Historisch Archief 1877-1940
No. 2647
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 FEBRUARI 1928
19
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
Alida's croquante croquetjes
door ALIDA ZEVENBOOM
f~\ CH, och, wat zijn tegenwoordig
^"^ die kranten toch prachtig ! Ik
denk wel eens aan den tijd dat het
..Handelsblad" bij meneer zaliger
onder de deur werd doorgeschoven en
dan den volgenden morgen terug werd
gehaald door den looper met zijn
eenen arm, die het zoo vervolgens naar
een stuk of acht families bracht die het
allemaal om de beurt lazen en net zoo
gelukkig er mee waren als nu de
menschen met hun eigen vooruit
betaald abonnement. En bij het laatste
gezin kwam het nog net zoo netjes als
bij het eerste, zoo keurig waren de
menschen toen. Kom daar nu eens om!
Hoe hebben wij in dien tijd toch
geleefd zonder die uitvoerige, van
alles op de hoogte zijnde kranten?
Neem nu eens de vorige week met die
valwinden. Geen enkele kachel in mijn
huis wou trekken. Ik was ten einde
raad toen meneer Stanislafski met
de Telegraaf" bij mij kwam en mij
een heele reeks artikelen over de
kachel liet lezen.
Kijkt u die eens door, zei meneer,
misschien staat er iets in waardoor u
die rook in de kamer kwijt raakt.
Ik las en ik kan niet anders zeggen
dan dat het erg bevattelijk was, en
toen ik vijf hoofdstukken uit had, was
ik precies op de hoogte en ik deed
zooals er geschreven stond. Maar de
rook werd nog dikker tot dat meneer
Uw Baby
slaapt weder rustig
als ge de branderige,
ontstoken of smettende
plekken behandelt met
PUROL
Dcx/s 30 en 60. tube 80 et.
Bij Apothekers en Drogisten
Stanislafski /.k'h in eens voor zijn
voorhoofd sloeg' en zei:
Ik weet al waai' het in y.it ! l1
gebruikt de verkeerde pook. Kijkt u
maar in hoofdstuk XII. Daar staat
het ! U heeft een kromme en u moet,
met een rechte mot, een haak er aan.
poken."
En. jawel. Het kwam precies uit en
nu zijn wij het heertje en nooit meer
rook.
En dan die heerlijke menu's !
Zondag heb ik mezelf eens
getracteerd. Een eenvoudig menntje. Het,
begon met kaviaarbroodjes, en dan
Washington crème en daarna een
kalfsoestertje met doppertjes en daar
na nog wat toe en nog wat. Heel een
voudig en toen ik het klaar had en
aan het uitrekenen ging wat het mij
gekost had, kwam ik op zes gulden
drie en dertig cent. Om weer op mijn
verhaal te kernen, heb ik toen maar
een hoofdstuk in Casimir gelezen.
Daar kikkert een mensch altijd van op.
Ik wil wel zeggen dat er een tijd was
dat ik nooit lachte en niet eens glim
lachte om wat ik las. Ik was toen
geabonneerd op de Geïllustreerde
Huisvriend voor de Huiskamer", ik
las Halve uurtjes" met domino
Kraaiwinkel van Overschie. Het.
Brievenboek voor Oud en Jong" en
de Enkhuizer Almanak. Toen op een
dag kreeg ik Casimir in handen en nu
kan ik weer lachen in het goede. Zijn
zachtheid van wezen, zijn goedheid
des harten, zijn teederheid des
gemoeds, zijn wijsheid en goedertieren
heid zijn mij als een balsem en waar
zou ik in moeilijke oogenblikken zijn
zonder zijn heerlijke levenssteun? En
dan durft dat acteurtje van drie hoog
mij nog een pamflet in mijn handen
te duwen met een raren titel waar ik
niets van begrijp en tegen mij zeggen:
u moet dat artikel van de Ligt eens
lezen. Dat zal u goed doen."
Ik vind het gewoon-weg schandelijk
en ik hel) professor dan ook ecu briefje
geschreven dat hij er zich maai' niets
van moest, aantrekken en dat <le mot
en de nijd altijd geknaagd hebben
aan het fluweel van 's mensclien hart.
Ik heb eeii lief briefje van professor
terug gekregen, waarin hij schrijft dat
hij dat rare artikel niet gelezen, heeft,
maar dat hij de Ligt graag vergeven
/.al als hij hem ooit eens tegen komt.
Ik vind dat ware zieleadel.
Hu nu is meneer Ilenri I'olak ook
al zestig j.iiir. Waar lili.jt't de tijd. En
nog /.oo jong en nog net 700 blond als
op zijn twintigste. Hn dat '/.onder
haarvel-I'. Hn wat mij vooral /.oo
verheugd op /.oo'ii feestdag van het
proletariaat, dat toch lang zoo wilden
slecht, niet is als de menschen ons
willen doen gelooven. is dat een
pvoletaviëv het in oiv/.e verdorven
kapitalistische maatschappij toch /.oo
ver kan. brengen, alleen door het
proletariaat te leereii strijden. Heeft
u '/.ijn werkkamer afgebeeld gezien in
de Telegraaf"? Meneer Stanilafski
was er jaloersch op en het acteurtje
van drie hoog had liet als maai' over
die divan met dat prachtige kussen:
precies de divan die in alle
tooneeldireeteurskamers staat", zei hij. Zestig
jaar het kapitalisme; te belagen en dan
een feestartikel te; krijgen in alle
kapitalistische kranten met je portret
er bij, neen, als het in dien anderen
oorlog ook /.oo ging. . . . Heeft u, toen
de Keizer onlangs zeventig jaar werd.
van die gevoelige artikelen in de
Eransche en Engelsche bladen gelezen ?
vroeg meneer Stanislafski en toen
zei ik: wat ik mi wel eens zou willen
/.ieri. dat is niet de leider in zijnland
huis maar de werker in /,ijn eigen huis
en hue de werker van nu het heeft
vergeleken bij dien van vroeger."
En nu moet ik u nog iets zeggen
dat het anti-revolutionnaire volk en
ook ds. Schilder, die mij zoo'n aardig
briefje heeft geschreven, dat ik zeer ter
harte heb genomen, goed zal doen en
dat is dat meneer Stanislafski mij
verteld heeft dat meneer Rikus t'olijn
in speciale opdracht van onze Ko
ningin, naar Tndie is gegaan om daar
eens voor haar poolshoogte te nemen.
Met Eer en Heerlijkheid gekroond.
zou mijn professor zeggen.
HïSCUITS
11 KRFHTMl Dl>Ati
Jfoe tuc/ttit/ r/i onhoorbaar neliier
In hi't f/csiiizc! rnii den iriixl.
Wanneer hi't onrerliiiciln bet/in/
H oog ut cc n ijlen populier,
l j ie eren iipraart, rilt, en schijnt
Te ontii'al'cn /naai' icecr a/laiiL mal;
De. '/eind diraall vertier lani/8 lid />a<l
Waar lintje aan Umie rilslcnd de/nl.
En loopt teloor in 't waas der hel.
Aan 't eind der ti'cide staat en, .staar/
lioerloos een zononisc/tencn paard,
En droomriij zoemt een laatste, liij.
./. VAM TO()I1K\
W INTER-AVON V
Hoe. vloeit liet zilr'ren Held der maan
Gentischloos over 't land:
't Wordt allen licht, de halzen .staan
Bedremmeld langs den kant.
Zij zijn alfi .schepen, stil. aan, ttal.
Een enkel -not/ op stroom,
En toch gerust, nu de avond 'l al
IViff/t in zijn winter-droom....
Het wordt een icond're oneindigheid
Voor eiijen iceg als kust,
Zoo eindeloos, zoo wereld-wijd,
En zoo ontroerd in rust.
JAN J. ZELDENTHÜ1S