De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 21 januari pagina 4

21 januari 1928 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 JANUARI 1928 No. 2642 Wiïlem Royaards en zijn Schouwburi door TOP NAEFF Toegepaste kunst door OTTO VAN TUSSENBROEK De rechtvaardige bekroning van een levenswerk \T ANDAAG is het een jaar geleden, dat Roijaards zestig jaar werd en aan den vóóravond van dien dag, in de gedaante van Mer cadet", over den feestelijken Stadsschouwburg nog eens de brillante en tevens beschamende herin nering bracht aan wat het tooneel gedurende een zeker tijdperk het zijne ? in Nederland beteekend en gegeven heeft. Wat men in den opgang der dingen, en tijdens de onmiddellijke manifes taties van een ongemeen talent, in den regel niet naar zijn feitelijke waarden overziet, dat doet zich des te beter kennen, zoodra een bloeiperiode oogenschijnlijk tot het verleden behoort, en het: Hadden we nog maar eens een Drie koningenavond", Faust", Elektra", Seiglière", Danton's dood" vanzelf op de lippen komt. Alles wat vrucht-draagt heeft nu eenmaal zijn tijd noodig, vraagt bezinning, toetsing, ook aan het gelijkwaardige en minderwaardige buiten de eigen grenzen, en hoe dieper een kunst onder den drang der omstandigheden dreigt te vervallen ? hetgeen ieder thans voor zijn oogen ziet gebeuren hoe dieper zich het bewustzijn zal verrijken met hetgeen daar, in de herinnering of in de illusie, onmiskenbaar, en steeds sterker, boven uit steekt. Dit is de troost, dien de groote kunstenaar op de kleinen vóór heeft, wanneer hij zijn werk ontijdig ziet afgebroken en wachten moet tot de krachten en de voorwaarden tot den arbeid hem hergeven zullen zijn om zijn taak te hervatten en te vol tooien. Wat van den superieuren geest inmiddels verloren gaat, kan als quantiteit beduidend en bedroevend zijn, aan qualiteit bezinkt in de harten en hoofden genoeg om het heimwee naar hooger bevrediging te voeden, en blijft daar bewaard, tot weer de dag aanbreekt, welke het verlorengewaande terugbrengt in zijn ouden, en tegelijker tijd rust doet gedijen hernieuwden staat. Het repertoire, geboren uit overtuiging en be zieling, wijkt in de verbeelding niet voor het kunst-en-vliegwerk, en bewijst daarmede zijn stille kracht, waarop alle evolutie berust. De natuurlijke evolutie, waartegen geen macht op den duur is opgewassen, maar die meer dan onze, de rechten der persoonlijkheid op elk gebied piiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiNiii l J. B, BENNER ZOON l PIANOHANDEL So"'"^.^ I DEN HAAG 97 NOORDEINDE knottende tijd vooralsnog bereid zal zijn te er kennen wortelt in de bepaalde gaven van een mensch, en daaruit haar beste sappen trekken wil. Op Roijaards wordt gewacht. Niemand, die het hedendaagsch tooneel onbevooroordeeld gade slaat, zal meer durven beweren, dat sinds de K. V. Het Nederlandsen Tooneel" onder zijn leiding den Stadsschouwburg moest verlaten, de tooneelkunst in Amsterdam er op vooruit is ge gaan, noch dat er onder de ouderen of jongeren tot dusver een tooneelleider is opgestaan van gelijke potentie. De gebrekkige inrichting onzer tooneelen, waarmee hij, gedragen door idealen boven de portee van het beperkt theaterleven in dit kleine land, als wegbereider te kampen heeft gehad, is op zijn aandringen verbeterd, maar wat er nu mee gedaan wordt, blijft, op een schaarsche uitzondering na, van louter decoratieven aard, en ver beneden het oorspronkelijk doel: groot werk, dichterwerk, tot de menschen te brengen in zijn verst-gevorderden en diepst-vervulden tooneelstaat. In geen enkel tijdperk kan het eerste tooneelgezelschap van het land in casu de K. V. Het Nederlandsch Tooneel" [?een andere roeping, een ander doel hebben dat dit, dat de artistieke waarborgen in zich sluit voor de kunstenaars, welke er zich aan verbinden. Het experiment, het exces, het ongebreidelde en schetsmatige, van waarde op zichzelf, blijft voor de jonge gezel schappen, voor de schouwburgen a cöté; sensatie en burgerlijk vermaak zijn overal elders beter gehuisvest dan in den schouwburg, die, met de voorrechten, de verplichtingen van het voor beeld" op zich neemt. Boven de stroomingen zal ten allen tijde n gezelschap moeten staan, dat bindend en behoudend, een dam opwerpt tegen het: grijp-maar-toe, verzin-maar-wat, en speel-maarraak van vele huidige pioniers. Een gezelschap, dat behalve den wil, ook de macht tot uitvoering bezit, en als zoodanig maatstaf biedt: een repre sentatief Nederlandsch Tooneel. Een wel zeldzaam particulier initiatief heeft dit begrepen, toen overheids-bemoeiing dwaling bleek, en de chaos werd gesticht, waarin het sauve-quipeut" geldt, ten koste van de kunst, waar het om gaat. De verheffing van de tooneelkunst uit den bodemloozen put van altijd maar meer sensatie, vlak en vluchtig vermaak, waartoe het bedrijf, zoowel hier als elders heeft geleid, kan, zoo meen den deze vrienden, nergens meer van verwacht worden dan van den onafhankelijken kunstenaar in een vrijen schouwburg. En het leek aanvan kelijk te gaan van een leien dakje, want velen wenschten Roijaards, wiens geheele kunstenaars verleden borg stond, deze eigen, vrije woning toe, en Amsterdam een nieuw en waardig verblijf voor de kunst, die er, in vergelijking met de buitenlandsche hoofdsteden, maar armelijk onder dak kon worden gebracht. Vier jaren staren wij thans op dit verheugend initiatief en op het ongerept Plantsoen, genaamd naar een beminde tooneelspeelster, die zich in haar graf ook wel eens af zal vragen: wat wordt er van mijn kunst, als de besten zóó lang moeten wachten op hun eerlijk deel ! Het bouwplan, dat uiteraard niet kant en klaar uit de lucht viel, is gereed, de ontwerpen van prof. Strnad en prof. Slothouwer zijn alle wacht posten van Verkeer" en Schoonheid" met succes gepasseerd, de bouwsom, waaraan, om do exploitatie op zuiveren grondslag te bevestigen, naar verhouding van het gestort kapitaal nog slechts .... een kleine steun ontbreekt, ligt ter beschikking, en tusschen de wanden van zijn ziekenkamer de eenige coulissen die hij sedert acht maanden zag wacht een gelukkig her stellende, wiens geduld als lijder en leider gelijkelijk werd beproefd, op den eersten steen, welke vour hem het beste geneesmiddel zal zijn. Op de eindelijke vervulling, de rechtvaardige bekroning van. een levenswerk, waarvan de beteekenis des te stelliger 7,al spreken, zoodra het, van zijn zwerftocht binnen de eigen vesting is weergekeerd, en de onverflauwde geest nu t Fortinbras mag getuigen : I have gome rights of memory in this Kingdom." Eerste Tentoonstelling van den Socialistischen Kunstenaars-Kring Een Nurks zou misschien op de inrichting dezer (tweedaagsche) Tentoonstelling het een en anderkunnen aanmerken, maar ten eerste is alle begin moeilijk en ten tweede was er voor beknibbelaarsgeen plaats, want zij, wier werk was bijeen ge bracht, zijn door eenzelfde ideaal verbonden en dit gaf niet alleen iets feestelijks aan het geheel, maar ook het stempel eener vaste overtuiging het welk men vaak op andere tentoonstellingen geheel en al mist. Natuurlijk, niet alles stond op n zelfde peil: men trof er naast bekende namen ook onbekende f rijp en groen ging nevens elkaar.maar vooral de over vloed van uitstekend grafisch werk waarin zwart. en wit overheerschte, diende als stevige achter grond voor al het andere, te veel om hier te be spreken, waar plaatsgebrek tot beperking dient. Slechts over enkele inzendingen wil ik iet» zeggen: daar zijn allereerst de tien masker-ont werpen door P. van Heil?Wijnmart. Deze teekeningen stellen daemonen voor uit een, door de ontwerpster geschreven openlucht-spel'en daarin worden de slechte karakter-eigenschappen van den mensch wrakend gesymboliseerd. Zoo is-. er de Onverschilligheid", van een hatelijk safraangeel mot witte lijnen, rooden mond en wenkbrauwen en zwart haar; de Sleur" met een van grenzenlooze verveling vervuld type, wit met een ronde, zwarte omlijning der oogen als van een uilen-bril en een dom-open roodlippigen mond en ook de Onkuischheid" met een kleur als van rottend, vleesch. groene oogen en een grijnslachenden bek met groote bijttanden. Het is te hopen dat het bij deze teekeningen allén niet blijven zal en de maskers ook uitge voerd zullen kunnen worden, want eerst dan zal men kunnen beoordeelen hoe het effect daarvan, in de buitenlucht zal zijn. Eene tweede vrouwelijke inzendster is Fr Cohendie zich, rustig en stil, ontwikkelt tot een graf ische kunstenaresse van den eersten rang. Daar is het zeer fraaie, door haar verzorgde Gedenkboek van het Troelstra-oord. Zoowel de band als het binnen werk, de verdeeling van zwart en wit van den drukspiegel met hier en daar een krachtigen, in rood gegeven, initiaal?, getuigen van een frischert zuiver talent evenals verschillende boekmerkene.d. waarin (dit is het goede er in !) mej. Cohen vol komen zichzelf is. Nico Schrier en Huib de Ru hebben samen gewerkt aan een venster in gebrand glas in lood voor Troelstra-oord, waarvan op de tentoonstelling de kartons in kleur te zien waren. Men krijgt eenigermate den indruk van het ontwerp alsteekening en bouw, maar het spreekt van zelf dat, in glas uitgevoerd, met alle mogelijkheden van dit materiaal (het afwisselen van doorschijnende en matte gedeelten; het koele of gloeiende, dus koude of warme karakter der gebezigde glas schijven) zulk een venster heel wat levendiger is. Toch kan men in de teekening den logischen bouw en goede verdeeling van donkere en lichte partijen waardeeren, met een mans-figuur met opgeheven arm, als tot strijd gereed, links en eene vrouwen gestalte rechts en daartuschen een breede strook licht, In enkele uitgevoerde, kleinere proeven van glasschilderkunst kan men toetsen dat beide, nog jonge, kunstenaren de moeilijke techniek volkomen meester zijn. Van Schrier is hier o.a. een ..Harp speler" met zeer fijn op elkaar afgestemde, stille kleuren, terwijl de Ru in Tijdstroom" een krachtig en fraai gegeven roeier in boot op krullendebrandingsgolven laat zien. doch hij hoede zich voor1 een te sterke (en in een zijner ontwerpteokeriingen ,,de Daadkracht" waarlijk al te duidelijke!) gelij kenis met den arbeid van Koland Holst. Van .S'. Kricks en Cor JIenT\e kon men (op foto's) zeer eenvoudige intérieurs waardeercn met uit nemend saamgestelde meubelen, en ook een forschcboekenkast.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl