De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 17 december pagina 23

17 december 1927 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

Uit het kladschrift van Jantje Möderee jubileumyierinj door MELIS STOKE \ W ANNEER men in de geiUustreerde tijdschriften bladert, dan komt men in ieder nummer minstens een maal de bekende foto van het Jubi leum tegen. Tien tegen een dat die de bekende bloemenhaag voorstelt, waar achter een rij personen op stoelen, waarachter wederom een groot ge drang van menschen die de halzen uitrekken om er ook op te komen. Midden op de eerste-rij-zit de jubi laris, al dan niet met het ridderstrikj van de Oranje-Nassau in het knoops gat, meestal met een diep-ernstig ge zicht en met krampachtig in den schoot gevouwen handen. Naast hem zit ter eene zijde een hooggeplaatst persoon, meestal een afdeelingschef of ministerieel ver tegenwoordiger, een welwillende direc teur of nog welwillender onderdirec teur, en ter andere zijde zijne echtgenoote in de nieuwe jubileumsjapon, met een echt glunder gezicht, vanwege al de bloemen en de in gezondheid be reikte ancienniteitsaanspraken op een foto in de pers. Al naar het uitkomt liggen en zitten er nog levende nakomelingen aan de . voeten van den jubilaris, de kinderen die door een of meer sprekers met die bloemen zijn vergeleken, en de deel nemers aan het gedrang op den achter grond vertoonen al naar persoonlijk temperament of betrekking tot den jubilaris, verlegen grijnslachen, tot weenens toe gérieme gelaatstrekken of joviale sigarenpeukjes in de knuist. Er kunnen meer bloemen zijn of minder, meer gedrang of minder, en hooger of lager aanvoerders der huldi ging, het aspect ontloopt toch weinig deze normen, zoodat wij meenen te mogen vaststellen dat het type jubi leums-foto voor eens en voor altijd bepvald is. Dubbele eere daarom den tachtig. jarigen heer v. E. te 's-Gravenhage die, blijkens recente dagbladberichten, zijn jubileum een zeer bijzonder cachet heeft weten te geven,en dubbele schan de over onze persfotografen die deze gelegenheid niet hebben aangegrepen om eens eene variatie te brengen op hun eeuwig menu van bloemenhaag, stoelenrij en gedrang. " ? Deze heer v. E. bezocht reeds jaren lang des morgens een bekende bad- en zweminrichting. Zijne geregelde mede bezoekers, onder wie een oud-minister van Marine, die, sinds den tijd dat hij zijne banden met het zoute water ge slaakt heeft, een dagelijksche liefde tot het zoete water (om in te zwemmen dan altijd) betoont, besloten, zooals de uitdrukking luidt, den tachtigsten verjaardag van hun zwem-kameraad niet onopgemerkt te doen voorbijgaan. Want de krasse jarige kon op spor tief gebied menigen jongeman tot voorbeeld strekken. Aldus de plaatselijke pers, die al evenmin over deze zwembadmededeeling als over een nacht ijs gaat, blijkens de volgende staving harer bovenstaande bewering: ....dat bleek vanmorgen op nieuw, toen de 80-jarige uit een hoog stand op de 4-meterplank het bassin indook en, op een ander moment, met de teenen aan de glij plank ging han gen...." Op dit moment nu hadden wij het oog, toen wij den persfotografen ver weten dat zij in dezen niet actief waren geweest. Dat moment namelijk, toen de jubi laris, in een onopvallend doch sierlijk zwembroekje, ten overstaan van de huldigingscommissie, onder presidium van een oud-Minister aan zijn teenen hing, had moeten worden vastgelegd. Wij weten niet of de jubilaris in deze houding de bloemstukken in ontvangst heeft genomen en de redevoeringen heeft aangehoord, maar dat doet er ook weinig toe. Het feit alleen dat hij geen zwarte knooplaarzen met rubber zijwanden, en geen gekleede jas met zwart dasje droeg, het feit ook dat niet naast hem zat, of dan aan haar teenen hing liever gezegd, eene liefhebbende gade in ruischende zijde.... het feit voorts dat geen enkele regeeringsvertegenwoordiger aan zijne andere zijde officieel aan zijn teenen hing, had moe ten worden vastgelegd. Deze van de gangbare afwijkende houding van een jubilaris is voorts niet alleen uit een sportief oogpunt be langrijk, maar zeer stellig ook als een duidelijke vingerwijzing voor jubilea in de toekomst. De stoelenrij is Goddank in haar laatste dagen. De jubilaris zal ons voortaan, al naar zijn persoonlijken ? smaak en aanleg, vertoond worden in den hoogstand, op de handen loopend, aan zijn gebit hangend, op een stoel leuning balanceerend of koorddansend, in het een of ander daarvoor ge schikt costuum. Wanneer zijn familieleden voorts sportief van aanleg zijn, is hier een aardige en ongezochte gelegenheid voor het formeeren van jubileumsgroepen als menschelijke pyramiden, levende bruggen of worstelgroepen. In de meeste gevallen zal de feest commissie daarnaast een bescheiden en passieve rol moeten spelen, be houdens in de gevallen dat b.v. Minis ter Kan, bij het feest van een zijner hoofdambtenaren poseerend, uiting aan zijne bewondering als mensch en chef zou willen geven door, al dan niet in verband met de familiegroep, een hoogstandje uit te voeren voor den persfotograaf. Weer andere feestcommissies zou den b.v. op de handen loopend den kikkerenden jubilaris kunnen binnen leiden, terwijl de voorzitter zijne rede voering zou kunnen afsteken in het zwaantje aan de ringen. De niet ge-illustreerde pers zou haar uiterste best moeten doen om in proza de diverse situaties zoo duidelijk moge lijk weer te geven, b.v. door te melden dat tenslotte de jubilaris, in de diepe kniebuiging, en te ontroerd om veel te zeggen, allen dankte voor de bewezen belangstelling, waarna de voorzitter der huldigingscommissie in de romp buiging achterwaarts een driewerf hoera voorstelde, waarmede alle aanh.enners zeggen : MIJ smaakt allén een BROCHES Cljiaret' wezigen in den linkschen uitval schuins voorwaarts van harte instemden. liet Ilaagsche geval, in de pers te recht een zeldzaam jubileum genoemd, zal echter, wanneer dit alles gemeen goed geworden is, nog worden aange haald als een eerste-rangs-evenement. Want het blijft de vraag of er vele tachtigjai-igen. 't zij staatslieden, pries ters, kunstenaars of ambtenaren, be reid gevonden zullen wolden om op hun jubileumsdag duikepronpen te maken, om vervolprns, innerlijk diep geroerd doch uiteilijk bcheerscht, en hangend aan hun teenen, de rede voeringen aan te hooren. AAN OF. IN/KM)F.HS Alle voor hel redactioneele gedeelte bestemde in zendingen moeten worden geadresseerd AAN HET SECRETARIAAT DER REDACTIE VAN DE GROENK AMSTERDAMMER" K.E1ZEKSGKACHT 333 AMSTERDAM, zonder vermelding van persoonsnamen. De geschiktste omvang van artikelen bedraagt ten hoogste 1800 woorden. Indien de bijdrage voor illustreering met foto's in aanmerking komt, gelieve de inzender, zoo mogelijk, de foto's die niet reeds in andere week- of dag bladen mogen zijn gereproduceerd tegelijk met het artikel in te zenden. De copy moet n machineschrift zijn geschreven, terwijl slechts ^en zijde van het papier mag zi]n gebruikt. Indien inzenders prijs stellen op terug zending van ongevraagde bijdragen, wanneer deze niet worden geplaatst, dan moe* daarvoor porto worden ingesloten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl