Historisch Archief 1877-1940
No. 2645
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 FEBRUARI 1928
17
Militaire wandeling
door MELIS STOKE
TIENMAAL per week, omstreeks
liet uur van de lunch, gebeurt het.
Dan klinkt een roffel over het
Haagsche Plein, en schrille pijpmuziek, en
dan trekken de mariniers voorbij: een
prachttroep, keurig gericht, n arm
beweging: model.
De oudere heertjes die, met de
Leeuw of het rozetje van de Nassau
in hun knoopsgat, in het clubzaaltje
zaten te lezen, of wel snurkend deden
alsof, spitsen de oude militaire ooren.
Strak kijken de kerels voor zich:
n cadans, n beweging.
De oude heertjes boven krijgen
opgewekte glansjes in hun
slaapoogjes. Ze kijken totdat de troep ver
dwenen is, en verdwijnen dan weer in
hun fauteuils en hoekjes....
Het wekelijksche schouwspel is
voorbij: de Mariniers die geschoten
hebben in de duinen, marcheeren naar
het station terug. . . .
En in het leeszaaltje klinkt al weer
gauw een discreet gesnork uit een
diepen zetel ....
Het is de militaire wandeling uit het
verleden: voor velen iets als een op
tocht van schimmen. Gestalten uit een
leger zooals het vroeger was, in don
kere uniformen, met oudere kerels in
de gelederen en een tamboer-majoor
met snorrebaarden en een dikken
rooien neus vooraan. In de Mariniers,
ons keurcorps, leeft nog wat voort
Van die tradities. De rest is grauw,
kleurloos, jong.
Het leger verjongt: uiteraard, en
voorts ook onder den invloed van de
moderne wetgeving. Een corps
gesnorrebaarde mariniers is gedoemd om
te verdwijnen .... langzaam opge
slorpt te worden door het reusachtige
jonge monster dat militie heet. . . .
Daarom was die optocht er een van
geesten .... een laatste feestelijke
ommetocht van herinneringen....
En nu de militaire wandeling
1928. Op een vroegen morgen kwam
het geval voorbij. Grauw, jong,
kalverig .... eerie reminiscentie aan wat
een troep zou kunnen zijn.
Vooraan de commandant, op een
paard, achter de stafmuziek die
trok .... trok als een
rangeerlocomotief. En daarachter de in rij en
gelid geschaarde verkleede jongelui . .
Drie magere secties .... en daar
achter vier brancards met volledige
bemanning, als een uitnoodigirig om
pijn aan de voeten te krijgen. En
achter die brancards het ergste: een
keukenwagen, bespannen met twee
van de artillerie geleende; paarden . .
Walmend ....
AVie voelt er wat dat zeggen wil.
zulk een stoomende keukenwagen.
achter de troep die tien minuten ge
leden uitgerukt is voor de militaire
wandeling . . . . ? Ik snoof het ; die wa
gen beteekeride: kijkt eens menschen.
wat onze jongeheeren het best heb
ben .... ! ! Ze moeten nu wel wan
delen, maar om een uur ol' elf krijgen
ze allemaal een lekkere kop met
koffie, suiker en melk .... net als
thuis .... Maak je maar niets onge
rust .... Voor den veelbelovende!!
koffieketel uit werden de grijze,
wandelende jongeheeren, omstuwd
dooi' paedagogisch kader, opgestuwd.
De muziek .schaterde opwekkende
krijgtmelodieëii en de koffieketel
stoomde zoo geiioegelijk. en men zag
hel stuwend kader aan dat ze links
en rechts oogden naar menschen die
in staat zouden zijn om hatelijke inge
zonden stukken in Het A'olk te
schrijven over de beestachtige mis
handeling.
De twee van de artillerie geleende.
weldoorvoede paarden die voor het
kleintje koffie gespannen waren, keken
bepaald misnoegd. De jongeheeren '/.elf
keken een beetje verwezen vanwege de
echtheid van dit militaire schouwspel
waarin ze voor het eerst daadwerkelijk
optraden. Naar ik latei' vernomen heb
is het gezelschap in goede conditie te
.X. aangekomen, waar in liet kwartier
gezorgd was voor twee lakens en de
noodige dekens de man. plus, des
avonds, vooreen strijkje en een meneer
die humoristische voordrachten hield.
Alles vanwege den goeden geest. Kn
op den terugweg, die iets meer dan
vijf en twintig kilometer was, is den
volgenden dag nog een aantal uit
vallers te boeken geweest ....
De militaire wandeling 1!)2>S, het
Olympisch jaar. heeft mij bedroefd.
De dag. waarop de jongelui, tusschen
de krijgsinuziek en den koffieketel,
voorbijtrokken, was een Vrijdag. Kn
dat op zichzelf stemde mij óók al be
droefd. Niet omdat de Vrijdag voor
een origeluksdag geldt, maai- omdat
iedereen die weet wat ..Kuch'' is.
doordrongen is van de beteekenis van
een militaire wandeling op een Vrijdag,
J lat beleekent namelijk: er zijn
zó6veel mensclieii die zich ziek melden
als er van wandelen sprake is, en wij
zijn zóó bang- eventueele
niet-simulanteii te laten meeloopen, dat wij di
troep zelf de selectie ovei laten. "Wit
niet heelemaal ziek is. zal wel mee
loopen om op Zaterdag en Zondag
naar huis te mogen. En wie er zijn
Zaterdag en Zondag werkelijk aan
besteden wil in het kwartier te blijven.
die moet dat dan maai- weten door
zich ziek te melden en dus niet mede
te marcheeren ....
De militaire wandeling op Vrijdag is
dus, precies als de dampende koffie
ketel. een demonstratie van: kijk eens
hoe goed ze het bij ons hebben, en een
panacee tegen hatelijke; ingezonden
stukken.
De geest in den troep is goed. Maar
men loopt de jongelui met den koorts
thermometer achterna om zied op elk
oogenblik er van (e kunnen verge
wissen dat de geest nog wel heuscli goed
is. l''.n er is om elf uur koffie met
suiker en melk, en des avonds in het
kwartier een humorist en een strijkje.
opdat de geest toch maar heuscli goed
zal blijven en de ingezonden stukken
achterwege ....
Is het wonder dat de ridders en
officieren in het clubzaaltje de oude'
ooren spitsen als de .Mariniers voorbij
trekken .... ??
Kenners zeggen:
MIJ smaakt allén een
BROCHES
Ciöaret"