Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 FEBRUARI 1928
No. 2646
Alida's croquante croquetjes
door ALIDA ZEVENBOOM
T K lees in de krant voortdurend
van vergaderingen van dames en
heeren die zich warm maken over
alles wat er met de Olympische Spelen
samenhangt, voor iedereen wordt
gezorgd, zedelijk en geestelijk en
cultureel, als ik het goed gelezen heb,
maar is er iemand die opkomt voor
onze belangen, de belangen van de
pensionhoudsters? Iedereen mag er
aan verdienen, driekwart Nederland
wil en mag er beter van worden en de
mooiste namen bedenken ze om te
verbergen dat ze op een zoet winstje
uit zijn, maar deeenigen die men niets
gunt zijn wij. Wij mogen niet mee
grabbelen waar iedereen grabbelt, over
ons houdt men vergaderingen, ons
wordt op het hart gebonden geen
vreemdeling af te zetten, wij moeten
ons laten inschrijven bij een gemeen
telijk bureau, naar ons wordt een
onderzoek ingesteld of wij wel netjes
zijn en of wij dit zijn en niet dat, maar
het zal nog zoo ver komen dat wij ook
gaan vergaderen en voor onze eigen
belangen gaan strijden. Ik zal ten
minste eens met een paar dames hier
uit de buurt praten en zien of wij niet
een vereeniging of bond bij elkaar
kunnen tooveren waar de kranten ook
notitie van moeten nemen. Zij stellen
ons de voorwaarde. Goed. Dan is aan
ons ook de beurt onze voorwaarden te
stellen. En meneer Treub wil van
onzen Bond wel voorzitter worden.
Dat zal hij mij niet weigeren.
En dan moet je nog van alle kanten
hooren dat het een sof" wordt.
Heeft u gelezen, vroeg van de week
het acteurtje van de zolderkamer mij,
dat bij de opening van de Olympische
Spelen ha Sint Moritz de vlag is w
ggewaaid toen zij werd opgeheschen?
Het is niet om u bang te maken, maar
als u aan voorloopers" gelooft, dan
is er daar een om u ongerust over te
maken. Dat voorspelt weinig goeds.
En ook is het er gaan dooien toen het
er vriezen moest ! Heeft u ooit zoo'n
gebrek aan organisatie gezien? Neon,
mevrouwtje, zei hij, u kunt uw prijzen
gerust wat naar beneden laten gaan,
anders zit u den heelen zomer zonder
huurders en u moest maar beginnen
met mijn kamer vijf gulden
goedkooper te geven".
Ik heb nog eens bij meneer van
Dillen van het Huisvestingsbureau"
geïnformeerd en ik ben bijna ge
schrokken. Ik had meneer gekend met
een prachtige roojen knevel toen hij
nog bij de belastingen was en nu stond
hij voor mij met een kaalgeschoren
gezicht. Ik moet eerlijk zeggen dat ik
van de mannen niets meer begrijp.
In mijn tijd waren zij er trotsch op
een snor en een baard te kunnen
fokken", zooals dat tegenwoordig
met dat rare woord heet. Meneer
zaliger droeg bakkebaarden en een
mooie zijachtige knevel, die wel altijd
in de soep hing, maar hij was er toch
maar een mannelijke man door en
meneer Pierre had, toen hij een en
twintig was, al tochtlatjes en ze gaven
CADILLAC
Het feit, dat de Cadillac dikwijls voor
veel duurder wordt gehouden, dan ze
in werkelijkheid is, pleit wel zeer sterk
voor de hooge plaats,die de CADILLAC
in de algemeene achting inneemt
K. LANDEWEER
UTRECHT AMSTERDAM
Biltstraat 74 ~ Singel 430-432
hem het uiterlijk van een dicbtar . En
ik weet nog dat bij ons op het dorp
een dominee was met een vollen baard,
net een profeet en er was heel wat
beweging toen zijn opvolger bleek een
scheermes te hebben. En kent u een
onpractischer dracht dan dat gladde
gezicht? Is er n man die het een
pleziertje vindt zich eiken morgen, dien
hij opstaat, te scheren, zich de huid
open te krabben met een scherp stuk
metaal ?
En u kunt mij niet wijs maken dat
een man met een baard er niet veel
knapper uit ziet dan een met zoo'n
bloot gezicht, zal ik maar zeggen. Wat
kan een behoorlijk uitgegroeide baard
niet verbergen ? Zooals al de vrouwen
tegenwoordig op elkaar lijken, zoo
heeft het er veel van alsof alle mannen
uit dezelfde fabriek komen, voorzien
van hetzelfde fabrieksmerk. Maar een
baard maakt van een man een ander
wezen, een man ! Als ik nu in de tram
zit en om me heen. kijk, wat zie ik dan
een leelijke monden van mannen.
Gulzige lippen, venijnige, onzedelijke,
valsche, droge, gesprongen, gezwollen,
dunne, natte, scheve, en dan die
kinnen en kinnetjes die achter een
baard heel wat toonen en in werkelijk
heid niets zijn dan een aanhangseltje.
Toen ik jong meisje was hadden de
vrouwen geen beenen en de manner
hadden baarden. Nu hebben de
vrouwen niets dan beenen en de
mannen zijn baardeloos. Hebben wij
bij de ruil gewonnen of zij ? Denkt u
dat onze Kamers en ook de Raad niet
veel in gezag zouden winnen als de
leden zwaargebaard en gekneveld
waren? Dat zou indruk maken. Ik
heb het er eens met meneer Kikus
Colijn over gehad en het is niets voor
niets dat hij mij uit de Booda Zee een
ansicht gestuurd heeft waarop hij
schreef dat hij zijn baard liet staan.
Zijn kansen voor het
Gouverneurgeneraalschap stijgen er door ! En
gelooft u ook niet dat generaal
Duymaer van Twist door heel de natie als
een held vereerd zou worden als hij
een baard had, die hij bij wijze van
cache-nez om zijn hals kon slaan als
het koud was?
De eenige van al mijn huurders die
een baard heeft, is meneer
Stanislafsky van de beneden-suite, een
mooie zachte baard, tenminste zoo
op het gezicht maar daarom zeg ik
het niet. Maar die is dan toch ook....
WEEMOED
Er zit een vogel in den boom,
Vlak voor mijn venster-ruit:
Er zit een vogel in den boom,
Maar 'k hoor nooit zijn yefluit.
Er zit een vogel voor mijn huis.
Op de'aller-laatsten tak,
JJie, na het woedend wind-gebruis,
Nog naar mijn venster stak.
Hij zit er in de schemering
Als uttgekankerd zwart:
.Een donker, dreigend, buigend ding,
Een icezen zonder hart.
J k vrees hem zeer, maar vind 'k Item niet,
Dun tracht ik net zoo Jting,
Tot ook zijn scha d u tv uit 'l verschiet
Ojiliomt in tragen gang.
l)<n< blijft hij zitten in tien hoon/.
]'lal\ voor mijn voister-rttit.
Kil in den ?morgen, traag en loom.
\'l iet/t hij er langzaam uit....
JAN J. ZELÜL'.\'TJli:iS
AF. Z U R C H E R
CARTONNAGEFABRIEK en DRUKKERIJ
LOOIERSGRACHT 64-66-68-70-72, AMSTERDAM
STAND No. 4054
4e ETAGE
JAARBEURS TE UTRECHT
van 21 Februari t/m l Maart 1928
DEMONSTRATIE
van de
Gepatenteerde
Papierrollen Standers
RUF
Roteerend grondvlak met kogellagers
Beveiligd roteerend mes
M eet inrichting
voor
Teekenpapier
voor
Golfcarton
voor
Pakpapier
Technisch Bureau - B, J. GOU VEE Jr, -Heemstede.
VERSCHENEN:
TUNIS
door C. R VAN DAM
TEEKENINGEN
- door IS. VAN MENS
,,Een boekje dat even bekoorlijk van inhoud als van uiterlijk is. De stijl is
uitstekend, vrij van die gebruikelijke beschimmelde gemeenplaatsen en ma'Ie
affectaties, die haast alle moderne geschrijf ontsieren. Het heeft mij voortdurend
een sensatie van muziek verschaft, zoo liefelijk loopen de ongekunstelde zinnen".
CHARIVARIUS
Goede reisbeschrijvingen zijn er maar weinige. Er is niet alleen een
onverflauwde, frissche opmerkingsgave voor noodig, maar ook een zich onbevangen
plaatsen tegenover het vreemde, ongekende leven en een vreugd vol daaraan
kunnen deelnemen, een argeloos en spontaan durven-ondergaan van wat men
nog niet kent en dan tenslotte de gave om niet eenvoudige, lichte, maar toch
precies-beeldende woorden het alles uit te zeggen óók. Couperus is er een groot
meester in geweest. Hij gaf diep en fel van kleur, de uiterlijkheden eener verre,
vreemde wereld en deze uiterlijkheden tot een wonderlijke, onscheidbare eenheid
tezamengegroeid met zijn eigen innerlijke sensaties: en (dit was liet meest ver
rassende) dit alles dan geuit in een voorname luchtigheid van woorden die u al
door het joyeuse plezier van de reis gevoelen deed.
Ongeveer hetzelfde zou men kunnen zeggen van het aardige boekje dat de
heer C. F. van Dam over Tunis publiceerde. In dit prettig-leesbare boekje voert
hij u tot het Oostersche leven van de Arabische wijken in Tunis. Daar dwaalt
ge met hem door de ,,soukhs", de overdekte winkelstraten, waarin ook de ver
schillende kleine industriën zijn gevestigd; ge ziet de pantoffelmakers, de
odeurbereiders. de vleeschhouwers, de kaarsenwinkeliers, en ge zit daarna neer in een
typisch Moorsch cafétje om er de heerlijkste aller kopjes koffie te drinken. Hoe
aardig is het ook wat hij vertelt van de bedelaars en de slangenbezweerders en
hoe interessant is het uitstapje naar het oude Carthago. Het is een reisbeschrij
ving van de goede soort en de teekeningen van Is van Mens verhoogen boven
dien de waarde van het werkje in niet geringe mate."
(HERMAN POORT, litterair criticus van de Prov. Gron. Courant)
Dit is een klein, vriendelijk, geestig boekje, door twee vrienden, die tevens
kunstenaars zijn en misschien zelfs kunstvrienden", hoewel dit woord te vaak
een ironischen klank heeft, samengesteld. Een beetje humor, een beetje ironie in
de teekeningen is merkbaar; doch Van Mens heeft zich voor overdrijving weten
te hoeden. De tekst van Van Dam is luchtig, zonder veel vertoon, maar boeiend,
vol humor en brengt den lezer goed in de sfeer van menschen en dingen, daar
in Noord-Afrika."
(Haagsche Posf)
,,Een klein geestig boekje; uitstekend geschreven instantanectjes, waaruit men
in fijne trekjes een beeld krijgt van enkele steden en bevolking van Tunis".
(Reizen en Trekken Off, oi\<i. v. d. Ncd. Keisrc'recniging)
Een prettig buekje, dat een goede kijk geeft op het Tunesische leven.
(Pr. Geld. en Nijm. Crt.)
PRIJS f 0.70; GEBONDEN f 1.70
Uitgave: AUX EDITIONS DE LA REVUE SINCERE, BRUSSEL
Voor Nederland: SCHRÖDER EN DUPONT, AMSTERDAM