Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 DECEMBER 1927
21
.*.'
(Een bezoek aan de UF A-terreinen te NeU'Babelsberg)
door L. J. JORDAAN
Het Groote Atelier Een duistere his
torie Kobalden, krentenbrood en enge
len De VlneU in den Hemel Wach
ten t Doorluchtige Jiguratie Was
macht der Mayer r"'.
\\7 anneer wij uit den gouden
zonnedaver treden, ligt de vesti bule van
het Groote Atelier vóór ons, als een
brok blanke, paarse stilte.
Sereen, ordelijk, smetteloos.... ont
moedigend!
ID zweeterige, revolteerende narig
heid protesteer ik. Wat duivel ik
ben toch niet naar Neu-Babelsberg
gekomen, om er het gebouw van de
Nederl. Handelmaatschappij terug te
vinden of de entree van een
Montessori-school ? Ik zoek er toch
immers het on-alledaagsche de
sensatie het avontuur mijnentwege
.... Mijn gedachtengang knapt af
Ilerr Anscliütz, mijn geleider, heeft
een deur opengetrokken en een
zwartgapend gat slokt ons op.
Duisternis! Immense,
zwart-kolkende duisternis met verre, onwezen
lijke lichtschijnsels. Dan: spookach
tige, gigantische staketsels, die zich
beginnen af te teekenen vage,
ondefinieerbare silhouetten zwart
op donker-grijs. Zijn het huizen
bergen schavotten: Beneden
aan hun voet een vvir-war van touwen,
kabels, stangen. En dwalend dojr
dien doolhof, een pandemonium van
wonderlijk gerucht: kreten
pianoroulades gillende signalen ha
merslagen een verre, grommende
donder....
Het Oroote Atelier !
Wij zoeken onzen weg, voorzichtig
tastend, met dwaze ooievaarspassen.
Over het geaccidenteerde terrein van
podiums en praktikabels dringen wij
door in het hart van dit schimmenrijk.
Kobolden schieten ons voorbij
kobolden in overalls, die Sau-hund!"
zeggen en naar knoflook rieken.
Plotseling, zonder eenige behoor
lijke waarschuwing, staan wij in een
kroeg. Ik vind dien absurden overgang
uit het mysterie naar de huisbakken
werkelijkheid, shocking en ongepast
maar niettemin is zij daar, levensgroot.
Het buffet is volledig uitgerust:
flesschen in blinkende rijen, de
groenuitgeslagen kaas onder de stolp. liet
meubilair is natuurgetrouw gammel
en verveloos. Op de tafeltjes slingeren
sigarettenstompjes, leege glazen, af
gebrande lucifers, een half
krentebroodje in een krant. Maar alles ligt
zoo onwezenlijk star en verlaten
of de gasten in een plotselinge paniek
gevlucht zijn. Ik ben zoo verstaidig
van deze pure leeken-emoties niets
a -i Ilerr Anschütz mee te deel 'n:
het Duitsch hoe handelbaar overi
gens valt ten aanzien van derge
lijke imponderabilia niet mee. Bo
vendien is dit alles voor hem de
nuchterste vanzelfsprekendheid. Ik
volg hem zwijgend en wij stappen
door een linnen deur terug in het Ledig.
Achtung !" schreeuwt een stem en
een geweldige donkere massa, die zich
hoog boven mijn hoofd verhief, begint
te wankelen en over te hellen. Het
bijbelsche Bergen valt op ons
heuvelen bedekt ons !" is een seconde
lang van een griezelige actualiteit
maar Ilerr Anschütz heeft mijn arm
gegrepen en mij terzijde getrokken.
In een hoog, smal slop van linnen
en latten, veilig verschanst achter
een stapel kisten en een rol staal
kabel, zien wij, hoe een wand van
de kroeg" ter aarde zijgt: het decor
heeft zijn dienst gedaan en wordt
afgebroken. Morgen zal er wellicht
een stuk kerk staan, of een garage,
of een gevangenis cel wie weet?
Want ik leer al heel gauw, dat niets
in dezen schijnbaren chaos een minuut
langer overeind blijft dan noodig is.
Terwijl de gelieven zich in de laatste
acte van een drama knusselijk
installeeren binnen de wanden van
hun jonge, echtelijke woning, wachten
daar buiten reeds de onvermijdelijke
kobolden. met hamer en zaag om het
broze geluk te sloopen. Symboliek
of niet?
Wij scharrelen moeizaam verder,
in de richting van een zacht-groen
licht-schijnsel, dat zich aan het eind
van onze steeg vertoont. Daar is
dwars over ons pad een touw ge
spannen met een bordje: Durchgang
verboten. Aufnahme!" Ik werp een
blik langs den breeden rug van een
electricien, die naast een enormen
lichtbak staat en ik kijk recht in den
hemel. Niet overdrachtelijk of dich
terlijk bedoeld, maar zakelijk en reëel:
ik kijk in den hemel, zooals ik daar
straks in de kroeg koek. Aan het eind
van een zacht glooiend grastapijt,
met lieflijke bloemen bezaaid, zweven
blanke, blozende wolken boven
die wolken een engelachtige gedaante
op een troon temidden van die
wolken een jonge man in rok en
witte das. die langzaam opwaarts
schrijdt. Ik wrijf mijn oogen uit:
het begint een beetje op een wilden
Strindberg-droom te lijken het is
alles zoo erg raar. Ik kijk opnieuw:
de jongeling in rok schrijdt nog steeds
onverstoorbaar opwaarts naar de
engelenfiguur en alles ademt
homelsche rust en vrede. . . .
Verdammt noch' mal !
Himmelkreuzdonnerwetter l" kraakt het door
de celeste stilte en een dikke man in
hemdsmouwen rent snuivend en bla
zend door de wolken. ,,Ich sage
Ihnen doch, Herr Fuetterer, Sie sollen
langsim gehen -?langsom in drei
Teufels Namen'. So.... '." De op
name is onderbroken. ..Licht
ausschalten !" De breede rug van den
lampenist heeft zich een kwart slag
omgedraaid en het hemelsche tafe
reel is op eenmaal aan mijn blikken
onttrokken.
Kommen Sie mit!" roept Herr
Anschütz, die al een eind op den
terugweg is. Wir gehen zur Graf in
Moradow l"
Wie die dame ook zijn moge ik
ga mee.
Een lange tocht door gangen en
dwarsgangen, nauwe spleten in dit
decorgebergte door donkere tunnels
onder hooge praktikabels langs
kleine slagvelden, bezaaid met de
vreemdsoortigste requisieten en we
stappen uit een geimproviseerden
tiuimervvinkül. vol van het gerucht
van hamerende, zagende, schreeu
wende lieden, itieen keizerlijk Russische
balzaal van omstreeks 1840. liet
duizelt me minder, dan ik dacht
ik begin blijkbaar reeds te
acclimatiseeren.
In een enorme, schitterend verlichte
ruimte beweegt zich een bonte me
nigte van crinoline-schoonen, mili
tairen en hovelingen. Zij schijnen
er niets van te merken, dat hun bal
zaal geen begin en geen einde heeft
dat de zware zuilen in de lucht
eindigen, zonder een dak te dragen,
en aan weerskanten de wanden ont
breken. Zij voolen zich volkomen
op hun gemnk in dit fantastische
interieur, dat onbeschermd in den
woesten kosmos schijnt te hangen.
Het zijn mijn vrienden uit de cantine
zij flaneeren in paren en groepjes;
zij flirten, lachen en babbelen en de
lucht is vervuld van den ratel hunner
Russische r's.
Zij verkeeren in het meest frequente
stadium der cinematografische werk
zaamheden: zij wachten.
Ik heb nooit een bedrijf gezien,
waar zoo veel en zoo nadrukkelijk
gewacht wordt als bij de filmpro
ductie. Men wacht er altijd op iets
of op iemand: op een electricien, die
een geleiding herstelt op een deco
rateur, die een stuk scène nog gauw
even een kwastje geeft op den
regisseur, die in heete discussie is
met 7-ijn camera-man. En soms wacht
men schijnbaar op niets zóó maar.
Doch men wacht steeds met
opgewektheid en ijver het behoort bij het
werk.
Passen Sie mal auf" zegt ITerr
Anschütz aan mijn oor en 7.ijn stem
trilt van respect on emotie. ,,Sehen
Sie den kleinen Ilerrn dort, mit dem
grauon Schnurrbart? Das ist der
General Skuroff ehemalisrer
Feldhorr in dor Armee des Marschall
Wrangels. Er spricht jetzt zufailig
rn.it dom Baron von Adlersberg,
ehemaligem Adjutant des Tsaren."
Een ooeronblik denk ik, dat hij hun
tooneel-identiteiten bedoelt, maar al
ras wordt mij duidelijk, dat het
inderdaad twee ci-dcvants zijn, uit
het voor-oorlogsche Rusland. De lange,
zwijgzame adjudant trekt zich bij
onze nadering terug, doch met den
General", een pittigon, vroolijken
ouwen heer, die zich tusschen de nede
rige komparserie even gemakkelijk be
weegt als vroeger op het stafbureau
van het Witte Leger, maak ik een
praatje. Het blijft bij wederzijdschen
gooien wil zijnde het Duitsch van
dezen veteraan, voor een vruchtbare
discussie, te ver van de Spree en te
dicht bij de Newa geboren. Wij
glimlachen en pe-;ticuleeren veel, tot
de generaal de hakken tegen elkaar
6l lat en zich met een schnarrend
Entschuldige auf
Wiedem-rrsehen I" verwijdert.
Hij moet elders wachten.
*.*
Terwijl ik nog in gedachten ver
zonken het bonte schouwspel gadesla
en bepeins, hoe merkwaardig
tooneelm itig en maskerade-achtig deze ver
kleedpartij als altijd in natura
aandoet en het vergelijk met de
gebondenheid van het zwart-wit op
de film licht de zakelijke Ilerr
Anscliütz mij verder in. Wat wij zien
is een probe" voor de film ,.üie
Leibeigene der Grat'in Moraduvv"
een product van den regisseur
Eiehberg, den habielen faiseur van vlotte
amusementsfüms. Hij behoort tot de
spelleiders, die aan de U FA het
noodige contingent coulante,
goedverkoopbare rolprenten leveren, waar
door zij in staat is, 7-ich te
concentreeren op artistieke productie. Ik ver
neem, dat hij in een soort van simul
taan-spel meestal twee films tegelijk
maakt.
y Ik kan niet zeggen, dat een derge
lijke en-gros productie mij bijster
sympathiek is. Bovendien verlang ik
er naar. een werkelijke opname met
echt filmspel te zien. Aber gerne !"
zegt mijn vriendelijke geleider op
een desbetreffende vraag. ,,Dann
gehcn wir 7.11 m Ilerrn Mayer."
l Ik smoor de oneerbiedige melodie
van hot populaire: Was macht der
Mayer?" op mijn lippen en Ilerr
Anscliütz spreidt als een tweede
Mophistopheles zijn mantel uit. om
nvj mee te voeren naar een anderen
hoek van dit kleine universum. i
f liet spel en speciaal het
filmspel gaat beginnen l