Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JANUARI 1928
No. 2641
COMOEDIA
door HENRIK SCHOLTE
Amsterdamsch Tooncel: Vier dagen uit het
leven van een onfatsoenlijk Meisje", door
Rodolf Bernauer en Rudolf Oesterreicher
ftj A de water-en-melk premières van de laatste
maanden, eindelijk eens een avond, waarop
men althans weer het woord tooneel durfde uit
spreken, zonder dat het van schrik op de lippen
bestierf.'
Het was geenszins een superieure uitvoering van
een superieur stuk, noch het een noch het ander,
en menschen, die in den schouwburg keuvelende
.onderonsjes blijven zien, zullen er gechoqueerd
.vandaan komen. Maar de tooneelliefhebber, die
heen stapt over een rauw woord in een weinig
scrupuleuze situatie, heeft brok bij brok spel te
zien gekregen, dat zonder eenigen twijfel belangrijk
is en de opvoering tot een vaak onverwacht en
ongewild succes gemaakt heeft.
Het stuk schommelt tusschen den stuiversroman
en het Duitsche blijspel, het schommelt hevig en
is in zijn plotselinge overgangen van een bijna
onbeschofte virtuositeit. Melodrama en volks
klucht wisselen elkaar af in deze tafereelen uit het
léven van een variétémeisje, dat zich ongerept
staande houdt tusschen haar min of meer onver
dachte vereerders, maar op het oogenblik, dat zij
in het huwelijk zal treden met een jongen,
imbecielverwaten docent, liever haar bruidsjapon in
stukken scheurt dan zich in de toekomst bedreigd
te zien door dat soort Assessor Brack-type, dat
een vroeger mislukte poging in gunstiger omstan
digheden denkt te herhalen.
Al deze menschen zijn (wellicht onopzettelijk)
verteekende grotesken, niet het minst het meisje
zelf, dat zich in het slotbedrijf om een geëxalteerd
eer-begrip voorgoed in de armen werpt van een
gansch aftandschen vorst, die alleen maar eischt,
dat zij moedernaakt de trappen naar het altaar
op zal gaan.
Iets van de kalkige variété-sfeer, die met het
eerste, toch niet zonder eenige te onbehouwen maar
raak-zittende sarcasmen geschreven bedrijf zijn
intrede doet, is in dit zonderlinge stuk blijven
hangen. Het is een colportage-Wedekind met zoo
vele en zoo verschillende spelmogelijkheden, dat
men er boven uit kan spelen. Het is een dier stuk
ken, die een regisseur als Karl Heinz Martin of
Brwin Piscator waarschijnlijk tot een hoogst
prbgrammatische ensceneering met volledige ver
achting voor den oorspronkelijken text gedreven
zou hebben.
Intusschen waarborgde de normale, maar ter
zake kundige regie van Chrispijn, dat elke tendenz
in die richting aan deze opvoering vreemd was.
Maar het soms prachtig expressieve, hoewel onge
lijke spel van Ida Wassermann, dat de zuiverste
winst van dezen avond was, kon hij niet aan
banden leggen. Deze jonge Vlaamsche actrice
had reeds in Regen" en zelfs in Josef Catani"
ieta, dat op een bij alle technische ontoereikendheid
belangwekkend en natuurlijk speltemperament
Wees. Haar rol in dit stuk, fel en beheerscht tevens,
boeide door de verrassend groote variatie tusschen
klucht en melodramatische ernst: een snel en
mimisch vooral sterk volkstalent, dat met een
mooie ongedwongenheid ook door de hachelijkste
situaties heenspeelde. Haar slotscène uit het derde
bedrijf sleepte het publiek, dat eerst rumoerig was
geweest en op de galerij reeds commentaren begon
te leveren, tot een onverdeeld enthousiasme mee;
onstuimige overgave aan een rol, die zij op dit
punt stellig overtrof, deed hier alle vocale tekort
koming vergeten.
Joris Diels speelde den caricaturalen docent met
een sterk moderne charge. Op de vraag of een andere
minder geëxponeerde opvatting mogelijk geweest
zou zijn, laat de rammelend en onwaarschijnlijk
geschreven rol geen antwoord toe. Folkert Kramer
gaf. een zacht, maar gaaf type van den ook reeds
wat wormstekigen minister en Carolien van Dom
melen speelde warm, gul en met plezier een du
bieuze dame met het goede hart.
Best nog de groote sensatie uit het trouwens
toch reeds weer oplevende slotbedrijf: de kindsche
vorst van Louis de Vries. Men heeft deze voor
treffelijke prestatie vergeleken met de typen der
Moskouers. Ik voor mij geloof, dat het zuiver de
late glorie van de oude school is om met zooveel
intenze en onbewust naar buiten tredende expres
siviteit den half onwerkelijken en thans met recht
Wedekind-achtigen deus ex machina het
troostelooze restant van leven in te blazen.
Muziek in de hoofdstad
door CONSTANT VAN WESSEM
De neger-tenor Roland Hayes
U leven thans in het tijdperk van vereering
voor de primitieven, voor de natuurvolken en
de exotische beschavingen. Alles wat goed is en
interessant komt thans van buiten Europa. Tegen
over deze overdrijving staat, dat het voor onze
waardeering der eigen cultuur van waarde is de
dingen ook van een anderen kant belicht te zien.
De neger heeft Europa veroverd zooals hij eens
Amerika veroverde, Maar het is van beteekenis,
dat deze neger niet uit Afrika, maar via Amerika
tot ons is gekomen. Het is niet de Afrikaansche
negermuziek, waarop wij in onze dancings steppen,
het is de Amerikaansche jazz-muziek, die elemen
ten aan de Amerikaansche Christelijke neger
liederen ontleende om zich er mee bij een rhy tlime
van onzen tijd aan te passen.
Ongetwijfeld, de Amerikaansche negers dansen
bij hun liederen, doch het is een bewegingsuiting,
een soort scandeeren vanhetgevoelsrhythme. Dat
zou ook de zin van onze jazz-rhythmen zijn, indien
onze jazz-muziek iets anders uitdrukte dan haar
banaliteit, culmineerend in haar inhoudlooze,
Teékening voor de Groene Amsterdammer"
door B. van Vlijmen
Roland Hayes
slechts door syncopes interessant" gemaakte
melodieën. Maar de christelijke negerliederen, de
z.g. negro spirituals" staan zoowel in melodischen
gevoelsinhoud als in uitdrukking op een hoog en
religieus peil. Wij behoeven slechts twee meester
lijke en gevoelsverwante voordragers der spirituals"
om te begrijpen hoezeer het dansrhythme hierbij
scandeerende begeleiding, wel gesyncopeerd, doch
zonder brutale en prikkelende abruptheid, blijft:
een zacht en gevoelig accent.
De Amerikaansche neger-zanger Roland Hayes
heeft hier op twee concerten gezongen, een in de
Gr. Zaal, een in de KL Zaal Concertgebouw.
Beide concerten waren leerrijk, het eerste minder
dan het tweede. Het eerste concert gaf gelegenheid
de eigenschappen van Hayes' stem vast te stellen;
het tweede om die te ontleden.
In een uitstekend werkje Le jazz" hebben
AndréCoeroy en AndréSchaefner de eigenschap
pen van de negerstem vastgesteld, die men in
Hayes' zingen ondanks haar geschooldheid in het
zingen van het Europeesche kunstlied, terugvindt:
De stem van den neger kan een uiterste zacht
heid bereiken, die feitelijk ondefinieerbaar is. In
het hoogste register krijgt zij het knapen-timbre
van den castraat, maar altijd zonder hardheid.
De Engelsche taal, aldus gezongen, roept onweer
staanbaar de zoete sonoriteiten van den saxophoon
op. De negerstem gaat van den eenen toon naar den
OLYMPIADE.
Sportlui beveiligt Uw oogen; gebruikt
onbreekbare br ill englaze n.
JOS. HARTOG.
Hoofdsteeg 17 tel. 3343 Rotterdam,
Nobelstraat 28 tel. 11063 Utrecht.
anderen zonder duidelijk hoorbaar glissando; als
zij groote overgangen van de lage naar de hooge
registers maakt, tot kopstem wordt, gebeurt dit
altijd met een soepelheid en een afwezigheid van
hoekigheid, die bekoort".
Het was ook het hooge register dat ons bij
Roland Hayes het meest boeit om zijn zeldzamer
teederheid, zijn zachte verglijdingen en uiterste
gevoeligheid, met een rijkdom aan genuanceerd
heid, die onnavolgbaar is. Hier scheen feitelijk
dediepste uitdrukking der aandoeningen te leven, hier*
werden zij ontroerend, stil-makend, verrukkelijk
en vol wijding. Het is feitelijk een vreemde eisch
van ons en een vreemde eerzucht van den neger,
dat Hayes het Europeesche kunstlied, dat hij
Schubert, Brahms, Haendel, Rachmaninoff, de
Italianen zong. Hier was meestal iets
gehandicapts", iets geassimileerds" in, een aanpassing vare
primitief gevoelde aandoeningen in wel is
waareffectvolle, doch psychisch-muzikaal veel grover
besnaarde verwerkelijkingen. Er was veel
bewonderenswaardigs aan dictie en aan articulatie, de
glissando-techniek klonk vrijwel geheel opgeheven^
maar ook: het was minder echt. Van al deze liederen
mogen alleen Purcell's aria uit Dido" Schubert's.
Jüngling an der Quelle" en het gebisseerde lied.
uit As you like it" van Roger Quüter om hun.
gevoelige expressiviteit genoemd worden; voor
den neger-zanger hadden zij blijkbaar iets ver
wants. Onze fel-stijgende dramatiek" is aan Hayes*
wezen vreemd.
Onze verwachtingen waren gespannen op de
Negro spirituals". En eerlijk gezegd: aanvankelijk
waren wij teleurgesteld. De toon van een neger
gezang was er uit, het werd te Europeesch-mooi»
ontroerend van voordracht, maar het opende geen
wereld, men zag niet binnen in een ziel, van een
lijdend en smartelijk geloovig ras. Totdat op eene.
een toegift, Crucifixion", door Hayes zonder eenige
begeleiding gezongen, ons dit gaf, wat aangrijpend!
voor ons werd, een toon van dien diepen achter
grond, waarop al deze Spirituals" gesteund zijn,
die hun het eigen wezen geeft, wat hen onderscheidt
van het protestantsche koraal, dat zij als christelijke
geloofsbelijdenis assimileeren. Hier werd geheel
uit gezegd wat Hayes tot nog toe in de spanning
van zijn spieren en zenuwen hield opgesloten, zijn
handen deed trillen en de gelaatstrekken verwrin
gen. Men kreeg de gewaarwording: waartoe diende
dien geheelen avond de Italianen, Schubert,.
Brahms, enz. als dit door negers gemaakt en door
negers gezongen kon worden, met zulk mede
gevoel voor smart en leed, dat hier zelfs in den primi
tief naïeve vorm van een lied-refrein tot ware
menschenlief de opklonk ? Vreemde zijlichten worden
er door op onze waardeering voor eigen muz-ikale
cultuur geworpen, die den negerzanger van zich
zelf wil wegtrekken.
Ten slotte nog een woord over den begeleidende»
pianist, Percy Parham.. Van wat men vertolking:
der klavier-partij bij het kunstlied noemt, had het
niet veel. Parham kon zich zeker niét zooals Hayes
in een hem vreemde expressie thuis voelen: het
werd een tokkelend, parelend, door de zachte pe
daal gedempt begeleiden van den zanger, niet in
de eerste plaats van het lied, en er ging toch eert
zeer eigen bekoring van uit, een milde bescheiden
gevoeligheid, die bleef boeien.
DIT
Greatest
Artists
MERK
Fin est
RecordingIS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERT R O F F E N REPRODUCTIE El*
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
AM8TERD. VEERKADE 22A DEN
HAAOInt. Muziek tentoonstelling Genève 1927
Hoogste onderscheiding.