De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 18 februari pagina 15

18 februari 1928 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2646 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 FEBRUARI 1928 15 Duitsche pandbrieven door C. A. KLAASSE TV/T AKE money my son; honestly if possible, 5) but make money", aldus symboliseerde men de zakenmoraal van Dollarland; met een variant op deze zegswijze zou men met betrekking tot de financieele politiek der Duitsche Gemeenten en andere overheidslichamen de volgende stelregel kunnen lanceeren: Leen geld in het buitenland voor de financiering van den bouw uwer scholen, Jtnusea en andere fraaie gebouwen, rechtsstreeks en u conformeerend aan de wettelijke vereischten indien zulks mogelijk is, maar leen geld". Nauwe lijks was de controverse tusschen de Duitsche regeering en Gilbert inzake Duitsche buitenlandsche leeningen achter den rug, en waren ostentatief de vereischten waaraan leengrage Gemeenten moesten voldoen verscherpt, terwijl zelfs de Beratungsstelle de instelling zonder welker toestemming geen leening in het buitenland mocht worden aan gegaan geruunen tijd buiten functie werd gesteld - een elegante manoeuvre overigens om het op nemen van buitenlandsche Gemeenteleeningen te ?weren. , of men zon op middelen om tersluiks de Oemeenten toch aan de zoozeer begeerde leengelden te helpen. O.m. vond men die gelegenheid in het opnemen van voorschotten bij Landesbanken en ?Girozentralen, die zelve niet onder het scherpe toezicht staan, waaraan de Gemeenten onder worpen zijn en haar behoeften wel in het buiten land kunnen dekken. Als voorbeeld noem ik de leening van de Landesbank Westfahlen, die deze ?week werd geëmitteerd, nadat de bezwaren welke ?de betrokken autoriteiten te berde hadden ge bracht uit den weg geruimd waren. » * * ' En wat hebben nu de obligatiën van deze Landesfoanken ? aan de Amsterdamsche beurs worden ook verhandeld de fondsen der Landesbank der Rheinprovinz uit te staan met het in hoofde dezes geannonceerde onderwerp ? Welnu: vele Nederlandsche beleggers, gewend aan het karakter van Hollandsche bankinstellingen die schuld brieven uitgeven op enkele ondergeschikte uitzonderingen na zijn deze alle hypotheekbanken noemen schuldbrieven van Landesbanken en van hypotheekbanken in n adem, en beschouwen deze fondsen als volkomen gelijkgeaard en gelijk waardig. Het ligt voor de hand dat integendeel beide soorten waarden een principieel verschillend karakter dragen. De Landesbank verstrekt voor schotten aan Gemeenten; van dekking der schuld brieven door hypothecaire vorderingen is derhalve geen sprake; men kan deze fondsen eerder verge lijken met de obligatiën van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, met dit verschil, dat meestal een overheidsgercntie aan die obligatie kleeft. Men doet dan ook beter niet de onjuiste naam pandbrieven aan de onderhavige obligatiën toe te kennen, doch te spreken van schuldbrieven, hetgeen overigens in overeenstemming is met de termonologie der prospectussen van uitgiften van deze soort. Doch ook ten aanzien van de door Duitsche zuivere hypotheekbanken uitgegeven schuldbrieven geldt de stelling dat deze wat zekerheid betreft niet .alle gelijk staan aan de pandbrieven van Holland sche hypotheekbanken. Het bedrijf der Duitsche hypotheekbanken is n.l. tweeledig; eenerzijds worden gelden op hypotheek uitgezet, waartoe men zich de middelen verschaft door uitgifte van pandferieven; anderzijds bedrijven deze instellingen het Kommuaalkreditgeschaft verstrekken van voor schotten aan Gemeenten te welken einde z.g.n. Kommunalobligationen worden uitgegeven. De schuldbrieven der hypotheekbanken dient men derhalve in twee categoriën te onderscheiden. De beide afdeelingen dezer instellingen zijn scherp gescheiden en elk der obligatiecategoriën vindt haar dekking in de overeenkomstige uitzettingen, ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK PANDBRIEVEN BEURSKOERS , DIRECTIE M? S.J.VANZlJST-M1?J.F.VERSTEEVEf/ op de opbrengst waarvan zij een preferentie hebben. Waren voor den oorlog de pandbrieven der Duitsche hypotheekbanken hier te lande in ruimen kring bekend, de Kommunalobligatiën konden in min dere mate op die bekendheid bogen. Doch in de laatste jaren is deze categorie hier eveneens inge burgerd. Zoo werden in Maart 1927 hier geëmit teerd 6 pCt. Gold-Kommunalobligationen der Preussische Hypotheken Actien-Bank, terwijl ook vele beleggors hier ta lande aan de Berlijnsche beurs zulke fondsen lieten aankoopen. Hot lijkt mij derhalve niet onnuttig eens uitdrukkelijk te wijzon op het bijzondere karakter dezer waarden, die, hoewel schuldbrief eener hypotheekbank, geen pandbrief zijn. Waarmade ik natuurlijk niet wil zeggen dat de obligatie inferieur is aan den pand brief ; ik meen geen afbreuk te doen aan de merites van het fonds, doch zijn juiste karakter op den voorgrond te stellen. Wat de Pfandbrief der Duitsche hypotheek banken betreft ? de schuldbrieven dus welke dienen ter financiering van de hypothecaire voorschotter, door de hypotheekbank verstrekt dient melding te worden gemaakt van de maat regelen door de Duitsche regeering genomen om de belangen der pandbrief crediteuren zoo efficiënt mogelijk te behartigen. Het hypotheekbankwezen draagt een semi-officieel karakter, en is onder worpen aan een nauwkeurige wettelijke regeling. De banken staan onder voortdurend Staatstoe zicht. Door de overheid wordt een commissaris aangewezen die bevoegd is in alle opzichten con trole uit te oefenen. De pandbrieven worden gecon trasigneerd door Trustees, die door de autoriteiten worden benoemd, en die tot het stellen van hun handteekening eerst overgaan nadat vaststaat dat tegenover de uit te geven pandbrieven voldoende zekerheid bestaat. De hypotheken worden door hen geregistreerd en de hypotheekacten gecontroleerd. Door de inschrijving der verstrekte leeningen in het register van de Trustees verkrijgen de pandbriefhouders den voorrang boven de vorderingen van de andere crediteuren der Bank b.v. houders van Kommunalobligationen . liet begrip pand brief is op deze waarden der Duitsche hypotheek banken dus met meer recht van toepassing dan op de schuldbrieven der Hollandsche hypotheek banken; door het instituut der Trustees en het door dezen te houden registor wordt practisch een pandrecht op de hypothecaire vorderingen dor bank gevestigd ten bate der pandbriefhouders. In Nederland is dat niet het geval; de pandbrief is hier slechts een schuldbekentenis van de hypo theekbank; bij eventueel faillissement dier in stelling bestaat geen enkele voorrang van pand briefhouders op het actief. Daarnaast bevat de Wet op de Hypotheekbanken nog andere waarborgen, als b.v. een maximum percentage dat het voorschot mag uitmaken van de getaxeerde waarde van het verhypothekeerde goed (60 pOt.), terwijl deze wet eveneens bepalingen bevat omtrent de wijze waarop de waarde der onroerende goederen dient te worden vastgesteld. De meeste hypotheekbanken nemen een lager voorschotpercentage in acht, hetzij onverplicht, hetzij omdat de Statuten zulks voorschrijven. Ten slotte is door de wet het uitstaande bedrag aan schuldbrieven in verhouding tot het aandeelen kapitaal en de reserven aan banden gelegd; ver schillende hypotheekbanken hebben in hare sta tuten ook te dezen aanzien een afwijkende regeling getroffen, die de dekkingsverhouding ton gunste komt. Over het algemeen kan men dus zeggen dat do zuiveri " pandbrieven der Duitsche hypotheek banken een goed verzekerde fondsencategorie ver tegenwoordigen, die in zooverre hun naam meer verdienen dar> de Nederlandsche papieren van dien aard, dat zij bevoorrecht zijn op OOD deel van het actief dei' banken. Ook ten aanzien van. de Liqutdationpf andbrief o do uit do valorisatie gesproten waarden gaat deze stelling op ; do z.g.n. Teilungsmasse hot fonds van gevaloriseerde hypotheken wordt te hunnen bate gereserveerd 011 geliqui deerd. Beurs-spiegel Donderdag, 16 Februari. T s ten aanzien van de petroleum-aandeelen het toespitsen van den concurrentiestrijd als oorzaak van de koersbeweging te beschouwen, met be trekking tot rubberaandeelen is een geheel ander moment een spaak in het wiel komen steken van de meer optimistische tendenz, die sedert de laatste maanden van het vorige jaar voor deze fondsen is waar to nomen geweest. liet betreft hier toch een tot op zekere hoogte gemanipuleerd artikel waarvan de prijsontwikkeling steeds aan het gevaar bloot staat, dat het terugtrekken van de manipuloerende hand een plotselinge chaos in de markt verhoudingen schept. Een soortgelijk verschijnsel valt te vermelden met betrekking tot de koffie prijs, die door de Braziliaansche valorisatie even eens in hoogo mate is gemanipuleerd, en waarbij een zekere vrees voor te eenigor tijd f al (in van de prijsreguleoring immer een relatief aanzienlijk disagio voor termijntransacties teweegbrengt. Wat nu de rubber betreft is plotseling de Engelsche regeering gekomen met eenigszins vage mededeelingen inzake een onderzoek dat men wenscht in te stellen naar de effectiviteit van de restrictiemethode, die sedert eenige jaren volgens het z.g.n. Stevenson-schema in de EngeJsche koloniën wordt toegepast. Dadelijk na het bekend worden van dit bericht trad een aanmerkelijk prijsreactie in op de rubberbeurs en daarna is in de flauwe stemming behoudens korte onderbrekingen en reacties geen wijziging gekomen. Hoewel de voorspellingen der Oeylonsche insiders, dat in het volgende jaar algeheele afschaffing der restrictiebepalingen te wachten is, wel met een korrel zout genoten zullen moeten worden, lijkt de houding van de Engelsche regeering wel van dien aard dat een wijziging van haar politiek terzake tegemoet te zien is. Een der voornaamste bezwaren die steeds tegen de restrictie is aangevoerd is, dat de niet-Engelsche produ centen hun productie kunnen opvoeren, en des ondanks profiteeren van de inkrimping van het aanbod van Engelsche zijde. De Berlijnscho geldmarkt is in den jongsten tijd aanzienlijk ruimer geworden; de positie van de centrale bank wijst op een gemakkelijker markt verhouding, hetgeen wellicht mede is toe te schrijven aan dentoonemendenomvang van in het buitenland gesloten leeningen. En het lijkt niet onmogelijk dat binnenkort de strot m van kapitaal naar Duitschland gericht, wederom zal worden uitgebreid, indien de voorstellen tot afschaffing van de Kapitalertragssteuer ad 10 pCt., hetzij geheel, hetzij slechts voor obligatiën, dan wel slechts voor buitenlandsche i'ondsenhoudors, tot wet ver heven worden. Indien men de jongste ontwikkeling van het Duitsche leenirigsvraagstuk beschouwt, zou men geneigd zijn aan te nemen dat een geheele of gedeeltelijke afschaffing van de couponbelasting, die toch kennelijk het doel heeft buitenlandsch kapitaal naar Duitschland te trekken, in strijd is met den geest van de beslissingen der commissie van advies voor buitenlandsche leeningon. liet stimuleeren van den aankoop van Duitsche inheemsche waarden heeft toch op de betalingsbalans volkomen hetzelfde effect als emissie van leeningen in het buitenland; zelfs het feit dat rente en af lossing der Duitsche inheemsche fondsen in Mark betaalbaar zijn doet in wezen aan de zaak niets af. Maar de belangrijkste politieke partijen, met uit zondering van de sociaal-democraten, schijnen het eens to zijn over de wenschelijkheid van dezen maatregel. In elk geval lijkt er niets tegen om belastingvrije Duitsche obligatiën om te zetten in belastingplichtige. Blijft de belasting gehandhaafd, dan behoudt men hetzelfde rendement. O. K. DE KEUZE UWEQ MEUBELEN 15 NIET VOLLEDIG, ZOO U ONZE TOONKAMERS NIET HEBT GEZIEN II 11 ^. ^* M EU BEL = FABRIEK MESKER WDEN MAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl