Historisch Archief 1877-1940
P^e Groene
bLAK
ommer
voor Nederland
Sinds meer dan -vijftig
j&&r aan de spits der
weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNKAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEPF
Secretarif der Redactie: C F. VAN DAM
Uitg.: N,V. DE GROENE AMSTERDAMMER
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM. C
Alom verkrijghaar
OPGt-RICHT IN 1877
No. 2642
ZATLKDAG 21 JANUARI 1928
Prof. Mr. J. T. Buys
26 Januari 1828?26 Januari 1928
door Mr. J. LIMBURG
T) estaat er aanleiding voor Nederland, nu
Leiden zich opmaakt om den eenmaal zoo
geliefden leermeester op zijn honderdsten geboorte
dag opnieuw den tol der hulde te brengen, Buys
te herdenken?
Ik antwoord (hot feit dat ik over Buys schrijf
op ver/.oek der liedactie bewijst het reeds)
bevestigend. Nederland heeft grootere juristen
gehad dan Buys, de Universitaire annalen kennen
academische docenten, die niet zijn. minderen
waren; ook zijn er publicisten geweest, al waren
het er weinigen, die Buys evenaarden, zoo niet
overtroffen, maar de figuur van Buys als geheel
blijft een specimen van het beste, waarop het
cultureele Nederland in liet tweede gedeelte der
negentiende eeuw kon bogen..
Buys was een voortreffelijk academisch docent,
Buys was in zijn tijd een onzer best* kenners van
ons staats- en administratief recht: hij was een
uitnemend spreker en fijn debater, als hoedanig
hij lange jaren de vergaderingen der Provinciale
Staten va/i /uid-Holland heeft beheerseht; hij
was een publicist van den eersten rang, en, was
in zijn tijd de Gids" het invloedrijke en machtige
tijdschrift, een deel var, dien invloed dankte het
vooral, na de periode Potgieter?-TTuet, aan Buys'
essays.
En toch zou dit alles misschien geen reden zijn
Buys buiten den eigenlijken kring der Leidsche
Universiteit, waar men terecht een groote ver
eering had voor dezen hoogleeraar in. het staats
recht, als een aan het geheele land toebehoorende.
figuur op de/.en dag te herdenken, wanneer niet
twee feiten van belang dit tot plicht maakten.
Vooreerst ligt de groote beteekenis van Buys
hierin, dat eigenlijk m't hem begint de systema
tische beoefening van het Nederlandsche
staatsen administratief recht aan de Universiteit.
Toen Buys in 1864 zijn leerstoel te Leiden, na
eerst een tweetal jaren het hoogleoraarschap aan
het Amst. Athancum te hebben bekleed,
aanvaardde,werd daarmede aan onze oudst e Universiteit een
nieuw tijdvak vaa rechtskundigen bloei ingelu'd.
Aan het staat ^r :cht was weiii'j; of niets door des
udenten gedaan; Buys' voorganger, de
hoogleeraar Cock, deed er zelf weinig aan,, en de wettelijke
voorschriften eischten geen examjn in het
staatsof administratieve recht. Buys bracht? hier ver
andering, ook reeds vóór de besluiten ter uitvoering
van de Hooger Onderwijswet in 1878 het doctoraat
in de staatswetenschap hadden geschapen.
Wie een denkbeeld zich wil vorm in van Buys'
methode van onderwijs, herleze zijn uitvoerig
commentaar De Grondwet", dat hij zooals hij, in
de Voorrede van het Eerste Deel, in 1883 schreef,
zelf beschouwde als een leidraad voor zijn
studenten. Het is de artikelsgewijze behandeling
en uitlegging van onze hoogste staatswet en het
werk draagt alle kenmerken van des schrijvers
aanleg en persoonlijkheid. Een levendige, gekuischte
hoofsche stijl, een groote helderheid, een sterke
objectiviteit in het weergeven en behandelen der
verschillende meeningeu, groote volledigheid en
zelden een sterk sprekende overtuiging. Wie Buys'
colleges had gevolgd en in zich had opgenomen,
kende de Grondwet en de historische ontwikkeling
hater bepalingen. Altijd ging hij terug tot de Grond
wetten van 1814 en 1815, herhaaldelijk tot de
Constitutie 3 van de Bataafsche Republiek en van
het Koninkrijk Holland. Leende zich de door hem
in zijn handboek gevolgde methode niet tot een
systematisch overzicht van de vraagstukken,
waarvan de grondwetsartikelen een oplossing
gaven of poogden te geven, op zijn colleges vulde
hij die leemten aan, en dat alles in een rustigen,
klaren betoogtrant, in voornamen stijl.
Men heeft na het verschijnen van Buys' Grond
wet" gezegd, dat het boek teleurstelling heeft
gebracht. Het feit bewijst, hoe hoog de verwach
tingen waren gespannen. Zij. die zich teleurgesteld
gevoelden, konden niet klagen over onvolledige
of oppervlakkige tekstuitlegging. Er bestond geen
werk over de Grondwet, dat zich van zuiver
legi it.seh standpunt bezien met Buys' commentaar
kon meten. Maar wat Buys niet gaf, wat hij ook
van de katheder niet heeft gegeven, was een
ktaat leer. Geen leer omtrent oorsprong en karakter
van den Staat, omtrent ooi-sprong en karakter
van het recht. Hij was in dat opzicht een kind van
zijn tijdperk, de tijd van den bloei van hot libera
lisme, dat ten onzent i^&'i philosophischen onder
grond was gespeend. Voorzoover bij Buys de
diepere staatsrechterlijke vragen een rol speelden
bij de uitlegging van sommige bepalingen der
Grondwet (bijv. de grenzen van liet koninklijk
gezag, het wetsbegrip), volgde hij vrijwel de
toen door de Duitsche juristen, o.a. Labaud en
Gerber, aangenomen methode.
Het verschijnen van Buys' werk moge sommigen
hebben teleurgesteld, van zijn tijdgeuooten heeft
niemand datgene aangevuld, waarin Buys had
teleurgesteld". Eerst meer dan twintig jaar
later verschijnen de principieele werken van
Krabbe en Struycken.
"
Er is een. tweede reden ons heden ten dage de
tegelijk sobere en voorname figuur uit Leiden s
professorenrij van 1804?1803 te herinneren.
Buys heeft als geleerde de niet geringe verdienste
gehad b laribrekend werk te hebben verricht en in
dit opzicht volgelingen te hebben gekweekt. Hij is
in Nederland de groote kampvechter voor een on
afhankelijke Administratieve; Rechtspraak. In
woord en schrift heeft hij uiting gegeven aan zijn
rechtvaardigheidsgevoel, dat eischte, dat de burger
in zijn geschil niet de overheid niet of geheel rechte
loos zou zijn óf aangewezen zon zijn op de beslissing
van diezelfde overheid, die in het geschil pat tij was.
Als lid der Staatscommissie, die de grondwetsher
ziening van 1887 voorbereidde, als hoogleeraar en
als publicist (zijn pracadvies over de administratieve
rechtspraak voor de Nederlandsche Juristen
vereeniging in 1891) heeft hij de juristen wakker ge
schud en hen opgeroepen tot het aanvullen van een
leemte in ons publiek- en administratief recht, die
in andere landen, met name in Frankrijk en Pruisen
al sinds jaren, dank zij den wetgever, niet meer be
stond. Hij heeft den triumf van zijn denkbeelden
niet mogen zien. Hij heeft wel is waar het genoegen
gesmaakt, dat in 1891 voor hot vraagstuk der Admi
nistratieve Rechtspraak een Staatscommissie is
benoemd, waarvan het voorzitterschap aan den
oud-minister Kappeyne en het onder-voorzitter
schap aan Buys was opgedragen, maar zelfs het
vaststellen van het rapport dier commissie, dat
in zoo menig opzicht de sporen draagt van zijn in
vloed, heeft hij niet meer beleefd, daar hij te voren
(1893) was overleden. Daardoor is aan Buys het
leed bespaard gebleven, dat hij stellig zou hebben
gevoeld, indien hij zoowel de Kamer als de Regee
ring met de eindelijk door zijn geliefden leerling
Loeff bij de Staten-Generaal ingediende ontwerpen
zou hebben zien omtobben en ten slotte de geheele
zaak zou hebben zien begraven, zoodat we
voorloopig alleen staan voor fragmentarische oplossin
gen. Men had het getij laten verloopen, en inmiddels
waren de denkbeelden o.a. onder invloed van Struy
cken. bij velen zeer gewijzigd. Zoo ooit aan een
INHOUD:
11.
12.
13.
15.
16.
17.
18
19.
20.
Mr J. Limburg, Prof, Mr. J. T. Buys.
W H Vliegen. Ra<no en Pnht'ek.
Joh Braakensiek, Het gehanker tegen de Olymp.
Spelen Aar te* ken innen
Top Nneff. Widem Roynards en zijn schouwburg.
Prof Dr. H Brngmans. Het Oera-Lindaboek.
Annie Salomons ttijknmstigheden
Dr lac P Thijsse, Muskusrat Mr Frans
Coenen. Kroniek
W v Itallie-van Embden. Mr. Th. Heemskerk.
W. Markus Poels, Emil» Znla.
L J. Jordaan, tfioscopy H. Schol te,
' omnedta
Top Naeff, Dram. Kroniek A. Plasschaert,
Schild< rkunst.
C A. Klaasse, Het af betalingssysteem
Beurssr>(>t" /
T''gvr.i,trinngen Alicla Zevenboom's Croquante
cmqucljes Charivaria
Dr W v Bemmelen, De wonderlijke kl"k.
Dr R Feenstra, 7 ikt.lauüjes Uit het
ktadSchnjl "on Jantje
J., O'ympus Woningnood, met teeken, door B.
van Vlijmen.
Melis Si oké. Pijmkionyck; Winkelslutting
Cel 2, T, lef'on
Omslag: Sprtprnblemen.
Bijvoegsel: Joh Braakensiek. President
CooItdge up het ^an-Amerikaan^che Congres.
'Da/nes
riokka- caramel,om.
huid. doorfitnjz. melk- Z
chocolade Een zeer p
BONBON.
""!?.
NGERS^J
voor wetgevende regeling in aanmerking komende
materie bewezen kan worden, dat ook op dit ter
rein van toepassing is het spreekwoord van het
ijzer, dat gesmeed moet worden als het heet is,
dan is het ten opzichte der Administratieve Recht
spraak. Niet alleen Buys heeft zich hier illusies ge
maakt ; ook de zooveel sceptischer aa.ngelogde
voorzitter der Staatscommissie van 1891, de oud
minister Kappeyne. Nog herinner ik mij, hoe deze
mij in die dagen?ik had toen juist de Universiteit
verlaten toevoegde ik zal de invoering van de
Administratieve Rechtspraak niet meer beleven,
want op z'jti vroegst zal de wet in 1897 in het
Staatsblad staan, en dan zal ik er niet meer zijn".
Dit laatste had Kappeyne, die in 1895 overleed,
goed gezien, maar hoe weinig heeft hij vermoed, dat
de administratieve rechtspraak-ontwerpen meer
dan dertig jaar na zijn dood nog geen plaats in het
Staatsblad zouden hebben- veroverd !
*
*
Bij een herdenking van Buys kan men niet over
zijn kwaliteit als publicist zwijgen. Hij behandelde
als Gids-redacteur eenige malen per jaar de
binnenlandsche politiek van den dag, voornamelijk aan de
hand der Kamerdebatten. Zijn opstellen, geheel
natuurlijk passend in het kader van den tijd, en
hoofdzakelijk belangstelling vindend in de toen
malige beschaafde klasse der patricische burgerij,
zijn meesterstukken van stijl en conceptie. Zij zijn
ook heden ten dage nog van belang als Merkmal"
van de beschavingsperiode, waarin zij zijn geschre
ven en van het geheele sindsdien zoo ontzaglijk
veranderde aspect der binnenlandsche politiek.
Wie zijn Stormschade" (1875) en zijn Op de
(Vervolg op pag. 2, 3e kolom)