Historisch Archief 1877-1940
No. 2644
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 FEBRUARI 1928
Uit de Natuur:
Naar Zwitserland
door Dr. JAC. P. THIJSSE
II
De bedreigde SpÖl in het Nationaal Park
T T ET is wel goed, eer we gaan, nog eens langzaam
en met aandacht hoofdstuk XX uit Buskin's
Modern Painters te lezen, getiteld The Mountain
Glory. Er gaat ean ander belangrijk hoofdstuk aan
vooraf, dat ge vanzelf erbij neemt: The Mountain
Gloom. Sommige van mijn vrienden vertellen mij,
dat Ruskin uit den tijd is, anderen maken zich
vroolijk over zijn soms fantastische wetenschappe
lijke blunders, nog anderen hebben het land aan
hem om zijn oordeel over de Hollandsche schilder
kunst van de zeventiende eeuw en dan zijn er nog
velen, die beweren, dat ze hem niet noodig hebben,
niet bes3ffend dat hun ideeën over kunst en natuur
toch voor een groot deel van Ruskin afkomstig zijn.
Hoe het zij, ik lees en herlees die Mountain Glory
nog altijd met innig genoegen. Ruskin schreef dat
deel, kort nadat Zwitserland voor de toeristen
ontdekt was en tien jaren voor dat Whymper den
top van den Matterhorn betrad en dat was in 1865.
Hij voorziet dan, dat de toevloed van reizigers naar
Zwitserland ieder jaar grooter zal worden, dat de
waarde van hun belangstelling zal dalen en dat ze
naar de valleien in het hartje van de bergen al de
ijdele verstrooiingen en vermaken van de groote
stad zullen meeslecpen. Hij constateert met
bezorgdheid, dat er een spoorlijn wordt ontworpen
naar Qenève. Je zult zien", zegt hij, dat er in
Luzern n aaneengesloten rij van witte hotels zal
verrijzen langs de oevers van het Meer en dat er
een ijzeren brug over de Reuss zal worden geslagen."
En elders weer: I could say much on this subject
if I had any hope of doing good by saying anything.
But I have none".
Zoo'n moedelooze bui heeft iedere propagandist
wel eens. Maar Ruskin's woorden en geschriften
hebben toch wel iets gebaat, al zijn er in Zwitser
land dingen gebeurd, honderdmaal erger dan hij
had kunnen droomen. Sommige steden zijn vijf of
meermalen zoo groot als in zijn tijd en de nieuwe
wijken uit de tweede helft van de negentiende eeuw
zijn er al geen haar beter dan elders. Bovendien
zijn er nieuwe steden verrezen, bestaan'e uit
onschoone hotelhlokken en dat liefst paf middenin
het mooiste landschap: gruwelijke stoornissen in
de natuurlijke harmonische geologische lijnen,
waar Ruskin ook zoo'n goed oog voor had. En wat
zou hij wel zeggen van de bergspoortjes, in het
bijzonder van de kras bij Mürren of die van
Muotta's Muraigl? En dan de buizen voor de
waterkrachtwerken, die strepen trekken recht langs de
hellingen neer, de notenbalk van Brusio en de
buizen langs den Schyn-weg? Natuurlijk is Ruskin
vaak gewandeld of gereden over de Col do la
Forclaz, de Tête Noire en de Col des M ontets naar
l J. B. BENNER
l PIANOHANDEL
& ZOON
S DEN HAAG 97
HOFl.KVKKANCIEHS
NOORDEINDE
Chamounix, een prachtwandeling. Wat zou hij
opkijken als hij nu door Chatelard kwam. In zijn
tijd was dat een rustieke pleisterplaats in een
liefelijk, hoewel eng, dal. Thans is dat dal opgevuld
met werkplaatsen en fabrieken en meterwijde
ijzeren buizen gaan recht omhoog langs Giétroz
naar de Col de la Gueula, waar het hooggelogen dal
van Barberine door middel van een stuwdam
veranderd wordt in een. meer, waarin de mooiste
bloemenweide van West-Zwitserland verdrinkt.
Zoo is al veel eerder de Klöntalsee opgezet en thans
wordt er gestreden om het meer van Sils in het
Boven-Engadin. Ja, er zijn plannen om van het
heele Engadin n waterreservoir te maken en
alvast ook te beginnen met het halve Nationalpark
onder water te zetten door stuwdammen te maken
in de Spöl en in de Ofenbach. Zelfs de toppen zijn
niet meer veilig, de breede top van den Munt
Baseglia, de Macun-vlakte, komt in aanmerking,
om gebruikt te worden voor allerhoogste h oog
reservoir, waarheen zelfs water zou worden opge
pompt. Om het bijzonder knappe ingenieurswerk,
dat daarbij te pas komt, zou je het haast willen
beleven. *i*siW*
De dwarsdalen in de Jura, die schilderachtige
kloven, raken volgepropt met fabrieken. Ook de
waterval van Schaffhausen heeft er aai moeten
gelooven en, erger nog, de moei3 stroomversnel
lingen bij Lauffenburg.
We zouden deze opsomming nog kunnen rekken,
miar het is al genoeg. Ongetwijfeld is het van
belang dat Zwitsjrland een voordeel!? gebruik
maakt van zijn waterkracht. Ook beteekent het
maken van die stuwdammsn dikwijls een terugkeer
naar een vroegeren toestand, want heel veel van
die vlakke Zwitsersche dalen zijn vroeger meren
geweest, die droogliepen toen hun afvoerstroom
zijn bedding had uitgezaagd tot beneden den
bodem van het meer, zooals ge dat zoo duidelijk
kunt zien bij de Aareschlucht en bij nog zoo menige
Klus en Schlucht langs haast alle beken en rivier
tjes. Daarmee is echter niet gezegd, dat we die
mooie dalen, mst hun rivieren en beekjes weer zoo
maar getroost onder water zouden willen zien.
Echter past ons berusting. Ruskin zelf, met al
zijn felheid, erkent toch ook, dat de dingen, die
hij voorzag en vreesde onvermijdelijk waren en
naast hun slechte toch ook een goede zijde hadden.
Het komt mij voor, dat met de toename der be
volking en de vermeerdering der welvaart, ook de
vraag naar natuurgenot, naar hoog, veredelend
natuurgenot zal stijgen. De roep daarom gaat uit
van de steden en klinkt in Zwitserland misschien
luider dan bij ons. Basel, Bern, Zü.'ich en Genève
hebben een kwarteeuw geleden geroepen om be
scherming van het natuurschoon. van de flora en
fauna van Zwitserland en daarop is de Zwits^rscha
Vereeniging voor Natuurbescherming ontstaan die
reeds groote daden heeft verricht en voortgaat
mot zich te weren naar alle kanten. Aan haar is het
te danken, dat er alvast een paar honderd vier
kante kilometers van den Zwitserschen bodem zijn,
die mon met voorliefde kan beschouwen zonder
beduchtheid voor teleurstellingen in de toekomst.
Wij hopen dat zij dat aantal nog eens moge ver
dubbelen tot eer van Zwitserland en tot genoegen
van de heele wereld. Gelukkig echter zijn er
behalve die honderden vierkante kilometers ook
nog wel eenige duizenden, waar wij vrij wel gerust
op kunnen zijn.
(Wordt vervolgd.)
"Nieuwe uitgaven
ALBERT LONDRES, Vrouwen als koopicaar.
's-Gravenhage, De Wig.
Albert Londres, een journalist van internationale
beteekenis, vertelt hier van zijn verblijf onder de
handelaars in blanke slavinnen in Buenos Ayres.
Het is een reeks droevige beelden geworden, die
menigeen ongeloofwaardig zullen toeschijnen. De
reputatie van den schrijver geeft echter waarborgen,
dat hier niet is overdreven.
Oorspronkelijk verscheen het werk in de Fransche
taal onder den titel: Le chemiri de Buenos Aires.
C. L.van Loon en J. Schenkhof verzorgden de
Xederlandsche vertaling, waarna de uitgevers mij. De
Wig er een slecht verzorgd boek van maakte,
dat zij, speculeerend op de zucht naar exotische
sensatie, voor den hoogen prijs van f 2.50 in den
handel bracht. De sensatie-zoekenden zullen zich
echter bekocht gevoel?.
J).
Schilderijen restaureeren is geen zaak om toe te
vertrouwen aan den eersten den besten, maar aan
hem, die van jongs af aan in het vak is opgegroeid
met wetenschappelijke kennis en jaren lange
geoefende dagelijksche ervaring.
C, B. VAN BOHEMEN
Restaurateur van Schilderijen*
Als zoodanig door de meest bevoegde
deskundigen erkend.
N. UITLEG 27 - Tel. 12607 DEN HAAG.
KRONIEK
Nu" en Gisteren
Men leest in de bladen het volgend berichtje:
Een aantal schrijvers der jongste generatie hebben zich
in een heden verschenen pamflet op felle wijze uitgespro
ken tegen het literaire maandschrift ,,Nu", dat, onder
redactie van Is. Querido en A. M. de Jong, sinds eenigen
tijd verschijnt.
De auteurs w. o. de h.h. Binnendijk, Menno te. Braak,
Jan Engelman, den Doolaart, Albert Kuyle, Kelk, Lucht
veld en Marsman hebben zelf den straatverkoop van hun
geschrift op zich genomen.
Als dit eenigermate juist is, lijkt het eenigermate
gek. Moet het straatpubliek zich interesseeren
voor een heibeltje tusschen de jongste generatie"
en het maandschrift ,,Nu"? Dat doet het
straatpubliek zeker niet en wat het publiek thuis betreft,
dat zal zich een beetje voor Nu" gaan
iuteresseeren, als daar zooveel kwaad van gesproken
wordt. Zoo het de bedoeling dezer jongste gene
ratie" was, den verkoop van het maandschrift
der hoeren De Jong en Querido te bevorderen, dan
is het middel niet onpractisch gekozen. En overi
gens: mogen die heeren in hun eigen blad niet
schrijven wat zij willen, mits binnen de staketsels
van publieke orde en zede blijvend? Wie zou daar
iets tegen hebben en wie behoeft zich daar iets van
aan te trokken, tenzij hij de zaak en de aanvallers
zeer gewichtig vindt? En zichzelf zeer gewichtig
vindt. Dat zullen zij dan ook wel doen. de part et
d'autre, en 't lijkt gewis een vervulling on een
vermaak. Maar men moet er zich wel rekenschap
van geven, dat het ons, publiek, niet schelen kan en
dat het niet do weg is om een stem te smoren, als
men er aldus de aandacht op vestigt. Hot maand
schrift .,Xu" is juist zoo belangrijk als het
oogenblik, als fik oogenblik, en men had 't beter van
Gisteren" kunnen hocten, iiademaal do eene
redacteur toch niet geheel de toekomst, doch do
andere Koer bepaald het verleden vertegenwoordigt.
Wat zal men zich tegen zulk een. combinatie ver
zetten ? De tijd zelf verzet zich er tegen, mits men
het geval niet kunstmatig in het leven houdt door
het gewichtig te vorklaren. Het wil t<; veel en te
weinig: zoowaar een moment zijn, oen tijdstroonüug
die machtig is, een richting waarmee! te rekenen
valt. En dat alles is het eigenlijk niet. Doch het
stelt zich ook niet tevreden zoo maar een winkel
te zijn, een vergaarpiaats van lezonswaarde copy,
een aangename verpoozirig. een interessante be
zoeker, die welkom zou zijn in den kring van
zijns gelijken. Wat in Nu" te lozen staat, kon ook
elders staan, behalve dan de polemische artikelen,
die niet bepaald op soliede basis rusten en
zich richten tot. ... de leege ruimte. Tenzij dan
tegen bepaalde personen, die ook al niet veel
principioels belichamen. Zoo krijgt hot alles
eenigs/.ins hot aanzien van een ruzie tusschen
twee-hoogvoor en drie-hoog-achter, waarnaar hot publiek
oven luistert, om dan meesmuüend verder te gaan.
F. C.
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE
IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN ,,DB
GROENE AMSTERDAMMER" KEIZERS
GRACHT 333, AMSTERDAM.
VAM
TABAK
IS