De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 januari pagina 7

7 januari 1928 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2640 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JANUARI 1928 Uit de Natuur: H e i I o o door Dr. JAC. P. THIJSSE "\X7AKNEER ge door Noord-Holland spoort, kijk dan eens tusschen Uitgeest en Castricum uit, naar beide zijden. Naar rechts ziet ge dan het echte, eindelooze polderlandschap, op den voorgrond den aardigen Castricummer Polder, waar het zoo aardig wandelen is, vooral in April en Mei; een echte oude polder met vele smalle kronkelwegen en voetpaden, dijkjes en kaden en hooilanden, waarin een klein verschil in hoogte een groot verschil in bloemenpracht met zich brengt, een kwestie van enkele centimeters. Ik mag u dien polder wel aanra den als wandelterrein; neem er den Limmerpolder en de Heemskerker Maden maar bij. 't Is een mooie streek voor vogels, vlinders, bloemen en ruimte. Achter den Limmer Polder komt de Schermer en dan flauw in de verte eventjes een silhouet van Alkmaar. Naar links liggen de Heemskerker Maden en daarin als boomeneiland het Park van Marquette en daarachter komt het Castricummer Duin. Hier hebben we dus meteen een volledigen indruk van Noord-Holland; de mooie oude polders, de vlakke droogmakerijen, de boomeneilandjes, het duin. De vlakheid heeft de overhand. Geen wonder, dat daarom het duin en de boomgroepen dubbel worden gewaardeerd. De belang rijkste boomengroep van Noord-Holland is het Heilooër bosch, een deel van de bosschen, die van ouds den lagen zandrug tusschen Limmen en Alk maar bedekten. In den trein krijgt ge dien zandrug ook heel goed te zien, even door Castricum heen, daar ligt de spoorsloot dieper, soms droog. De akkers zijn er niet meer gescheiden door slooten, maar door walletjes net als op Texel. Die walletjes zijn vaak begroeid met groote struiken van bezembrem en overal komen berken en lijsterbessen en eiken u bewijzen, dat we hier sporen door een echte woudstreek. Eindelijk voorbij het station Heiloo sporen we langs hoog geboomte en de ingewijden kijken uit naar rechts om even in het voorbijgaan, al is het maar vluchtig, te genieten van de mooie perspect'ef van de laan van Foreest. Links ligt ook nog een aardig stuk bosch, maar dan sporen we meteen weer door den polder en de onoogelijke buitenwijken van Alkmaar. De bosschen van Heiloo zijn door "heel Nederland populair. Voor een deel ligt dat aan den naam van Heiloo en den goeden ouden Willebrordus met zijn put. Ook hebben Jacob van Lennep en de oude Frederik van Eeden er wel een groot aandeel aan. Maar bovenal is de vereering van het Heilooër bosch wel te danken aan de blijde huivering, die lederen jeugdigen Noord-Hollander moet overvallen wanneer hij voor het eerst uit zijn zonnigen polder in de schaduw der hooge beuken treedt. Het Heilooër bosch is bij uitstek een loofbosch en de beuken langs den grooten straatweg mogen mee tellen onder de grootste van Holland. Zij staan daar als echte heerschers, want wij leven thans in den beukentijd, de beuk overheerscht den eik. Beuken kunnen wel ontkiemen en opgroeien ' in eikenbosschen, maar eiken kunnen dat niet doen in beukenbosschen en zoo zou, geheel aan zichzelf overgelaten, menig eikenbosch veranderen in een beukenbosch. Intusschen heeft hier bij Heiloo de eik ook nog een ruime plaats en bovendien kunnen in de lagere stukken, naar den polder toe, esschen, elzen en berken welig tieren. Het bosch heeft daarGOEDKOOPE MEUBELS MOETEN JUIST SOLIDE ZIJN. WIJ MAKEN NU O.M. EEN BESTAANDE UIT TAFEL> 4 STOE. «oio LEN, 2 ARMSTOELEN EN BUFFET ..... I fc l W Z| f jf A M F R BESTAANDE UIT l l IV M m Ei "TAFELTJF.3ARMSTOEL'N, 2 STOELEN, THEtKAST, BOE- fflQQ KENKAST ....................... ? l" BESTAANDE UIT SPIEOELKAST, LITSJUME'UX, 2 NACHTKASTJES 2 STOE- f OOI LEN EN TAFEL ................... ? »»' TOILETTAFEL .................... l 57 ALLE» VAN MOOI EIKENHOUT EN ONTWORPEN DOOR CORN. VAN DER SLUYS 'S-ORAVENHAOE - NOORDEINDE 102 - TEL. 14782 door kans op groote verscheidenheid van planten groei en veelheid van dierenleven. Keeds een halve eeuw geleden verheugde van Eeden zich erover, dat de wandeling in het bosch geheel vrij was. Dat is zoo gebleven en menigeen wandelde er misschien in het geloof, dat het een openbaar park was, een bezitting van Staat of Gemeente en a^ zoodanig veilig, tamelijk veilig. Dit was nu heelemaal niet het geval en in dezen tijd van stadsuitbreiding, villaparken, de moeilijk heden die het groot-grondbezit ondervindt lag het voor de hand, dat deze eminent bewoonbare strook nog eens het lot zou deelen van zooveel andere mooie landgoederen; het zou al te verdrietig zijn, ze hier alle te noemen, maar ge kent ze wel. Voor Alkmaar en Heiloo zou dat een groot verlies zijn geworden en heel Noord-Holland zou er onder hebben geleden, veel goede Nederlanders zouden er om hebben getreurd. Heiloo was niet bij machte het bosch te koopen, voor Alkmaar was dat ook heel moeilijk, vooral ook omdat het bosch buiten die gemeente ligt. De Staat der Nederlanden kon liet ook moeilijk doen vanwege het precedent. De Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland kon echter haar bemiddeling verleenen en zoo werd een goede vorm gevonden, om het bosch van Heiloo voor goed in stand te houden. De onderhandelingen hebben langen tijd geduurd, maar thans is de zaak in orde. De gemeentebestu ren van Alkmaar en Heiloo hebben met klinkende munt bewezen, van hoe groot belang zij het achtten dat het bosch behouden bleef. Wat wandelbosch was, blijft wandelbosch. Het Heilooër bosch wordt een bezitting van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland onder de ver plichting dat er in de vrijheid van beweging deiwandelaars geen verandering komt. Toch hopen wij, dat die wandelaars de verplichting zullen ge voelen, niet alleen om het bosch te ontzien, maar ook om de Vereeniging te steunen door toe te treden als lid of donateur. De flora en fauna en de bodem gesteldheid van het bosch zullen aan een nieuw onderzoek worden onderworpen en de uitkomsten van dit onderzoek zullen ertoe strekken, om te maken dat ook dit bosch het grootst mogelijk genot geeft aan het grootst mogelijk aantal menschen, de brave Heilooërs voorop, want die hebben zich voor zoo'n kleine gemeente waarlijk vorstelijk ge dragen. Wanneer Amsterdam eens naar rato bijdroeg voor het behoud van de ontspanningsterreinen voor de bewoners van de hoofdstad, dan konden we nog goede dingen beleven. Alkmaar en Heiloo en de Provincie Noord-Hol land hebben een prachtig voorbeeld gegeven van goed overleg voor het behoud van laudschapsschoon in een gewest. De Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten heeft wel medewerking in dien zin gevonden voor het behoud van het land goed de Braak (Groningen en Eelde) en van de Oisterwijksche Vennen (Oisterwijk, den Bosch, Tilburg), doch hier met Alkmaar en Heiloo en de Provincie hadden wij samenwerking en dat is weer een stap verder. Niet altijd is dergelijke samen werking mogelijk. Het natuurschoon der woeste gronden ligt doorgaans in gemeenten, die zich geen enkele extra uitgaaf kunnen veroorloven, of zelfs in Provincies, die maar een heel schrale kas hebben. Daar moet dan de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten werken met haar eigen crediet, de offervaardigheid van haar vrienden. Het wordt ook tijd, dat de Staat der Nederlanden zich meer dan tot nu toe met deze aangelegenheden inlaat. Uit de Kamerdebatten hebt ge bemerkt, dat het onlangs aangenomen belastingwetje mag beschouwd worden als een eerste stap in die richting, en dat de tweede stap in voorbereiding is. Laat ons hopen, dat er spoedig gang in komt. 'Nieuwe uitgaven William J. Long, Moeder Natuur. Een studie over leven en dood der dieren. Uit het Engelsch vertaald door Cilia Stoffel, met teekeningen door Ch. Li vingston Buil. Rotterdam, W. L. en J. Brusse's Uitgevers Mij. Dit is het veertiende boek van Long, dat in een Hollandsche vertaling verscheen. Long's boeken munten door eenvoud uit, zoodat jong en oud er ? van kan genieten; hij brengt de menschen dichter bij de Natuur, leert hun, spelenderwijze, de dieren nauwkeuriger waar te nemen en wekt hun belang stelling voor het leven der dieren op, daarin op voortreffelijke wijze bijgestaan door den teekenaar Livingston Buil. C. B, VAN BOHEMEN Schilderijen Restaurateur Als zoodanig door de meest bevoegde autoriteiten erkend Nieuwe Uitleg 27 Den Haag KRONIEK Een Van Heutsz-kalender T N het begin des jaars verschijnen er vele nieuwe kalenders. Het lijkt wel een flora, zoo veelsoortig en veelkleurig, en de mensch ver heugt zich in hun bloei. Daar zijn er, die de oogen streelen met een bonten bloementooi, andere tooien het dierenrijk, met liefelijk of statig gevogelte, pluimvee" genaamd. En er zijn er ook met arglooze konijntjes. Doch ? sommige begeeren dieper te gaan dan oogenlust alleen. Zij bieden u ernstige tot diepe voorstellingen van 's wereld tafreelen of Gods Hei ligen, die nopen tot inkeer en betering van 't zondig naturel. Of leiden u aan de hand door 't leven met zoete wijzigheid, gelijk de Casimir-Scheurkalender ??Voor Alle-Dagen. Of verschaffen u practische recepten voor den dagelijkschen burgerpot. Blaar dit alles richt zich enkel tot den Individueelen Mensch, aesthetisch, ethisch of zon dig. Tot den Staatsburger of Vaderlander richt het zich niet, en daarom gevoelde ik mij innig verblijd op de Varkensmarkt te Nijmegen die leem te gevuld te zien. Daar hing, om kort te gaan, een Kalender, geschikt en bedoeld het Vaderlandsche Hart hooger te doen kloppen door den aanblik des geest v oliën gelaats van wijlen onzen militairen Held, den Generaal van Heutsz, met al zijn aankleve van kwasten, nestels en sjerpen. Ook de Commandeurs ster ontbreekt niet en Wijlen Zijn Excellentie kijkt imponeerend en tegelijk glunder onder zijn sierlijke shako uit. Dit weldadig warm aangezicht zal ons over de eerste koude wintermaanden van 1928 troosten. In Mei en Juni aanschouwen wij dan het pijn lijkst moment van Zijn Excellenties tweede begra fenis, nl. dat. waarop zijn stoffelijk overschot, in onbegrijpelijk posthume wreedheid, op een kanon door elkaar gerammeld wordt. Wij zullen blij zijn als dit gruwelijk schouwspel met Juni ten einde is en Het Indisch Detachement" ons komt tegenlachen, als symbool van de warme maanden Juli en Augustus. En ook dit verwarmt het Vaderlandsch gemoed, te weten dat deze bruinen met ons tegen bruinen, strijden en de verovering der Indische dividenden niet aan den blanke alleen overlaten. Het laatste blad van de koudste maanden is dan, niet oneigenlijk, be-ïllustreerd met van Heutsz' Laatste Woning, of Graf, geflankeerd door tweo spiernaakte primitieve militairen. Enkel Van Heutsz" staat er op, en dat is dan voor ons ook genoeg. Maar voor het nageslacht ware het mis schien wel gewenscht er bij gelegenheid onder te doen beitelen wat op dezen kalender geschreven staat, speciaal ten bate der oud-indische soldaten. Met geringe wijziging heet het dan: Handel, Industrie en Cultures in de Overzeesche Gewesten konden zich onder Zijn bewaking rustig ontwikke len en doorwerken". Ts dit niet, eenvoudig ge/.egd, eigenlijk alles waarom wij Vaderlandsche Helden eeren? Ook. door middel van kalenders? F. C. BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA' SPANJAARD&C2 FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl