De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 11 februari pagina 7

11 februari 1928 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2645 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 FEBRUARI 1928 Uit de Natuur: Naar Zwitserland door Dr. JAC. P. THIJSSE (Slot) Aan de boomyrens in het Nationale Park. Op den achtergrond Piz Murter. T IEFHEBBERS van het ongerepte kunnen in Zwitserland alvast beginnen met zich te ver lustigen in het Nationale Park in het BenedenEngadin en daar kun je vijfentwintig jaar achtereen heen gaan zonder je ooit te vervelen. Het is geo logisch zoo bont als je maar kunt wenschen en heeft dus landschapsvormen in groote verscheiden heid: trotsche sneeuwbergen, stevige granietlichamen, beweeglijk dolomietenpuin, breede keivelden langs de Ofenbeek, grazige vlakten vol van edelweiss, breede dalen, enge dalen, geheimzinnige ?wonder gekleurde poeltjes, bruisende beekjes, naaldwoud van allerlei samenstelling. Het ligt wat hoog, dus het loofhout blijft beperkt tot enkele soorten, maar wanneer we het gebied van Schuls en hetMünsterdal erbij nemen, dan mankeert er in dat opzicht ook niets aan ons geluk. Buiten het Nationale Park is echter ook nog overvloed van ongereptheid en wel alvast al het bergland boven de sneeuwgrens, dat ook voor den gewonen toerist niet geheel en al ontoegankelijk mag heeten. Hier ligt het paradijs der bergbe klimmers, de hoogte-flaneurs, de acrobaten, de :artiesten en de wetenschappelijke lui. De eerste alpinisten waren botanici en wel een tweetal groote beroemdheden. In 1555 besteeg Conrad Gessner den Pilatus, die destijds Mons Fractus heette en voor even onbeklimbaar gold als driehonderd jaren later de Matterhorn. Erger nog, het beklimmen van den Pilatus was een tijd lang wettelijk ver boden uit angst voor de booze geesten. Gessner was echter een van de gelukkigen, voor wie geen booze geesten bestaan, klauterde welgemoed den '.berg op en beschreef met welgevallen, hoe je bij Szoo'n bestijging als het ware alle jaargetijden kunt idoorloopen, hoe de planten elkander opvolgen en :men zich in n dag verlustigen kan aan weelderigen zomertaloei en aan de huiverige eerstelingen van de vroege lente. Hij maakte school: een theo loog uit Bern beklom in 1558 Stockhorn en Niessen. ,Als ik mij niet vergis staat zelfs nu nog in Baedeker de Stockhorn vermeld om zijn rijke flora. In de Koninld Boomiweekfinj Jiltielmina," Charles van Oinneken & Zoon, Znndert, N.Br. Het van ouds gunstig bekende adres voor: Dennen, ter bebossching (uitsluitend Inheemsch zaad) Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, Hoornen en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franco. 'Tel Interc. No. 1. Telegr.-Adr.: Wilhelmina.Zundert. OostenrijkscheAlpen vinden we als eersten alpinist onzen Charles de l'Escluse, den weibekenden Chisius, dien we onlangs nog hebben herdacht en die op hoogen leeftijd nog professor is geworden aan de hoogeschool te Leiden, eere-professor eigenlijk. In zijn goeden tijd bestudeerde hij de planten van de Hooge Tauern, de Stiermarksche en Weerter Alpen en heel aardig is het om te midden van zijn plantenbeschri j vingen verhalen te vinden over sneeuw en ijs en steile afgronden. Ik ril nog, nu ik erover schrijf" zegt hij ergens. Gessner en Clusius waren, onze vooiioopers en wij loopen hen nog vlijtig na, tegenwoordig nog al tijd onder leiding van den wakkeren Carl Schroter. Duizend meter boven de sneeuwgrens bloeien nog de fraaiste bloemen, leven nog merkwaardige dieren en daar vinden tal van stoere geleerden en natuurvrienden nog een onuitputtelijk arbeidsveld, dat zij door hun mooie, soms misschien wat ge leerd lijkende boeken, toegankelijk weten te maken voor hen, die ook ingewijd willen worden in het leven der Alpen. Gemakkelijk toegankelijk, reeds ietwat produc tief en daardoor niet meer zoo ongerept maar toch in hooge mate bekoorlijk, onderhoudend, leerzaam is het gebied tusschen de sneeuwgrens en de boomgrens, de eigenlijke rotstuin, het gebied van. de steenbreken en de gentianen, de alpeurozen, de groote anemoonsoorten, primula's, androsace, silene vlasbek, brilkruid, varens van allerlei soort, de soldanellen, kortom de kleurigste en mooiste bloemen, de een al interessanter dan de ander en meestal in ongelooflijken overvloed en verscheiden heid. Deze rotstuinen vinden we op de pashoogten en achter in elk dal in het hooggebergte. Vlak langs de wegen en langs druk begane paden is de bloemenweelde minder grnot, maar honderd meter op zij is het alweer beter. Waarlijk, hier heeft men nog geen reden tot klagen. Wanneer we nu lager komen, in de streek der alpenweiden, in de boschstreek, dan begint hot er langzamerhand te spannen. Dan vinden we naast voortreffelijk beheerde wouden ook bosschen die in minder goede handen zijn en waar het vee vrijelijk ronddoolt en tusschen de boomen alles wegvreet wat in de zoo kunstige koemaag verteerd kan worden. Het koebeest drukt sterk zijn stempel op het Zwitsersche landschap en in velerlei vorm en daar zou veel van te vertellen zijn. Denk maar eens aan de steile horizonta al gestreepte berghel lingen, zooals je die wel het mooist ziet langs den Julierweg in de buurt van Bivio. Die strepen zijn daar in getrapt door de koeien, die anders op de steile helling niet zouden kunnen grazen. Dat is al mijlen ver te zien en op zichzelf ook alweer heel genoeglijk, als er maar niet te veol van is. Over het algemeen kunnen we zeggen dat in den gordel van wouden en weidon ongerepte natuur, of wat daar na aan toe komt, alleen wordt gevonden op de plaatsen waar de koeien niet kunnen koinon, en in, de reservaten. De steile ravijnen langs de beekjes zijn dus altijd goed, zelfs in het lage land. Wanneer die .beken ontspringen in het hoogge bergte dan brengen zij veel planten uit don rotstuin mee en dan wordt zoo'n ravijn al buitenge woon onderhoudend. Dergelijke plekjes zijn haast overal te vinden en behooron zeker ontzien te worden, vooral wanneer de trek erheen watgrootor begint te worden. Het is toch in Zwitserland al net als bij ons, het aantal wandelaars, die hun eigen weg gaan en naast het landschap in het algemeen, ook belangstelling hebben voor de elementen, die het opbouwen, is niet groot. Aan n kant is dat wel prettig voor de fijnproevers, die dan het rijk alleen hebben. Maar aan de andere zijde is het zeer betreurenswaardig, want het behoud van do mooie en merkwaardige landschappen kan alleen ver kregen worden door een algemeene en sterke be langstelling. Summa summarum kunnen wij zeggen, dat het op het oogenblik met het natuurschoon van Zwit serland nog niet zoo heel slecht gestold is. Do schennis, op sommige plaatsen gepleegd, moge oen aansporing geven om in het vervolg met moer bedachtzaamheid en overleg te werk te gaan. De Zwitsers zijn dat niet alleen verplicht aan zichzelf, maar ook aan de heele wereld, dio bij hen op bezoek komt. Langzamerhand mogen allo volken bedenken dat zij vooi' het behoor van hun land rekenschap verschuldigd zijn aan de heele wereld. Wij ook. Een vriendelijke correspondent vroeg mij naar mijn reisplannen eri of ik nu al een mooi afgelegen hoekje wist, ver van alle mondain gedoe" zooals Zermatt. Wel, ik hoop nog eeiiige malen naar Zermatt te gaan en ook naat' Grindelwald, Pon tresina en Chamounix, want dat zijn werkelijk de mooiste doelen van de Alpen en dat mondain gedoe, BINGHAM & LUGT Haringvliet 85 ROTTERDAM KRONIEK Als maar Gascorruptie T~\ E gascorruptie is nu zoover ingevreten" dat mr. Nöthorn alleen den strijd er tegen niet meer kan volhouden. Hij moest er een Vereeniging tegen oprichten. Hollanders zijn dol op vereenigingen. Waarom ook niet een Tegen Gas- en Andere Corrupties? Voorloopig is 't nog maar een voorloopig comitétot actie tegen corruptie in 't alge meen". Een zeer algemeen comité, dat in Utrecht is ingesteld. Geleidelijk is dat allemaal zoo gekomen. Vroeger had de heer Nöthorn niet zoo bepaald erg in de corruptie in 't algemeen. Wat weet men in Zutphen van gemeene corruptie ! Doch toen hij op een zeer goeden dag een cliënt kreeg, die er blijk baar meer van wist en eenigszins specialiseerde in de gascorruptie, begon mr. N. allengs meer gas te ruiken. En weldra rook hij 't overal, en het be nauwde zijn ziel als Staatsburger en Christen, zoodat hij er van droomde. Een Engel verscheen hem en sprak: wees mijn Palladijn, het euvel der cor ruptie ondergraaft de grondvesten der maatschap pij." Ik wil een man naast mij hebben, bereid tot het laatste toe den goeden strijd tegen de corruptieve handelingen te strijden". Als een olievlek breidt het corruptieschandaal zich uit." En zoo voort, sprak de Engel. Waarop mr. Nöthorn fluks naar Utrecht toog om dat Voorloopig Comitébovengenoemd uit het niet te roepen, hetwelk thans tot taak zal krijgen 95 pCt. gascorruptie in de gemeenten op te sporen en als maar aan den schandpaal te nagelen. Dat is een ietwat vervelend vooruitzicht. Tien tallen jaren hebbon wij in rustige corruptie geleefd. Geslacht op geslacht is er eerbaar in oud geworden en ongehinderd gestorven, zonder herrie en zonder lïomeinsche zuivering van zeden. Dat was het Arcadische t ij d vak en h et gas was duur. Maar nu is het uit. De gas-heeren, thans in functie, zijn denkelijk niet slechter dan hun vaderen in het ambt, maar veel onfortuinlijker, nu een Drakendooder is opgestaan, die onvervaard voor lijf en leven hen achter de moreele vodden zit om Wet en Zede te doen eerbiedigen, zelfs al zouden de Justitie. de Minister, het Parlement, ja de Duivel zelf er zich tegen verzetten. Behalve van dezen laatste, verzekert de heer Nöthom dat zij dit ook allemaal doen. En verder verzekert hij, dat wij 25 pCt. minder belasting zullen betalen, als de corruptie maar uit de wereld is en alle menschcn eerlijk zijn. Maar daarom is het hem, en ons, niet te doen. Wij willen, enkel Zuiverheid van Zeden, en een oirbaar buiten kansje nu en dan, om ons wat naar voren te bren gen. Een stumperd is hij, die uit zoo'n geval niet alles weet te halen wat er in zit. F. CV daar kijk je heel gemakkelijk langs, als het soms hinderlijk mocht lijken. Maar er zijn ook heerlijke achteraf hoek j es en ik heb er al wel eens over ge dacht een wandeling te maken van Boven Tessino door Boven-Grauwbunderland van Val Piora naar het Engadin, buiten het stroomgebied van den Kijn om. Ik heb die wandeling nooit gemaakt;. zoo op de kaart ziet zij er zeer aantrekkelijk uit. Nog iets; de uitgeefster van de Duizend en nkijkjes in Zwitserland schrijft mij dat het bock niet ?,37.00 doch slechts / 35.?kost, Dat valt ecu rijksdaalder mee. GIDDINGSI MTUYNENBURG MUYS[ glSCHILDEPSI

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl