De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 18 februari pagina 3

18 februari 1928 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

tto. 2646 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 FEBRUARI 1928 3 Aanteekeningen Vin Asqulth heeft Engeland een van die : voorname figuren uit het politieke leven verloren, zooals die speciaal in de Engelsohe samenleving plegen voor te komen. Jaren lang heeft hij in het Parlement een belangrijken, geruimen tijd zelf.?, <len belangrijksten rol gespeeld. Jn 1880 lid van . het Lagerhuis geworden, zag hij zich reeds in 1892 terstond als Minister van Binnenlandsche Zaken in het laatste Kabinet van the Grand Old Man opgenomen. Gewoonlijk krijgt men pas toegang tot de groep der uitverkorenen, die het eigenlijke Kabinet uitmaken de kern van het Ministerie, dat nml. in den regel heel wat Ministers en onderMinisters telt, die niet tot het Kabinet behooren als men eerst de lagere rangen doorloopen heeft. Bij Asquith echter is dat niet het geval geweest. Gladstone en diens rechterhand Morley hadden al heel spoedig gemerkt, dat in den scherpzinnigen jurist, den bekwamen spreker, den warmen libe raal, een goede ministeriabele kracht van den eersten rang stak. En zoo werd hij tot veler ver rassing terstond in den raad der politieke goden binnengehaald, zonder dat hij eerst als halfgod zijn loopbaan begonnen was. Nu, de snelle promotie bleek ten volle gerecht vaardigd. Van stonde af aan toonde Asquith zich een der beste leden van het in 1892 opgetreden bewind. En de onder Gladstone opgedane ervaring is hem later uitstekend van dienst gekomen, toen hij in 1908 zelfs als Premier aan het hoofd van de Begeering kwam te staan. Wat hij al in den aanvang van zijn politieke carrière wenschelijk was gaan vinden, heeft hij, na een harden strijd, in 1911, verwezenlijkt: de knotting van de macht van het Hoogerhuis. Daarmee was de weg gebaand om nu ook Home Rule voor Ierland er door te krijgen, ideaal, nog afkomstig van Gladstone, die zijn voorstel tot invoering van Home Rule juist door de Lords had zien verwerpen. Ook Asquith zou niet slagen, want nadat eerst een verzet tot xiiting was gekomen, dat nagenoeg een soort binnerlandsche revolutie deed vreezen, kwam de oorlog tusschen beiden, die het niet mogelijk maakte in de praktijk te verwezenlijken wat op papier tot stand was gebracht. Zwaar is de taak geweest, zwaarder dan al wat hij tot dien had moeten vervullen, die in 1914 op de schouders vai> den toenmaligen Premier kwam te rusten. Tenslotte heeft hij, de wellicht wat te fijne figuur die door eerbiedwaardige overwegingen placht te aarzelen, waar de ruwe werkelijkheid door zetten scheen te eischen en een heenstappen over bezwaren, die men met wat luchtiger geweten moest opvatten, het veld moeten ruimen voor een Lloyd Oeorge. Na dien was het met Asquith's leidende positie gedaan, want ook in het liberale kamp heeft hij toch niet meer die eerste plaats ingenomen, die hij eens bekleed had. Toch fcleef hij, ook nadat hij tot Lord Oxford verheven, naar het rustigere Hooger Huis was overgegaan, een figuur van gezag, dank zij alles wat hij voor zijn partij en voor zijn volk in een lange reeks van jaren op staatkundig gebied verricht had en bovenal misschien wel dank zij de voornaamheid van zijn karakter, dat alom eerbied inboezemde. Asquith was een stuk mooie traditie uit den par lementairen strijd van het eind der vorige, en de eerste decade van deze eeuw. En elke Brit, hoe vrijzinnig ook, is voor traditie steeds bijzonder gevoelig, zeker op parlementair terrein. * * * Ja, dat Engelsche staatkundige en parlementaire leven heeft iets eigens, heeft nog altijd zijn bij zondere trad'ties. Daar is bijv. de groote beteekenis wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt «rij van roos het blijft beter zitten indien gij het des morgens inwrijft met een weinig Purol IK ZAL VOOR DAT KIND TOCH OOK EENS WAT MOETEN DOEN!' die men in Engeland toekent aan de resultaten van tusschentijdscho verkiezingen. Meer dan misschien ooit elders het geval is geweest, worden dergelijke resu^aten ook nog heden ten dage bij onze Britsche vrienden beschouwd als niet gering te schatten aanwijzingen voor den politieken baro meterstand. En zoo laat het zich verklaren, dat er in de afgeloopen week groote vreugde heerschte in de gelederen der oppositie, toen de Regeering in Lancaster een fiksche nederlaag had geleden. Bij het binnentreden in het Lagerhuis van den pas met groote meerderheid gekozen liberalen afgevaar digde, die de plaats van een conservatief is komen innemen, juichte heel het oppositioneele huisge zin. Juichen is nml. iets, wat in het Parlement to Westminster wel degelijk tot den bon ton behoort en vooral houdt men er van bij gelegenheden als deze kwinkslagen te doen hooren. Er was nogal wat rumoer om bedoelde verkiezing heen geweest, doordat een rijk liberaal heerschap, Lord Ashton, die in het betreffende district thuis hoort, op felle wijze tegen Lloyd George, den leider zijner partij, te keer was gegaan. De conservatieven wreven zich al vol blijdschap in de handen over die twee dracht, maar ook hier bleek alweer hoe waar het is, dat wie het laatst lacht ook het best lacht. Het resultaat van Lord Ashton's uitvallen was juist averechts. Geen wonder dus, dat zijn naam prachtige stof voor grappen ten koste van de teleurgestelde aanhangers der Regeering opleverde, toen liberalen en arbeidersafgevaardigden met lui den triomf den nieuwen aanwinst op de oppositiebanken binnenhaalden. Van Lancaster begint de victorie, schijnen ze te denken, al zal nog moeten blijken of die victorie tenslotte van meer dan alleen negatieven aard zal zijn. Enfin, vermoedelijk gaat er nog wel een jaartje mee heen, eer het Engelsche volk tot den stembus geroepen zal worden. Dan zijn de Duitsche kiezers gauwer aan de beurt. De coalitie van Duitsch Nationalen, Duitsche Volkspartij en Centrum is riet meer. Een onge duldig communistisch Rijksdaglid vond zelfs, dat de Rijksdag nu maar beter zou doen het werk te staken en huis toe te gaan: het rook hem te voel naar lijkenlucht. Maar voorzitter Loebo, die housen wel een goede politieke neus heeft, vind hot toch verstandiger zich van den domme en niets ruiken de te houden, zoolang hot mogelijk blijft, dat het Kabinet, niet meer als coalitie, maar als zakonbewind, de loopende aangelegenheden, met name de begrooting, nog met deze volksvertegenwoor diging zal afdoen. President 'Hindenburg heeft er bij de partijen op aangedrongen tenminste N. V.: J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-den Haag DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND nog voor het overige vreedzaam te blijven samen leven, al heeft de strijd over de schoolwet het einde van de coalitie bewerkstelligd. Nu het Centrum moest bemerken, dat hot op het stuk van de schoolkwestie zijn zin toch niet zou krijgen, tengevolge van den tegenstand der volkspartij, die haar liberaal geweten wakker voelde worden, hooft het niet geaarzeld don doodsteek toe te dienen aan het verbond mot rechtsche richting, dat op het moment niet moer goed in den kraam van de Centrumpartij te pas komt, waar de katholieke arbeiders niet langor gediend zijn van hot samengaan met de groep van Graaf Westarp. ,.Links richt u," zal straks wel het parool zijn. En aangezien het Centrum nu eenmaal het Centrum is, d.w.z. een partij, die ook hierin van Luther verschilt, dat hot ,,ik kan niet anders" in haar woordenboek niet voorkomt, zal men er zich allerminst over hoeven te verbazen, als na de verkiezingen een combinatie van meer links kaliber tot stand zal komen, waarin dan de volgelingen van Rijkskanselier Marx met die van zijn beroemden socialistischen naamgenoot, al/ weleer politieke wapenbroeders zullen zijn, bijge staan door democratische en event. ook volkspartijhulptroepen. LOOPERS WIJ ONTVINGEN DE NIEUWE DESSINS cocos EN TAPIJTEN EO CM. BREED PER M T R. VANAF 1 .25 BR. 70 OM. VANAF . . ZOMEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl