Historisch Archief 1877-1940
No. 2646
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 FEBRUARI 1928
13
Toegepaste kunst
door OTTO VAN TUSSENBROEK
DER SCHNEIDER"
door Kurt Schmidt
Kantteekening bij het Marionettenspel
naar aanleiding van het optreden van
het Teatro dei Piccoli
Zoolang de marionet op aarde heeft bestaan (en
dat is hél lang, want hoevele eeuwen, verwondert
?zij al niet de menschheid niet hare
geheimzinniggebarende poppenarabesken ?) ging haar grootste
-kracht schuil in het wekken der verbeelding !
Zij diende daarbij het geloof zoowel als do liefde;
de vrede zoowel als den strijd; het goede en het
kwade; zij gaf 's le
vens schoonsten schijn
en bespeelde als het
ware het gansche uit
gebreide scala der
menschelijke harts
tochten ; zij bracht ge
luk en ongeluk even
zeer en gaf 's
menschen grandioosge
dealiseerde beeld zoo
goed als diens krank
zinnigste karikatuur.
Spelend het Leven
en den Dood (de le
venden doodend en de
dooden tot leven wek
kend) bleef dat wat ge
suggereerd werd,
onverbroken en al klopt
er in de houten
poppenlijven geen
menschenhart, aan den
vertooner is de taak,
zelf ongezien, de
beweginglooze stof tot
actie op te voeren en
?de kleine homunculi welke onder hem van zijn
nerveus-gevoelige handen, aan draden bengelend,
bewegen, te doen zijn: de tot werkelijkheid ge
worden droom....
Aldus beschouwd schuilt er in hot tot uitersten
«envoud teruggebrachte marionettenspel met de
tot hevigste uitdrukkingskracht opgevoerde gesyn
thetiseerde gebarentaal der kleine
houten comedianten eene welhaast
magische macht.
Want dat de mogelijkheden met de
marionet veel omvangrijker zijn dan
met den mensen als speler (er is terecht
op gewezen dat een onvolledig mario
net moet falen, terwijl een onvolledig
mensch daartegenover als acteur slagen
kan!) is onbetwistbaar, doch te vaak
beging men de cardinale fout en fa
tale vergissing de marionet te beschou
wen als miniatuur menschelijk wezen,
waarbij, op verkleinde schaal, precies
hetzelfde werd gegeven als in de
ver?ouderde opera en op het tooneel: [de
flapperende coulissen; de bordpapieren
requisieten; het boomloover op gaas
geplakt, kortom: alles wat zoo hin
derlijk en. ... belachelijk is op waro
grootte, bleek volkomen door het
meerendecl der bekende marionettisten
te zijn aanvaard en in het klein te
rzijn nagemaakt.
Men inspireerde zich aldus op de be
staande slechte voorbeelden in stede van
4>p eigen visie te bouwen !
Men wist de nuchtere werkelijkheid niet meer van
den schoonen schijn te scheiden en als treffend
.voorbeeld van de ten spits gedreven neiging tot een
alls fantasie doodend realisme
kan het feit gelden dat het voor
een der in Nederland met succes
opgetreden Münchener nazaten
der aloude nevropasten" de
grootste vreugde bleek toen
hij zich eindelijk de ongekende
weelde kon veroorloven om voor
een zijner konings-figuren. . . .
een echt herinelijnen mantel
kraagje te bemachtigen, waar
de pop het jaren lang slechts
met een konijnenbontje had
moeten stellen (sic !)
Dit nu is teekenend voor
het gansche spelkarakter en
kenschetsend voor de spelers
die meesters in hun vak zijn,
waardige verwanten van Holden
en Havelt (of Hewelt) waarbij
alles letterlijk on figuurlijk aan
touwtjes" gaat en niets hapert;
maar waarom toch dit verkil
lend naturalisme, waarvan het
resultaat is dat men zich van ,,DER KLEINE
den indruk niet kan losmaken BUCKLIGE"
dat men levende acteurs, dansers door Kurt Schmidt
en acrobaten begluurt door het
verkeerde eind van een binocle, waarbij ten slotte
aan de fantasie van den beschouwer alleen deze kans
wordt overgelaten zich te verbeelden dat de poppen
zelf praten en zelf zingen !
. . Men voelt het: voor deze mechanische wezentjes
is de menschelijke stem een te veel; de mechanische
reproductie door gramafoon of luidspreker of wel
het gedempt spreken of zingen door een megafoon
(waarbij de geluidstrillingen een zeker mechanisch
timbre verkrijgen) blijft verre te verkiezen zoo goed
als de natuurlijkste bewegingen der ledepop (mits
gaders haar gansche kleedij) het af moeten leggen
in uitdrukkingskracht bij de hoekige, harkerige,
bewegingen van simpele houten figuren, die veeleer
ingesteld zijn op het synthetische gebaar en juist
daardoor zoo geweldig expressief kunnen blijken.
Het wordt waarlijk hoog tijd dat nu eens de ware
kunst van het marionettenspel in ons vaderland
getoond wordt. Wij hebben nu reeds meer dan eens
gezien hoe het niet moet zijn: opvoeringen door
meer of minder begaafde spelers (die bij het
leekenpubliok grooten bijval vonden omdat dit het
netechte" als eenig zaligmakend schijnt te beschou
wen) welke hoogstens vermakelijk konden heeten
en in sommige opzichten zelfs een kort oogenblik
vermochten te boeien, maar waarbij toch het hart
volkomen koud kon blijven.
Mochten nu dan eindelijk eens kunstenaren als
bijvoorbeeld Teschner (met zijn prach
tige Nachtstücke"); Morach en
Fischer (met hun zoo fijne Holte a
Joujoux"); Taüber (niet hare zoozeer
origincele König Kirsch" en Don
Quichote") of .Schmidt (met zijn grap
pige Abenteuer des kleinen
Buckligen") naar ons land kunnen, komen
ten einde daadwerkelijk aan te toonen
tot welke eeno waarachtige, nobele
en zelfs volmaakte kunstuiting het
marionettenspel kan worden opgevoerd,
dan ware er inderdaad veel gewonnen!
Zij bezigen immers do marionet, met
haar onbewegelijke masker, reeds van
nature vol stijl, niet anders dan
volgens haar bijzonder karakter en
naar eigen aard: haar heerlijke wil
loosheid, haar welhaast onbegrensd
fantastisch vermogen en haar (juist
door de betrekkelijke
bewogingsbeperkingen |zoozeer expressieve) aangebo
ren onpersoonlijkheid als welkom
werktuig tot het oproepen van den
Toover, welke de ware Schoonheid
dient, wars van elk goedkoop verkregen
succes.
Aanplakbiljetten
Het juist verschonen biljet voor do Jaarbeurs
word goteekond door A. J. nni 't II of f on uit
gevoerd in zwart op witten ondergrond.
Ken adelaar vliegt (sxmbool van steeds honger
vlucht dor Jaarbeurs) met do letter l" (van l'trecht
on tevens een magnoet-vorm aanduidend) naar
hooger sferen en in de manier waarop de/.e in hot
kader is gestold is veel goeds te waardeereu.
Hoeveel sterker zou dit geweest y.ijn als de
decoratieve vulling van het vlak wat moei' tot
haar recht gekomen waro !
L
~_\ MUZIEKHANDEL
IPIA N O 'S
A' 1835 D
4chtüiSt.Pi»t8r4
E RAHR
VLEUGELS
D Tel. 443
UTRECHT
SEINE FKAIT"
door Kurt Schmidt
Muziek in de hoofdstad
door CONSTANT VAN WESSEM
Mengelberg terug
TV/T ENGELBERO terug, Dr. Willem Mengel
berg , gelauwerd, in de bloemen gezet en
gehuldigd. Zijn oorste concert, Donderdagavond,
was zooals wanneer Mongelberg er zijn eigen toon en
tempo aangeeft; brood, gedragen, vollen klank en
na den snellen, kwieken Monteux on don
bewegelijkon, lyrischon Bruno Waltor, soms een beetje
traag. Mengelberg is de grootste stijging der
dirigeertechniek uit het laatst der 19e eouw on hij zal daar
aan verbonden blijven door de middelen tot ont
vouwing van zijn waarlijk souversine boheerscuing
der muziek: hij verlangzaamt in hot rustgevoel der
beheersching ! Mengolberg verschuift het zwaarte
punt der muziek minder naar haar uiterlijke kwali
teiten, meer naar het geconcentreerd expressieve,
het gewichtigste, dat niet in de noten staat, volgens
Mahler, synthese van aandoeninger, die door de
muziek verspreid liggen, samengetrokken tot een
heid van uitdrukking. Ongetwijfeld, dit is de hoog
ste openbaring van Mengelberg's psyche in de
muziek: de muziek naar zijn eigen beeld. Daarom
zoekt hij ook steeds iets cvenwaardigs. Maar doen
dit ten slotte niet alle dirigenten? Is er een dirigent,
die kan dirigeeren, wat hij niet zelf voelt en niet
tot deel van zijn levende zelf maken? Er bestaat
geen objectieve vertolking. Alleen hot mechani
sche zou daaraan beantwoorden, doch dan moet de
ziel van een componist niet van mensch tot monsch,
maar van machine tot machine willen spreken.
Ieder andere vertolking blijft la musique vue a
travers un temperament" (zelfs zónder tempera
ment !).
Zondagmiddag bereikte Mengelberg wol een
zeldzaam hoogtepunt mot zijn directie van
Beethoven's 2de symphonie. Ik herinner mij niet, die
nog ooit zoo volmaakt gehoord te hebben als dit
maal a travers" Mengelberg's herschepping tot
een klinkend en zingend geluk, waarin men een
eigen rust schoon te harvindon en verrukt en ont
roerd bleef luisteren tot den laatsten toon !
Mengelberg bracht twee noviteiten: een concert
voor blazors-quintot on orkest van don jongen
Italiaan liieti, in concerto grosso-karakter gecom
poneerd, met aanwending van popularisecronde
melodieën on vaak wat te zeer aan oempa-orkosten
herinnerende klankeffecten (eerste deel !). Hot beste
look mij do wat te zeer uitgesponnen marcia funebre.
Hot werk had om zijn, eclatante momenten veel
succes bij het publiek.
Casolla's muziek voor het ballet La giara", tot
een suito samengevoegd was do tweede noviteit.
Hier was do populaire Napolitaanscho volksmelodie
moor aanleiding dan middel tot oen volksch geheel
on het was jammer, dat te veel muzikale cultuur
Casella's oor van de onbevangen schoonheid dier
volksmuziek te zeer afleidde, naar de aanleiding er
op savaiite wijze zijn eigen toonstuk mee lokale
kleur" te geven. Louis van Tulder droeg in een
der doelen van dit handig-vlotto werk een
Napolitaansch liedje voor, op oen wijze, die men zich
Italiaauseher en soepeler kon voorst ellen.
DIT
Greatest
Artista
MERK
Finest
Recording
IS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERTROFFÊN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAO
Int. Muziek tentoonstelling Genève 1927
Hoogste onderscheiding.