De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 31 december pagina 9

31 december 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Na. 2639 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 DECEMBER 1927 Voor vrouwen: .5 Een mooi jubileum door ELIS M. ROGGE /"* ABOLJNE van Asperen van der Velde herdenkt l Januari den dag, dat zij vóór 25 jaren het bestuur in handen nam van Ons Huis" in de Rozenstraat. Ben mooi jubileum ! Geen viering van een decennium na de vijftig jaren, die meesten tijds toch iets pijnlijks voor den jubilaris(esse) inhoudt, maar een feest van den arbeid, van een levenswerk, dat men zich zelf heeft geschapen en dat men heeft aanvaard in het vaste vertrouwen te zullen slagen. ;Onze gedachten gaan terug naar den tijd toen het aandeel, dat de vrouw kon hebben in maatschappelijken arbeid als een openbaring voor ons was. Dat was in 1898 op de Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid te 's-Gravenhage. Mej. van Asperen v. d. Velde was de algemeene secretaresse van het Bestuur. Wel een bewijs hoe zij een dertig jaar geleden als betrekkelijk jong meisje reeds beschikte over de gave van organiseeren, die zich in haar later leven tot zulk een groote Hoogte zou ontwikkelen. Wij hadden destijds beiden ons aandeel in het tentoonsteUlngsbedrijf, spraken elkaar weinig, maar toch maakte de flinke persoonlijkheid van mej. v. Asperen zulk een indruk dat we er ons van harte in konden verheugen toen een vijftal jaren later bekend werd, dat zij den heer Tours, den directeur van Ons Huis", die zij reeds in den arbeid ter zijde stond, zou opvolgen. En sindsdien verloren we haar en haar werk niet meer uit het oog. Het Ons Huis"-beheer had toen nog geen grooten omvang. In 1891 was de stichting van den heer P. W. Janssen in de Rozenstraat te Amsterdam verrezen. Alles was voorbereid voor den mogelijken groei, maar de ontwikkeling zelf moest zich nog voltrekken. 't Begon met de tentoonstellingen. Geen werd gehouden of wij gingen een kijkje nemen. En steeds viel ons op, de stuwkracht en energie waar mede getracht werd het werk van het kind uit de volksbuurt boven peil te brengen. Hoe degelijk en grappig was het eigengemaakte speelgoed, hoe eenvoudig en logisch bedacht waren de versieringen op kleedjes en kussens die de nederige vertrekken zouden opvroolijken. Praktijk en nut spraken destijds een groot woord mede. Uit vaders oude jas werden stevige kinderbroekjes gemaakt en van moeder's afgedankte japon kregen de kleintjes nog genoegelijke jurkjes. Die tentoonstellingen toonden in bescheiden afmeting het werk der verschillende clubs. Ze waren overzichtelijk en gaven het streven en doel van het Ons Huis werk zeer zuiver weer. Wij waren ook bij de Meifeesten boven in de groote zaal van het Huis als 't al vreugde en scherts was en het witte fijne pijpekruid met de gele dotters en boterbloemen, door de kinderen zelf geplukt, daar wuifde en glom dat 't een aard had. Dan zongen wij allen tezamen het Lentelied en de kinderen gaven voorstellingen ten beste. Ja, en dan was er de eerste vacantieschool, over het IJ in het Tolhuis. U komt toch kijken niet waar?" vroeg mej. van Asperen en we deden dat zóó gaarne. Er ging zoo iets aantrekkelijks van dat onderlinge Ons Huis-werk uit. Hoe gezellig was 't daar op dien zonnigen zomerdag onder de hooge, groene boomen. Hier werd gedanst of voorgelezen, daar werden sprookjes verteld, ginds zaten de jongens en meisjes aan tafeltjes en ze werden in vrijheid bezig gehouden met handen arbeid van nut en vermaak door jonge meisjes en jonge mannen, die de groote beteekenis van dezen socialen arbeid begrepen. Ons Huis" nam in bloei toe. Er kwamen meer lezingen, meer clubs, de Bibliotheek breidde zich uit, er werden afzonderlijke tentoonstellingen gehouden van het clubwerk. De zaal werd te klein voor de Meifeesten, we gingen naar de velden, waar de kinderen dansten rondom den Meibocm. Er kwamen meer vacantiescholen, er kwamen ook vacantiehuizen buiten in de vrije natuur, waarvan de Leperkoen te Lunteren het eerste was. We gingen ook in auto's nieuwe afdeelingen van Ons Huis" openen, o.a. over het IJ. Welk een genoegelijke tocht was dat op dien Zaterdagmiddag. Geen vorstelijke stoet kon meer bekijks hebben en geen vorstin kon met meer liefde wordenbegroet,dan men het mej. van Asperen deed, in haar nieuwe Ons Huizen. Overal was een sfeer van onderlinge liefde en samenwerking, van eensgezindheid en gemoedelijke verdraagzaamheid. En nu na 25 jaren staat daar Ons Huis met zijn 12 afdeelingen. Het werk heeft een ongeloofelij ken omvang gekregen. De tentoonstelling van het werk van alle afdeelingen tezamen vroeg de be nedenverdieping van het Stedelijk Museum. Het Meifeest heeft plaats gehad in den Stadsschouwburg. De werklijsten, die bij den aanvang van 't winter seizoen verschijnen, doen zien hoe elk jaar het programma vergroot wordt, hoe men er op bedacht is de onderwerpen en vragen van den dag te brengen onder de aandacht van de leden der clubs en hoe steeds tal van mannen, vrouwen en jonge meisjes gereed staan, hun beste krachten aan het Ons Huis-werk, in welken vorm ook, te geven. De groote verdienste van Caroline van Asperen van der Velde is wel, dat zij haar arbeid na 25 jaar nog even frisch heeft weten te houden als in den aanvang, niettegenstaande .deze zooveel meer van haar vraagt. Nog altijd staat daar Ons Huis met al zijn afdeelingen in liefde bloeiende" zooals zij gaarne schrijft. Zij blijft de vriendelijke, eenvoudige bescheiden vrouw, de moederlijke vriendin van alle huis-genooten. Zij wil het goede en zij bereikt het zonder eenig vertoon, zij is de ziel van de Amsterdamsche Ons Huis-stichting. Moge zij nog langen tijd kunnen blijven werken in 't belang van Amstel's burgerij. Over boeken en tijdschriften Er ligt een boekje op onze werktafel dat voor vrouwen en meisjes zeker zeer veel bekoring zal hebben. De titel is Kruissteekpatronen door D. van Gelder, uitg. Maatsch. Elsevier, Amster dam. De teekenaar, van wiens hand verleden jaar een kruisjesprent lag in De Haagsche Post, heeft nu zijn fantasie breeder laten werken en een aantal tafreeltjes gegeven, die op afgedeelden stof in 't kruisje uitgevoerd, zeker een even genoegelijk effect zullen geven als de vroegere primitieve afbeeldingen op de huiselijke merklappen. Hoe 't komt dat een jonge man, in hoofdzaak grafiker naar wij meenen, zijn tijd besteed aan dergelijk knutselwerk? Zeker ligt dit aan de eischen der kruissteektechniek, die spelenderwijze, als tot verpoozing van den geest na ernstiger arbeid, zich zoo bij uitstek leent voor humor en speelschheid. Bezie van Gelder's binnenhuis-tafreeltjes, zijn boer derij, zijn dier-gevallen, zijn onderzee compositie, hoe kernachtig is de opvatting, hoe vindingrijk en geestig gedacht zijn de details. Men voelt 't, de ontwerper heeft zelf schik in 't werk gehad. Dit boekje zal ongetwijfeld zijn weg vinden. Zullen echter de handwerkjes in uitvoering niet tegenvallen, dan houde men zich strikt aan den verklarenden tekst die als losse bijlage in elk boekje aanwezig is. De teekenaar laat haa-r, die zijn ontwerpjes uitvoert, terdege nadenken en dat is heel goed. Wat hebben wij aan een al te machinale nawerking? De leiddraad is hier meesterlijk aan wezig, nu volge.. . . het resultaat. ; 'Ji E. M. R. Oudejaarsavondschotel "D IJ Kerstmis en Oude jaar behooren al sedert jaren speciale gerechten, als bijvoorbeeld appelflappen waarvan wij hieronder het recept vermelden. Voor pl.m. 10 appelflappen heeft men noodig 150 gram bloem, 75 gram boter, wat zout, l klein ei en wat water en (voor de vulling) wat zachtzure appelen. Kruimel, met een paar koele vingertoppen of met behulp van twee mesjes, de boter door de bloem. Meng luchtig zout en geklopt ei met water door boter en bloem totdat eene soepele-, samenhan gende deegmassa ontstaat, welke echter in geen De vulling Htt at e j uitrollen geval op glad beslag mag lijken, doch integendeel gerust boter en bloem afzonderlijk van elkaar mag vertoonen. Bestrooi een glad en koel stukje werktafel {b.v. op het marmeren aanrecht) dan met bloem, bepoeder ook de deegrol luchtig. Leg de deegmassa eventjes aan alle zijden in de bloem en ga dan met behulp van de deegrol het deeg luchtig uitrollen. Het is noodig om de lap deeg af en toe om te keeren en te verplaatsen, opdat het deeg niet aan do werktafel gaat kleven. Ook de deegrol zal misschien nog eens moeten worden bepoederd. Hoe vlugger en luchtiger dit deegrollen geschiedt, hoc meer kans er is dat een elastische lap deeg ontstaat. Terwijl mi het deeg een oogenblik rust" moet de vulling bereid worden. Schil daartoe de appelen, snippev ze in dunne schijfjes en meng ze met wat suiker. kaneel en gewasschen krentjes. Snijdt van het deeg vierkante stukjes van pLm. 10 c.M. Leg het vierkantje met n punt naar u toe, stapel ongeveer in het midden, van n punt naar de tegenoverliggende een laagje appel. Be strijk n helft van het deeg langs den rand met wat water, vouw het vierkantje zóó dubbel over de vulling heen, dat een driehoekje ontstaat en plak de randen op elkaar. Maak in een ijzeren potje nieuw frituurvet (waarvoor slaolie of Delfrite kan worden gebruikt) heet. Dompel de appelflappen n voor n in het heete vet en laat ze slechts langzaam goudbrurn bakken. Is het vet te heet dan worden de appel flappen te vlug bruin en het deeg is niet geheel gaar, evenmin als de appelen. Schep de appelflappen, die bruin zijn, uit het vet, laat ze op de schuimspaan zér goed uitlekken, bestuif ze dik met poedersuiker. Stapel een groote schotel mooi hoog op met de dik besneeuwde gebakjes en steek er een fleurig hulsttakje in. De appelvulling kan zonder eenig bezwaar ver vangen worden door gehakte gember, jam, abrikozen en ook door iets hartigs als vleeschragout of ragout van visch of garnalen. Een schotel appelflappen Wie YOGHURT van OUD-BUSSEM eet, wordt oud, maar blijft jong. KERKSTRAAT 7 _ TELEFOON 37344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl