De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 januari pagina 4

7 januari 1928 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JANUARI 1928 No. 2640 Fabrieksgeheimen! door G. DE CLERCQ Het waas van geheimzinnigheid, waar mede velen hun bedrijf vroeger plachten te omgeven, ia thans verdwenen A F en toe leest men in de dagbladen nog wel eens berichtjes van fabrikanten, die tegen een ondergeschikte een aanklacht indienen wegens het verklappen van fabrieksgeheimen aan concurrenten. Ik herinner me b.v. nog zeer goed hoe een groot bedrijf hier te lande jaren geleden, toen men juist begonnen was met de invoering van een nieuw procédéen alle concurrenten dus op de loer lagen, bij het vertrek van een afdeelingschef, die bij een concurrent in dienst zou treden, door de politie 's mans koffers liet nazoeken, teneinde te controleeren of hij ook gegevens over dit nieuwe procédémeenam. Zulke maatregelen zijn onder bepaalde omstan digheden natuurlijk noodzakelijk, doch aan den anderen kant hebben velen hun bedrijf geheel noodeloos omgeven met een waas van geheim zinnigheid, dat veel geld gekost heeft. Een goede twintig jaar geleden waren fabrieksgeheimen in de mode, die tevens te hulp genomen werd om de standing van het bedrijf hoog te houden. Immers, wie er zich op kon beroepen vele geheimen te bezit ten in zijne fabricage, ging door voor een onvermoeid werker en zoeker, die op allerlei wijzen trachtte economischer en dus goedkooper te produceeren dan zijn concurrenten. En zelfs wanneer men als volslagen leek probeerde door te dringen in een bedrijf, werd men aan de poort tegengehouden door een strengen portier, die order had een ieder met .het oog op de fabrieksgeheimen zoo snel mogelijk af te poeieren. In menige fabriek mocht een bezoeker zelfs geen stap zetten op het binnen plein uit vrees dat een nieuwsgierige hier iets af zou kunnen neuzen wat de concurrentie ten goede kon komen. Elk bedrijf vrijwel zonder uitzondering omgaf alles wat binnen de muren der fabriek ge schiedde met een waas van geheimzinnigheid, zoo zelfs dat een jong ingenieur, die kersversch uit Delft werkzaam gesteld werd op een suikerfabriek, op de vraag van een zijner collega's: of die fabriek suiker uit suikerbieten maakte?", tot groote hilari teit der aanwezigen ten antwoord gaf: dat weet ik niet". Alsof het mogelijk was dat een suiker fabriek hier te lande uit een andere grondstof suiker vervaardigde! De jonge man was echter tijdens zijn nog korte praktijk zoozeer doordrongen van het fabrieksgeheim, dat hij vreesde dit door een bevestigend antwoord te verraden. Met behulp van kunst- en vliegwerk trachtte men de fabrieksgeheimen te bewaren en dit leidde natuurlijk dikwerf tot onaangename consequenties. Door de verschillende afdeelingen te scheiden voorkwam men dat ondergeschikten een overzicht kregen van de geheele fabricage. Wie op een afdeeling, waar hij niet thuis behoorde, werd aange troffen, kreeg onherroepelijk ontslag. Ook is het nog niet zoo lang geleden, dat menige fabriek werkte met opzettelijk foutief aanwijzende thermo meters en manometers, opdat zelfs wanneer de temperatuur of druk van een bepaalde bewerking bekend werd, deze voor een concurrent toch niet reproduceerbaar zou zijn. Doch ook hierbij heeft men meermalen de onaangename ondervinding opgedaan, dat de fabricage misliep doordat een arbeider, die een thermometer gebroken had, dezen stilletjes verving door een zelf gekochten. Werkte hij volgens dezen nieuwen, goed aanwijzenden thermometer bij de oude temperatuur, dan liep de fabricage in het honderd. Want meestal construeerde men de foutief aanwijzende thermo meters en manometers zoo, dat ze veel te hooge waarden aanwezen. Weer anderen hadden de gewoonte onderdeelen VAM TABAK IS der fabricage met de meest geheimzinnige merkteekens aan te duiden. Alleen de allerhoogste leiders bezaten den sleutel van dit geheimschrift. En zoo heeft eens een bedrijf een groote partij ongetwijfeld zeer waardevolle tusschenproducten (die nog niet afgewerkt waren) moeten vernietigen, omdat de leider van een der afdeelingen den aanduidingscode mee in het graf genomen had en verder niemand wist, waaruit de inhoud der flesschen bestond. Menige industrieel vond het zelfs niet prettig wanneer zijn ingenieurs in hun vrijen tijd omgingen met collega's, die bij concurrenten in dienst waren, omdat men vreesde dat hierbij het dagelij ksche gebeuren in de fabriek ter sprake gebracht en aan den ander verteld zou worden. Doch ook afgezien van de onaangename gevolgen, waarvan we hierboven enkele voorbeelden hebben aangehaald, was het bewaren der fabrieksgeheimen ? een uiterst moeilijk werk. Want men kan door contracten met zware boete-clausules het hoogere personeel tot geheimhouding dwingen, doch het is onmogelijk om den arbeiders eenzelfde stilzwijgendheid op te leggen, omdat de ondervinding leert hoe gaarne de werklieden buiten de fabriek op snijden over de wonderen, die binnen de muren gebeuren en over het belangrijke aandeel, dat zij persoonlijk hieraan hebben. Juist de dingen, welke men zooveel mogelijk geheim tracht te houden, worden het eerst verteld. Toen eenige jaren ge leden op een groote fabriek in het Zuiden van ons land te ca. 3 uur n.m. een explosie plaats vond, stond hiervan dienzelfden avond een verslag in een der Uaagsche bladen. En nu moge men dit hieraan toeschrijven, dat op die fabriek met meerdere duizenden arbeiders velen van de explo sie hoorden, het volgende voorval, waarbij slechts enkelen aanwezig waren, toont hoe snel een geheim rondgaat. Een gasfitter, die een nieuwe gasbuis moest leggen, sneed bij vergissing een electrischen hoogspanningskabel door, in de meening dat dit zijn hoofdgasleiding was. Gelukkig bemerkte hij zijn vergissing bijtijds, zoodat hij slechts een ondiepe snede in den loodmantel maakte en onge lukken vermeden werden. Niettegenstaande aan de enkele aanwezigen strenge geheimhouding werd opgelegd, was dit feit enkele uren nadien in een naburige groote stad bekend. Zoodoende moet de angst dat de fabrieksgehei men verraden zouden worden een nachtmerrie geweest zijn voor hen, die toentertijd met de leiding der bedrijven belast waren. Zelfs de meest onge schikte arbeiders werden in dienst gehouden, omdat men vreesde, dat ze na hun ontslag bij een concurrent zouden gaan werken. En als men dan in de bedrijven zag waaruit de fabrieksgeheimen bestonden, dan is het onbegrijpelijk hoe een groot aantal menschen ertoe gebracht kon worden om in vollen ernst dergelijke futiliteiten geheim te houden. In vele gevallen deden de fabrieksgeheimen denken aan het arrangement special" waarmede een promovendus, naar hij in zijn dissertatie vermeldde, een thermometer gereinigd had en dat bij navraag hierin bleek te bestaan, dat hij den thermometer af en toe met zijn zakdoek afgeveegd had. Het gevolg van deze geheimzinnigdoenerij was dat elk bedrijf volkomen geïsoleerd werkte, niet alleen wat de fabricage betreft, doch ook bij het zoeken naar nieuwe fabricagemethodes. Op tal van fabrieken werd precies hetzelfde researchwerk gedaan. Dit is o.a. gebleken bij het uitwerken van het procédéom door hydreering (d.i. adsorptie van waterstof) olie vast te maken. Ten koste van ontzaggelijke sommen gelds is dit procédédoor een zeer groot aantal concurreerende fabrieken elk afzonderlijk uitgewerkt. Al deze onderzoekingen liepen volkomen parallel, doch niemand vernam iets van den ander, omdat allen tengevolge van hun fabrieksgeheim tot zwijgen verplicht waren. De eenigen, die van het fabrieksgeheim profi teerden, waren hoogstens de leveranciers, welke een op het eerste gezicht zeer bruikbaar doch in de praktijk onbruikbaar blijkend artikel verkoopen. Zoolang de fabrikanten alles geheim houden, zal een ieder, onkundig van de ervaringen zijner MODERNE KLOKKEN in speciale uitvoering A. D. SPILLNER Vijzelstraat 83 AMSTERDAM collega's, zulk een artikel koopen. Doch bij vrije uitwisseling der ervaring maakt de eerste kooper direct de onbruikbaarheid aan alle anderen bekend. * * * Een der eersten, die gebroken heeft met de traditie der fabrieksgeheimen, was Irving Langmuir, de uitvinder van de halfwattlamp. Hij heeft, nadat zijne uitvinding beëindigd was, alle onderzoekingen gepubliceerd, waardoor dus voorkomen werd dat een ander bij een nieuwe poging om een nog zuiniger lamp te vinden, alle door Langmuir ver richte onderzoekingen nog eens over zou doen. In de tweede plaats hebben de rijks- en gemeente bedrijven, die bijna alle een monopolie hebben en dus elkanders concurrentie niet behoeven te vreezen, samengewerkt. Een voorbeeld hiervan is het Centraal Bureau der Vereeniging van Direc teuren van Electriciteitsbedrijven, vroeger te Maastricht gevestigd en thans te Arnhem, dat op groote schaal wetenschappelijk onderzoek ver richt en de bereikte resultaten publiceert, zoodat een ieder hiervan vrijelijk kan profiteeren. Het is duidelijk, dat door deze centralisatie der onder zoekingen heel wat geld bespaard wordt. Immers, wanneer, zooals vroeger, elke centrale elk onderzoek op zijn eigen houtje zou verrichten, werd het werk zoovele malen gedaan als er zich centrales mede bezig hielden, terwijl thans reeds met een enkel onderzoek volstaan kan worden. In de laatste jaren is ook de particuliere nijver heid ertoe overgegaan om in plaats van de vroegere geheimzinnigheid meer samen te werken, zoowel door het uitwisselen van ideeën en vindingen als door gezamenlijk onderzoekingen te verrichten. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de bureaux van den Bond van Zuivelfabrikanten en van den Bond van Waschindustrieelen hier te lande en het Proef station voor de Suikerindustrie in Ned. Indië. Natuurlijk moet bij zulk een uitwisseling van fabrieksgeheimen de nadeelige invloed der con currentie uitgeschakeld worden. Ook dit is mogelijk gebleken door het sluiten van belangenovereen komsten, zooals dit b.v. enkele maanden geleden tusschen Jurgens en van den Bergh is geschied. Tentoonstellingen Kunstzaal Van Lier, Amsterdam. Schilderijen van Jan van Herwijnen. Tot 15 Januari. Koninklijke Musea, Nervierslaan, Brussel. Ten toonstelling van Toegepaste kunst uit verschillende landen. Tot 15 Januari. Rotterdamsche Kunstkring, Rotterdam. Beeld houwwerk van Tjipke Visser en Grafisch werk van J. M. Graadt van Roggen. Tot 15 Januari. Waaggebouw, Haarlem. Werk van Wladimir A. Bielkine et L. C. Kalf f. Tot 15 Januari. Bührmann's papiergroothandel, Amsterdam. Tentoonstelling van papier"-techniek en statis tiek. Tot 15 Januari. Gemeente-Museum, Den Haag. Tentoonstelling ontwerp-maquette van een gedenkteeken voor wijlen Gen. van Heutsz. Tot 22 Januari. Vereenigiug Voor de Kunst", Utrecht. Schilde rijen van H. Fantin Latour. Tot 22 Januari. D. G. Santee Landeweer, Amsterdam. Moderne Grafiek. Tot l Februari. l J. B. BENNER & ZOON | I PIANOHANDEL r^?^ I = DEN HAAG 97 NOORDEINDE =

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl