De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 18 februari pagina 1

18 februari 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene ammer eekblad voor Nederland Sinds meer dan vjjftig jaar aan de apits der weekbladen . . . . " ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: RBRUGMANS, M KANN EN TOP NAEFF SecretarU der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg. : N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C. OPGERICHT IN 1877 No. 2646 Cbe and Tijtel Niet te overtreffen ZATERDAG 18 FEBRUARI 1928 Naar aanleiding der film van Edith Cavell 'T1 IJDENS den wereldoorlog heeft men hier to lande een boekje laten herdrukken uit hot jaar 1781, dat ..Engelsche tiorannij" heette. Toen dat geschrift voor de eerste mail werd uit gegeven, voerden wij oorlog met Engeland. De auteur vond het klaarblijkelijk gewenscht, bij de vadorlandsche jeugd, voor wie hij zijn werkje bijzonderlijk geschikt" achtte, den haat tegen de Ktigelschen te scherpen. Daarom vertelt hij breed voerig van a'le gruwelen, die de Kngelschen in den loop der tijden, tegen ons hadden bedreven: de marteling van een Nederlandsche be/.etting op de kust van (jluinoa; bet in brand steken en plunderer van. Terschellirig: de mishandeling van Xederlandsche krijgsgevangenen enz. en/... alles versierd niet ..fraaye kunstplaatcii". Dat men tijdons den wereldoorlog dit boekje opnieuw ho,;ft uitgegeven en op ruime schaal laten verspreiden, was nog al onnoo/.el. De Duitsche propagandadiensl in Nederland /.al vermoedelijk het geld ervoor hebben gefourneerd, maar hij zou van het bestaan der ..Kngelsche tiorannij" niet geweten hebben, wanneer een Nederlander, ver trouwd met onze vadorlandsche historie on tevens blakend van geestdrift, voor do Duitscbe /.aak, er niet de aandacht op had gevestigd. De hoeren hadden hun moeite 011 g:'ld beter kunnen besteden; immers, /.ij bedoelden een vijandige gezindheid togen de Engelschen te kwooken; maar men mag betwijfelen, of een langdradig verhaal van allerlei gewelddaden, die al 200 jaav waren geleden, de gewenschte uitwerking heeft teweeg gebracht. In 1781 lag het geval anders; niet alleen waren wij toen met Engeland in oorlog 011 bracht de Engelsche overmacht ter zee aan handel en scheep vaart gevoelig*; verliezen toe, maar ook leefde <lestijds nog de herinnering aan onze groote zee oorlogen tegen de Engelschen. Ken boekje, waarin <ie Engelschen als het uitvaagsel der natiën werden voorgesteld en dat. behalve; de eenigs/ins ver ouderde gruweldaden, ook een leerzaam verhaal bevatte van de snoodheden. die de Kngelschen in de allerlaatste jaren hadden bedreven tegen de Amerikaansche rebellen en tegen de Nederlanders op St. Eustatius, was zeker van een ruim debiet. De auteur kweet zich van een vaderlandschon plicht; hij droeg zijn boekje op aan de kinderen van Prins Willem V en sprak in zijn voorbericht de ver wachting uit. dat ook minder hoog geboren kin deren or nuttige leering uit zouden trekken. Dat het menschdom in oen tijd van ruim honderd jaar er. wat zijne gedragingen in oorlogstijd betreft, nog niet veel op vooruit is gegaan, bobben wij in den wereldoorlog kunnen bemerken. Ook toen was elk dor oorlogvoerende volken er op uit om zijne tegenstanders als baarlijke duivels af te malen en hen van ongehoorde gruwelen te beschuldigen; zooals de Heigen, aan de Duitschers verweten, zich bij den inval in hun land als bar baren te hebben gedragen, zoo hingen Duitsche witboeken ijselijke ta.fereelen op van de inenschonteerende daden, die de Kussen bij den inval in Oost-Pruisen hadden geploegd: zooals in verhalen van uit de krijgsgevangenschap ontsnapte Kngel schen en Franschen afschuw werd gewekt van de behandeling, die /.ij in Duitsche gevangenkampen hadden ondervonden, zoo stookten de Duitschers den haat tegen do Franschen aan door het relaas van wat. bun krijgsgevangenen in de Fransche kampen moesten verduren. In zekeren zin was dit alles volmaakt in orde. Tot de orde van den oorlogstijd behoort ook het bestrijden van don vijand door middel van de pers. Ken aanschouwelijk verhaal, niet van de gruwelen, die met den oorlog in het algemeen gepaard gaan, maar van de wreedheden in het bijzonder, waaraan de tegenpartij zich schuldig maakt, wordt veronder steld een heilzame uitwerking te hebben op do bereidheid van het volk om den strijd to blijven voortzetten. Men zou, weliswaar, kunnen meenen dat een gedetailleerd verhaal van de ijzingwekkende duigen, die iemand in den oorlog kunnen over komen, niet een van de geschiktste middelen is om ..den moed er maar in te houden", maar oorlog voerende regeeringen denken daar blijkbaar anders De eenige wenscli, dien men bij do bedoelde litteratuur /.ou willen uiten, is deze, dat althans niet de schijn wordt aangenomen, alsof men deze geschriften publiceert met de bedoeling, de ver broedering der menschheid te bevorderen. Al bestaat er weinig roden, een lofzang aan te heffen op den zcdelijkeu vooruitgang van het menschdom, in n opzicht steken de, pamfletten, waarmode in den wereldoorlog hot oone volk hot andere bestookte, toch gunstig af bij liet boekje van 1781. Ik herinner mij niet. dat de auteur van oen dezer geschriften als motief voor zijne, werkzaam heid noemt: het kwooken van liefde voor de vijan den. Dit stoute stukje heeft geen hunner durver bestaan. Maar de schrijver van De Engolsche tiorannij" toont zich voor geen kleintje vervaard. Hij verzekert, plechtig, dat hot allerminst in zijn bedoeling ligt. ..een algenieenen volkshaat tegen de Kngelschen in te boezemen"; integendeel, hij vleit zich met de hoop, dat, na do lectuur van al do ouVeldadon. die de Engelschen tegen de Neder landers hebben geploegd, ,,do liefde, die men zijn snood sten vijanden niet mag ontzeggen, oven gevoelig zal blijven blaken" in de harten zijner lezers. Zulk een i'harisaeër-taal is ons tijdens den wereldoorlog althans bespaard. Maar overigens zal iedereen, die in dien tijd kennis hooft moeten nemen van de propagandalectuur. zich herinneren, hoe beu hij ervan is geworden, ook al behoorde hij niet tot de zooge naamde onpartijdigen. Al lang vóór den vrede van Versailles bestond er oorlogsmoeheid. ook in dien zin, dat men het. jingo-isme. onverschillig van welken kant liet kwam, riiet langer kon verdragen; dit geldt zeker nog moor voor hen. die, zelf aan den strijd deelnamen, dan voor hen. die er alleen toeschouwers bij waren. Kn na het einde van den oorlog keek niemand meer om naar do oorlogslitteratuur. Men wou ook van den oorlog zelf niet meer hooren: men schaamde zich ten slotte over do felheid, waartoe men zich had laten verleiden. Op allerlei wijzon is sedert gebleken, dat op do overprikkeling van het iiationaliteitsgevoel een reactie is gevolgd. Men bemerkt dat ook in histo rische werken over de voorgeschiedenis van den oorlog; do ..schuld" wordt niet langer aan no mogendheid of een groep van mogendheden toege schreven.; men nadert langzamerhand tot een onpartijdig oordeel: hot duidelijkst is dat zichtbaar in geschriften van Kngelschen en Amerikanen, mooi' dan in die van Fransohen on Duitsehers. maar toch ook bij deze laatsten. Nu wij althans op don gooden weg geraken, dient alles te worden vermeden, waardoor nationale gevoeligheden opzettelijk worden geprikkeld. DaarDE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 35 Cent. Advertenticn ?0.75 per regel. Po?tgiro 72880, Gem.-Giro G 1000. INHOUD: I. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, De film van Edith Cavell. 2. Prof. Dr. W. Jeswiet, P f o f. Hugo de Vries, .vo jaar. 3. Joh. Braakensiek, Amsterdamsche stadsontwikke ling Aant e c keningen. 4. Fop Naeff, Dram. Kroniek f>. G. J. Staal, Suriname en Nederland, O, l na B on dier-Bakker, liet oogenblik. l. r. Jac. P. Thijse, De plassen F. C. Kroniek. i). Klis. M. Rogge, Voor Vrouwen. 10. A Pla^schaert, Schilderkunst. 11. H. Middendorp, Boekbespreking. 12. Dr. Ph. van Olst, Wetenschappelijke Varia. 13. Otto van Tussenbroek, Toegepaste Kunst C. van Wessem, Muziek. I"). C. A. K'aasse, Duitsche Pundhrieren Beursspiegel. 16. Alida's 7e ven boom's Croquanïe croquetjes. 17. Melis Stoke, De Wutcrt-lnneczen; De laatste Parade. l*. Feuilleton: A. Thiry, De Rat, l'J. Uit het Kladschrift van Jantje -?Charivarius, (ieschicdcnis des Vaderlands. 20. Cel 2, Telefoon -~ Charivaritir-, Cfiarivaria. Omslag: (4) Problemen. Bijvoegsel: Joh. Rmakensrek, De crisis in ..i/m//i,..rfm/h:.Mff/h..iffaai,..ima»i. Gonda BONBCN cquanfe tvullincj e daarom velen geprezen. 'l/i,, sesn mefcrcquanfe '///' nouqatvullincj en wondt daarom door om is het toe te juichen, «lat de. Kngelsche ministor ('hairiberlain de vertooning van de film, die, de geschiedenis van Miss Kdith ('avellin heeld brengt. heeft afgekeurd. Terecht eert men in Engeland de nagedachtenis va.n de'/.e moedige vrouw: maar misschien is zij ook terecht - volgens het recht van den krijg dooi de Duitschers gefusilleerd; '/.ij wist in elk geval, dat /.ij haar leven waagde en was tot dat offer bereid. De vervaardiger van de film heeft aan Chamberlain verweten, dat hij een oordeel heeft uitge sproken, /.onder de film te kennen. Maar ook wanneer men liet er niet dik op heeft gelegd is het denkbaar, dat de vertooning van het leven on sterven van Miss Cavell geen bitterheid on haat /.on kweeken? en is het aannemelijk, dat men bij het maken van de film niet heeft gespeculeerd op den bijval van een publiek, da.t ir zulke gevoelens /.welgt .'i Ook /.onder de film te hebbeu gezien, zou ik die vragen ontkennend dui'\ en. bt-a.ntwoorden. KKUNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl