De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 4 februari pagina 2

4 februari 1928 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 FEBRUARI 1928 No. 2644 De Vijzeljracht. Rtchts het Walenweestiuii Amsterdamsche Bijzonderheden door Prof Dr. H. BRUGMANS XLIX. Het Walen weeshuU ^' TJ de Vijzelstraat verbreed is, zal de vraag aan de orde moeten komen, wat er verder moet gebeuren. Want het is onmiskenbaar, dat Itet vervolg van de Vijzelstraat nu minder goed bij de verbreede straat aansluit. Het spreekt van «elf, dat de hoogere burgerschool aan den Wetering schans zal moeten verdwijnen; de doorgang is hier Teel te nauw. En wat zal dan moeten gebeuren met de Vijzelgracht? Zal die ook moeten worden gedempt? Het is waar, dat de eene zijde door de verbreeding en verhooging der kade en het rooien der boomen reeds volkomen bedorven is. Maar de overkant is nog geheel intact. Met haar eenvoudige buizen in rooden baksteen, met haar frisch groen, is deze zijde der gracht nog altijd aantrekkelijk. Daarom zal de demping onherstelbaar verlies beteekenen. Dat geldt vooral voor het eenvoudige en toch zoo monumentale Walenweesbuis, dat nog altijd op zoo buitenge woon aantrekkelijke wijze den hoek van de Vijzelgracht en de Prinsengracht met zijn fraaie lijnen vult. Bij een dem ping blijft daarvan zoo goed als niets over; wie het wel gelooft, ga maar eens zien, wat er terecht is gekomen van het oude arsenaal aan het Waterlooplein: hier is alles in de verdrukking geraakt. Maar zooals het Walenweeshuis er nu nog staat, is het in al zijn een voud een der aardigste stadsgezichten van Amsterdam. Het staat daar in zijn voornamen eenvoud al meer dan tweehonderd vijftig jaar. Na 1658 had een nieuwe vergrooting der stad plaats. De drie hoofdgrachten werden van de Leidschegracht doorgetrokken naar den Amstel en nog over de rivier heen met het predicaat nieuw" voortgezet. Aan den linkeroever van den Amstel worden nieuwe radiaal-straten en -grachten aangelegd. Toen werden de Leidsche-, de Spiegel-, de Vijzel- en de Utrechtschestraat getraceerd, de Spiegel-, Vijzel- en Reguliersgracht gegraven; ook de Kerkstraat en het Amstelveld zijn Bit dezen tijd. Aan de buitenzijde van de Prinsengracht ontstonden goede volksbuurten: de Leidschebuurt, de Weteringbuurt, het Noordenbosch en de Utrechtsche buurt. Dat alles is in tempo ontstaan. Van het Waleweeshuis, dat in dezen nieuwen uitleg is gebouwd, kent men het ontstaan met nauwkeurigheid. De grond werd door de stad geschonken. Van 1669 tot 1671 bouwde de architect Adriaan Dorsman, die ook de ronde Lnthersche kerk en nog zooveel meer in Amster dam heeft tot stand gebracht, het Walenweeshuis in den eenvoudigen, soberen stijl dier dagen. Men wilde toen vooral een deftige statigheid aan de openbare gebouwen; in dat opzicht is het Walen weeshuis wel bijzonder geslaagd. Wat Dorsman bouwde, was nog niet alles, wat wij tegenwoordig kunnen zien. Want het gebouw was, zooals ook de naam duidelijk aangeeft, oorspronkelijk alleen bestemd voor weeshuis. Maar in 1683 besloot men (clichéAlg. Hbd.) vrij snel er ook oude vrouwen in op te nemen; voor haar werd toen een nieuwe vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat gebouwd. Eerst nog later kregen de oude mannen hun pendant: voor de bejaarde heeren werd in 1726 de vleugel aan de Prinsengracht ingericht, die oorspronkelijk als bakkerij der Waalsche diakonie had dienst ge daan. Zoo is de toestand tot heden gebleven; alleen met dit verschil, dat sedert 1904 geen oude mannen meer worden opgenomen. Wij teekenen nog aan, dat er vroeger ook een school in het weeshuis was gevestigd; zij is sedert eenige jaren opgeheven. Zooals van zelf spreekt, heeft het Walenweeshuis imposante kamers voor regenten, regentessen, directrice enz. Daar vinden wij ook de bekende regentenportretten, die niet alleen de geschiedenis van het gesticht illustreeren, maar ook ons doen zien, hoe het type regent in den loop der eeuwen is veranderd: krachtig, deftig, stijf, eenvoudig: een psychologische studie op zich zelf. Van deze regentenstukken zijn enkele we reldberoemd, zoo de Bartholomeus van der Helst van 1637, die ook op de his torische tentoonstelling van 1925 te bewonderen is geweest. Er zijn vorder nog doeken van Van den Tempel, A. Backer, Van Someren en vele anderen. Nadat het bovenstaande was geschre ven, bereikten ons geruchten van een aanstaand voorstel van B. on W. tot demping der Vijzolgra,cht. Laat men voorzichtig zijn en nog niet meer stadsschoon bederven dan al is geschied. Gelukkig is er een botore oplossing. Van bevriende zijde werd m;j het denk beeld aan de hand gedaan om de drukke zijde dor gracht zoo te verbreedon, dat de schilderachtige stille zijde kan blij von bestaan. Toevallig vind ik hetzelfde denkbeeld uitgewerkt in het Handels blad van 28 Januari, Avondblad, eersto blad. Voor belangrijk minder kosten dan de demping zou eischon ka-a een verkeersweg worden geschapen, die ge heel aan de eischen voldoet. Terocht wordt toch in het Handelsblad opge merkt, dat de capaciteit van. een ver keersweg wordt beheerscht door het smalste gedeelte daarvan; de Vijzelgracht behoeft dus niet breeder te zijn dan de Ferdinand Bolstraat, die zeer voldoende het drukke verkeer opneemt. Gaat men van dat beginsel uit, dat de Rokindompers altijd uit het oog verliezen, dan is er niets anders te doen dan de verbreeding van de brug over de Prinsengracht en doortrekking van deze lijn naar de Vijzelgracht, zoodat de flauwe bocht verdwijnt, verder terugbrenging van de rooilijn tusschen de Fokke Simonsz.straat en de Lijnbaansgracht, ten slotte verbreeding van de brug over do Lijnbaansgracht. Men zou daarnaast kunnen overwegen, op welke wijze een trottoir aan de waterzijde waro aan te leggen. In ieder geval mag de demping der Vijzelgracht niet a priori vaststaan; een oplossing als de bovengenoemde, is ton volle do overwoging waard. Suriname en Nederland door G. J. STAAL (Vervolg van pag. 1) hooger plan komt zal er ongetwijfeld ook aan meetwenschon kunnen worden voldaan dan nu mogelijk is, maar de basis is goed. Om een paar voorname elementen te noemen: do grondrechten zijn stevig en de grondlasten gering. En toch, hoezeer een rechtstreekse!) e betrekking tusschen de Overheid en het bedrijf ook moet wor den ontraden, do besliste noodzakelijkheid om niet langer te dralen en to wachten, want Suriname staat op de helling en de vaart naar beneden is er altijd een van versnelden loop, en daartegen over de schuchterheid van het kapitaal, die twee feiten doen de vraag rijzen of het niet ter wille vau de groote zaak tóch beter zou zijn, dat de Overheid ditmaal eens heenstapte over het principiëele standpunt en, zonder zelve ondernemer of deel hebber in een onderneming te worden, zich bereid verklaarde desnoods zekere rente-garanti» te verleenen aan een nieuwe, nationale onder neming van grooten omvang. Ik ben mij ervan bewust, dat daar veel aan vast zit en ik wil niet verzwijgen, dat mijne gedachten met bezorgde sympathie uitgaan naar diegenen, die met prijzenswaardige energie en toewijding: vele moeiehjke, zorgelijke jaren hebben gearbeid en geworsteld voor de plantages onder hun beheer, met geringe middelen en zonder zoo bijzondereu steun als de zooeven bedoelde zou zijn, doch waarin zij niet zouden kunnen deelen. Het betreft hier echter een zoo overwegend be lang, dat ik meen het denkbeeld ter overdenking te moeten opperen. Wanneer ik het tracht te bezien van Overheidsstandpunt, dan komt mij het erg materieel, maar niettemin in den grond toch heel belangrijk vraag stuk van het Rijkssubsidie voor oogen. Jaar in, jaar uit wordt nu een respectabel bedrag door de Nederlandsche schatkist bijgepast in de ledige Surinaamsche beurs en Nederland houdt dienten gevolge zelf de beurs in handen. Die bijstorting van ettelijke millioenen is rondweg gezegd nutte loos; in zoover namelijk, dat Suriname er wezenlijk niet wel bij vaart en er niet door vooruit komt. En er is in afzienbaren tijd woinig kans, dat het anders worden zal. Difc bevredigt noch Nederland, noch Suriname; gever noch nonier. Indien het nu mogelijk LI sek door rentegarantie de schuchter heid te overwinnen en de vestiging te ver krijgen van degelijk, nieuw groot-landbouw bedrijf, gerugsteund door ruim kapitaal, naar de boste eischen opgozot, in bekwame handen, dan zou wel is waar de kans goloopen worden dat het Rijkssubsidie zou moeten worden verhoogd om de rente tot het gegarandeerde bodr,"?g aan te vullen, doch het kan evengoed zijn dat hot, dank zij de garantie begonnen bedrijf profijtelijk blijkt en geen effectief gebruik van het aanbod behoeft te worden gemaakt, terwijl dan do grondslag- voor een economischer! opbloei van Surin;uir> /.al zijn gelogd on dientengevolge do finan<Éiöelo verhou ding tusschen Nederland en Suriname langs den eenigen denkbaren natuurlijken wog zal worden gezuiverd van het onnatuurlijke subsidiestelsel. Tusschen dio uitersten: betalen va-i de geheele rento of niets; welslagen of mislukken; subsidie of geen subsidie; wolvaart of durende arm-«s liggen tijdon en stadia, kansen, goede en kwade. Zij moeten alle onder de oogen gezien worden, mits belicht door do gedachte, dat Suriname nijpende behoefte heeft aan een daad. In een volgend artikel zal ik de lotgevallen van Suriname belichten, otn te verklaren waarom ik tot deze conclusie ben gekomen. BERGT UWEN INBOEDEL1 Tff.1 VOORGENOMEN VESTIGING IN DEN HAAG OF IN HET BUITENLAND BIJ oio Fiit.MA HATKVH17IUÏ& FOLMEIt TE 'S-GRAVENHAGE.IIui.ioKNspABk22 T K L K F O O N 11030 EIOKN OKBOIUVEN. Bespreking kosteloos SI'IOC. HlNXIONI,. EN l.N'TBRN. Tl!AN'SI'ORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl