De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 januari pagina 1

7 januari 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

f''j* *v^^^. .^~\ ^H |)eGroeneMmslerdammer tec^xVVeekblad voor Nederland Sinds meer dan vijftig jaar aan de spits der weekbladen . . . . " ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg. : N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C. OPGERICHT IN 1877 No. 2640 Cbe and]E)eet Niet te overtreffen ZATERDAG 7 JANUARI 1928 Radio en Politiek door W. H. VLIEGEN P) E vraag wordt tegenwoordig gedaan: of de Radio indienst mag worden gesteld van de politieke propaganda? Ik weet niet of in den tijd dat de boekdrukkunst in toepassing begon te komen, politieke propa ganda werd gevoerd. Mocht dit het geval geweest zijn, dan zullen er in dien tijd ongetwijfeld menschen zijn geweest die de vraag hebben opgeworpen: of de boekdrukkunst in dienst mag worden gesteld van de politieke propaganda? Ook thans zouden nog analoge vragen te stellen zijn. Bijvoorbeeld: mogen de spoorwegen politieke propagandisten vervoeren? Mag de post politieke geschriften distribueeren ? Mogen de papier- en de inkt-fabrieken hun producten verkoopen aan lieden die ze gebruiken om er politieke propaganda geschriften mee te maken? De vraag: of de Radio in dienst mag worden gesteld van de politieke propaganda? onderstelt toch zeker de mogelijkheid dat zulks verboden zou worden. De vraag is zelfs afkomstig van lieden die zouden willen lezen: verboden moet worden. Merkwaardig is daarbij dat ze het luidruchtigst gesteld is door iemand die zijn leven lang politieke propaganda heeft gevoerd. Deze vragenstellers gaan blijkbaar uit van de meening dat politieke propaganda iets verkeerds, iets verderfelijks, iets misdadigs is. Hoe komen ze anders aan zoo'n malle vraag? Politieke propaganda is het verspreiden en ver dedigen van politieke denkbeelden. Men roept de menschen op om die denkbeelden te aanvaarden en mee te helpen aan de verwezenlijking. Er be staan nu eenmaal zeer uiteenloopende denkbeelden over wat de beste wijze is om een land te regeeren. Dat toch is wat verstaan wordt onder politiek. Er bestaan verschillende denkbeelden over de beste wijze om den grond te bewerken, een huis te bouwen, een bedrijf te organiseeren, groenten te conserveeren, een levensverzekering in te richten, vleesch te braden of soep te koken. Zelfs bestaat er niet steeds overeenstemming over de vraag hoe God gediend wil zijn en de zonde bestreden moet worden. Het zou dus al heel wonderlijk zijn als er geen verschil van meening was over de vraag hoe een land geregeerd moet worden, een vraag immers waarvan het wel en wee van heel een volk kan afhangen. Kan de discussie daarover als iets ver keerds, als iets dat verhinderd moet worden, worden beschouwd? De vrijheid om propaganda te maken voor zijn denkbeelden, politieke of religieuze of andere, werd nog kort geleden, als een der voornaamste vero veringen in den ontwikkelingsgang van de menschelijke samenleving beschouwd. Wij, Nederanders, denken met gepasten afschuw aan toe standen, als in Italiëen Rusland bestaan, waar die vrijheid door tirannieke regeeringen is gesmoord. En de besten in de volkeren die onder zulk een regime jeven, haken naar de wederopstanding van die vrijheid. Was het niet de martelaar van het fascisme Mateotti, die eenmaal uitriep: het is met de vrij heid als met het brood, ge beseft er de volle waarde eerst van, wanneer ge ze verloren hebt". En het gebruik maken van die vrijheid, het bezit van het recht om uw meening te verkondigen, de vrijheid van denken en spreken en schrijven, is dat niet in de allereerste plaats de vrijheid van politieke propaganda? Nu komt daar een nieuw middel van verbinding tusschen den verkondiger van denkbeelden en degenen die hem hooren willen, en nu rijst daar waarachtig de idiote vraag: of dat middel mag worden gebruikt voor de politieke propaganda? Welk een zonderlinge kronkel moet er toch zitten in de hersens van de menschen die zoo'n vraag stellen ! Natuurlijk zullen de politieke partijen van dat nieuwe middel van verbinding met degenen die naar haar luisteren willen, gebruik maken en het verhinderen daarvan staat voor mij principieel gelijk met het onderdrukken van de vrijheid van drukpers en van verkrachting van de vrijheid van vereeniging en vergadering. De taak van den Staat is in deze die vrijheid te beschermen als een heilig goed. Zoo noodig te waken tegen misbruik, op dezelfde wijze als ook in het meest vrije land straf staat op het misbruik maken van de vrijheid van drukpers. De vraag is te ongepaster, omdat geen mensch er eenigen hinder van kan hebben als hij het zelf niet verkiest. Wie het niet hooren wil, behoeft het niet te hooren. Wie geen belang stelt in politieke propaganda, verbinde zich op dat moment met een Jazzband of met de les van de kooksohool. Ik ga nu nog niet in op de vraag, wat of er geschie den zal wanneer politieke propaganda per Radio zou worden verboden of verhinderd. Mag Ds. Kersten dan geen politieke speech uitzenden, maar wél een preek waarin hij precies hetzelfde zegt? Mag ik een historische beschouwing over de ontwikke ling van Nederland wél, en een politieke speech die op hetzelfde neerkomt, niet voor de microfoon houden? Is de vaccinatie in Nederland een weten schappelijk of een politiek onderwerp? Of de vrij. handel? Of de huwelijkswetgeving? Ik zal maar niet mér voorbeelden noemen, in een minuut heb je er eenige dozijnen bij elkaar. Ik acht het opwerpen van de vraag op zich zelf een teeken des tijds. Een verschijnsel dat wijst op een bewust of onbewust afzakken in een zekere anti-parlementaire, anti-democratische, fascistische richting. Men speculeert op de bestaande onver schilligheid in politieke aangelegenheden, om daaruit munt te slaan voor eigen politieke aspira ties. Ook de anti-politiek dient om politieke doel einden na te jagen. Politieke belangstelling wekken, politieke pro paganda maken, volksvoorlichting, zoo alzijdig mogelijk, in de zaken van land en staat, is een onontbeerlijk deel van de algemeene volksontwik keling. En wie daaraan eenig middel van verINHOUD: I. W. H. Vliegen, Radio en Politiek. 2. Prof. Dr. D. Cohen, Israël's wezen en willen. 3. Dr. E. van Raalte, Aanleekeningen Joh. Braakensiek. Russische vredespolitiek? 4. G. de Clercq, Fabrieksgeheimen. 5. Dr. J. J. L. Duyvendak, Een droomwereld L. J. Jordaan, De waarzegster. 6. Annie Salomons, Bijkomstigheden. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. 11. Prof. Dr. H. Brugmans, Dr. H. O. Albers en Mr H. O. van der Vies, Nieuwe Uitgaven. 12. A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus, Schil derkunst. 13. Top Naeff en H. Scholte, Tooneel Tegen stellingen. 14. J. W. F. Werumeus Buning, Kroniek van den Dans J. Q. Sinia, Onze Koloniën. 15. Constant van Wessem, Muziek O. v. Tus senbroek, Het raam van hit Handelsblad. 17. C. A. K'aasse, Dawesplan en Beursspiegel. 18. A. Defresne, Nieuwe Nederlandsche Verzen. 19. J. Oderwald, Het Oertz-roer. 20. Melis Stoke, Nieuwjaar^verrassing en Rijm. 21. Alida Zevenboom's Croquante croquetjes Uit het kladschrijt van Jantje. 22. L. J. Jordaan, De Filmkraamkamer. 23. Dr. R. Feenstra, Tikblaadjes. 24. Cel 2, Telefoon Charivarius, Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh.^Braakensiek, De oorlog buiten de wet gesteld. .ff/////,,..,///////,..r/^ Ifct Goncfa f, aea,£ChBOX P''i- mef croquanfe 'i /iougafou/1/ng en wordt daarom door velen geprezen. binding niet aanhangers en belangstellenden wil onthouden, kant zich tegen iets dat in de volks ontwikkeling juist een middel kan zijn om de eenzijdigheid tegen te gaan en een gezonde ont wikkeling van het politieke leven te bevorderen. Ik beantwoord dus de gestelde vraag in bevestigenden zin. Over de techniek van het geval ben ik niet voldoende op de hoogte om nu reeds een oordeel te hebben over wat de regeering in deze behoort te doen en doen kan. Als lid en voorzitter van de commissie van rapporteurs over het wets ontwerp dat aan de regeering de noodige bevoegd heid wil geven om de organisatie ter hand te nemen, wil ik liever de memorie van antwoord afwachten, alvorens mijn definitief oordeel te vormen. Maar dit eene weet ik wel: ik zal mij met hand en tand verzetten tegen elke poging om het gebruik van deze bewonderenswaardige vinding te doen verschrompelen tot wat op het zoogenaamd neu trale gebied ligt. De vooruitgang is het best gediend door wrijving van gedachten, door botsing van denkbeelden, door het geloof en het enthousiasme van wie voor hun verheven beginselen de vrijheid huldigen. Ook wanneer die beginselen van politieken aard zijn. En daarom: vrijheid voor de Radio, vrijheid voor de zenders en vrijheid voor de hoor ders l Den Haag.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl