De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 11 februari pagina 5

11 februari 1928 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2645 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 FEBRUARI 1928 Palmentuin met Britsch-Indische kinderen Kleine landbouwers-perceel aan een kreek SURINAME EN NEDERLA door G. J. STAAL Oud-Gouverneur van Suriname II. C TIRINAME wordt in den regel het best gekend in de vermomming, het kleed van de slechte faam. De figuur uit het sprookje van El-dorado, het Goudland, die in de eerste eeuw na de ont dekking van de Wilde Kust aan den Noordzoom van Zuid-Amerika (1499) werd voorgetooverd aan begeerige avonturiers in Europa en hen erheen lokte; de gestalte, die in later tijd verkleed werd als een hoorn des overvloeds, waaruit schatten aan waarden van producten te grijpen waren en inder daad, vooral door Nederland, gegrepen werden, is in nog later tijdperk omhangen met het schamel omhulsel van een griezeligen arme, met de lompen der armoede en de vunzo lappen van een ver nederende reputatie, zich bewegend in de onaan gename atmosfeer van een kwaden reuk. Immers, er werd zooveel kwaads van verteld: die armelijk heid, die luie bevolking, dat ongezonde land (gele koorts !), die tegenslag in bedrijven; er was zooveel geld verloren; dat dure beheer, zoo duur voor Nederland, dat elk jaar maar moet bijpassen; al die onoplosbare problemen, waarvan ecoriomischSuriname krioelt; het was een hopeloos gedrocht ! Uit en ter na is het ware beeld van Suriname nu al vertoond, uit en ter na de gelijkende beeltenis in het licht gezet, doch het schijnt, dat de denk beeldige figuur er nog niet door verdrongen is; het is nog altijd Charlie-met-het-hoedje. Dus: weer laten zien. Maar eerst dadelijk toe lichten waarom in het beeld niets teruggevonden zal worden van de toegedichte ongezondheid. Suriname is voor een tropenland, en nog wel een grootendeels onontgonnen tropengebied, niet on gezond. De gevreesde tropen-ziekten, cholera, pest, zijn er ongekend; gele koorts heeft er inderdaad eenige malen, met lange tusschenpoozon en in onbeduidende verspreiding, geheerscht; het is er geen endemische ziekte; de malaria komt er wel voor, ook in de ernstige vormen, de tropica en de zwartwaterkoorts, doch deze kwaadaardige alleen in het ongerepte oerwoud, niet in het land bouwbedrijfsgebied, waar het karakter der malaria goedaardig is. De Europeaan behoeft zich volstrekt niet te laten afschrikken door het gevaar voor booze, aan het land eigen ziekten. Meer reden zou er zijn voor de bevolking bezorgd te wezen met het oog op de volksziekten, filaiïa en mijnwormziekte, ware het niet, dat deze bestreden kunnen worden door behandeling en hygiënische voorzieningen., welke laatste zeer zeker intensief kunnen worden als de economische toestanden verbeteren. Daar mede hangt alles samen, en de min-gunstige trek ken, die in het ware beeld van Suriname zichtbaar blijven, zijn de zorgvolle trekken van een eco nomisch zwak bestaan. Niet alles, wat de ongun stige reputatie vestigde, is onwaar; of juister: in dat alles is iets waar, maar dat ware is verklaarbaar gevolg van aanwijsbare oorzaken van zwakte en in versterking ligt het herstel. Inderdaad, Suriname kost veel geld aan Nederland; inderdaad er zijn problemen, die onoplosbaar lijken; inderdaad het bedrijfsleven is er geen warm, bloeiend leven; er is werkelijk veel verloren. Maar waarom, waardoor, waarin? Het zijn vragen, het zijn trekken, die goed en innig bezien moeten worden om er de beteekenis van vast te stellen. Het is als de zwakke mensch, mager eri met diepe groeven, die alleen gevoed moet worden om de gaafheid van den normalen mensch te verkrijgen. De bevolking is lui, zegt men. Och, zij is niet luier dan andere tropenvolken, die, eenvoudig in hunne behoeften, daaraan moestal wel kunnen voldoen zonder bijzondere in spanning, en niet luier dan misschien de volkeren uit de koude luchten en van den harden bodem zouden zijn, wanneer zij den vinnigen strijd om het bestaan niet behoefden te voeren, doch een mild Rivieryezicht niet kabelbaan klimaat en een goedgeefsehe grond hen te allen tijde bijstonden. En de bewijzen zijn daar, dat de creool hier bedoeld als de negerafslainmeling tegen wien het verwijt van luiheid is gericht, als hij een werk vindt, dat past bij zijn aard en aanleg, het verwijt niet verdient. Het verleden is niet gunstig geweest voor een krachtige economische ontwikkelingvan Suriname. In dat land, bijna vijfmaal zoo groot als Nederland. was, voor zoover de geschicdkeiinis reikt (het laatst der 15de eeuw), geen autochtoon volk dan een bij luttele duizenden te tellen Indianen-be volking, nomaden. Het was een zwak ras; de eerste Europeesche settlers in de eerste helft der 17de eeuw konden de roode slaven" niet gebruiken als arbeiders op hunne plantages en moesten om zien naar sterker wezens, /ij vonden die op de markten van negerslaven ter Westkust van Afrika en toen na de vestiging van het Nederlandsen gezag in Suriname, dooi' C'rijnssen's verovering van het fort van .Paramaribo op de Engelsehen in 10(37, het plaiitagebedrijf belangrijk werd uitge breid, nain de aanvoer van negerslaven aanzienlijk toe en heel Suriname dreef op de onsolide basis van de verderfelijke slavernij. Heel Suriname wil niet anders zeggen dan een smalle kuststreek, de alluviale strook langs de kust, iets meer naar binnen dan liet tegenwoordig plantagegebied, dat geheel tot het alluvium is beperkt-. De plantages werden aangelegd langs de kust en aa-n de oevers van den benedenloop der rivieren. Achter, dus bezuiden, dit stuksgewijze ontgonnen, gebied bleef het ovei'groote territoir, '10!)/500 van de opper vlakte, braak liggen. De teelt van cacao, ka,toen. koffie en .suiker op die plantages heeft voor de plantage-eigenaren in Jen slaventijd zeer groot e winsten opgeleverd, maar voor de Surinaamsche gemeenschap in den grotiu der zaak niet-. Wanneer dan ook gezegd wordt dat Suriname destijds in bloeienden staat verkeerde. dan, beteekent dat niet. da,t het land, de gemeen schap, economisch op hoog peil stond, want de groot-e meerderheid van die gemeenschap werd gevormd door de slaven, die ii> absolute afhankelijk heid en ondel' /.eer streng, wreed gezag ! geen zelfstandige positie, innamen, niets bezaten en niets mochten bezitten. Het slavenstelsel liet geen maa-s ?happelijkcn opbouw in den «aren zin toe; het v; s geen bodem voor een hecht econo misch l'imd;:>iiie:it. Suriname was eenvoudig exploi tatie-gebied, en drainage-gebied erbij, omdat de winsten nagenoeg uitsluitend ten goede kwamen ;v<vn de eigenaren en geldtrekkers buiten Suriname. in elk geval niet aan <ie gemeenscha]). l u IStil! werd de sL-'.vernij afgeschaft ; de gansche slavetibevolking we; d vrij verklaard, behoudens een zekere arbeidsvei-j'lieht ing onder normale bedingen, die in lISTI! l/j de volledige emancipatie verviel. Op het- tijdstip der afschaffing telde de bevolking ruim 50000 zielen, waarvan ^ 35000totden elavensl and behoorden, de Indianen en Boschi legers (ontvluchte slaven en hunne afstamme" lingeii) niet medegerekend, die buiten beschouwing gelaten kunnen worden, daar zij, verloren in de l (i millioen Hectaren, oerwoud, een eigen leven leidden, zonder verband met liet leven der gemeen schap. (Wordt rercolyd) N. V.: J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-den Haag DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl