Historisch Archief 1877-1940
No. 2640
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JANUARI 1928
Moderne toepassingen bij de Scheepvaart
door J. ODERWALD
Fig. 1. Het roer aangebracht bij een nieuw schip.
Het rust slechts in twee vingerlingen (draaipunten).
A LS er n vraagstuk is, dat de volle aandacht
van ieder scheepsgezagvoerder heeft, dan is het
wel dat van de goede bestuurbaarheid van zijn schip.
In de laatste jaren hoort men er nog meer dan
vroeger de aandacht op vestigen. Dat vindt zijn
oorzaak in de ervaringen bij andere wetenschappe
lijke proefnemingen opgedaan, met name die bij
de vliegtechniek, welke ervaringen op het roer en
op den scheepsromp worden toegepast.
Immers, een zoo gunstig mogelijke vorm van het
roer, en o.a. volgens den Bngelschen
scheepsbouw-ingenieur Bottomley ook van het schip,
heeft een zoo klein mogelijk roermoment tengevolge,
hetwelk niet alleen van gunstigen invloed is op de
manoeuvre, maar ook op een zuiniger brandstof
verbruik en dus op de jaarlijksche bedrijfskosten.
f* Bekend is, dat die ervaringen ook op het voort
stuwingsmiddel zijn toegepast met het
FlettnerBotorschip, maar van de toepassingen op den
scheepsromp of het roer trekt vooral het Oertz-roer
de aandacht, omdat de constructie er van eenvou
dig is, doordat ze weinig afwijkingen heeft van den
gewonen bouw en ook van de bedieningswijze, een
factor van groote waarde bij een nieuwe uitvinding.
Men kan Dr. Ing. Max Oertz dan ook niet de
verdienste ontzeggen, dat hij, door den vorm van
de doorsnede van het scheepsroer in overeenstem
ming te brengen met dien van den vliegtuigvleugel,
waarbij de scherende werking zooveel grooter is
dan bij platte vlakken, deze wetenschap op zoo
eenvoudige wijze in toepassing heeft gebracht, dat
de resultaten bijna voor ieder bereikbaar zijn, om
deze meer gehoorde frase eens te gebruiken.
Waar het roer bij een gewoon schip, in het al
gemeen, bestaat uit een plat vlak, dat draaibaar
aan den achtersteven is bevestigd, zoodat het
langsstroomende water een draaiend effect teweeg
brengt, wanneer aan dit platte vlak eenige uitslag
uit den langsscheepschen stand wordt gegeven, be
staat het Oertzroer uit een breed, vaststaand, den
roersteven vervangend voorstuk en een ongeveer
tweemaal zoo breed, op de gewone manier beweeg
baar gedeelte. Beide deelen tezamen hebben bij het
recht uitvaren een zoogeuaamden stroomlijnvorm,
d.w.z. een doorsnede, waarvan de grootste dikte
op ongeveer een derde der totale breedte ligt. De
doorsnede is aan den voorkant parabolisch af
gerond (fig. l en 2 rechts boven). Wanneer het roer
gedraaid wordt ontstaat een op een vliegtuig
vleugel gelijkenden vorm (fig. 3 C; fig. 3 B stelt
den vliegtuigvleugelvorm voor). Door het grooter
nuttig effect van dit systeem behoeft het totaal
oppervlak van het vaststaande en beweegbare
gedeelte tezamen niet grooter dan dat van een
normaal roerblad te zijn, terwijl de sturende wer
king aanzienlijk grooter is.
Aangezien het voorste, vaststaande gedeelte van
het roer de verbreede en parabolisch vervormde
roersteven dus eigenlijk een integreerend deel
van het roer zelf is, ligt, overeenkomstig de uit de
Aërodynamica bekende drukverdeeling bij draag
vlakken, het zwaartepunt van den totalen roerdruk
op ongeveer 1/3 van voren, d.w.z. in de nabijheid
van de draaias, tengevolge waarvan het
draaimoment om den roerkoning nog slechts 50 pCt.
van dat van een gewoon roer bedraagt; de voor de
stuurmachine benoodigde krachtsontwikkeling bij
het sturen wordt derhalve, met een gewoon roer
vergeleken, tot op ongeveer de helft teruggebracht.
De Nederlandsche Scheepvaartinspectie heeft, in
overeenstemming met de classificatie-bureaux
Lloyd's en Germanischer Lloyd, dan ook reeds toe
stemming gegeven om bij den bouw van nieuwe
schepen de sterkte van de roerinstallatie te bereke
nen op 70pCt. van die dervroeger gebouwde schepen.
Tengevolge van den stroomlijnvorm glijdt, in
tegenstelling bij het gewone plaatroer, het water
langs het roersysteem heen, zonder draaikolken
en zuiging te veroorzaken, zoodat het schip on
middellijk naar den allergeringsten roeruitslag
luistert en bij het op koers blijven zoo weinig giert,
dat men daarbij vrijwel zonder roerbeweging als
langs een liniaal kan varen. Dit beteekent niet
alleen een kleinere stuurmachine en een niet
onaanSchroefwater van een race-boot met Oertz-roer.
Fiy. 3
zienlijke brandstof besparing, maar door den stroom
lijnvorm van het Oertzroer ontstaat een zoodanig
gunstig wegvloeien, zonder kolken, van het in bewe
ging zijnde schroef water en zog, d at de totale weer
stand van het schip hierdoor op een tot nu toe voor
nauwelijks mogelijkgehoudenwij zeverminderd wordt.
De as, waarom het achterste deel van het roer
draaibaar is, ligt op ongeveer het derde deel van
voren, waar de doorsnede ook het breedst is. In
fig. 3 A. is aangegeven hoe de zijdelingsche wer
king, die het roer uitoefent bij roeruitslag, over
het geheele profiel verdeeld .is. De kromme lijn
geeft het verloop aan van de op het roer werkende
zijdelingsche krachten, van voor- naar achterkant.
De arceering geeft de verhouding aan en hieruit
blijkt, dat de stuurwerking veel grooter is op het
voorste 1/3 gedeelte, hetwelk ongeveer evenveel
van de zijdelingsche werking uitvoert als het
achste 2/3 beweegbare gedeelte. Hierdoor ondervindt
dit achterste deel, wanneer het uit de richting
van de lengte-as van het schip wordt gedraaid,
slechts de helft van den weerstand, dien een gewoon
roer ondervindt.Bovendien ligt het aangrijpingspunt
van de resultante van dezen weerstand dichter bij de
draaingsas dan bij het gewone roer het geval is.
Behalve de voordeelen van makkelijker en
goedkooper sturen, is daar nog het belangrijke voordeel
van snelheidsvermeerdering van het schip, ver
oorzaakt door de verhooging van het nuttig effect
van de schroef, door de mindere zuiging en betere
afvloeiing van het zogwater en door het mindere
gieren. Het schroefwater is bij het Oertz-roer veel
gelijkmatiger dan bij het gewone roer. De draai
kolken en wervels, die door de schroef worden
opFig. 2. Het roer aangebracht in de plaats van
het bestaande roer.
gewekt, schijnen door het Oertz-roer te
wordenopgevangen, waardoor het zogwater op korten af
stand achter het schip geheel in rust is, waarvan
het gevolg energiebesparing is.
De verkregen voordeelen t.o.v. vaart en
kolenverbruik, ook bij Nederlandsche schepen, varieeren
tusschen 10 en 14 pCt. Uitgebreide proeven in de
Teddington-proeftank genomen voor een
vrachtboot van 400 voet lengte en een blokcoëfficient
van 0.77, dus een goed belijnd schip, en in de
Washingtonproeftank voor een kotter van 16^
mijl, dus een snel schip met fijne lijnen, wezen uit,
dat de resp. snelheden steeds werden bereikt bij een
lager aantal omwentelingen schroef, waardoor de slip
van de schroef belangrijk verbeterd werd en in het
algemeen belangrijke besparingen werden verkregen.
Teneinde dit roer beter onder de aandacht te
brengen van de leerlingen van de Kweekschool
voor de Zeevaart, werd er een model van vervaar
digd, hetwelk tevens practisch te toetsen is
dooihet aan te brengen aan een 8 M. lange motorboot
(race-model). De teekeningen hiervoor werden
welwillend verstrekt door de vertegenwoordigers,
de N.V. Carp en Horter's Handelmaatschappij
Amsterdam-Rotterdam. Hoewel niet verwacht kon
worden, dat zich bij een dergelijk klein vaartuig
merkbare voordeelen zouden voordoen, kon toch
geconstateerd worden, dat de beweging van het
roer gemakkelijker was en dat slechts een geringe
roeruitslag noodig was voor koersverandering, hoe
wel bij rondstoomprooven bleek, dat die bij het
oude (balans) roer van kortercn duur waren. Ver
moedelijk vindt dit zijn oorzaak in de minder juiste
verhouding tusschen afstand-roer en schroef. Ook
viel nog op, dat bij midscheeps roer, de boot
geruimen tijd achtereen in rechte lijn bleef door
varen. Vermeerdering van snelheid werd niet op
gemerkt, maar door verschillende omstandigheden
was het zeer moeilijk betrouwbare vergelijkingen
te maken. Echter werd het schroefwater gefoto
grafeerd en, zooals in plaat 4 A te zien is, komt
duidelijk uit, dat bij het Oertz-roer dit schroef
water kort achter de boot kalmer is dan bij het
oude roer, waaruit de gevolgtrekking zou mogen
worden gemaakt, dat het water gunstiger weg
vloeit en de totale weerstand van het schip wel
degelijk vermindering ondergaat.
Dat het Oertz-roer in betrekkelijk korten tijd
reeds op vele schepen (230 met een tounage van
ca. 1.200.000) is toegepast, toont voldoende aan.
dat het voordeel belangrijk is, terwijl de gezag
voerders ongetwijfeld met genoegen de nieuwe
uitvinding zullen begroeten als een aanwinst inzake
de betere manoeuvreerbaarheid van hun schip.
Schroefwater van een race-boot met gewoon roer.