De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 31 december pagina 13

31 december 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Toegepaste kunst <Ioor OTTO VAN TUSSENBROEK Tentoonstelling van Behangselpapieren en Gordijnstoffen In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt 'thans eene tentoonstelling gehouden op welke de resultaten eener verblijdende samenwerking der firma's Bath, en Doodeheefver (Eerste Nederl. Behangselpapierfabrieken te Schiebroek) en van Vliasingen (van Vlissingen's Katoenfabrieken te Helmond) kunnen worden getoetst. Of het komt dat men in de benedenverdieping van het museum eerst langs een apotheek, dan langs een gekkenhuis-vertrek en ten slotte langs een kraamkamer de beide zaaltjes bereikt, men kan de gedachte niet van zich afzetten dat de ironie van het leven aan deze wandeling een zekere symbolische beteekenis verbindt! Im mers: in de werkplaatsen der kunstenaren, die als alchimisten en goudzoekers der Schoonheid hunne ontwerpen schappen, vaak door oorspronkelijkheid ' Behangselontwerp Dr. Berlage van vinding m lijn en kleur, door het groote publiek Voor niet geheel geestelijk-nonnaal gehouden, wordt een nieuwe kunst geboren .... Er ia hier werk te zien van Berlage (die in tegen stelling met het vroegere ornament, dat nagenoeg altijd aan plantenvormen werd ontleend, zijne motieven ontworpen heeft naar voorbeelden van lagere" diersoorten uit het bekende werk van Haeckel Kunstformen der Natur"); van Lion Cachet (in teekening, dus nog niet in definitieve uitvoering); van Nieuwenhuis (wiens behangselontwerpen, ook door het bezigen van dof goud, eeae 'opmerkelijke deftigheid bezitten) en voorts zfln de jongeren goed vertegenwoordigd door Gidding, Hamaker, mej. Kuijken (met zeer fijne handdrukken waarin de stille kleuren mooi vervtoeiea), Klijn, Postuma, Retera, Zwiers e.a. Het gelukkigst is wel Gidding met het ontwerp van een blauw, grijs en zwart behangselpapier en eene zich goed daarbij aanpassende, ietwat krach tiger gehouden, cretonne gordijnstof in dezelfde tinten. Hetzelfde ontwerp ziet men in verschillende kleur-samenstellingen doch het blauwe blijft het winnen. Het doel der samenwerkende fabrikanten was COMOEDIA door HENRIK SCHOLTE Rika Hopper Theater: Scrooge & Marlcy*', door Oickens & Vetermao f" HESTERTON neemt aan dat Dickena' liefde voor Kerstmis een gevolg is van het uitgesproken dramatisch karakter van dit feest, waaronder hij dan in de eerste plaats verstaat het onverwachte der gebeurtenissen en het con trast tusschen den kouden winter en de warme feestpret binnenskamers. Dit alles klopt dan ook wonderlijk wel met het middernachtelijk bezoek, dat de inorsdoode heer Marley bij zijn vrekkigen compagnon Scrooge komt afsteken. En de heer Veterman, voor wien het bewerken een tweede natuur is geworden, had niet veel moeite om de tooverlantaarnplaatjes van den eersten Christmascarol zoo bijeen te voegen, dat wij en alle kinderen er een middag zoet mee zijn. Nu is het jammer, dat Dickens' verfijnde opmerkingsgave en zijn Prachtig menschelijke humor, die ook aan zijn grootste uitwijdingen nog altijd die lenige verve van den rasverteller geeft, bijna uitsluitend tot het chapiter tooneelaanwijzingen" schijnen te behooren en in den text plaats moesten maken voor het in dit soort bewerkingen altijd drei gende gevaar eener verveling, die doodelijk is. Er zijn tooneelspelers, die in sommige rollen juist over dien specifieken humor van Dickens' figuren schijnen te kunnen beschikken. Cor Her mus is daarvan een voorbeeld. Ook Nico de Jong, die hier de rol van Scrooge speelde, had vooral in het voor- en nabedrijf accenten, die den caricaturalen mensch uit Dickens' vertellingen recht overeind hielpen. Jammer was het, dat enkele slordigheden in zijn stem Scrooge & Marley wel eens even naar het gebied van Perzik en Pruim deden verhuizen en dat de stem van Vervoorn's Marley uit een graf klonk, dat niet het graf van Dickens kan zijn geweest. Beter, spich tiger en satyrischer was de kleumende klerk Cratchit van Anton Burgdorffer, terwijl een acteur als van Warmelo de weinige oogenblikken, dat hij als Fizziwig en later als de doodbidder op het tooneel stond, er aan herin nerde, dat Dickens vertolken nog heel iets anders is dan een knusse kerstmatinee arrangeeren. Het programma gaf voorts aanleiding tot het ontdekken van een groot aantal nieuwe sterren aan den tooneelhemel, wat tegen Kerst mis niet zoo'n wonder is, Een aanduiding als de Jongejuffrouw Cremer" riep ons het too neel van voor vijftig jaren voor den geest, zoodat wij twee electrieke kerstboomen en de cretonnen versiering der lampen op den koop toe namen en met de vergevingsgezindheid dezer dagen in het hart en een dankbare blik voor de goede regie in de oogen, de bonbonnière van ons tooneel verlieten. eenheid te verkrijgen, dus ook een zekeren stijl te bevorderen, door het in den handel brengen van bij elkander passende papier- en katoendrukken. Niet altijd is de uitkomst der pogingen bevre digend (in vele gevallen is het gordijn ten opzichte van het behangsel te brutaal) maar het pogen ver dient niettemin aller belangstelling, ook al gaat het zoeken in den laatst en tijd bij de modernen meer in de richting van het bezigen van vlakke, dus effen kleuren, en al kant men zich van zekere zijde niet ten onrechte tegen de overzwelging van het ornament. De sobere, met de hand bedrukte gordijnen, door Adr. van der Plas ontworpen, alsmede de z.g. Silk-shine" (waarom niet het Hollandsche zijden schijn" gebezigd?) als nieuw product van van Vlissingen's fabrieken, een weefsel waarvan de ketting uit katoen en de inslag uit kunstzijde be staat, vormen hier de verrassing, want deze tee kenaar blijkt een nieuwe kracht met een uitge sproken, persoonlijk talent. Voor goede verlichting (was het geheele M\iseum maar zóó goed van kunstlicht voorzien !) zorgde Jan Teders (die zijn sporen op dat gebied heeft verdiend) maar te betreuren valt de verspreiding van een reclame-boekje: De woning van Smaak" betreffende het bezigen van behangselpapieren waarin, in kleur, afbeeldingen zijn opgenomen om aan te toonen hoe men daarmede iets aparts" kan bereiken. Voor alle afbeeldingen geldt, zonder uitzon dering, de opmerking dat zij ten duidelijkste aantoonen .... hoe men het niet moet doen. D. G. SANTEE LANDWEER HeereoQfacht 396 Amsterdam Permanente TENTOONSTELLING van Schilderijen ei» Preciosa. Geopend 9?12 en l i?5. Nieuwe Fransche boeken door JOHANNES TIELROOY Paul Souday, AndréGide. Paul Paul Valéry. Paul Souday, Marcel Proust. Parijs, Kra, 1927. Met genoegen ontving ik de drie deeltjes, waarin: Paul Souday de artikelen, die hij in den loop der jaren aan Valéry, Proust en Gide gewijd had,. thans heeft bijeengebracht. Twee van deze schrij vers behooren tot de beste van het moderneFrankrijk; en ook Gide geeft veel interessants ge leverd, misschien nog het meest als essayist Ik mag me van de verplichting ontslagen rekenen,, hen thans te bespreken, omdat ik dat reeds elders uitvoerig gedaan heb. Daar ik van Gide nooit veeL gehouden heb, schep ik er, ik moet 't bekennen,. een zeker behagen in, op te merken dat Souday,. bij alle waardeering voor den schrijver van L'immoraliste, niet kan nalaten, twee maal te verklaren dat hij hem décevant" vindt. ,,Avec lui on ne aait jamais," zegt hij op een andere plaats. Il est insaisissable". Inderdaad; maar dat is juist mijn bezwaar. Dat is juist wat mij verhinderd zou hebben zoovele bladzijden aan Gide te wijden als Souday gedaan heeft. Wat Proust betreft, men weet dat 't een quaestie" is of hij min of meer een snob" was. Souday zegt eerst van niet, maar schijnt 't later niet zoo onmogelijk te aohtenMijn meening is dat er bij Proust ongetwijfeld in den beginne iets als een vergeeflijk snobisme bestaan heeft. Ondanks deze kleine tegenstrijdig heden, is er over 't geheel een groote mate van eenheid in Souday's artikelen. Overal is hij de intellectualist, tegelijk minnaar der poëzie; de verdediger van hetgeen ik nu maar zonder valsche schaamte de vrije gedachte zal noemen; de grondige kenner van oude en nieuwe letteren; de eerlijke en gevoelige onderscheider, die onmiddellijk het goede uitkiest en wiens voorspellingen uitkomen;; de opgewekte strijder; de schrijver van mannelijk en duidelijk, dikwijls geestig proza. Mag hij zich een enkele maal vergissen en soms wat ruw zijn, mag zijn intellectualisme zich soms met te weinig schakeering uiten hij is met dat al een schrijver die Frankrijk eer aandoet. Zijn groeiend gezag is een bewijs (indien er nog een noodig was) dat het den Franschen aan goeden smaak nog altijd niet ontbreekt. Hoevelen zouden er wel zijn, in de wereld, die op den Temps geabonneerd zijn om de artikelen van Souday ? Ik denk, niet weinig. Souday is een bemoedigend verschijnsel, speciaal voor hen die zelf aan critiekschrijven doen. Hem lezend, krijgen zij den indruk dat hun streven, een. gemoedstoestand te helpen creëeren of versterken, toch niet geheel en al een hersenschim behoeft te zijn. ONTVANGEN E. Jaloux R. M. Rilke, Emile-Paul R. Lalou, Panurama de Ja littéralure anglaise contempo raine, Kra. Onderwerpen buiten mijn competentie; beide schrijvers behooren tot de zeer goede. P. Courthion. Panorama de Ia peinture franfaise contem poraine. Kra. Boeiend onderwerp. Marquis de Sade. Hisloriettes, contes el Jabliaux, met voor rede van Maurice Heine; Kra. Mooie uitgaaf; 18e eeuwsche verteltrant; inhoud die aan een bedenkelijke monomanie doet gelooven. ?TUYNENBURG ICHILDERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl