Historisch Archief 1877-1940
c!8
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 FEBRUARI 1928
No. 2647
HISTORISCHE FRAGMENTEN
PHILIPS II (2)
-Keek Karel allen menschen open in 't gezicht,
Zijn oog was, als hij sprak, meest naar den grond gericht.
Hij liet zich zelden zien, en reed hij door de straten,
Dan waren de gordijntjes netjes neergelaten.
Van opschik hield hij niet; hij droeg, integendeel,
Hat liefst een effen kleed van somber zwart fluweel,
Een lagen hoed met veer, de rand smal, naar beneden,
X)e keten van het Vlies, maar voorts geen kostbaarheden.
'Hij'is een'keer-of vier-geschilderd door Titiaan,
Maar dan natuurlijk mst zijn mooie spullen aan.
Hij "voelde veel voor kunst, die eer moet men hem gunnen,
Maar hoe zou 't in die gulden tijden anders kunnen,
Toen Moro, Gossaert, van Mabuse, Bos, Matsijs
Hun schatten schiepen voor zijn kerk en zijn paleis,
*Toen.'0örecWs hymnen door de cathedralen zweefden,
J3n tal van jongren naar des meesters glorie streefden ?
Ja, Philips was een waar beschermer van de kunst,
"Wie haar in deemoed diende, loonde yorstengunst,
En veel dat heden nog in kleuren en in klanken
De waereld boeit en roert, is aan dien vorst te danken.
Hij-had gering talent, maar groote naarstigheid,
Doch werkte langzaam, naar zijn spreuk: lek en de Tijd."
De zaken -sleepten voort, elk antwoord liet zich wachten,
Door 's konings ideaal: voorzichtigheid betrachten.
Een schrijver van gezag schetst zijn positie zoo:
Hij heerschte niet, maar werd beheerscht door zijn bureau.
Daar kon hij inderdaad soms dagen lang verblijven,
Om er naar hartelust zijn vellen vol te schrijven,
Daar was het, in de stilte van zijn Kabinet,
Dat 's waerelds raderwerk aan 't wentlen werd gezet.
Zijn laden lagen vol bestofte statistieken,
Verslagen, overzichten, vragen en replieken.
Hij had aan ieder hof een speurder of agent,
En kende ieder zelf bij ieder onbekend.
Wie op audiëntie kwam, om ambt of gunst of gratie,
Vond den monarch voorzien van. stapels informatie.
Was destijds al de vondst van 't kaartsysteem gedaan,
Dan zou de hemel voor hem open zijn gegaan.
Zoo werkte hij, en streefde naar zijn idealen,
Zijn levensdoel waarin hij jammerlijk zou falen.
Zijn Kerk, zijn Dynastie, zijn absoluut Gezag,
Ziedaar de trits, die hem het naast aan 't harte lag.
Van hier zijn vast besluit de ketterij te smoren,
En zich aan privileges niet te hard te storen.
Voor hem was Nederland eenvoudig onderdeel,
Te reeglen als de rest, en dienstbaar aan 't geheel,
En 't ,,Ick, de Koning," onder zijn regeeringsstukkcn
Zegt meer dan ik in twintig regels uit kan drukken.
De Koning?" schreef Oranje eens, dien ken ik niet.
Graaf, Hertog of Baron heet hij, die hier gebiedt,
En geen gezag erlangt, tenzij hij van te voren
's Lands privilegiën erkend heeft en bezworen."
Nu, dat had Philips indertijd dan ook gedaan,
Maar 't was hem in de drukte door zijn hoofd gegaan.
Hij voelde zich zelfs boven Karel hoog verheven;
Daar placht hij, zegt men, dit als grond voor op te geven,
Wat ik als grapje lang niet onverdienstlijk vind:
Hij is maar koningszoon, en ik ben keizerskind."
(Wordt vervolgd)
CHARIVABIUS
Ambtelijke kopzorgen
door MELIS STOKE
T~\ E behandeling van de begrooting
^"^ van Curacao heeft de Tweede
J£amer ruimschoots gelegenheid ge
geven om zich te laten kennen als een
net college. Directe aanleiding daartoe
TVM»n gemaakte opmerkingen over
?den Gouverneur van Curacao, waarop
Minister Koningsberger uitvoerig ge
antwoord heeft.
Het betoog van de eene Excellentie
?over de andere kwam hierop neer, dat
hét maatschappelijk gedrag van den
Oouverneur van Curacao niets te
wanschen overlaat, en dat al wat daar
omtrent gezegd wordt op losse gron
den berust en op leelijke praatjes.
Zijne Excellentie de Gouverneur
heeft uitstekende vrienden,
waarDonder de directeur der Curacaosche
Petroleum-Maatschappij.
Deze vriendschap aldus de Mi
nister in ernst vindt haar aanlei
ding hierin, dat deze directeur de
?eenige is van de standing van den gou
verneur met wien hij omgang kan
hebben. Beide heeren houden er een
gemeenschappelijke zeilboot op na,
?file te Amsterdam is gekocht en op
?een tankboot van de Curacaosche
naar Willemstad is overgebracht...."
En vervolgens:
.,. ..de klacht dat de gouverneur zich
?wel eens in eigenaardige Meeding in het
?openbaar vertoont is terug te brengen
tot :het feit, dat hij bij het zeilen wel eens
is natgeregend en zoo van de boot naar
hui» is gewandeld... enz. enz."
De onthullingen over de vriend
schap van den directeur en den gou
verneur, met de daaraan verbonden
mededeelingen over de gemeenschap
pelijke zeilboot die te Amsterdam
gekocht is, lieten niet na een diepen
indruk op de Kamer te maken. Maar
onder dóodelijke stilte werden de
mededeelingen aangehoord omtrent
den natgeregenden Excellentie die
?zoo-maar, kletsnat, over straat
geloopen was, alsof hij niet in Willem
stad was, maar in den Haag, waar
sommige Ministers zoo maar zonder
hoed in het openbaar verschijnen.
Maar het is een gewichtig en ver
blijdend feit te noemen dat de Tweede
Kamer zooveel aan decorum hecht dat
zij uitvoerige inlichtingen wenscht
omtrent den omgang en de garderobe
van de bekleeders van een hoog gezag.
Tot dusverre zijn de mededeelingen
nog maar van oppervlakkigen aard,
maar zij openen toch reeds uitzicht
op eene uitvoerige ambtelijke corres
pondentie terzake, die er ongeveer als
volgt moet hebben uitgezien.
Kabinet van den Minister.
Zeer geheim.
Onderwerp: Eigenaardige k leed ing in
het Openbaar.
Uwe Excellentie gelieve mij per
ommegaande van inlichtingen te
dienen nopens Hare
bovenkleeding op 3 December j.l. langs den
openbaren weg te Willemstad
gaande.
Voor den Minister
De Chef van het Kabinet.
Kabinet van den Gouverneur
Zeer Geheim.
Onderwerp: Bovenkleed-in;/ va» den
Gouverneur op 3 December.
Iri antwoord op Uwer Excellen
ties verzoek om inlichtingen heb
ik de eer Haar mede te deelen dat
ik op genoemden datum met oen
mij voor de helft toebehoorend te
Amsterdam gekocht zeilbootje
uit varen ben geweest en overval
len ben door een regenbui die
blijkens aangehechte gegevens
van het meteorologisch in
stituut zevenveertig m.m. water
opleverde.
Nadat ik den wal had bereikt
heb ik mijne doornatte broeks
pijpen opgeslagen tot pl.m.
eenhandbreed onder de knieën, waar
door mijne harige kuiten en
framboise sokkenophouders voor het
publiek zichtbaar werden. Voorts
heb ik mijn petje uitgewrongen
en achterstevoren op mijn hoofd
geplaatst. Eindelijk heb ik mijn
kraag opgezet en ben aldus met
groot gevaar voor mijne gezond
heid van de haven naar mijn Pa
leis gesneld. Ik verzeker Uwe
Excellentie dat ik op dien weg
noch door luid gezang, noch door
eenigerlei aanstootelijk gebaar de
publieke aandacht heb getrokken.
Voor den Gouverneur,
De Chef van het Kabinet.
En hiermede zou deze zaak af gehan
deld zijn, indien niet van de zijde der
Tweede Kamer ernstig bezwaar ge
rezen ware tegen het aldus incidenteel
afdoen van zeer gewichtige zaken.
De Tweede Kamer wenscht een ge
regelde controle op den omgang van
ambtenaren, op de wijze waarop zij
hun vrijen tijd besteden en op hunne
kleeding.
Verschillende partijen hebben reeds
in eigen kring schema's opgemaakt,
waarin sierlijke en waardige costuums
voor speciale gelegenheden worden
aanbevolen; zoo wordt van verschil
lende zijden de eisch gesteld dat Gou
verneurs in het bezit zullen zijn van
behoorlijke regenjassen met bijpas
sende hoofdbedekking, opdat zij niet
druipnat in eigenaardige kleediiig
langs de straat zullen snellen, aldus
aanleiding gevend tot gevaar voor het
wettig en erkend gezag.
Vanwege den Vrijheidsbond zijn
b.v. van die aardige kleureehte dasjes
aanbevolen, terwijl de Vrijzinnig De
mocraten met eenige bitterheid de z.g.
Treubdas hebben aanbevolen voor
allen die rechtstreeks of zijdelings be
trokken zijn bij het kapitaal, zooals
directeuren van
petroleum-rmialschappijen. leiders van de cultures en/..
en met dezulken bevriende ambte
naren.
Voorts zullen alle ambtenaren hoven
den rang van commies \vekelijksehe
verantwoording moeten afleggen van
de samenstelling van hun kennissen
kring, met opgave van de redenen die
aanleiding hebben gegeven tot dien
omgang.
Bij de beoordeeling dier opgaven
zal uiteraard rekening worden ge
houden met de standing" van den
ambtenaar en die van den particu
lieren kennis.
Particulieren en ambtenaren zullen
daartoe voorzien worden van rang
nummers, onder bepaling dat ten
hoogste twee punten verschil zal mo
gen bestaan tusschen het rangnummer
van den een en den ander, om zulk
een vriendschap geldig te doen zijn.
Op eerste waarschuwing moet elke
vriendschap worden afgebroken, op
straffe van onmiddellijk ontslag niet
verlies van recht op pensioen.
De dagelijksche beoordeeling dier
opgaven is toevertrouwd aan den
minister die op elk gewenscht moment
inlichtingen zal moeten verstrekken
omtrent de diverse vriendschappen.
samenstelling van garderobes enz. enz.
De samenstelling der garderobes
zal onder controle staan van het lid
van de Tweede Kamer Kleerekooper
bijgestaan door de heeren C. en A.
Brenninkmeijer. Elke afwijking van
het vastgestelde tenue wordt be
schouwd als te zijn: optreden in het
openbaar in onwelvoeglijke kleeding.
Het toezicht op eventueele
zeilbooten is opgedragen aan den heer
Lambooy als minister van defensie,
voor wien persoonlijk de nieuwe rege
ling al even onaangenaam is als de
verwerping van het wetsontwerp tot
samenvoeging van de departementen
van marine en oorlog zou zijn geweest,
en wel, omdat hij naar den letter der
regeling 's avonds zijn biertje niet
meer mag gaan drinken.
LINCOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBACH- Haarlem