De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 17 december pagina 17

17 december 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

*?'**%*" D» 2637 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 DECEMBER 1927 17 Op den Economischen Uitkijk Beurs-spiegel Vrijhandel-Congres door Jhr. Mr. H. SMISSAERT V/T OET ik nogeens erop wijzen, dat ik als veertiendaagsche kroniekschrijver het nood lot onderga, op gespannen voet te leven met de actualiteit? Doch telkens als ik daarop wees, heb ik eraan toegevoegd, dat het zoo laat door mij besprokene blijvend belang had, dat althans het gewicht niet gebonden was aan den datum. Dit nu mag ook gelden voor het op 21 November 1.1. door de Vereeaiging voor den Vrijhandel te 's Gravenhage gehouden congres; de beteekenis dezer welgeslaagde betooging zal zich doen ge voelen lang nadat de stemmen zijn verklonken. De manifestatie heeft in breede kringen de aandacht getrokken en belangstelling gewekt. Reeds dadelijk doordat zij ongewoon was. De Vereeniging voor den Vrijhandel zette de traditie van Vrij Ruilverkeer voort door de uitgifte van de bekende blaadjes"; in September 1.1. heeft zij ons verrast met het lijvige en zoo stevig gedocumenteerde boek van den heer Vleeschhouwer (kort na de verschijning door mg bier aangekondigd). Doch van propaganda door het gesproken woord onthield zij zich tot nu toe, totdat zij thans dit middel aangreep en dit deed in grooten stijl. De groote zaal van De Twee ;Steden" kon niet de honderden bergen, die de heelbijzondere narigheid van ons klimaat juist op dien dag om de stoornissen in den treinenloop hadden getrotseerd urn van den Zaankant. uit Twente, het Noorden, het centrum en de groote .koopsteden, in den Haag naar de sprekers te komen luisteren. In die zaal (en afwisselend in eene aangrenzende) voerden n spreekster en negen sprekers het woord; deze tien waren representatief doordat zij behoorden tot verschillende staatkundige partijen en tot verschillende maatschappelijke kringen, ook zeer uiteenloopende posities in ons openbare leven innemen. Om dit alles noemde ik het eene betooging in grooten stijl. In grooten stijl waren zonder uitzondering ook de door dit tiental geleverde betoogen. Voor het tegendeel had men trouwens niet behoeven te vreezen. Niet alleen omdat de namen der 't woord voerenden allen twijfel daaraan uitsloten. Doch ook: omdat zij voor vrijhandel kwamen pleiten. Wie dat doet, stelt zich vanzelf op het standpunt van het algemeen belang. Hij moffelt het feit niet weg, dat elders verleende protectie Nederlandsche belangen schaadt, doch wijst erop, dat die schade slechts vergroot zou worden, indien ook wij dit verkeerde middel gingen aanwenden. Hij onder zoekt welke, trots die ongunstige positie, de toe stand is van handel, nijverheid, land- en tuinbouw, scheepvaart en gaat na wat in die kringen te doen ware in hoever ook door verlichting van lasten de Regeering ertoe zou kunnen medewerken, om het bezwaar van export-belemmeringen te over winnen. Hij heeft geen gunsten te vragen van den wetgever.niet met de zwartste kleuren moeilijkheden in dezen of genen bedrijfstak af te schilderen. Hij wekt op tot ontwikkeling van eigen kracht, tot doorzetten en volhouden. Hij laat de ervaring met vrijhandel in Nederland opgedaan, met protectie elders verkregen getuigen en stelt daarbij in het licht, welke groote nadeelen het beschermende land ondervindt. .Hij doet een beroep op het in het Europa veld winnende inzicht, dat handhaving van hooge tariefmuren onvereenigbaar is met herstel van het economisch evenwicht. . . . In dien geest getuigden dan ook de sprekers. , Dat zij tien in getal waren, maakte het mogelijk tien zijden van het vraagstuk te belichten. De rollen waren natuurlijk vooraf verdeeld en aan elk der tien was die opdracht verstrekt, welke hij geacht kon worden met het meeste gezag te zullen ver vullen. De voortdurende verscheidenheid van gezichtspunt versterkte de afwisseling, welke reeds door het telkens optreden van weer een ander spreker verzekerd was. Daardoor en door de beperking welke ieder zich oplegde duurde de bijeenkomstniet te lang. Wie, gelijk hier geschiedde, bij het rangschikken van gegadigden de alfabetische volgorde in acht neemt, kan daardoor tot eigenaardige en aardige uitkomsten geraken. De eerste, die het podium betrad, was mevr. Bakker-Nort, zij leidde ons binnen in de gezellige atmosfeer van een Nederlandsch gezin aan het ontbijt; laatste spreker was de heer Wibaut, die voor ons den wijden gezichtseinder opende van de internationale economie, waarvan vrij ruilverkeer slechts een onderdeel is. Natuurlijk kan het mijne bedoeling niet zijn, hier zelfs maar beknopt weer te geven wat door elk der sprekers is gezegd; men heeft in de pers daarvan uitvoerige verslagen kunnen lezen. Doch enkele opmerkingen mogen mij geoorloofd zijn. Om nog even bij mevr. Bakker-Nort stil te staan, terecht wees zij op den door protectie miskenden eisch van rationeele productie. En actueel wegens de door Minister de eer voorgestelde bescherming van onze keramische nijverheid was haar vraag of het inderdaad een kwaad is, wanneer onze huis vrouwen thans ,,spotgoedkoop" aardewerk ver krijgen kunnen. Na haar was de heer E. Heidring aan het woord; in fijnen trant spotte hij met onze gewoonte om op velerlei gebied achteraan te komen; zoo nu in zake actieve handelspolitiek: in Genève is duidelijk uitgesproken dat men van dien weg moet terugkeeren en zie ! Juist nu bezint zich onze Regeering en wil die richting inslaan ! Klem mend was zijn betoog, dat de handel vastheid noodig heeft en dat deze langs de door de Regeering gedachte lijn zoek raakt; ook: dat hanteering van een vechttarief door ons, leidt tot treffen van onzen export door den bedreigde. Beperking van ons vechttarief tot hier niet voortgebrachte goe deren verstompt het wapen, dat men gebruiken wil. Drang tot uibreiding zal dan onweerstaanbaar zijn. En onze handel zal het loodje leggen. Ondubbel zinnig was ook het betoog van den heer Hiemstra, die het dubbel tarief hoogst nadeelig voor de landarbeiders achtte, omdat zij, wier levens standaard toch reeds laag is, dubbel zullen worden getroffen door de onvermijdelijke verhooging van de levenskosten. Hierbij sloot zich op gelukkige wijze aan, wat de heer K. C. Honig in het midden bracht: dit dubbelof vechttarief voert ons onafwendbaar naar pro tectie niet al hare gevolgen, welke men ook in de Zaanstreek ducht, hoewel de toestand der bedrijven daar over 't geheel niet gunstig is. Belang-wekkend was ook wat mr. dr. A. A. v. Rhijn zeide: protectie, die eene zwakke industrie beschermt, is minder erg dan een vechttarief, dat wellicht eene bloeiende nijverheid steunt. En het schoenenwetje, de binnenlandsche voortbrenging prikkelende, was minder erg dan de (trouwens onvoldoende) verhooging voor keramische producten, eerste stap op een slechten weg, waarna verdere stappen allicht zullen volgen. C. F. Stork wees op feiten en gegevens, welke het verband toonen tusschen den vrijhandel en de ontwikkeling der Twentsche spin- en weefnijverheid, wat ook geldt voor de metaalnijverheid, welke in de groote door haar ondervonden be zwaren een spoorslag vindt om trots alles het bedrijf voort te zetten. Kan ook de keramiek in Limburg zich niet aanpassen aan de bijzondere omstandigheden? Philips, wiens gloeilampenbedrijf onder protectie elders leed, wierp zich op de ?radio-techniek en met hoeveel succes ! De rede van prof. de Vries laat zich moeilijk samenvatten, omdat zij reeds was een zeer ge comprimeerd betoog over de averechtsche methode der van protectie naar activisme omgezwaaiden, om vrijhandel door retorsie te bevorderen. Een knap, tevens pakkend betoog, dat op de ver gadering bijzonderen indruk maakte. Kort maar krachtig sprak de heer Warner over de aardappel meel- en stroocartonfabricage, groote exportindustrieën, welke elke kostenverhooging en dus protectie duchten. Waarbij de heer v. Weideren Rengers zich aansloot: in de Vereenigde Staten klagen de boeren luide over de door protectie hooge kosten. Onze tuinbouw moge zich dit ter harte nemen. Treffend is door Ir. J. Th. Westhoff de meerdere welvaart in N.O. Overijsel boven de graafschap Bentheim in 't licht gesteld.... Kon het anders of de heer Wibaut wees op Genève, vanwaar hij onlangs is teruggekeerd? Laat ons niet wanhopen: hier teekent zich duidelijk de kentering, welke eene schoone belofte inhoudt voor eene (zij 't nog verre) toekomst ! De voorzitter, Ir. A. Plate, had, de sprekers Donderdag, 15 December 1927 A AN de locale beurs hebben een tweetal fondsen categorieën weder de aandacht getrokken, die voor speculeerend Nederland geen onbekende zijn. Allereerst de margarine-fondsen van het Juróensvan den Bergh concern. De overwegingen, die ik in mijn vorig overzicht omschreef hebben deze week zich nog doen gelden en de koersdrukkende wer king, welke daarvan is uitgegaan kon niet worden gecompenseerd door het nieuws omtrent de belauggenuitbreiding in Zweden. Nadere bijzonderheden omtrent de gelegenheid tot omwisseling van aandeelen der aan de Margarine-unie deelnemende concerns, in aandeelen dier vernnootschap zijn thans gepubliceerd; stof tot nadere beschouwing leveren deze nauwelijks op. Voor kunstzij dewaarden bestond wat meer belangstelling, de gunstiger houding kon echter niet geheel gehandhaafd blijven onder den invloed van de zwakkere beursstemming te Berlijn, die nog steeds op deze fondsen een niet te onderschatten invloed heeft, in verband met het feit dat Duitsche belangen nog steeds i i dez:;nhoek opereercn. Dat die Duitsche be!angst< Ling niet sf eeds als min of meer onschuldige speculatie, te beschouwen is, heeft de Directie der N.V. Hollandsche Kunstzijdeindustrie ondervonden. Toen op de buitengewone algemc-.one vergadering van 8 dezer het voorstel tot statutenwij ziging, ter fine van kapitaalverhooging, in behande ling kwam, werd het desbetreffende bestuursvoorstel met nagenoeg alle vertegenwoordigde stemmen verworpen. De Directie deelde ter ver gadering mede zulk een oppositie te hebben ver wacht. Voor eenigen tijd werd uit Berlijn van een aandeelhouder bericht ontvangen dat hij 20 pCt. van het uitstaande aandeelonkapitaal had ver worven en aanspraak maakte op een zetel in den Raad van Bestuur; daarop was de Directie niet ingegaan. Volgens nadere berichten zou de bekende Duitsche grootspeculant Michael, die in Duitschland zooveel van zich heeft doen spreken, en het zelfs geraden heeft geoordeeld eerügen tijd uit zijn land te verdwijnen toen de processen Barm it en Kutisker aanhangig waren, de houder van dit minderheidspaket zijn. Dat deze zicli tegen het bestuursvoorstel keerde is begrijpelijk uit tweeërlei overweging; eerstens ligt het in de lijn van iemand die zich in de gestie van een bedrijf wil indringen, obstructie te voeren, en vervolgens zou elke kapi taalsuitbreiding zijn beidt relatief in verhouding tot het geheele kapitaal der vennootschap doen verminderen. Het argument dat dooi' don ver tegenwoordiger van, de houders van het aandeelenpaket ter vergadering werd aangevoerd, t.w. de wenscholijkheid voor aandeelhouders om de con trole over de voorwaarden bij kapitaalsuitbreiding niet geheel uit handen te geven, klinkt overgens niet implausibel. De vraag is nu of de Directie voldoende stemmen zal kunnen vereenigen vóór haar voorstel dan wel of zij kan trachten de geldig heid van het besluit te bestrijden op grond van art. 54 W. v. Tr. De beurs heeft natuurlijk het geval beschouwd uit een oogpunt van technische positie van het fonds; verdere pogingen tot uit breiding der belangen door de oppositiepartij tegemoetziend, heeft men daarin een haussefactor gevonden, welke de koers een tiental procenten deed oploopen. C. K. inleidende, gezegd, dat deze vergadering een ge tuigenis wilde zijn tegen de zwenking der Regeering naar protectie. Als zoodanig is deze bijeenkomst zeker uitnemend geslaagd, tevens ook als eene tct nadenken stemmende prediking aan het adres van hen, die door het luid gerucht van handels» politische activisten geïmponeerd mochten worden. Indien die activisten willen voortgaan met de beweging voor vrijhandel teil onzent voor te stellen als het werk van agenten van buitenlandsche huizen, welker invoer bedreigd wordt, dan zullen zij toch weinig geloof vinden als zij zouden willen beweren, dat deze honderden vooraanstaande Nederlanders, die het gehoor vormden, en de tien sprekers, wier gezaghebbend woord hier klonk, door agenten van importeurs waren te hoop ge jaagd ! i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl