De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 21 januari pagina 3

21 januari 1928 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

?iNo. 2642 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 JANUARI 1928 Aanteekeningen V De zesde Pan-Amerikaansche conferentie is geopend en wel door niemand minder dan den President der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Begeleid door een opvallend talrijke en il lustere delegatie heeft de heer Coolidge zich naar Havana begeven om het openingswoord te spreken tot de vergadering, waar alle Amerikaansche repu blieken vertegenwoordigd zijn. Als men bedenkt, .dat de bewoner van het Witte Huis volgens een oud gebruik, waarop sinds het bestaan der Groote Republiek in al dien tijd slechts twee keer een uitzondering is gemaakt?Wilson, die in 1918 naar ^Europa overstak en Harding, welke zich op het laatst van zijn leven voor zeer korten tijd op Canadeesch grondgebied heeft opgehouden geen .bezoeken aan het buitenland pleegt te brengen, dan is het zeker wel duidelijk, dat bijzondere rede nen ditmaal tot het vertoon in Cuba's hoofdstad Aanleiding moeten hebben gegeven. Nu, die redenen zijn, geloof ik, niet zoo heel ver te zoeken. Meer dan ooit moet het den heeren in Washington er veel aan gelegen zijn, dat zij ter Pan-Amerikaansche Conferentie een goed figuur maken en meer dan ooit verschijnt de Noord-Ame rikaansche delegatie onder voor haar verre van gemakkelijke omstandigheden in het Pan-Ame rikaansche milieu. Bij vele Midden- en ZuidAmerikaansche republieken heerscht er immers een geducht wantrouwen tegen den grooten en mach tigen broeder uit het Noorden, wiens neiging om als broederlijke hoeder van menig land ten Zuiden van Californiëop te treden, inderdaad opvallende, en in de oogen van tal van Latijnsche Amerikanen, toedenkelijken omvang is gaan aannemen. Eens, een goede honderd jaar geleden, heerschte «r op het Zuidelijk halfrond grooter geestdrift over de liefdevolle zorgen en warme sympathie, die Uncle Sam voor de tegen Spanje opgestane kolo nies bleek te koesteren. Welk een blijdschap maakte zich van de jeugdige republieken meester, toen President Monroe zijn beroemde verklaring afkondige, die een waarschuwing inhield voor die genen in Europa, welke het in hun hoofd mochten Jsrijgen om een poging aan te wenden alsnog het legitieme gezag in de Zuid-Amerikaansche landen, die het vreemde juk hadden afgeworpen, te her stellen. In een eeuw tijd kan echter heel wat gebeuren en dat zeker in het land der onbegrensde moge lijkheden. Zoo is wat eens staatkundig idealisme was veranderd in nuchtere economische ,.realpolitik". De kampioenen voor de vrijheidsgedachte van weleer zijn opgevolgd door de mannen van de -,,big interests", de dollar-koningen die in sterken .mate het buitenlandsch beleid van de V. St. beheerschen. En die dollar-koningen hebben groote belangen in Mexico, in Cuba, in Panama enz. Welaan, zij wenschen, dat hun Regeering voor die belangen waakt en dus.... komt de onafhankelijkheid van be doelde republieken in het gedrang. Dank zij zeer recente pogingen om verbetering te brengen in de verhoudingen met Mexico, on getwijfeld ook dank zij den vliegenden diplomaat Lindberg, schijnt het momenteel met dat land een beetje meer te boteren, al blijft het de vraag of die verbeteringen ten slotte toch niet van te vluchtigen aard zal blijken te zijn. In elk geval schijnt Mexico voorshands den Yankees op de conferentie niet tot last te willen strekken, doch andere, ZuidAmerikaansche, staten zullen vermoedelijk wel eenige kritiek laten hooren, dat althans willen doen. De zeer vergaande bemoeiingen in Nicaragua, waar de Stars en Stripes ook al weer dienst heeten te doen om de orde te handhaven, ontmoet begrijpelijken wrevel. Tenslotte is er nu eenmaal in tal van op zichten een heel wat grooter afstand tusschen Noord- en Zuid-Amerika. dan tusschen ZuidAmerika en Europa. Kortom, de gloeiende liefde van honderd jaar geleden is er niet meer en heeft voor argwaan, voor tegenzin tegen een naar su prematie zwemend beleid van Washington plaats moeten maken. President Coolidge heeft beele mooie woorden gesproken over het zelfbeschikkings recht, over de gelijkheid der Amerikaansche Repu blieken. Zijn delegatie zal intusschen een /.ware taak hebben, wil zij voorkomen, dat. de zesde Pan-Amerikaansche Conferentie Uncle Sam bittere pillen te slikken zal geven. Voor de partij van Coolidge zou een minder gun stige afloop van deze conferentie een harde slag zijn. Want de eenige kans om, eer de verkiezingen voor het Presidentschap aan de orde komen, op Het gekanker tegen het Olympisch Comit Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Johan Braakensiëk IS HET NU UIT? IK ZAL W EL GOED VOOR MIJN GASTEN ZORGEN!' het gebied van het buitenlandsch beleid nog een succes, laat het slechts wezen van negatieven aard, te boeken, doet zich te Havana voor. Overigens toch is men in dat opzicht verre van gelukkig geweest. Dat er nu duchtig geageerd wordt voor een kolossale uitbreiding van de vloot maakt ook al weer verre van een fraaien indruk. Op die ma nier gaat het er hard naar uitzien, dat de Yankees in de fout zullen vervallen, die voor 1911 door Duitschland begaan werd. In Berlijn is deze week eveneens een conferentie samengekomen. Wel niet een van zoo groote inter nationale beteekenis als die te Havana, maar niette min verdient de conferentie der Bondsstaten een oogenblik aandacht. Zij heeft toch ten doel na te gaan, hoe er een betere organisatie van en in het Rijk te verwezenlijken ware en al moge er van som mige kanton, en vooral van Beiersche zijde, nog erg worden tegerigesparteld, stap voor stap gaat men toch meer en meer in de unitarische richting, in de richting van versterking van den eenheidsstaat, wat overigens een gezonde decentralisatie aller minst behoeft uit te sluiten. Dat echter nu reeds onmiddellijk groote praktische resultaten bereikt zullen worden, is niet waarschijnlijk. Doch zij die gelooven haasten niet. Onderwijl is er weer geen gebrek aan politieke kwesties in de Duitscho republiek. Ue Minister van de Rijksverdediging, Dr. Gessier, legt zij a i portefeuille neer en nu doet zich de moeilijkheid voor wie hem zal moeten of kunnen opvolgen. Daarover voeren de partijen binnenskamers den iioodigen strijd. Gessier, die aanvankelijk als De mocraat genoteerd stond, heeft zich later van dat etiket ontdaan, toen z'n partij hem kwalijk nam. dat hij de Rijksweerbaarheid niet genoeg van de republikeinsche gedachte en van aanhangers daar van doordrong. Het zal thans in elk geval zaak we/.en te. voorkomen, dat deze portefeuille in han den geraakt van een Minister met reehtsche en uitgesproken monarchalp gezindheid. Een andere moeilijkheid van politieken aard treedt weer sterker dan ooit in liet Centrum op den voorgrond. Daar beginnen de arbeiders zich te roeren, die niet tevreden zijn over den te grooten rechtscheri invloed, die den laat sten tijd onder dezen groep de overhand had gekregen. Het conflict tus schen Marx 011 Ntegerwald is een typisch symptoom van deze wrijving. Ver van het politiek gewoel gaat met l Maart oud-Minister van Karnebeek zijn heil zoeken in de eervolle betrekking van Commissaris der Koningin in Zuid-llolland. Gelijk heeft hij. Na de verwerping van zijn verdrag viel er voorloopig in het staat kundige voor hem toch niet veel te verwachten en waar hij over vele voortreffelijke eigenschappon beschikt, die voor genoemde functie noodig zijn, is het, ook al uit dien hoofde, toe te juichen, dat men hem met deze waardigheid vereerd hooft. BEPERKT HET ONDERHOUD VAN UWE MEUBELEN DBNNERPROOF GEEN VLEKKEN MEER DOOR BIJTEND VOCHT EN HEETE SCHOTELS £ ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl