Historisch Archief 1877-1940
*,
kt
S-'
Oud-Friesland
door Prof, Dr. H. BRUGMANS
LJ ET Friesch Genootschap heeft onlangs zijn
* eeuwfeest gevierd en daaraan terecht eenige
_ feestelijkheden verbonden. Maar even terecht
heeft het zijn feest willen vastleggen door de uitgave
mogelijk te maken van een publicatie, die geheel
voegt in het kader van de bemo.eiingen van het
genootschap en die ongetwijfeld ook ver buiten
Friesland de aandacht zal trekken. Daardoor kon
het boek van mr. Boeles verschijnen over de ge
schiedenis en beschaving van Friesland tot de
elfde eeuw.
Het schrijven van dit boek moet voor mr. Boeles
een groot genot zijn geweest. Historische synthese
moet'steeds het einddoel zijn van ieder onderzoek:
veel meer dan het napluizen van allerlei bijzonder
heden, hoe aantrekkelijk ook op zich zelf, geeft het
componeerem van een samenvattende uitbeelding
van historisch leven de voldoening van het be
reikte resultaat. Mr. Boeles heeft het eene niet
nagelaten en ten slotte het andere gedaan. Wie de
studie der'Friesche geschiedenis in de laatste jaren
aandachtig heeft gevolgd, ontmoet op dit gebied
meer dan eens den naam van mr. Boeles. Met name
in het onderzoek van den ouden historischen bodem
van Friesland heeft hij zich doen gelden: hij heeft
zich gevormd tot een archaeoloog van ervaring en
inzicht, met wiens oordeel rekening moet worden
gehouden.
Mr. Boeles was dus wel aangewezen om een
onderwerp als dit, de Friesche geschiedenis tot de
elfde eeuw, te behandelen. Hij kon daarbij steunen
op eigen onderzoek, maar bovendien op de
nasporingen van anderen. Het was nu ook wel eigen
aardig, dat juist het Friesch Genootschap de uit
gave van mr. Boeles verzorgde: immers juist in
dezen kring heeft men altijd zeer veel aandacht
geschonken aan de Friesche oudheidkunde. Eigen
lijk nog voordat er aan wetenschappelijke
archaeologie in ons land werd gedaan, is men in Friesland
begonnen te verzamelen wat de bodem aan voor
werpen uit den grijzen voortijd opleverde; men
begon er zelfs studie van te maken. Maar het
verzamelen en bewaren bleef toch de hoofdzaak;
ook zoo deed men zeer nuttig werk: het Friesch
Museum is praehistorisch en archaeologisch zeker
een van de rijkste collecties in ons land.
Intusschen was het er verre van af, dat dat omvang
rijke materiaal ook was verwerkt. Er zijn allerlei
studiën verschenen, maar tot een samenvattend
geheel was msn nog niet gekomen. Welnu, die
samenvatting hebben wij thans in het boek van
mr. Boeles. Maar hij wilde nog meer geven en heeft
ook meer gegeven. Hij heeft de oudste geschiedenis
niet alleen opgebouwd uit de directe overblijfselen
van het historische verleden zelf, maar ook uit de
indirecte gegevens, die de oude geschiedschrijvers
ons hebben nagelaten.
Dat spreekt wel van zelf, maar heeft toch ook
eigenaardige bezwaren. Mr. Boeles heeft dat zelf
ook gevoeld en zelfs in zijn titel reeds uitgedrukt:
hij spreekt van beschaving en geschiedenis. Nu is
dat eigenlijk geen goede tegenstelling: wij wezen
er onlangs op bij de bespreking van het boek van
dr. Fischer. Er is de tegenstelling
beschavings' geschiedenis en politieke historie en zoo zal mr.
Boeles het ook wel hebben bedoeld. Maar be
schaving is een toestand en geschiedenis is de be
schrijving daarvan: hier is dus wel een tegen
stelling, maar een andere dan mr. Boeles tot uit
drukking heeft willen brengen.
Maar ook als wij zijn nomenclatuur behouden,
dan is er nog een tegenstelling, die ook in het
boek uitkomt en niet kon worden weggewerkt. De
overblijfselen, die de bodem van Friesland in zoo
ruime mate heeft bewaard en in onze dagen heeft
te voorschijn gebracht, zijn bijzonder leerzaam. Zij
geven ons de uiterlijkheden van een beschaving,
die in menig opzicht bijzonder merkwaardig is en
die zelfs een zekere mate van kunstontwikkeling
laat zien. Het is natuurlijk van groot belang dat
alles op te merken en te combineeren en uit al die
gegevens een beeld te concipieeren van wat eens
een belangwekkende beschaving was.
Zoover kan man door zorgvuldig onderzoek
komen. Maar men geve zich goed rekenschap, dat
H. RAHR
MUZIEKHANDEL
Violen © Snaren
Achter St. Pieter 4
Utrecht Tel. 443
PIANO'S
De Gedaanteverwisseling van St, Nicolaas
DE .KERSTMAN MAAKT ZICH GEREED!
men uit al die overblijfselen ook niét veel anders
en meer kan te weten komen dan dat. Daaruit kan
men niets of althans weinig leeren omtrent soc'ale
geleding, rechtswezen, bestuursorganisatie, eco
nomische verhoudingen, geestelijke ontwikkeling.
politieke feiten, in het algemeen over alles, wat wij
geschiedenis plegen te noemen. Want dit volk dat
haast sedert.menschenheugenis Friesch is geweest,
heeft in de periode, waarover het boek van mr.
Boeles handelt, geen regel schrift nagelaten, enkele
geringe runeninscripties daargelaten, zoodat wij
zelfs de taal niet kennen, die het heeft gesproken;
wij kennen het Friesch eerst uit veel lateren tijd.
Wat hier ontbreekt, kan worden aangevuld uit de
berichten der Romeinen, later van de Franken en
anderen.
Maar deze berichten geven ons geheel iets anders
dan wat de bodem ons te zien gaf. Zij verhalen ons
gewoonlijk van politieke feiten, oorlogen, op
standen, gevechten, volksverhuizingen en dergelijke.
Deze berichten zijn ons welkcm en wij wenschen
er alles van te weten. Maar zij sluiten vrij slecht
aan bij de directe gegevens uit den bodem. Wij
maken hier kennis mst geheel andere gegevens dan
de archaeologie ons leerde. En wat zeer bezwaarlijk
is, beide soort gegevens staan geheel los naast elkan
der en vullen elkander nauwelijks aan.
Duidelijk blijkt dat uit het boek van mr. Boeles,
dat daardoor een wat tweeslachtig karakter heeft
verkregen. Dat is natuurlijk wel een bezwaar. Maai'
wij moeten er onmiddellijk aan toevoegen, dat het
bezwaar niet was te ondervangen. Want de bronnen
geven nu eenmaal niet anders en niet meer en hoe
sterk de historische verbeelding ook mag werken,
tusschen het essentieel gescheidene kan zij geen
verbinding tot stand brengen. Zoo kan mr. Boeles
wel geven, wat zijn bronnen hem leerden, maar
daarboven kon en micht hij niet uitkom in. Hij
geeft wat hij heeft en niemand kan mser eischen.
Eenmaal dat geconstateerd zijnde, kan men aan
mr. Boeles den lof niet onthouden, dat hij niet
alleen wel waarlijk heeft gegeven wal hij had.
maar ook wat er was. En ook deze eer komt hem
toe, dat hij met fijne kritiek en juist
uitbeeldingsN. V.: J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-den Haag
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
vermogen de geschiedenis van het oudste Friesland
heeft opgebouwd uit de gegevens, die er eenmaal
waren. Wie weet, hoe moeilijk zulk een arbeid is
voor zulk een oude periode, kan zijn waardeering
aan dezen onderzoeker niet onthouden. Daarom
betalen wij hem gaarne onzen tol.
1) P. C. J. A. Boeles. Friesland tot de elfde eeuw.
Zijn oudste beschaving en geschiedenis. 'sGravenhaije,
Martinus Nijhoff. Leeuwarden, Meyer en Schaaf sma.
1927.
G E S C l
GEEFT
l ETS
VOOR
HET
HUIS
E R S
E N
T M l
K E
M E U B E LTJ E S
PERZ KLEEDJES
AR MS TOELTJ ES
LAMPEN - KUSSENS
P O T T E R Y
DER
ZOMEN