Historisch Archief 1877-1940
No. 2641
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JANUARI 1928
19:
FEUILLETON:
De Wonderlijke Klok
- door Dr. W. VAN BEMMELEN
Met teekeninr/en voor ..de. Groene Amsterdammer" door I", i'ini Sle
l_l AROLD zat, waar hij immer het
liefste war. gezeten: aan zijn
werktafel midden tusschen zijn klokken.
Mooi was die werkplaats geenszins
en het eenige venster gaf geen beter
uitzicht dan op een binnenplaats.
Maar wat deerde het hem? Kr viel
voldoende, ja ruimschoots licht op
zijn werktafel, die voor dat venster
stond, en aar de drie overige wanden
van het vertrek hingen en stonden
zijn klokken. Ze keken allemaal naar
hem, wanneer hij daar zat. Kn als
hij zich op zijn stoel omwendde, dan
zag hij mm ronde gezichten met de
cijferoogen naar hem toegewend. Keer
de, hij zich niet om en was hij bezig
met 'n rad, 'n as of 'n pal, dan lieten
ze toch door hun getik hem hooren,
dat ze bij hem in de werkplaats waren.
Dat gaf hem 't vriendelijk gevoel van
'n vader, die tusschen zijn geliefde
kir deren zit. Want z'n kinderen waren
ze toch eigenlijk wel.
Had hij hen niet uitgedacht en
vervaardigd? Had hij niet vol toe
wijding aan hun raderen en assen ge
vijld en geslepen, gepast en gemeten?
Hij kende hen tot in hart en nieren;
hij wist hun deugden en feilen. Van
die kleine bijvoorbeeld, daarboven de
deur, die zoo haastig tikte, alsof hij
bang was, dat hij den tijd niet bij zou
kunnen houden, en die van al die
haast wat aamechtig was geworden,
zoodat hij niet dan 'n korten, afge
beten uurslag geven kon.
Wat 'n tegenstelling met die statige
staaiiklok in den hoek, dien hij reeds
lang geleden had gemaakt, en dien hij
zoo'n beetje als z'n oudsten zoon be
schouwde.
Wat zwaaide zijn slinger plechtig
en afgemeten heen en weer, onver
stoorbaar kalm. Was het uur vol, dan
liet hij met zware stem zijn slagen
hooren en na lederen slag wachtte hij
rustig tot het geluid uitgegalmd had,
vóór hij den volgenden liet klinken.
Naast hem hing een vrij groote klok,
waaraan hij heel wat versiering had
aangebracht, zoodat het 'n lust was
om er naar te kijken; maar 't was
zijn zorgenkind. Hij had 'n karakter
fout; Hij was en bleet' onbetrouwbaar.
Hoe zorgvuldig hij ook zijn gang
regelde, telkens en telkens, nadat hij
dagen lang volkomen regelmatig had
geloopen, week hij weer van het goede
pad af en bleef zonder blijkbare reden
minuten achter of was met ongeoor
loofde vaart vooruit gesneld. Hij kon
maarniet, vinden, waar de f out schuilde,
en eigenlijk beschouwde hij het niet
overwerkte
zenuwen
kalmeeren en worden
gesterkt door
'rJwdt's
' ?uisje 75ct.Bij Apoth.en Drogisten.
als 'n gebrek in rai.k'i-slaml of asvorm
of wat ook in het uurwerk, maar als
'n karakterfout, van den klok. - .Ta.
wanneer men, als Harold. zoo mee
leefde niet z'n klokke'i, dan werden ze
tot meer dan doodo werktuigen, Zoo'n
klok, div.i daar dag en nacht al tikkend
den tijd nauwkeurig bijhield en im t
zijn slag de uren verkondigde, dien
kon men toch bezwaarlijk als '11 dood
ding beschouwen. ..Bezield" durfde
hij niet zeggen, maai' 't leek er toch op.
't Waren toch kinderen van hem,
daar ging niets van af. Hij vond het
akelig, wanneer hij er een verknopen
heitl bracht Vlij den tijdmeter naar zijn
huis terug. Als 'n priester, die den
heiligen ouwel draagt, zoo voerde hij
den tijd over. Kn had hij daarna het
klokje op zijn werktafel neergezet,
7.00 was voor hem dat uurwerk verre
verheven boven de andere klokken.
die daar. waren.
Met de grootste nauwkeurigheid
hracht hij hun aanwijzing in overeen
stemming met den meegebrae.ht.en
tijd en hij verbeterde hun gang om
hen zoo \ olkomeii mogelijk gelijken
tred te doen houden met den waren
Tijd. uut dien polsslag der wereld, die
de volkomene onbewogeiiheid der
wereldziel had.
Als hij daar in de doodstille hal van
de Sterrewachl stond en hij zag den
zwaren slinger van den. hoofdklok heen
en weer zwaaien met algeheele gelijk
matigheid, da.n was 't hem of hij den
Tijdgod voort zag schrijden in zijn.
eindeloozen tocht door de oneindige
wereld. Nimmer dralend, nimmer
haastend, maar immer met
denzelfden, onveranderlijke!) pas. Dien,
moest, en het deed hem pijn de ver
kochte uit zijn werkplaats naar de
woning van den kooper te brengen.
Gelukkig behoefde hij niet voor
goed afscheid van hen te nemen,
want hij kon hen eenige malen per
jaar opzoeken om na te gaan of ze
wel schoon waren en 'n juister) gang
hadden.
Zoo was hij een trouw vader; maar
ook 'n veeleischend vader was hij:
zijn klokken moesten nauwkeurig den
tijd volgen.
Harold had 'n diep gevoel van
ontzagvoor den Tijd. Hij ging immer zelf
naar de Sterrewacht om van den
standaardklok den juisten tijd te
halen. Met eerbied stond hij daar voor
dat uurwerk, dat hing aan den on
wrikbaar vast opgetrokken peiler.
waarop de kijker rustte, die den tijd
uit den stand der sterren vermocht te
lezen.
Hij vergeleek dan den meegenomen
chronometer met het
standaarduurwerk en met de uiterste
voorziehtigmet onverstoorbare regelmaat
voortschrijdenden Tijd moesten zijn klok
ken volgen. Alle zorg besteedde hij
aan hun loop, en met voldoening kon
hij er van. genieten, wanneer ze samen
het uur sloegen -- vooral het middag
uur.
Ken korten tijd te voren liet hij zijn
werk rusten en wachtte op den eersten
slag. Wie. der klokken zou hem
geven:1 --- Hij wist het meestal reeds
uit hun slaan gedurende den morgen.
En als die eerste slag klonk en
dadelijk opgevolgd werd door twee
van eeu paar andere, terwijl dra de
overige hun stem verhieven, dan
glansde zijn gelaat van. voldoening.
't Was 'n oorverdoovend gegalm in
de werkplaats; maar Harold kende
geen mooier muziek.
O wee! echter, wanneer een der
klokken achterbleef en nog vele of
alle slagen moest geven, wanneer de
andere al gereed niet hun. uur-roep
waren. Dan werd de schuldige dadelijk
onderhanden genomen en weer in hef
strenge gareel va,ii den juisten Tijd
gebracht.
Maar ditmaal dacht meester Harold
niet aan liet middaguur ! De geheele
week lang was hij niet in zijn
werkpla.ats geweest.
Ken week. een garische week lang t
Hoeveel uren was dat niet geweest?
Kn wj'jf niet was er in die vele uren
geschied: wat h.".d hij niet beleefd in
die zeven etnvvleii! Zijn hart bloeide op
van de heerlijkste, zuiverste vreugde,
als hij dacht aan die dagen, welke de
schoonste waren geweest, van alle, die
zijn leven hem tot nu toe geschonken
had. Zijn bruid had hij afgehaald van
haar ouderlijk huis; voor het altaar
hadden ze samen gestaan om
vereeuigd te worden voor altijd. En
dezen morgen had hij zijn jonge
\vouw binnengeleid in zijn huis. waar
ze nu alles voor hem zou zijn: de
liefhebberde, de zorgende en de geluk
schenkende.
Ondanks dat alles was hij toch blij,
dat hij weer in zijn werkplaats terug
was. Die was hem trouwens niet uit
de gedachte geweest en telkens had
hij zijn bruid van. zijn werk verteld
en was doodgelukkig geweest, toen
hij merkte, dat ze met belangstelling
naar hem luisterde.
Hij zat nu wel weer aan zijn
arbeidstafel. zijn leerling had hem verslag
gedaan omtrent het werk voor de
klanten, en. hij had er zeer zeker naar
geluisterd, maar eigenlijk had hij zijn
hoofd nog vol van de dagen, die achter
hem lagen. Zoo dacht hij er niet aan,
dat het middaguur naderde.
l*'en krachtige slag van een der
klokken klonk en schrikte hem op
uit zijn zoete overpeinzingen.
O ja ! 't is middag, en als vau zelf
verwachtte hij onmiddellijk de slagen
van '11 paar andere te zullen hooren.
Maai- die bleven uit.
Eenzaam ging het aan sla;;' geraakte
uurwerk voort- en sloeg zonder geleide
zijn dozijn slagen.
Verbaasd en geërgerd wachtte
Uarold. Eindelijk begon een der andere
te slaan en bij den zevenden slag twee
der overige. Kerst lang nadat die
gereed waren verhief een der andere,
trage broeders zijn stem. Daarna weel
een stilte en dan opnieuw 'n paar
achterblijvers.
Harold ergerde zich in toenemende
mate; 't was 'n schande ! Hij wond
zich hoe langer hoe meer op. 't Duurde
vijf minuten, voordat de laatste ten
slotte met zijn twaalftal gereed was;
maar toen was ook de verontwaardi
ging van den klokkenmaker tot 't
kookpunt gestegen. Hij liep woedend
naar het nevenvertrek, waai' de leer
ling was gezeten en brulde hem toe:
I u mm el, naarling, beroerling ! Heb
je zóó voor mijn klokken gezorgd ! 'i*
Heb je ben zóó schandelijk
verwaavloosd ! ? Heb je dan heelema.al geen
gevoel meer voor den tijd 'i \ Hoe is
het godsterwereld mogelijk, dat je die
afgrijselijke tijdsverwarring r-ii dag
hebt kunnen aanhooreu \ 'i Moet jij
een klokkemaker worden ? l ,1e hebt
blijkbaar geen sprankje eerbied noch
gevoe! voor den waren Tijd ! Zoo'n
leerling is 'n schande voor mij; ZOO'D
prul kan ik niet gebruiken ! Voort ! '
Verdwijn uit mijn oogeri ! l"
Kn zóó dreigend kwam hij op den
leerling af, dat de jonge mii.n ver
schrikt wegvluchtte.
(Wordt rarvolful)
LINCOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBACH- Haarlem