De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 21 januari pagina 13

21 januari 1928 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

TJE KUCNE AMSTEI 21 JANUARI 1928 13 Dramatische kroniek door TOP NAEFF Vereenigd Tooneel: Spel van liefde en list, door Marivaux "p MILB Faguet heeft voor de Lutetia-uitgave van'het Theater Marivaux" een prachtige "voorrede geschreven, waarin hij het werk met zijn deugden en gebreken in het zuiverst lieht stelt en o.a. doet uitkomen hoe er, na Molière, voor Marivaux feitelijk niets anders* overbleef dan: de oppervlakte, waar hij zijn kinderlijke liefdespelen wel wijselijk vrijhield van alle karakteristiek en moraal. Marivaux beleed het openlijk: niet meer wilde hij geven dan marivaudage", en bracht het bij dit beginsel tot een eigen volmaaktheid, welke na twee-en-een-halve eeuw nog niets van haar betoovering heeft ingeboet. Hij dreef den spot met ?de Classieken" en noemde zich voor zijn tijd: een moderne. Terecht, mogen wij thans erkennen, ?want de psychologie, die in zijn oeuvre karakter-ontleding en zedeschildering vervangt, is de psychologie van het gevoel, van de liefde in haar eerste en teerste ontvankelijkheid. p| Het ontluiken, de dageraad. Het werk zou met zijn onnoozele intrigue en geletterde dialogen ver moedelijk al lang vergeten zijn, leefde niet daar onder dat verrukkelijk jong en schuchter aan voelen, dat misschien het schoonste in de liefde is, met de gestage vrees elkander teleur te stellen, te mishagen, mis te verstaan .... |fc Zóó vinden we het dan ook omspeeld door ?den glimlach van een ouder mensch ??in ,,Le jeu de'l'amour et du hasard". Silvia en Dorante zijn voor elkander bestemd, doch zij kennen elkaar :zelfs van uiterlijk niet, en ook het gehoorzaamst hart wil nog zijn illusies. Beiden komen op dezelfde Jist, elkander alsnog te zoeken" in een wereld van fantasie, waar, als op het gemaskerd bal, het ware ,gelaat bedekt mag blijven, waar nog niet de be vangenheid van het verloofd-zijn hun prilste ge voelens aantasten kan, waar het hart zich nog vrij waant te kiezen, Dorante vermomt zich als zijn inecht Pasquin, Silvia kruipt weg in de kleeren van haar kamenier Lisette. Het groote 'misver-stand haalt al de kleine misverstanden^aan, die in de liefde onontbeerlijk, en even zoet als bitter zijn. Verwijdering in ernst zou Marivaux niet ge?doogen, zijn personages zijn uiterst welopgevoede kinderen; de meid en de knecht, die noodgedwongen het spel der meesters navolgen met dezelfde ge lukkige uitkomst, gedragen zich, bij ietwat losser manieren, in den grond niet minder onberispelijk dan zij. En als ze malkander alle vier, passend naar rang en stand, gevonden" hebben, is het stukje uit. Nauwelijks tot den eersten kus laat Marivaux het komen .... de dauw zou er mee van de vrucht gaan. Niet alles in de liefde is be stemd voor de galerij. Daarvoor is of moeten we zeggen was? het gordijn. Wel zeer jong moet dit werk gespeeld worden. Stijlvol en doorzichtig. Als praestatie leek mij het optreden van Copeau en zijn troepje in ons land wel wat overschat, meer school- vooralsnog dan kunst. Bij dit ,,Spel van liefde en list", dat voor de impro visatie" alles biedt wat een regisseur maar kan verlangen, voelden wij nochtans sterk de waarde der beginselen, en het zuiverings-proces als eersten ?eisen. En merkwaardig genoeg, men zou kunnen jneenen: in tegenstelling daarmee, gingen bij de vertooning van het Vereenigd Tooneel" onze ge dachten niet minder uit naar den ouden tooneeltijd, toen het zangspel nog in eere was, en men de j.soubrettes" ik behoef maar Guusje Poolman te noemen zoo uit de leden van het gezelschap kon halen, die ook voor het litteraire werk in de lichte lijn de melodieuse en zonnige eigenschappen van nature bezaten. Noch de bevallige en stijl volle ingetogenheid der Copianen, noch de natuur lijke charme der oude garde, vonden we bij deze proeve van bekwaanïheid-in-het-genre van het Vereenigd Tooneel". Een onmelet, die niet schui men wou. Een weinig boeiende vertooning, welke overigens vlot liep en haar verdiensten had. Een Silvia" vindt men onder de Hollandsche actrices niet licht. Vera Bondam, in het vuur getoracht voor een rol, die haar niet lag, gaf er haar distinctie aan, doch herinnerde alleen in enkele directe kreten van het hart aan hetgeen zij soms in moderne rollen vermag te geven. Mlnnie ten JHo/e, levendiger, mït mjer natuurlijken aanlog voor haar emplooi van kamenier, bleek als actrice te weinig onderlegd om meer te kunnen bereiken dan. een bekoorlijke dibttaite. Het is niet mogelijk mat ongeschoolde stemmen Marivaux' woorden vloed zóó te laten vloeien, dartelen en verkiüiken, FRANZ SEDLACEK, STADSTAFEREEL (OOSTSMUJKSCTIE TENTOONSTELLING) dat men .... vergeet dat het woorden zijn. Komt daar dan nog een overdaad aan gebaren bij, dan wordt het voor den toeschouwer een druk in plaats van een plezier. Van de heeren had alleen la Chapelle in de vaderrol den genoegelijken snit. Oees Laseur. minder gelukkig in een bijrol, zou wellicht don knecht Pasquin" voor het dóraillement hebben behoed, waarheen Kaart hem stuurde. llooger dan Goldoni moet dezo gevierde kluchtspel-speler niet grijpen, het werk van den Franschen lettre" stelt een geheel anderen eisch. Voo?r Dirk Verbeek, in de rol van den omvoerstaanbaren minnaar Doranto, geldt wat hij zelf' zegt omtrent de lieve Silvia: Elle est si aiiuable cju'on aurait de la peino a ne lui pas parier d'amour". De hoele zaal moet als het ware deze declaratie maar nauwelijks binnen do lippen kunnen houden. Ik kan niet zeggen, dat de heer Verbeek mij in groote ver leiding heeft gebracht. R ie Cramer had het spel fraai en harmonisch in zijn felle kleuren gemonteerd. Om den afstand, om de geheiinpjes", om het gordijn", dat er op de schilderijen, symbolisch, al half overheen hangt, zie ik de 17e-eeuwsche galanterieën altijd nog liever in de gobelintinten, die Watteau en Eragonard er voor bestemden, alles een beetje diffuus. . . . Maar dat is een zaak van smaak, en zelfs van oudorwetschen smaak, en op de gegeven wij^e het salon frisch en fijn als een Ohineesch paviljoen is het ongetwijfeld meer naar don modernen geost. En do geschilderde, in plaats geborduurde brocateu, kwamen er even kost baar als fleurig in uit, en zullen nog beter voldoen wanneer ze wat uit de verf zijn, soepeler vallen, en bijgevolg slanker en jeugdiger relief geven aan de fragile figuurtjes. door A. PLASSCHAERT Oostenrijksche tentoonstelling te Amsterdam Wonnen is de stad dor Brueghel's. Wat Brueghel voor de waereld beteekerit, kan nu slechts hij be naderen, die weet wat l'errueke is voor sommigen onzer. Brueghel is de realist, met achter dat realisme een groote schrik van ongekende krachten, liet is te begrijpen, dat deze natuurlijkheid" van Brueghel, en dit geheim achter zulke natuurlijkheid Weensche schilders niet onverschillig kon laten, ja moest overwinnen, soms, ten koste der persoon lijkheid, anderzijds moest opwekken tot een wed strijd, waarbij de Vlaming de grootere steeds bleef. Laske, dien wij langzamerhand in Holland goed gaan kennen, heeft sterk den invloed van Brue ghel ervaren; ook het phantastisch element, dat Vlamingen eigen is naast picturaleri zin. voor realiteit. Hij heeft zelfs den groot en schrik begre pen van Brueghel, die de figuren panisch opeens kan doen vluchten zonder dat zij weten waar heen. Hij, Laske, heeft van den vroegeren seliilder do lust tot het schilderij vol figuren, en ook heeft hij de zilte vroolijkheid doorzien, een vrooJijkheid, waarbij de menschen op marionetten lijken, en waar een Achterbaksehe aan touwtjes lijkt te trekken. Ook het naïeve van Bruoghol (wat is dat eigenlijk dat naïeve?) ontging' Laske niet. Eri toch: hoe ijl en dun lijkt zijn werk, vooral op deze tentoonstelling! Ik herinner mij van vroe ger sterker werk (was dat niet te krijgen:') hier is l.aske phantastisch zonder groote phü'itaisie, koddig moor dan komisch, en van de mensehelijkheid is er te min.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl