Historisch Archief 1877-1940
Toegepaste kunst
<Ioor OTTO VAN TUSSENBROEK
Tentoonstelling van Behangselpapieren
en Gordijnstoffen
In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt
'thans eene tentoonstelling gehouden op welke de
resultaten eener verblijdende samenwerking der
firma's Bath, en Doodeheefver (Eerste Nederl.
Behangselpapierfabrieken te Schiebroek) en van
Vliasingen (van Vlissingen's Katoenfabrieken te
Helmond) kunnen worden getoetst.
Of het komt dat men in de benedenverdieping
van het museum eerst langs een apotheek, dan
langs een gekkenhuis-vertrek en ten slotte langs
een kraamkamer de beide zaaltjes bereikt, men
kan de gedachte niet van zich afzetten dat de
ironie van het leven aan deze wandeling een
zekere symbolische beteekenis verbindt! Im
mers: in de werkplaatsen der kunstenaren, die als
alchimisten en goudzoekers der Schoonheid hunne
ontwerpen schappen, vaak door oorspronkelijkheid
' Behangselontwerp Dr. Berlage
van vinding m lijn en kleur, door het groote publiek
Voor niet geheel geestelijk-nonnaal gehouden,
wordt een nieuwe kunst geboren ....
Er ia hier werk te zien van Berlage (die in tegen
stelling met het vroegere ornament, dat nagenoeg
altijd aan plantenvormen werd ontleend, zijne
motieven ontworpen heeft naar voorbeelden van
lagere" diersoorten uit het bekende werk van
Haeckel Kunstformen der Natur"); van Lion
Cachet (in teekening, dus nog niet in definitieve
uitvoering); van Nieuwenhuis (wiens
behangselontwerpen, ook door het bezigen van dof goud,
eeae 'opmerkelijke deftigheid bezitten) en voorts
zfln de jongeren goed vertegenwoordigd door
Gidding, Hamaker, mej. Kuijken (met zeer fijne
handdrukken waarin de stille kleuren mooi
vervtoeiea), Klijn, Postuma, Retera, Zwiers e.a.
Het gelukkigst is wel Gidding met het ontwerp
van een blauw, grijs en zwart behangselpapier en
eene zich goed daarbij aanpassende, ietwat krach
tiger gehouden, cretonne gordijnstof in dezelfde
tinten.
Hetzelfde ontwerp ziet men in verschillende
kleur-samenstellingen doch het blauwe blijft het
winnen.
Het doel der samenwerkende fabrikanten was
COMOEDIA
door HENRIK SCHOLTE
Rika Hopper Theater: Scrooge & Marlcy*',
door Oickens & Vetermao
f" HESTERTON neemt aan dat Dickena'
liefde voor Kerstmis een gevolg is van het
uitgesproken dramatisch karakter van dit feest,
waaronder hij dan in de eerste plaats verstaat
het onverwachte der gebeurtenissen en het con
trast tusschen den kouden winter en de warme
feestpret binnenskamers. Dit alles klopt dan ook
wonderlijk wel met het middernachtelijk bezoek,
dat de inorsdoode heer Marley bij zijn vrekkigen
compagnon Scrooge komt afsteken. En de heer
Veterman, voor wien het bewerken een tweede
natuur is geworden, had niet veel moeite om de
tooverlantaarnplaatjes van den eersten
Christmascarol zoo bijeen te voegen, dat wij en alle kinderen
er een middag zoet mee zijn. Nu is het jammer,
dat Dickens' verfijnde opmerkingsgave en zijn
Prachtig menschelijke humor, die ook aan zijn
grootste uitwijdingen nog altijd die lenige verve
van den rasverteller geeft, bijna uitsluitend
tot het chapiter tooneelaanwijzingen" schijnen
te behooren en in den text plaats moesten maken
voor het in dit soort bewerkingen altijd drei
gende gevaar eener verveling, die doodelijk is.
Er zijn tooneelspelers, die in sommige rollen
juist over dien specifieken humor van Dickens'
figuren schijnen te kunnen beschikken. Cor Her
mus is daarvan een voorbeeld. Ook Nico de Jong,
die hier de rol van Scrooge speelde, had vooral in
het voor- en nabedrijf accenten, die den
caricaturalen mensch uit Dickens' vertellingen recht
overeind hielpen. Jammer was het, dat enkele
slordigheden in zijn stem Scrooge & Marley wel
eens even naar het gebied van Perzik en Pruim
deden verhuizen en dat de stem van Vervoorn's
Marley uit een graf klonk, dat niet het graf
van Dickens kan zijn geweest. Beter, spich
tiger en satyrischer was de kleumende klerk
Cratchit van Anton Burgdorffer, terwijl een
acteur als van Warmelo de weinige
oogenblikken, dat hij als Fizziwig en later als de
doodbidder op het tooneel stond, er aan herin
nerde, dat Dickens vertolken nog heel iets anders
is dan een knusse kerstmatinee arrangeeren.
Het programma gaf voorts aanleiding tot
het ontdekken van een groot aantal nieuwe
sterren aan den tooneelhemel, wat tegen Kerst
mis niet zoo'n wonder is, Een aanduiding als
de Jongejuffrouw Cremer" riep ons het too
neel van voor vijftig jaren voor den geest,
zoodat wij twee electrieke kerstboomen en de
cretonnen versiering der lampen op den koop
toe namen en met de vergevingsgezindheid
dezer dagen in het hart en een dankbare
blik voor de goede regie in de oogen, de
bonbonnière van ons tooneel verlieten.
eenheid te verkrijgen, dus ook een zekeren stijl te
bevorderen, door het in den handel brengen van
bij elkander passende papier- en katoendrukken.
Niet altijd is de uitkomst der pogingen bevre
digend (in vele gevallen is het gordijn ten opzichte
van het behangsel te brutaal) maar het pogen ver
dient niettemin aller belangstelling, ook al gaat het
zoeken in den laatst en tijd bij de modernen meer
in de richting van het bezigen van vlakke, dus
effen kleuren, en al kant men zich van zekere zijde
niet ten onrechte tegen de overzwelging van het
ornament.
De sobere, met de hand bedrukte gordijnen, door
Adr. van der Plas ontworpen, alsmede de z.g.
Silk-shine" (waarom niet het Hollandsche zijden
schijn" gebezigd?) als nieuw product van van
Vlissingen's fabrieken, een weefsel waarvan de
ketting uit katoen en de inslag uit kunstzijde be
staat, vormen hier de verrassing, want deze tee
kenaar blijkt een nieuwe kracht met een uitge
sproken, persoonlijk talent.
Voor goede verlichting (was het geheele M\iseum
maar zóó goed van kunstlicht voorzien !) zorgde
Jan Teders (die zijn sporen op dat gebied heeft
verdiend) maar te betreuren valt de verspreiding
van een reclame-boekje: De woning van Smaak"
betreffende het bezigen van behangselpapieren
waarin, in kleur, afbeeldingen zijn opgenomen om
aan te toonen hoe men daarmede iets aparts"
kan bereiken.
Voor alle afbeeldingen geldt, zonder uitzon
dering, de opmerking dat zij ten duidelijkste
aantoonen .... hoe men het niet moet doen.
D. G. SANTEE LANDWEER
HeereoQfacht 396 Amsterdam
Permanente TENTOONSTELLING van Schilderijen ei»
Preciosa. Geopend 9?12 en l i?5.
Nieuwe Fransche
boeken
door JOHANNES TIELROOY
Paul Souday, AndréGide. Paul
Paul Valéry. Paul Souday, Marcel Proust.
Parijs, Kra, 1927.
Met genoegen ontving ik de drie deeltjes, waarin:
Paul Souday de artikelen, die hij in den loop der
jaren aan Valéry, Proust en Gide gewijd had,.
thans heeft bijeengebracht. Twee van deze schrij
vers behooren tot de beste van het
moderneFrankrijk; en ook Gide geeft veel interessants ge
leverd, misschien nog het meest als essayist Ik
mag me van de verplichting ontslagen rekenen,,
hen thans te bespreken, omdat ik dat reeds elders
uitvoerig gedaan heb. Daar ik van Gide nooit veeL
gehouden heb, schep ik er, ik moet 't bekennen,.
een zeker behagen in, op te merken dat Souday,.
bij alle waardeering voor den schrijver van
L'immoraliste, niet kan nalaten, twee maal te verklaren
dat hij hem décevant" vindt. ,,Avec lui on ne
aait jamais," zegt hij op een andere plaats. Il est
insaisissable". Inderdaad; maar dat is juist mijn
bezwaar. Dat is juist wat mij verhinderd zou
hebben zoovele bladzijden aan Gide te wijden als
Souday gedaan heeft. Wat Proust betreft, men
weet dat 't een quaestie" is of hij min of meer
een snob" was. Souday zegt eerst van niet, maar
schijnt 't later niet zoo onmogelijk te
aohtenMijn meening is dat er bij Proust ongetwijfeld in
den beginne iets als een vergeeflijk snobisme
bestaan heeft. Ondanks deze kleine tegenstrijdig
heden, is er over 't geheel een groote mate van
eenheid in Souday's artikelen. Overal is hij de
intellectualist, tegelijk minnaar der poëzie; de
verdediger van hetgeen ik nu maar zonder valsche
schaamte de vrije gedachte zal noemen; de grondige
kenner van oude en nieuwe letteren; de eerlijke
en gevoelige onderscheider, die onmiddellijk het
goede uitkiest en wiens voorspellingen uitkomen;;
de opgewekte strijder; de schrijver van mannelijk
en duidelijk, dikwijls geestig proza. Mag hij zich
een enkele maal vergissen en soms wat ruw zijn,
mag zijn intellectualisme zich soms met te weinig
schakeering uiten hij is met dat al een schrijver
die Frankrijk eer aandoet. Zijn groeiend gezag is
een bewijs (indien er nog een noodig was) dat het
den Franschen aan goeden smaak nog altijd niet
ontbreekt. Hoevelen zouden er wel zijn, in de
wereld, die op den Temps geabonneerd zijn om de
artikelen van Souday ? Ik denk, niet weinig.
Souday is een bemoedigend verschijnsel, speciaal
voor hen die zelf aan critiekschrijven doen. Hem
lezend, krijgen zij den indruk dat hun streven, een.
gemoedstoestand te helpen creëeren of versterken,
toch niet geheel en al een hersenschim behoeft te
zijn.
ONTVANGEN
E. Jaloux R. M. Rilke, Emile-Paul
R. Lalou, Panurama de Ja littéralure anglaise contempo
raine, Kra.
Onderwerpen buiten mijn competentie; beide schrijvers
behooren tot de zeer goede.
P. Courthion. Panorama de Ia peinture franfaise contem
poraine. Kra.
Boeiend onderwerp.
Marquis de Sade. Hisloriettes, contes el Jabliaux, met voor
rede van Maurice Heine; Kra. Mooie uitgaaf; 18e eeuwsche
verteltrant; inhoud die aan een bedenkelijke monomanie
doet gelooven.
?TUYNENBURG
ICHILDERS