Historisch Archief 1877-1940
-'
Snee u. w b es
door Dr. JAC. P. THlJSSE
Sneeuwbes
TpEN kort, hevig, model-wintertje.
Dinsdag"^ avond, dat was 13 December, spraken we van
lentelucht, Woensdagavond ging het flink sneeu
wen, Donderdag trokken er weer duizenden kie
viten door mefc nog altijd weer koperwieken en
kramsvogels en Vrijdag werd er al druk schaatsen
gereden, Zondag kwam de heugenis van ouden
van dagen er al bij te pas en vertelden de
Metereologische Stations van nog nooit eerder waarge
nomen dingen in de hoogere luchtlagen, zoodat
we ons al gingen schrap zetten voor een herhaling
van 1890?91, een winter, die ons ouden van dagen
nog het beate heugt. En nu is het weer Woensdag,
de Sneeuw is verdwenen, de mossen en varens
groenen weer frisch en fleurig en alleen het over
schot van het ijs in sloot en plas verzekert ons,
dat we niet hebben gedroomd.
Het begon net een beetje te nijpen. Er was al
grondijs losgekomen op de groote rivieren, de
Vechtplassen lagen zoo goed als geheel dicht, de
Westeinder Plassen konden reeds bereden worden
en de Zuiderzee had nog maar een klein stootje
noodig om dicht te vriezen. De overwinterende
eenden, zwanen, koeten, futen, dodaarsjes, duikers,
zagers kregen hoe langer hoe minder open water
tot hun beschikking. In het Naardermeer lagen ze
dicht opeengedrongen in de enkele wakken, die
nog open bleven en die uit den trein gemakkelijk
worden opgemerkt. Je ziet dan donkere plakkaten
van vogels in het witte vlak van sneeuw en ijs.
Langs den duinrand blijven ook een paar
bronnetje» open, alleen bekend bij de ingewijden en daar
komen allerlei vogels drinken en baden: lijsters,
. vinken, heggemuschjes, maar ook snippen,
waterhoentjes, dodaarsjes en de kleurige ijsvogel. Ik
weet altijd nog niet, hoever die bronnen bij de
vogels zeil bekend zijn, hoever een vogel, die hier
een vast winterkwartier heeft betrokken, zich wil
verplaatsen om te ontkomen aan de kwelling van
dorst en ongemak. lederen morgen ging ik een
bijt hakken in den vijver van den Planten- en
Vogeltuin en daar had ik al na den tweeden dag
BEVORDERT DEN EETLUST
mijn vaste klanten, die al zaten te wachten of ik
haast kwam. De bonte kraaien waren er het eerst
bij: een tweetal. Dan kwamen een dozijntje spreeu
wen, een stuk of zes vinken, een paar groenvinken,
roodborstjes, winterkoninkjes, meezen, allemaal
habitué's van den tuin.
Had de vorst langer geduurd, dan waren er
misschien wel meer bij gekomen, dan hadden de
vogels uit de omgeving misschien ook gemerkt,
dat daar altijd wat te drinken viel. Na Maandag
hakte ik ook in den namiddag de bijtjes nog eens
open, vlak aan den flauw gloeienden zonnigen
oever, dan liepen de baders geen gevaar van ver
drinken.
De Vereeniging tot Bescherming van vogels
heeft ons weer aangespoord om de vogels te voede
ren. Haar voorschriften worden gelukkig hoe
langer hoe eenvoudiger. Inderdaad kun je alles af
met cocosnoten, pinda's en brood. De pinda's
en cocosnoten kun je ophangen in de struiken,
maar het is goed om er ook wat van te raspen en
te vergruizen en dan met het brood uit te strooien
op den grond, dat is prettig voor de winterkonink
jes, roodborstjes en heggemuschjes,.
Meestal gaan de musschen strijken met het meeste
voer en dat kunnen veel menschen nog niet goed
verdragen. Men zint dan ook op middelen om het
voer voor hen ontoegankelijk te maken o.a. door
"er zwart garen over te spannen, net als over de
zaaibedjes in het voorjaar. In ,,Bird-notes", het
orgaan van de Amerikaansche Audubon-Society
vind ik het volgende voorschrift: Musschen hebben
er een grooten hekel aan om gevangen te worden.
Wanneer ge nu op de voederplaats telkens de
musschen vangt en ze weer loslaat, dan komen ze
er niet weer terug. Zelfs schijnen andere, nog nooit
gevangen musschen het in de gaten te krijgen,
dat er met die voerplaats iets niet in den haak is.
De maatregel heeft nog beter uitwerking, wanneer
je de gevangen musschen een flink stuk van hun
staartveeren afknipt. Ook dat schijnt de anderen
af te schrikken. Ik heb het nooit gedaan en zal
het ook niet doen en strooi dan liever maar een
beetje meer brood.
Nog noodiger dan brood is water. Van zeer groot
belang bleek nu ook weer de aanwezigheid van
besdragende heesters. De duindoorns kregen dadelijk
een goede beurt, ook de Geldersche Rozen en de
Sneeuwbessen, die anders door de vogels niet zoo
heel druk bezocht worden. Nu gaven die bessen
eten en drinken te gelijk. Het eerst kwamen de
merels er op af, later ook de kramsvogels en dat
is een heel mooi wintertafereel.
De sneeuwbes is een tamelijk gewone
sierheester, niet bijzonder in tel en ook als wilde
plant in zijn vaderland weinig geëerd. Hij hoort
thuis in de Noordelijke en Westelijke Vereenigde
Staten en het aangrenzend deel van Canada.
Westelijk reikt hij net tot aan den Oostkant van
Massachusets en zoo is hij dan buiten de klassieke
Amerikaansche litteratuur gebleven. Boston kent
hem niet. In de werken van Thoreau zoekt ge zijn
naam tevergeefs, zoodat we haast mogen ver
moeden, dat hij de sneeuwbes nooit heeft ontmoet
en dat de struik in zijn tijd nog niet veel werd aan
geplant.
Nu, wij kennen hem des te beter. Mijn tuin
raakte langzamerhand heelemaal onder de
snceuwbessen. Ze maken uitloopers onder den grond en
daaruit schieten overal nieuwe loten op, ook in
de onmiddellijke nabijheid van de struik zelf en
dat levert dan een bijna ondoordringbaar straweel
op, ondoordringbaar voor den wind ook, en daar
door krijgen we aan den zuidoostkant van de strui
ken sneeuwvrije, warme plekjes, ook alweer goed
voor de vogels. We zullen er daarom wel eenige
in den tuin laten staan, maar ze naar den tuinkant
iedere veertien dagen diep en scherp afsteken,
om die uitloopers te keeren. Toen die kramvogels
en nierels zich zoo te goed deden aan de groote
witte bessen kreeg ik toch opeens weer een groote
genegenheid voor die struiken en ik wil ze hier
dan ook voor het goede doel graag aanbevelen.
Maar ge nooet ze kort houden.
C. B. VAN BOHEMEN
Schilderijen Restaurateur
Alp zoodanig door de meest bevoegde
autoriteiten erkend
Nieuwe Uitleg 27 Den Haag
KRONIEK
Strafrecht en Berouw
TG* R is iets dat ons choqueert, oftewel schokt, in
al die gedingen van ,,crimes passionnels", welke
de laatste weken onze dagbladen.... versieren.
Dat zijn dan niet zoozeer die crimes" zelve.
Immers, zij zijn een regelrechte en betrekkefijk
verheugende tegenspraak van het pijnlijke min
achtend oordeel over onze natie, als zouden wij
een lauw, passieloos volk zijn en niet in staat bij
passende gelegenheden buiten ons zelf" te ge
raken. Hoe afkeurenswaardig op zichzelve na
tuurlijk, bewijst toch de misdaad uit liefdesharts
tocht gepleegd, dat iemand behalve
Wie-Neerlandsch- ook vurig bloed in de aders heeft en niet
enkel op nut-genoegen-orde-regel gesteld is.
Dat was het dus niet wat ons in deze zaken zoo
hinderde, maar dat de diverse Openbare Ministeries
zoo zonderling te keer gingen. Zeide niet dat van
het Militaire Gerechtshof ??ik geloof dat het bij
die gelegenheid Fiscaal" heette dat hij tever
geefs naar eenig berouw bij den dader gespeurd en
dat het gemis daarvan zijn hart verhard had? En
het andere Ministerie te Roermond zeide iets
dergelijks. Dat ook hier het ontbreken van gepast
berouw schier een verzwaring van het misdrijf
beteekende, en aldus eigenlijk een zwaardere straf
vereischte. Beide beklaagden waren door dit
scandaleus gemis aan ethische gezindheid voor die
beide Openbare Ministeries in hooge mate
antipathiek, en dat moest dan wel in hun crimineelen
eisch blijken....
Maar de vraag is toch wat onze Strafrechter
eigenlijk met het al- of niet-berouw van den mis
dadiger te maken heeft. Er bestaat toch geen
artikel in de wet, dat een nederige en berouwvolle
moordenaar minder strafbaar maakt dan een, die
cynisch en brutaal is? Het zedelijke behoort niet
tot des strafrechters gebied, en het is een, zij het ook
niet on-menschelijke, verwarring van categorieën
ia de rechtszaal van berouw te spreken. Niet
onmenschelijk, zeg ik, helaas l Want het beteekent,
hoezeer het op zichzelf niet oneervol ambt van
Magistraat den mensch demoraliseeren kan tot
pharizeesch eigengereiden tuchtmeester, wanneer
hij altijd maar weer den baas moet spelen tegenover
sociaal minder geslaagden dan hijzelf. Dan komt de
dominee, die in ons allen is, bij hem boven en ge
voelt hij zich als God zelf, die Adam en Eva op het
stelen van appelen betrapte, terwijl hij toch niet
meer is dan de onredelijke, maar onvermijdelijken
Bewaarder der sociale orde, en het bovendien bloot
toeval moet heeten, dat hij en de beklaagde elk
juist aan dien kant der groene tafel gezeten zijn.
Er was dezer dagen ook nog een O.M., dat zich
hartelijk beklaagde maar" twintig jaar en niet
levenslang te kunnen eischen.... Zoo zedelijk
verontwaardigd was hij, zoo in Rechtvaardigen
Toorn ontstoken Maar dat is nu eerder weer
sympathiek, juist als de crimes passionnels, en wie
deze eenigszins toejuicht als een teeken van bloed
warm leven, mag ook een zoo hartstochtelijk O.M.
niet afvallen.
Het zijn vruchten van n boom en beteekent,
dat wij nog leven in Holland.
F. C.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60ct
Laxeer-Tabletten... 60ct
Zenuw-Tabletten . 75ct
Staal-Tabletten..90ct
Maag-Tabletten 75 «
Bij Apoth. en Drogisten