles heeft dat zelf ook gevoeld en zelfs in zijn titel reeds uitgedrukt: hij spreekt van beschaving en geschiedenis. Nu is dat eigenlijk geen goede tegenstelling: wij wezen er onlangs op bij de bespreking van het boek van dr. Fischer. Er is de tegenstelling beschavings' geschiedenis en politieke historie en zoo zal mr. Boeles het ook wel hebben bedoeld. Maar be schaving is een toestand en geschiedenis is de be schrijving daarvan: hier is dus wel een tegen stelling, maar een andere dan mr. Boeles tot uit drukking heeft willen brengen. Maar ook als wij zijn nomenclatuur behouden, dan is er nog een tegenstelling, die ook in het boek uitkomt en niet kon worden weggewerkt. De overblijfselen, die de bodem van Friesland in zoo ruime mate heeft bewaard en in onze dagen heeft te voorschijn gebracht, zijn bijzonder leerzaam. Zij geven ons de uiterlijkheden van een beschaving, die in menig opzicht bijzonder merkwaardig is en die zelfs een zekere mate van kunstontwikkeling laat zien. Het is natuurlijk van groot belang dat alles op te merken en te combineeren en uit al die gegevens een beeld te concipieeren van wat eens een belangwekkende beschaving was. Zoover kan man door zorgvuldig onderzoek komen. Maar men geve zich goed rekenschap, dat H. RAHR MUZIEKHANDEL Violen © Snaren Achter St. Pieter 4 Utrecht Tel. 443 PIANO'S De Gedaanteverwisseling van St, Nicolaas DE .KERSTMAN MAAKT ZICH GEREED! men uit al die overblijfselen ook niét veel anders en meer kan te weten komen dan dat. Daaruit kan men niets of althans weinig leeren omtrent soc'ale geleding, rechtswezen, bestuursorganisatie, eco nomische verhoudingen, geestelijke ontwikkeling. politieke feiten, in het algemeen over alles, wat wij geschiedenis plegen te noemen. Want dit volk dat haast sedert.menschenheugenis Friesch is geweest, heeft in de periode, waarover het boek van mr. Boeles handelt, geen regel schrift nagelaten, enkele geringe runeninscripties daargelaten, zoodat wij zelfs de taal niet kennen, die het heeft gesproken; wij kennen het Friesch eerst uit veel lateren tijd. Wat hier ontbreekt, kan worden aangevuld uit de berichten der Romeinen, later van de Franken en anderen. Maar deze berichten geven ons geheel iets anders dan wat de bodem ons te zien gaf. Zij verhalen ons gewoonlijk van politieke feiten, oorlogen, op standen, gevechten, volksverhuizingen en dergelijke. Deze berichten zijn ons welkcm en wij wenschen er alles van te weten. Maar zij sluiten vrij slecht aan bij de directe gegevens uit den bodem. Wij maken hier kennis mst geheel andere gegevens dan de archaeologie ons leerde. En wat zeer bezwaarlijk is, beide soort gegevens staan geheel los naast elkan der en vullen elkander nauwelijks aan. Duidelijk blijkt dat uit het boek van mr. Boeles, dat daardoor een wat tweeslachtig karakter heeft verkregen. Dat is natuurlijk wel een bezwaar. Maai' wij moeten er onmiddellijk aan toevoegen, dat het bezwaar niet was te ondervangen. Want de bronnen geven nu eenmaal niet anders en niet meer en hoe sterk de historische verbeelding ook mag werken, tusschen het essentieel gescheidene kan zij geen verbinding tot stand brengen. Zoo kan mr. Boeles wel geven, wat zijn bronnen hem leerden, maar daarboven kon en micht hij niet uitkom in. Hij geeft wat hij heeft en niemand kan mser eischen. Eenmaal dat geconstateerd zijnde, kan men aan mr. Boeles den lof niet onthouden, dat hij niet alleen wel waarlijk heeft gegeven wal hij had. maar ook wat er was. En ook deze eer komt hem toe, dat hij met fijne kritiek en juist uitbeeldingsN. V.: J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-den Haag DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND vermogen de geschiedenis van het oudste Friesland heeft opgebouwd uit de gegevens, die er eenmaal waren. Wie weet, hoe moeilijk zulk een arbeid is voor zulk een oude periode, kan zijn waardeering aan dezen onderzoeker niet onthouden. Daarom betalen wij hem gaarne onzen tol. 1) P. C. J. A. Boeles. Friesland tot de elfde eeuw. Zijn oudste beschaving en geschiedenis. 'sGravenhaije, Martinus Nijhoff. Leeuwarden, Meyer en Schaaf sma. 1927. G E S C l GEEFT l ETS VOOR HET HUIS E R S E N T M l K E M E U B E LTJ E S PERZ KLEEDJES AR MS TOELTJ ES LAMPEN - KUSSENS P O T T E R Y DER ZOMEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl