De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 11 februari pagina 12

11 februari 1928 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 FEBRUARI 1928 No. 2645 Dramatische kroniek door TOP NAEFF Vereenigd Tooncel t Het Adelaarsjong, door Edmond Rostand |D UIM vijfentwintig jaar ligt het, van vele kanten aangevochten, en niettemin formi«dabel succes van Bostand's tweeden Schlager" thans achter ons, en wat hij heeft willen geven, .,,1'histoire d'un pauvre enfant", herleefd in het licht-ontvlambaar hart va.i een rnan, die meer een -enthousiast dan een dichter is geweest, blijkt .sterker dan de tijd. Een aanslag op de onsterfelijke instincten van ?de menigte, maar die instincten zijn waarlijk de -slechtste niet! Naar heldenvereering" neigt de Jitenschelijke ziel, in spijt van verbroedering en nivelleering, al zal elk tijdperk onder een held" het zijne verstaan. Wat voor ons Napoleon als veldheer, -als Keizer van Frankrijk, mag hebben ingeboet, in des te zuiverder aureool zien wij op dezen afstand ? ?den scheppenden geest, het ordenend genie, den lijdenden mensch. Het zijn de laatste hoofdstukken, ?die ons in het werk van Emil Ludwig, de grootheid "van Napoleon toonen op de wijze die ons, menschen van dezen tijd, het diepst overtuigt en het dier baarst is. En het zijn juist deze groote jaren van <len Vader, waarin onze verbeelding het kind ziet ?opgroeien in de ballingschap van het burgerlijke Weensche Hof, en het Adelaarsjong par droit de :naissance omgeeft met al den innigen glans van het grandioos bestaan, waarin het zijn oorsprong vond. De warme fantasie van Rostand houdt deze ?verbeelding levend, en al is het werk op veel plaatsen niet meer, ja, feitelijk minder dan een .berijmde ,,Sardou", een fanfare van hier oprechte en ontroerende, daar holle en valsche sentimenten, ?de heldenvereering, die er aan ten grondslag ligt, ?de historische herinnering, die het wekt, verheffen het als document humain" boven de bedenkingen waaraan het als kunstwerk onderworpen moet zijn. De bewerker voor het Vereenigd Tooneel ",Bal'thasar Verhagen, heeft zich demoeitebespaardRostand's verzen in Nederlandsche verzen te vertalen, en de poëzie heeft daar niet veel bij verloren, terwijl de bewerking als zoodanig voldeed. Toch .heeft hij het werk hierdoor dichter gebracht bij een zekere realiteit, die het niet wel verdraagt, en misten wij bij vele, op het effect geschreven, en naar het rijmwoord opgedreven tiraden, iets als den klapper op den vuurpijl, terwijl het moeilijk bleek, zonder den dwang en de stuwkracht van het .metrum, er den vereischten zwier en de volle vaart in te houden. Groote coupures moesten daarbij den tekst ontlasten, figuren de Aartshertogin", die den Hertog von Reichstadt zóó na heeft gestaan vielen uit, en al te veel plaats werd, in verband met deze besnoeiingen. vergund aan den volksheld, waaraan we het meest ont groeid zijn: den grenadier Flambeau, met zijn pathos en zijn gevaarlijke grappigheid. Het eerste bedrijf, waarin ook te zwakke spelers ?op den voorgrond traden, onderscheidde zich feitelijk in niets van een slappen Sardou. Toch is -dit als compositie een zeer geslaagd bedrijf, het beste van de zes. Sara Heyblorn heeft voor MarieLouise" niet de broze en frivole vorstelijkheid, noch de oppervlakkige bekoring waarmede de gewezen keizerin in haar omgeving te woekeren weet, en die telkens weer in staat is den zoon voor zijn moeder te verteederen. Zij doceerde de rol, meer dan dat zij haar uitbeeldde. Grooter schade dan zij, deed echter aan dit bedrijf Dora Wallant, in de allerliefste rol van Thérèse" de kleine lectrice, met haar smachtend hartje, in wie het ongelukkig Arendsjong:?unepetitesource" vindt. De entree" van dit natuurlijke jonge meisje in het van intrigues verpest salon, de schuchtere voorlezing van Duizenden guldens aan waardevolle schilderijen gaan jaarlijks te loor, allén door de onachtzaam heid der bezitters, die hun kostbaar eigendom ter restauratie toevertrouwen aan bedilzieke tusschenpersonen of aan absoluut onbevoegden. C. B» VAN Restaurateur BOHEMEN van Schilderijen. Als zoodanig door de meest bevoegde deskundigen erkend en aanbevolen. N. UITLEG 27 - Tel. 12607 DEN HAAG. Lamartine's Méditations", vormen een der be minnelijkste tooneelen van het werk, die niet zuiver en eenvoudig genoeg kunnen worden gespeeld. Hoe kwam de actrice er toe dit meisje zulke aanstelle rige manieren en dezen geaff cc teerden toon op te leggen, en hoe kon de regie dit laten passeeren ? In dit, ons dus nog niets zeggend milieu, ver scheen toen op den drempel Elsa Mauhs (l'Aiglon) en alle teleurstelling was vergeten. Een superieure uitbeelding van het eerste tot het laatste woord, een praestatie, die nog boven de verwachting uitging, een figuurtje, even krachtig als poëtisch, waarvoor wij haar slechts te danken hebben. Uno ame bruiante..." Wij waren verleerd er aan te gclooven op 't Leidsche Plein, schier ver bluffend kwam ons dit rijk, ragfijn geschakeerd spel daar plotseling voor. . . . \Vat mij daarbij het opmerkelijkst toescheen was wel, dat deze droomgcstalte van het jong" niet alleen de schim, maai de levende figuur van Napoleon I voortdurend op de planken riep, inderdaad een kleine Napoleon was. . . . Uitteraard zal een vrouw in deze rol veeleer het zwaartepunt vinden in den lijdenden knaap, te zwak voor zijn eerzuchtige droomeii. Ook Sarah Bernhard heeft .,l'Aiglon" naar haar aard en wezen zóó, als het ware in het graf gehoest. Hier was het juist andersom,een werkelijk .. Arends"jong, wiens koortsig lichaam heldhaftig kamp gaf en wiens geest wijd uitvloog boven de physieke beperkingen. De panache", welke aan de geheele vertooning ontbrak, behield Elsa Mauhs, in weer??vil van den p.-oza-tek^t, en met versmading van elk uiterlijk effect tot het smartelijk einde. liet compliment van Metternich, het eenige waarmede de staatsman den knaap heeft gegeven wat hem toekwam, hield mede allen lof voor de kranige vertolkster in: Je ne regrette rien, mais c'était un grand Prince !" De fantasie van Rostand is hinderlijk onbetrouw baar, ik bedoel niet hinderlijk uit een geschied kundig oogpunt, maar wat betreft het verloop deihandeling. Het is als verstoppertje spelen, waarbij iedereen weet, waar de, gezochte schuilt. Het onomstootbaar feit, dat de beraamde vlucht, waai de intrigue om draait, niet gelukken mocht, onder mijnt hier uit den aard der zaak de spanning, maar toch had de schrijver het spel minder doorzichtig, het overleg niet zóó kinderachtig onhandig mogen maken. De sprookjes-overtuiging ontbreekt aan de laatste bedrijven al te zeer. Ook de regie (Kd. Verkade) wist die niet op te leggen. Het tooneel bijv., waarin Flambeau. dooi- Metternich verrast, in de spookachtige houding van lleine's ..Darm steig' ich gcwaffnet hervor aus dein Grab", zich voor de kamerdeur van l'Aiglon. op post stelt. 7.011 als hallucinatie indruk hebben gemaakt, wanneer slechts niet het uitgetrokken livrei van den lakei zoodanig over een stoelrug had gehangen, dat Metternich er als het ware met zijn neus tegenaan liep, en diens geheele schrik voor het fantóme terstond oploste in de misplaatste grap. .Hij het Tuinfeest in het park van Schünlmmn (IV) had men eveneens vóór alles moeten gevoelen, dat daar een zaak van beteekenis (de vlucht van het Arendsjong) op het spe! stond. Dit is een, een geheel anderen eisch stellend tafereel dan zulke galante maskarades stellen in een stuk van bijv. Beaumarchais of Goldoni, waar de geheimen er bovenop liggen en het louter om de fopperij te doen is. Op het slagveld van Wagram (V) kon het ge zadelde witte paard op den achtergrond niet meer dan een decoratieve uitwerking hebhen, tengevolge van het lang gerekt getreuzel, waarvan de op zettelijkheid, uit een artistiek oogpunt, te duidelijk bleek. De historie mag dit moment waar maken, voor het tooneel gelden andere waarheden, daar moet de romantiek geloofwaardig zijn. Tegenover deze bezwaren, waaraan bij volgende vertooniiigen tegemoet kan worden gekomen, staan de kwali teiten van het vlot geleid samenspel en de schoon heid der decors; waarbij zich echter niet laat ontkennen, dat het gezelschap over heel wat meer beduidende krachten zou moeten beschikken om de vele kleine, maar historisch sterk gefundeerde, rollen te bezetten. Men kan aanvoeren, dat Hostand zelf hier deerlijk te kort is geschoten en veelal niet meer dan de omtrekken trok. . . . dit is m.i. nog geen excuus voor de vertolkers, die de perso nages uit de geschiedenis en uit hun fantasie kunnen aanvullen. Eerens, Willy Haak, C'arpentier Alting. Hans van Toegepaste kunst door OTTO VAN TUSSENBROEK De W. 1. M. B. A. in het R, A I.-gebouw Wie belaag stelt in het schoone zal ondanks het herhaaldelijk gevraag der tentoonstellende heeren en dames met het bekende: Heeft TI interesse?" zoo gauw mogelijk zorg dragen de duizenden wanstaltigheden op meubelgebied te ontvluchten, de herinnering behoudend juin wat twee of drie firma's laten zien, dat eene gunstige uitzondering vormt, Maar n zwaluw maakt nog geen lente zooals drie firma's nog geen tentoonstelling maken. welke een bezoek waard is. 'IV' noteeren valt de inzending van Ra fit h i'H Doodchccfcer, welke velerlei behangsels en gordijiistofl'en toont eu waarover wij ons oordeel reeds uitvoerig gaven ter gelegenheid van de expositie onlangs in het Stedelijk Museum te Amsterdam gehouden. Dan is weder de firma (Joudsmit-Holf r.n Zoon present niet vele door Nederlandsche kunstnijveren ontworpen behangselpapieren (reeds eerder hier besproken) welke getoond wolden in een door Sikko van der Wonde ontworpen stand, waarvoor een kubistische brandweerman bezig is het zgn. Duraldor-papier te bespuiten. J lier zijn ook enkele (inderdaad afschuwelijke) meubels in lila, rood en zwart geverfd hout te zien van denzelfden ontwerper, die beter deed zich aan zijne (overigens wat krullerige) beha/igselteekeningon te houden. Van de N.V. Meblo" te Zeist vielen enkele zeer eenvoudige blank eikenhouten meubels op maar klaaiblijkelijk heeft men ,,de klok hooren luiden." Wat bijv. een Wouda zoo kranig doet, doet de (ten onrechte niet genoemde) ontwerper dezer fabriek juist verkeerd met het resultaat dat een prullerig geheel werd verkregen. Dat is al.... G een wonder dat zij die beter willen en beter weten zich hier niet thuis gevoelen ! Meerten, waren degenen, die. aan hun rollen eeuig persoonlijk relief Avisten ie geveïi. !)e dool* den auteur naar voren gebrachte figuren, Mcitemirh. de diplomaat, Flambeau, zijn tegenstelling, von den vertolkers in I'aul Hui' en Van Dalsum. De eerste toonde zich een aannemelijk Staatsman. minder scherp, minder beklemmend dan wij ons Kuropa's cipier voorstellen, l/Aiglon spreekt weliswaar ergens van ..son air d'évéque", maar deze gemoedelijkheid Jijkt ons aan het rijmwoord te danken. Bedoeld moet zijn het fanatisme van den priester, welke al zijn kracht ontleent aan zijn missie: de nieedoogeiilooze bewaking van den kleinen Napoleon, ook daar waar zijn hart tegen over den lieven knaap zou aarzelen: J'en ai souffert, peut-et re". . . . Daar tegenover maakte van Dalsum Flam beau" interessanter dan hij ons van nature voorkomt, en dan hij m.i. mag zijn, willen zijn roekelooshcden geen. pathologische afwijkingen worden. Ongetwijfeld heeft deze bizarre oudge diende als acteur onze aandacht geboeid gehouden, maar een eenvoudiger tooneelspelcr, als bijv. lluiische, zou er, bij minder raffinement, toch wellicht een nog guller hart uit hebben gehaald. En hoe scherp r/,ou dan op zijn beurt van Dalsum. in diens rol van Graaf de Selinksky, Prefect van Politie, het gezag hebben kunnen handhaven, of gepast hebben in een der vele rollen (Franz' leer meesters) die. in tegenstelling tot den anti-int ellectueelen snorbaard. een schranderen geest behoeven om eenigermate portuur te zijn voor het geestelijk hoog-begaafde en graticus-ironische Arendsjong. OLYMPIADE. Sportlui beveiligt Uw oogen; gebruikt onbreekbare brillenglazen. JOS. HARTOG. Hoofdsteeg 17 tel. 3343 Rotterdam. Nobelstraat 28 tel. 11063 Utrecht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl