Historisch Archief 1877-1940
16
DEfGROENE AMSTERDAMMER VAN 21 JANUARI 1928
N o. 2642
De Vereeniyiny Avicultura" gaf ter gelegenheid van hare
tentoonstelling een diner (gedeelte van de feesttafel)
Van der Helst, Schuttersmaaltijd
(gedeelte van tiet schilderij)
Alida's croquante croquetjes
door ALIDA ZEVENBOOM
'T* OEN ik nog onder de menschen
was en om dezen tijd van het
jaar mevrouw zaliger mij binnen riep
en tegen me zei: Aal, wat zullen wij
vandaag eten?" dan kan ik u wel
zeggen dat ik dikwijls met mijn mond
vol tanden stond. Het was bijna altijd
kool wat de klok sloeg en daar meneer
er niet tegen kon^ omdat hij er
opgezet" van werd, was het een
toer om er een behoorlijk antwoord
op te geven. En toen hadden wij nog
onze heerlijke Keulsche potten met
den inmaak in den kelder staan. Nu
betaal ik voor een paar ongelukkige
roode kooltjes een guldentje en het
nette jongmensch van driehoogvoor,
dat op een van de Banken werkt,
zei van de week tegen mij dat dat
kwam omdat meneer de Miranda niet
langer Wethouder voor de Levens
middelen is. Hoe zoo'n kooltje van
?hoogstens een stuiver twee kwartjes
komt te kosten, heeft hij mij uitge
legd. Daar zit voor acht stuiver
tusschenhandel in, beweert hij, en
dat kan ook niet anders in dit land,
zegt hij, want hoe moesten dan al
die zeven millioen menschen aan de
kost komen, als ze aan elkaar niets
verdienden? Het is net als met de
Beurs, die eenige Gallicische heeren,
die hier gedurende den oorlog ge
strand waren, in Kras" hielden.
Geen van die heeren deed iets voor
den kost. Ze speculeerden alleen onder
ling en eiken dag verdienden zij aan el
kaar en daar leefden zij heel royaal van.
Het kan zijn, dat het jongmensch
gelijk heeft, maar economie lijkt mij
toch een moeilijk ding, vooral voor
iemand, die pension houdt en zien
moet hoe hij voor zoo weinig mogelijk
zooveel mogelijk geeft. En dat iemand
als meneer Boissevain zich niet met
mijn roode kooltjes bemoeit, kan ik
me best voorstellen. Die zal als wet
houder wel andere dingen aan zijn
hoofd hebben. Waarom dat
jongemensch van driehoogvoor zoo aardig
in den laatsten tijd deed, begrijp ik
nu, want ik heb een paar dagen een
nichtje te logeeren gehad en die heeft
hij twee keer mee naar de bioscoop
genomen, omdat ik niet weg kon.
TJ weet niet hoe verbonden het leven
voor mij tegenwoordig is en als er
ooit een dienstbode mij voor mijn
voeten gooit, dat ik vroeger toch ook
niet veel beter was, dan heb ik mijn
antwoord al klaar: ik wou dat ik
nog maar een tule muts droeg !
Nu ben ik geen voorstander van
de bioscoop, omdat het er donker is
en al keur je de films nog zoo christe
lijk, het donker kun je niet wegkeuren
en het is niet voor niets dat de men
schen zeggen dat het kwaad in het
donker het weligst tiert. Maar om
op mijn nichtje terecht te komen.
Ik had gezorgd dat bij geen van mijn
huurders rare boeken of kranten
bleven zwerven, want zoo'n jong
meisje steekt overal haar neus in,
waar die niet ingestoken moet worden
en ik had tegen Annetje gezegd:
als je een nette krant lezen wil, dan
neem je de Nieuwe Rotterdammer
van meneer van de beneden-suite.
Dat is een net mensen al is hij een
beetje geheimzinnig in zijn doen en
laten en de Rotterdammer is een
voorname krant." Dinsdagavond zat
ik de sokken van meneer van beneden
te stoppen, want ik heb hem met
bewassching en verstelling van zijn
ondergoed en allos even keurig en
royaal en Annetje zat de Rotter
dammer te lezen en ik wist van de
Prins geen kwaad toen ik opkeek en
zag dat het kind met oen erg rood
hoofd 'over de krant gebogen zat.
Een meisje op dien leeftijd met een
rood hoofd. Ik begreep direct dat wat
ze las, niet voor haar deugde en
ik vroeg zoo langs mijn neus weg:
..Annetje, kind, is het erg- mooi?''
..O, tantetje, zei /.<-, het is/.alig-." ,.Eon
mooie moord?" vroeg ik. .,Neo, het
is veel mooier. Do («edeiikschrifton
van Isadora Duncan." ,.Zoo zei ik.
Is dat een schrijfster of een andere
voorgangster van den mensch ':" ,,.\<>e.
zei Annetje, Wat zij dan was? Een
danseres, die. . . . zoo goed als naakt
danste!" en zij keek mij met een paar
glinsterende oogen aan. Geef hier die
krant, zei ik, schaam je je niet.
Maar tantetje. . . . Geef hier, zei ik'".
En ik begon te lezen on ik moet zeggen
dat mijn oogen uit mijn hoofd schenen
te rollen want wat las ik in het voor
naamste blad van Nederland? Ik
schaam mij om het hier over te schrij
ven maar het was vreeselijk !
De opwekkende sneeuwlucht, het
Russische eten, vooral de kaviaar,
hadden mij geheel genezen, van mijn
kwijnende ziekte, die het gevolg
was geweest van de al te geestelijke
liefde voor Thode. En nu verlangde
ik met heel mijn wezen naar een ster
ken man. Toen Stanislafsky voor mij
stond, zag ik zoo iemand in hem."
Een vrouw, die naar een man ver
langt, is al iets onnatuurlijks maar
dat je naar een sterken man verlangt
.... Ik zal maar niet zeggen hoe ik
dat vind en dan openlijk dat maar
zoo in een krant te zetten ! Maar het
mooiste komt nog:
Op een avond zag ik hem aan,
met zijn mooie figuur, breede schou
ders, zwarte haar dat wat grijs begon
te worden bij de slapen; en er kwam
iets m mij in opstand tegen het eeuwige
spelen van de rol van de nimf Egeria.
Toen hij op het punt was om heen
te gaan, legde ik mijn handen op zijn
schouders en omstrengelde er zijn
sterken hals mee, daarna trok ik zijn
hoofd naar mij toe en gaf hem een
zoen op den mond. Hij beantwoordde
mijn zoen innig. Maar hij had een
uitdrukking van de grootste ver
bazing, alsof dit het laatste wras, wat
hij verwacht had. Toen ik hem daarna
verder trachtte over te halen, deinsde
hij af on mij ontsteld aanziende, riep
hij uit. Maar wat zouden wij met
het kind moeten beginnen?" (J
Welk kind?" vroeg ik.
Nu ons kind, natuurlijk. Wat
zouden wij er mee doen? Je moot
begrijpen," vervolgde hij op zwaar
wichtige manier, dat ik nooit zou
willen hebben dat oen kind van mij
buiten mijn gezag werd opgevoed en.
dat zou moeilijk zijn in mijn tegen
woordige huishouding."
Wat een geluk dat die man zoo
netjes bleef want stol je eens voor. . . .
dan had ze dat ook in do krant gezet.
en dan had Annetje het ook gelezen.
-Als zoo iets in de voornaamste krant
van ons land staat, wat moet er dan
staan in do onfalsoenlijkste ! Ik
geloof toch dat die nette meneer van
beneden-voor lang niet y.oo net is
a's hij zich voor doet. ;:.l moet ik
zoggen, dat hij voel op dien sterken
meneer Stanislafsky lijkt. Maar voor
dat ik mijn armi-ii om hom hoon zal
slaan.... Noen! Kon vrouw moot
vrouw blijven, al is de man nog zoo
sterk!
CHARIVARIA
In Answers" noemt Ford's zcon
onder zijn vaders kenmerkende eigen
schappen: Doorloopend onvoldaan
zijn over eigen wagen." Onze raad
is, dat hij spave voor een beter
merk.
DE JUISTE TIJD
,,Wij geven hier een afbeelding van de
japon, die koningin Anna, vóór zij stie;f
droeg." (N. R. C.)
,,Na aankomst zullen de heeren met een
vertegenwoordiger van het gemeentebestuur
een rondvaart door de havens maken, terwijl
de buigemeester hun een lunch aanbiedt ire
Hotel Weimar." (N. R. CJ
IlOB EEN GAT DICHT TM STOPPEN
Op de Donk geraakte het schip lek. Met
flink pompen kon men er eindelijk in slagen
het gat dicht te stoppen." (Meierijsche Ct.)
CAUSAAL VERBAND
,,Zij schilderde en was dan ook een uit
stekende musicienne." (N. K. C.)
ONZE CLASSICI
'a ,,De annexatie is een ultimatum remedium.'"
(N. R. C.)
Het voorstel staat nog niet geheel op
de Kalendas Graecas." (U. D.)
Film der persbestrijding." (N. R. C.)
Charivaiius treedt er niet in op.
Zij buigen zich over de ziel om die te
beluisteren, zooals onze dokter met eert
stereoscoop den hartslag doet." f U. D.)
Wij nemen een anderen dokter.
,,De lading ontplofte en rukte hem der
schedel van het hoofd. Hij was onmiddellijk
dood." (N. R. C.l
Nee!
l nar i mm l
TIMTUR