De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 21 januari pagina 9

21 januari 1928 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Mo. 2642 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 JANUARI 1928 Vrouwen over mannen: Oud-Minister jMkTh. Heemskerk ?door W. VAN ITALLIE-VAN EMBDEN T N 'n nieuwerwetsch grachthuis n van 'n rij 'n nogal kleine zijkamer. Mr. Heemskerk ?zit voor zijn bureau; 'k krijg 'n leunstoeltje tegen den schoorsteenhoek. Hij wacht, 'k Dien te beginnen: Zeker 't portret van uw vader, daar aan. ?den muur?" Hebt u waarschijnlijk meer gezien, 'n Bekend inan, in zijn tijd. Eigenlijk van dat ik m3 herinner af, was m'jn vader lid van de Kamer. En van dien af tijd ook, hoorde ik spreken over politiek, samen met mijn oudsten broer. Die was volbloed conservatief. U niet? De Anti-revolutionairen lijken 't ?ons dikwijls." Er is 'n prmcipëele tegenstelling. Voor den ?conservatief n den liberaal gaat de staatssou?vereiniteit boven alles; de staat vindt in zich zelf de hoogste wet. Wij zeggen: 't Hecht is van Gods wege in de maatschappij gelegd; de Staat heeft te zorgen dat 't geëerbiedigd wordt; 't mag zijn uitingen ook corrigeèren, zoo noodig, om de ;goede krachten te helpen, de kwade te bedwingen. Dr. Kuyper heeft dat zoo mooi uitgewerkt." U werd geboren in Amsterdam." Toen mijn vader Minister werd, in '66, verhuis den we naar den Haag. 'k Kwam op de H.B.S. Daarna student in Delft, met 16 jaar. 'k Wou ever jurist worden, maar.... er waren er al zooveel in de familie. Toen mijn tweede broer ?stierf, mocht ik omzwaaien: naar Leiden. Kreeg privaatles Latijn en Grieksch van Dr. van Aalst. 't Hooger Onderwijs eischte toen nog niet voor toelating': volledige kennis van de Klassieken." Gezegend standpunt! U bent Praeses geweest ?van 't Corps?" Jawel. Kwam bij verscheidene Professoren aan huis. Indruk op me maakten: Goudsmit, Buys, Modderman." Hebt u veel pleizier gemaakt?" MODERNE KLOKKEN in $peciale uitvoering A, D. SPILLNER Vijzelstraat 83 AMSTERDAM Lakoniek: Wel zeker. In '80 'n innerlijke omkeer in me. Door persoonlijke omstandigheden." Stilte. De omstandigheden werden niet nader aangeduid. Mijn standpunt in de politiek was óók ver legd, 'k Zag in ns: Dr. Kuyper heeft gelijk. 'k Kwam ook nader tot Groen van Prinsterer." Die heeft gezegd: In ons isolement ligt onze kracht!" 'n Fiere uitspraak !" Ja. Maar. ... ze kan niet gelden voor alle tijden. Dr. Kuyper heeft voortgebouwd op hem, en meer helderheid gebracht, vooral wat betreft: de vorming van den Christelijken staat, waarin geloofsvrijheid geëerbiedigd en gehandhaaf J wordt en die niet zelf de geestelijke godsdienst vorming ter hand neemt. De taak van de overheid is niet: propaganda maken voor geloof. Zou niet goed zijn voor den Staat: de hevigste godsdienst twisten op staatkundig gebied moeten er uit voortvloeien. Zou ook niet goed zijn voor 't geloof". Dat is een Godsgave. Wordt niet ge bracht door dwang." Aldus spreken ook: liberalen en democraten. Hoe langer ik politiek zie, hoe dieper ik voel: de nheidswortel onder allen." In fijnen humor: Dat zij dan uw conclusie ! De Anti-revolutionairen voelen zeker voor de minder-bedeelden; maar.. . . wij zien niet alleen: arbeiders. Hebben oog voor de tegenstellingen onder de menschen. Och, en niet alles kan van staatswege geregeld worden. Er is onderscheid tusschen staat n maatschappij. Je kan van den staat geen filantropische instelling maken. De krachten moeten uit de gemeenschap zélf op komen." Zoo spreekt 'n onvervalscht liberaal!" Laat me uitspreken. De staat kan wel corrigeeren; misstanden wegnemen. Er is óók nog de finantieele questie. We hebben maar n kip; eet je hem op, dan zijn zijn eieren weg ! Wij houden rekening met finantieele mogelijkheden. Dat vertroebelt 't inzicht in ons wezen; alsof wij zouden zijn: anti-democraten ! Neen ! In ons woont een groot element democratie. De overheid bij de Gratie Gods. . . . aanvaarden we, welke richting óók zegeviert. Of de vorm ons aanstaat, of niet." Voor de uitbreiding van 't kiesrecht hebt u niet veel gevoeld?" Verontwaardigd: En Groen was daar al voor ! Op organischen grondslag geregeld, 'n Soort gezinskiesrecht. K iet individueel." Eerlijk: ,,'k Weet niet of 't in de praktijk zooveel gescheeld zou hebben." U was geen vriend van vrouwenkiesrecht". Ben er nog niet voor. Maar als de vrouwen stemmen, moeten de onze mee doen. Meent u: de vrouw is minderwaardig van intellect ?'' Boos: Hoe komt u er bij ! Onze beste elementen ! 't Verschil zit in de roeping. Aartsconservatief hè?" De flitsende lach: Toch is er 'n tijd geweest in Amsterdam dat ik heb saamgewerkt met de Kadikalen ! Vóór het monopolie van bepaal de diensten, voor de gemeenschap van belang. Hadt u niet van me gedacht?" Ik durf niet zeggen: u valt me mee !" Geamuseerd kijkt de staatsman mij aan. lorgnet op de punt van den neus. 't Eijn-gesneden, niet regelmatig gezicht, buigt uit den leunstoel ver naar voren; wat triest hangt neer de witte snor. Vlug kamt de linkerhand door de kuif, twee maal, dan vindt ze rust, met de ander saam, gekruist op 't zwart van de mouwen. Begint weer de koel-preciouse stem, snel en toch sierlijk, op de Fransche manier: ,,'k Ben wethouder geweest van de Bedrijven. Wat 't ambt nu zoo moeilijk maakt is, dat je werklui kiezers zijn. Krijg je gehaspel met loonen, werkuren, dienst regeling. Kon Wibaut van meepraten ! En de belastingen ! Do directe: opgevoerd tot 't on draaglijke .U zult zien: we gaan weer naar do indirecte op weg." ,,Zoo d''dii(t ,1.' cirkel, in alles. Bijna ontmoe digend." Geresigneerd, en mot wat spot om wie eerst nu, aarzelend, deze conclusie trok: Ja, ja, mevrouw, zoo is het." Vertelt u iets van uw persoonlijk leven." Hand door de kuif: Mijn leven? Advocaat, wethouder, lid van de Staten, van de Kamer, met horton en stooten. In 1901 wér in de Kamer. Toen zeg ik: nou al 't andere wég." Vind die vele baantjes samen op den duur zér verkeerd. ....Ja, en. in 1907. tegen wil en dank: l'ivtiuer. 'k Wou den Minister van Oorlog wég hebben: om 't Blijvend Gedeelte. __?_Hij viel. 't Ministerie nam ontslag, 'k Stond er voor. Dr. Kuyper ver beeldde zich nog dat 'k het expres had gedaan. . . . om Minister te worden ! N.B.! 'k Had mijn vader '2 Kabinetten zien vormen, 'k Zei: voor diébeproeving hoop ik bewaard te blijven ! 't Duurde 3 weken eer ik de gedachte aan vaardde; na nog 3 weken was 't Kabinet gefor meerd. In de Kamer: geen meerderheid; de Vrij-Liberalen zouden vermoedelijk" 'n welwil lende houding aannemen. Toch meende ik geen ontbinding te moeten voorstellen. Ja, met 'n Mussolini-meerderheid manoeuvreer je gemakke lijker !" Een proestlach. U hebt 'n vroolijke natuur?" Ernstig ineens: ,,'n Franschman heeft van me gezegd: Coeur triste; tête gaie". Daarom hoef je geen droef gezicht te trekken, in gezelschap ! Ze zeggen van me: 'k neem de dingen luchtig op. Ook mijn spreken in de Kamer Daar protesteer ik tegen. Vooral als Minister: je moet niet veel spreken, maar wat je zegt, moet feitelijk onaantastbaar zijn, en van je eigen standpunt uit: juist. Als je zoo niet spreken kan. . . . moet je verdwijnen. Als 'n vraag kwam waarop ik niet ge prepareerd was, heb ik niet geaarzeld te zeggen: 'k wil 't eerst nazien. Je niet gêneeren. Deed mijn vader ook niet. 'n Avond, om 10 uur, 'k was moe, had geen stoom meer op. 'k Voelde: 'k moet nu niet spreken, 'k Weigerde. De nacht bracht helderheid: 't was in orde. Zóó moet je doen als je wilt dat ze naar je luisteren. Kr zijn er, die babbelen maar. Geen mensch heeft aandacht. Als je dat pleizierig vindt. . ." Zooals u nu kijkt, bent u zooveel malen ge nomen" door de karikatuur." Daar houd ik niet van." Met de beroemde kuif l" De hand kamt: Hij is wel niet meer zóó florisant, maar ik ben gelukkig niet kaal." 't Kleurig roset in uw knoopsgat duidt wel aan: vél Commandeurs- en Grootkruisen." Uit 't buitenland. Van de Leeuw" alleen: Ridder. Als je zelf zoo dicht bij 't laadje zit.... moet je oppassen." ,,'k Zie hier alleen loketten en stapels papieren. Zijn uw boeken elders?" ,,'k Heb wat boeken. Je moet niet altijd lezen. Denken en memoreeren is meer waard." Bij de crisis van '25 heeft uw partij zich ver klaard vóór de handhaving van 't gezantschap bij den Paus." 'k Zag in dat gezantschap geen gevaar, 't Argument: daarmee erkent men den Paus als hoofd der Christenheid,. . . .acht ik onjuist. Dat kan 'u niet-Katholieke regecriiig eenvoudig niet doen. De Franschen, Engelschen en Duitschers, die wél 'n gezantschap daar hebben, doen dat toch evenmin. Dat kan 't Vaticaan zich ook niet verbeelden. Maar 't is een belangrijk diplomatiek milieu. Daarom heeft 'n regeering er belang bij daar vertegenwoordigd te zijn. En dan ging 't alleen nog maar .... om de handhaving ! Dat mag geen questie zijn die de binnenlandsche poli tiek kan beheerschen. Protestanten, die pogen Home" aldus achteruit te dringen, brengen daar door alleen.... het Protestantisme in gevaar." De Katholieke partij heeft 'n zér sterke po sitie." Omdat haar aanhangers niet verdeeld zijn. Tenminste: zoo goed als. Er moet vél gebeurer t eer de partij zich splitsen zou. Laten andere rich tingen. . . . zich daaraan spiegelen !" En elkaar niet bevechten over 't al of niet spreken van de slang l" De flitslach: ,,'k Ben 't niet eens met de heeren Inquisiteurs. Maar Geelkerken's strijdwijze was ook prikkelend." In geloovigen ernst: Of do slang eens zou gesproken hebben? Waarom niet? Zie om u, boven u, de sterren.... al 't wonder baarlijke, 't Heelal is een wonder. Met 't intellect alloen kun je niet alles oplossen." Vroo'ijk: ,,'k Zal u 'n anocdote vertellen." Proestlachend om den grappig,>n inhoud gingen we samen naai' beneden. Koopt 11 een gouden ring zonder merk? Waarom dan wel boter zonder Rijksmerk? Hofstede Oud'Bussem" Kerkstraat 67 Tel. 37344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl