De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 17 december pagina 4

17 december 1927 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 DECEMBER 1927 No 2637 ftr' i Het briefje aan - Goethe door Dr. U. HUBER NOODT Bainville, L'Allemagne romantique et réalisie. Paris. Fayard, 1927. L_J ET tweede deel van BainviUe's verzamelde werken" brengt ons zijn studies" over bet Duitscbland van de negentiende en twintigste eeuw. Bij geschiedkundige en politieke geschriften mag de litteraire vorm niet als hoofdzaak gelden; beden zal ik dus niet den lof zingen van de groote bekoring, die de gedaante van het oeuvre bij dezen Franschen historicus steeds op den lezer uitoefent. Alleen wil ik in 't oog houden de strekking en het resultaat. Nagenoeg alles, wat dit boek ons brengt, is geschreven vóór den oorlog. Dat de auteur het ons nu, negen jaar na den wapenstilstand, nog bijna ongewijzigd aanbiedt, beteekent, dat hij door de gebeurtenissen sindsdien de frischheid, de actueele waarde zijner toen geuite meening geenszins acht aangetast. Inderdaad: de. verhouding tusschen Frankrijk en Duitschland, die de voornaamste, zoo «I niet de beslissende factor is voor de toekomst van Weet-Europa, is volgens de denkbeelden der Fransche royalisten niet wezenlijk veranderd in de laatste halve eeuw. De ideologen der Revolutie, die het beginsel der nationaliteiten hebben door gevoerd, zelfs wanneer het ten nadeele was van hun eigen land, hebben tot uitvoerder van hun politiek testament gehad: Napoleon den Derde, die, door in te grijpen in de Italiaansche kwestie in 1850 en* door passief te blijven bij de gebeurtenissen van 1804 en 1800, de eenheid van Italiëen van het Duitsche rijk in de hand werkte, men zou zelfs kunnen zeggen: hielp tot stand brengen. Vervol gens, aldus betoogt Bainville, heeft op zijn beurt Bismarck zoowel Thiers als Gambetta met vreugde &e repüblikaniseering van het reeds verzwakte Frankrijk na den vrede van Frankfort zien door zetten: want de parlementaire republiek beteekende inwendige verdeeldheid, dus verzwakking, dus een voordeel voor de gestadige ontwikkeling der Duitsche eenheid, die aanvankelijk nog door een niet geheel vernietigd particularisme en door sociale en religieuze conflicten geen sterken tegen stander in het Westen verdragen kon.En ten slotte beeft dat zelfde beginsel (immer nog volgens den schrijver) doorgewerkt bij het voarbere'den van het verdrag van Versailles, waar men de Donaumonarchie met des te meer verbittering fijnmaalde, terwijl mui de Duitsche eenheid schroomvallig, altijd nog gesnoerd in de onpolitieke en onverant woordelijke wanbegrippen van 1789, handhaafde, zoodoende de situatie in haar kern deed vo Jrtbetsaai. Het beginsel van 1789 isdeslechteaanvoer der, die leidt tot de grootste rampspoeden. Vandaag zien wij, dat het verantwoordelijk is voor iedere nederlaag en voor iederen rouw van Frankrijk. De natie, welke voorheen met zinnelooze geestdrift die .ideeën van dood en verwoesting begroette, heeft er te veel kwaad door geleden, dan dat zij ze nog zou kunnen liefhebben of ze ooit zou kunnen betreuren...." Ik bespreek hier in het kort dit boek van Bain ville, omdat ik het nuttig acht voor Nederlanders, de ontwikkeling der verhouding tusschen Frankrijk en Duitschland mst de uiterste opmerkzaamheid te volgen, en alle symptomen van dien toestand, die onophoudelijk wankelt tusschen verzoening en conflict, te bestudeeren als gold het ons eigen welzijn. Zulk een verschijnsel is dit werk over Duitschland. Wij staan onzijdig toe te zien bij vele phasen van de Fransch-Duitsche betrekkingen, hebben dus het recht veel or merkingen van den schrijver te lezen, zonder ze te beoordeelen. Maar de historische scholing van Bainville is te uitge breid en zijn kijk op Hnnschen en toestanden te doordringend, dan dat we het belang van zijn geschriften mogen verwaarloozen. Men verbaast zich over het begrip der menschelijke en <!us ook der Duitsche ziel, waarvan de auteur heeft blijk gegeven bij zijn werk over koning Lodewijk den Tweede van Beieren (opgenomen in dezen bun del), l) ontstaan) gedurende een reis van den jongen Franscliman van twintig jaar in Zuid-Duitschland, in de laatste jaren der vorige eeuw. Niet alleen het ziekelijk-afwijkende neemt hij waar in de psyche van den ongelukkigen monarch, maar ook het normale, het sterke in het begrip van dien droomer, die Bismarck's plannen doorzag, tei"svijl anderen met blindheid schenen geslagen. Lodewijk was ten achter bij zijn tijd, was te veel een idealist van het type-Novalis om zijn plaats te vinden in het nieuwe Duitschland, dat niet drormde, doch n wilde zijn en hunkerde naar uitbn iding zijner politieke en ecom mische macht. De memoires van Hohenlohe, door Bainville kernachtig samengevat, geven den strijd tusschen romantiek en realisme weer over de gansche lijn van het politieke leven des rijks. Een andere kwestie is, of de weg, dien Bainville zijn land wenscht te zien inslaan, begaanbaar kan worden geacht. Is er niet bij den schrijver een eltment, dat ik zou willen noemen: heimwee naar het verleden? Nergens komt dat duidelijker aan den dag, dan bij zijn geestige beschrijving van het verblijf der Franschen te Weimar na den slag bij Jena. Commandant der stad was toen een Bijnlander, Dentel, in Franschen dienst en even getrouw aan eiken bestuursvorm. Deze ras-militair richt aan Goethe bij die gelegenheid het volgend epistel, dat ik in 't Fratisch weergeef, zooals Henri Albert, de bekwame Nietzsche-vertaler, het pu bliceerde : L'adjudanl général de Véial-major impérial prie M. Je coriseiller Cocitie d'êlre nbsolument Iranguille. Le commandant soussiijnéde la Ville de Weimar, sur la dcmande de M. Ie marcchal Lartnes, el par gard pour Ie nrand Goelfie, prendra toi/ieslesmesures povr veiller d la sécuritéde M. Goelhe et de votre mciison. Bainville citeert dit briefje met welbehagen, want hét is feitelijk een symbool van zijn ideaal: een verbrokkeld Duitsch rijk, militair machteloos door de rivaliteiten zijner honderdtallen vorsten; doch kunst en wetenschap bloeien er in vrede. liet doel der diplomatie onder de Fransche koningen was, Duitschland zwak te houden teneinde eigen veiligheid gewaarborgd te zien. Zoo was het tijdperk na den vrede van Munster een verrukking, de renversement des alliances een fout, m.iar het breken niet de eeuwenlange traditie na 1789 een ramp; volgt de formule: vijf vijandelijke invallen in hondci'dtwintig jaar. Maar het verleden laat zich niet herstellen en oplappen: de deels onbekende machten, wier samenwerking wij betitelen als historische nood zakelijkheid, drijven menschen en volken onweer staanbaar vooruit naar een onbekend en duister land. Het eenige, wat ons gegevens kan verschaffen over de toekomst, is de koele, passielooze bestudee ring van wat vroeger was. Deze werken over de geschiedenis van Duitschland en zijn betrekkingen met Frankrijk suggerecrcn ons een bijzondere, uiterst vernuftige philosophie der historie. Maar of die op 's wereld verder beloop met succes kan worden toegepast, is twijfelachtig. Het erkennen der politieke fouten van het verleden kan niet ongedaan maken, wat tot stand is gebracht niet door staatkundig bestel allén. Dat is het zwakke punt in BainviUe's betoog. 1) Louis II de Bavière is zoo juist in een onberispelijke, geïllustreerde editie verschenen bij Jules Tallandier te Parijs. BOOTZ' ORANGEADE TRIPLE SEC ^"^^^^ ^ > Kunstzaal VAN LIER ROKIN 126 AMSTERDAM i DOORLOOPENDE EXPOSITIES VAN OUDE EN MODERNE KUNST SPREEKZAAL Van de ware coalitie eter IV/T ET belangstelling en voldoening heb ik ge lezen wat Prof. U. Visscher heeft geschreven over de coalitie in De Groene Amsterdammer" van 10 December. Het deed mij goed door zulk een welversneden pen geschreven te zien, hoc liet gevoel van machteloosheid zich van alle partijen heeft meester gemaakt en de politieke toestand uitermate onbehagelijk is geworden. Het verheugde mij, dat deze hooggeleerde geen deugdelijken grond ziet, waarop de oude coalitie kan worden gebouwd, en daarom geen herstel er van wenscht. Maar juist omdat ik dit alles met zooveel voldoening heb gelezen, ga ik niet mede met het perspectief, dat hij aan het slot van zijn artikel opent: een coalitie, links of rechts, met het doel: de gezondmaking der democratie. Dat doel toch beoogen misschien wel alle partijen, elk op hare wijze, en de nieuwe partij zou dus alleen nog een andere wijze van streven kunnen voorstaan en zoo het onbehagelijke van den toestand vergrooten. Het zal Prof. Visscher en ook anderen misschien verwonderen, dat ik mij over dit alles verheug. Dat is geen Schadenfreude, maar een gevolg van de overweging, dat het oude moet zijn voorbij gegaan, zal de plaats voor iets beters komen. Het is altijd weer als op de bruiloft te Kana: er moet geen wijn meer wezen, wil men grijpen naar den nieuwen wijn. Er is een tijd geweest, dat allerwege de lof der partij-politiek werd gezongen en ons kiesstelsel is een gevolg van die verheerlijking. Er moest een strijd gevoerd worden tusschen de botsende meeningen en zoo zou de waarheid tevoorschijnspringen. Maar het is alles illusie gebleken. Wat wij noodig hebben, is, dat de mannon en vrouwen, die streven naar het geestelijk welzijn van het vaderland, de ha,nden ineenslaan om tezamen te zoeken naar weg en middelen om tot dat schoone doel te geraken. Zulke mannen en vrouwen zijn er in alle partijen en richtingen en menigmaal ook buiten partijverband. Zij kunnen vormen de ware coalitie, een waarlijk heilig ver bond, omdat het wordt voorgelicht door een waarlijk heilig doel. In die coalitie zullen alle partijleusen zwijgen en alle partijwenschen worden onderdrukt om des te beter en zuiverder te kunnen luisteren naar het eene, dat ons land noodig heeft: de bevordering van zijn geestelijke welvaart. Het zou niet goed wezen hier uit te stippelen wat zulk een coalitie zou kunnen doen. Dat hangt van de omstandigheden af, waaronder zij verkeert, en van hetgeen als resultaat wordt verkregen van de onderlinge besprekingen. Dit eene alleen kan worden gezegd, dat zij de noodige m latregelen zal nomen om de eenheid des volks te bevorderen en het onderling vertrouwen aa.n te kweeken, opdat allerwege die rust kome, welke noodig is voor goede verhoudingen en toestanden. En hierbij zal zij niet geleid worden door den wensch om den na^m van Nederland groot te mnken in het buitenlaad, maar om in den kleinen kring van het eigen bestaan te komen tot de schoonste samenleving, en echt tezamen leven. Voor zulk een coalitie behoeven wij niet te wach ten tot een verandering in ons kiesstelsel is ge komen. Wij kunnen terstond de handen ineenslaan en samen vormen een partij tot heil van het geheele volk en het geheele vaderland. Kuinen L. N. DE JONG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl