De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 3 maart pagina 15

3 maart 1928 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

268 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 MAART 1928 15 Op den Economischen Uitkijk Patroons en arbeiders door Jhr. Mr. H. SMISSAERT f~\ P 6 Januari 1.1. heeft het Verbond van Neder^"^ landsche Werkgevers eene uitnoodiging ge richt tot de vier groote vakbonden tot eene ge meenschappelijke bespreking. Aanleiding daartoe vond dit werkgevers-verbond in het z.i. betreurens waardige feit dat tusschen de organisaties van werkgevers en (die van) werknemers zoo weinig overleg en samenwerking bestaat, ook op gebieden, waar beider belangen, van een breed standpunt bezien, toch eigenlijk geheel parallel loopen". Opzettelijk haal ik den letterlijken tekst aan, ?omdat die van belang is voor de kenschetsing, de vooropgestelde bedoeling der uitnoodiging. De bespreking, zoo werd verder gezegd, zou dienen om vast te stellen in hoeverre Uwe inzichten in dezen met de onze overeenkomen". In zijn Aanteekeningen" in de Groene van 14 Januari reeds heeft Dr. E. van Baalte (in actua liteit mij ver vooruit!) op dit z.i. verblijdend feit de aandacht gevestigd en verklaard, hoopvolle ver wachtingen niet uitgesloten te achten. Inderdaad is deze eerste stap van groot belang en op den «conomischen uitkijk" mag niet uit het oog worden verloren eene poging, welke een zoo wijd en wellicht gelukkig perspectief opent. Het is wel eigenaardig, op te merken dat de in dit verbond georganiseerde Nederlandsche werk gevers de zaak voorzichtiger hebben opgezet dan hun Engelsche vakgenooten. Van dezen is reeds iets vroeger een dergelijk initiatief uitgegaan, dat aanvankelijk wel succes heeft gehad. Eigenlijk niet van werkgevers alleen. Oorsprong van de Engelsche .actie was eene in Juli 1927 door den oud-minister Philip Snowden uitgesproken redevoering over ..den weg tot den industrieelen vrede", van welke redevoering hoofdzaak, althans slotsom was de aanprijzing van eene permanente scheidsrechterlijke commissie, opdat niet eerst bij uitbreken van ?den strijd naar arbiters zou moeten worden om gezien. Snowden had in die rede verschillende ver standige dingen gezegd over gemeenschappelijke werkgevers- en werknemers-belangen en zoo kristal liseerden zich de door hem uitgesproken gedachten in eene broederschapsbeweging", onder welke leus eene eerste bijeenkomst half October 1927 in Mansion House werd gehouden. Vertegenwoor digers van patroons en van arbeiders waren hier aan wezig, met anderen, onder wie Snowden en ook Baldwin. Men is op deze eerste informal" bijeen komst reeds zoover gegaan, dat men een zeker program ontwierp; voorts werd besloten dit pro gram ten onderzoek aan te bieden aan den Algemeenen Patroonsbond en aan het Congres van Vakvereenigingen (T.U.C.). Men ziet: hier werd anders gehandeld dan ten onzent, waar een algemeene patroonsbond zelf, spontaan, den eersten stap deed, niet reeds een program werd opgesteld en voorgelegd, doch de gelegenheid werd geopend tot eene bespreking om na te gaan in hoever de uitgenoodigden met de verbonden werkgevers de weinige wederzijdsche aamenwerking betreurden, terwijl toch welbe schouwd beider belangen op verschillende gebieden eigenlijk geheel parallel" loopen. Hoe is 't verder in Engeland gegaan? Na de informal" bijeenkomst half October in Mansion House heeft einde November Sir Alfred Mond, namens 24 anderen (welke groep allerlei bedrijven omvat en een kapitaal van 1000 millioen pond vertegenwoordigt) het T.U.C, tot eene be spreking uitgenoodigd, welke 12 Januari 1.1. heeft plaats gehad. Ook hier is natuurlijk de tekst van belang; ik vergun mij daarom deze aanhaling: Wij zijn van oordeel, dat industrieel herstel alleen kan verkregen worden in verbinding en samenwerking met hen, die bevoegd zijn voor de georganiseerde arbeiders te spreken. Elke beweging om volledige en 'afdoende maatregelen te nemen tot herstel der industrie brengt daarom noodzakelijk mede, dat rechtstreeksche samenwerking wordt gezocht met hen, die even groot belang bij de aangelegenheid hebben als wij. Wij meenen, dat de gemeenschap pelijke belangen, die ons bindon, machtiger zijn dan de blijkbaar (?apparently") uiteenloopendn belangen, die ons schijnen verdeeld te houden". Ook hier valt een verschil tusschen de Engelsche en de Nederlandsche werkgevers waar te nemen: de eersten stellen het herstel der industrie" voorop als het doel, waarnaar zij streven; dat doel is niet te bereiken dan met medewerking der georgani seerde arbeiders; daarom wordt die medewerking gezocht. Aan het slot wordt dan over het overwicht van de gemeenschappelijke boven de scheidende belangen iets gezegd. De Nederlandsche werkgevers waren in hun tekst, gelijk wij zagen, vager zoo men wil, maar dan ook ruimer: het nut van overleg en samenwerking wordt als vaststaande aangenomen, het gemis daarvan (terwijl toch zoovele belangen parallel loopen) betreurd en eene bespreking met hen, die daarover ook zoo denken, voorgesteld. Teekenend voor de partijen in den Algemeenen Raad van het T.U.C, is de strijd geweest, welke schoon de uitslag te voorzien was in dit college moest worden gevoerd, voordat de uitnoodiging werd aanvaard: strijd tusschen de meest linksche elementen, van alle samenwerkings-gedachten afkeerig, en de wat meer gematigden. De uitnoo diging was 23 November 1927 verzonden; op 30 November scheen de strijd om het antwoord reeds beslist, doch niet vóór 20 December verscheen het officieele besluit, dat als vrijblijvend" kon worden gekenschetst: zonder voorafgaande verbintenis" wilde men de industrieele vraagstukken wel be spreken. De bespreking heeft dan plaats gehad. Tactvol stelde Sir Alfred Mond voor, om eerst te praten over onderwerpen binnen de gemeenschappelijke be langensfeer gelegen en twistpunten te laten rusten. Het herstel der industrie bleek naar het inzicht der verbondene werkgevers te moeten worden nagestreefd door wat men zou kunnen noemen de Amerikaansche en Duitsche methode, immers door rationalisatie, door verbetering van de techniek, door amalgamation", samenvoeging van onder nemingen in n verband. En de besprekingen waren in hoofdzaak gewijd aan overweging van middelen, waardoor nadeelige gevolgen van be doelde hervormingen voor arbeiders, die daarvan den druk zoudon ondervinden, verzacht of van hen afgewenteld zouden worden (overplaatsing, schade vergoeding, pensioncering enz.) Ook werd door Mond gesproken over medezeggenschap, copartnership, overleg door instelling van fabrieksraden en over de reeds aanvankelijk door Snowden aanbevolene arbitrage-regeling. Om dit alles verder voor te bereiden, daartoe werd eene uit werkgeversen werknemers-vertegenwoordigers samengestelde commissie wenschelijk geacht. Van die commissie; zou Sir Alfred Mond een der voorzitters zijn, de andere: Ben Turner namens het T. U. C.. . Men" zeide, dat laatstgenoemde zeer wel, na afloop dezer bijeenkomst, daarover te spreken was: hij gevoelde veel voor de thans beproefde samenwerking. Maar heelemaal niet daarover te spreken was Cook, die de extreme richting belichaamt. Reeds deze eerste bijeenkomst in Burlington House is een merkwaardig feit gewee.st in de geschiedenis der Engelsche patroons-organisatie en der Engelsche vakbeweging. Natuurlijk is het voorzichtig, zich te onthouden van elke voor spelling. Zal deze eerste poging slagen, de eerste stap door vele andere worden gevolgd? En zal de door Sir Alfred Mond met de zijnen toegestoken hand worden gegrepen of welhaast weer losgelaten? Zal men tot samenwerking komen? Zoo ja, dan moet zich in het .U.C, de scheiding der geesten verder voltrekken. Cook en zijne medestanders gelooven niet in samenwerking; zij kennen en zien niets dan den opverzoenlijken klassenstrijd, de volstrekt onoverbrugbare kloof. Indien Turner met de lieden achter zich meer en meer voor samen werking wordt gewonnen, praetisch dien weg opgaat, zal hij dan met Cook c.s. in n verband kunnen blijven? Toekomstvragen. (Jolijk ook ten onzent zich stellen zullen, nu of later. Want dezelfde krachten en stroomingen, welke in Engeland haren invloed openbaren, doen zich ook bij ons gelden. Nu een maal van georganiseerde; werkgevers een roep om samenwerking, een beroep op gemeenschappelijke belangen uitgaat tot georganiseerde arbeiders, moeten dezen zich daarvoor of daartegen uit spreken. En de gevolgen van die uitspraak zullen niet anders dan van verre strekking kunnen zijn. Beurs-spiegel Donderdag, 29 Februari. ' ~fiij ADAT in Nederlandsch-Indische public-utilities gedurende eenigen tijd een zeer willige markt is geweest, heeft men in de afgeloopen weekperiode een lichte reactie kunnen waarnemen. Ge durende het geheele jaar 1927 is voor deze waarden een geleidelijke stijging geregistreerd; nadat de Vereenigde Staten daarin waren voorgegaan is vrijwel aan alle beurzen in meerdere of mindere mate een opwaarts gerichte tendenz ingetreden voor aandeelen van algemeen nutsbedrijven", waarbij gas en electriciteits-maatschappijen, in verband met de zeer sterke toename van de aanwending van stroom en gas voor bedrijfs- en huiselijke doeleinc'en het meest op den voorgrond traden. Van die op timistische stemming hadden ook de A.N.I.E.M. en de Nederl. Indische Gas-Maatschappij geprofi teerd; eerstgenoemde aandeelen waren opgeloopen van ongeveer 220 tot 280, laatstgenoemde van 200 tot 220. In den jongsten tijd, nadat in het buiten land de feature grootendeels uitgewerkt bleek, is in vorengemelde aandeelen een uitgesproken hausse beweging gaande gemaakt, die vooral de aandeelen Nederlandsch-IndischeGas buiten proportie opdreef en van 220 op 280 % bracht, terwijl aandeelen ANIEM tot circa 320 konden monteereu. Daarbij viel het op dat aanvankelijk vooral voor buitenlandsche rekening aankooporders werden uitge voerd, later gevolgd door een koopbeweging voor binnenlandsche rekening, toen de plaatselijke specu latie de lucht kreeg van het relletje". De meest voor de hand liggende veronderstelling, dat n.l. een buitenlandsche groep men sprak in hoofd zaak van Belgische intressenten poogde de con trole over deze ondernemingen te verwerven, werd algemeen als juist aanvaard, on de speculatie vond daarin natuurlijk gereede aanleiding in de hoop op verdere koersstijging een stuk j e mee te doen, daarbij zich spiegelend aan het voorbeeld der Uollandsche Kunstzijde Industrie. De beide Maatschappijen gingen over tot het treffen van maatregelen om het nationaal karakter harer bedrijven te handhaven; do ANIEM door het overdragen van een post aan deelen aan een nieuw opgerichte N.V. Nationaal Bezit van aandeelen ANIEM een reeds meerma len toegepaste constructie tot het weren van vreem de controle ; de Nederlandsen Indische Gas koos den meer directen weg der oligarchische clausule. Na het nemen van die stappen is de koersstijging nog eenigen tijd doorgegaan, on voor aandeelen Nederlandse]! Indische Gas scheen zij eerst op recht oen aanvang te nemen. Totdat in de hier ge sproken weekperiode een kentering intrad, en men realiseerde dat het koersniveau uit een oogpunt van rendementsoverweging beschouwd te hoog was opgedreven; van een aanzienlijke inzinking is echter nog allerminst sprake geweest. Duitschland i.s aardig op weg zijn positie als kapitaalnemoi' waarin het in den herfst van het vorige jaiar aanmerkelijk werd gehandicapt door het optreden van Schacht en Parker (ïilbert, die wel beiden een geheel ander doel nastreefden, doch tot eenzelfde conclusie kwamen met betrokking tot de Duitsche politiek van kapitaalimport, te her winnen. Toen door de daaruit voortvloeiende ver wikkelingen in het buitenland een zekere aversie tegen Duitsche obligatie», ontstond en. hot koerspeil daarvan omlaag ging, waren de emittenten zelfs huiverig om leerlingen, die niet aan de goedkeuring van de Beratungsstelle waren onderworpen, en evenmin hadden uittestaan met de vooral in Frank rijk gekoesterde controverse inzake de Dawes-preferentie, aan de markt te brongen. Men achtte het veiliger om eenigen tijd zich geheel afzijdig te houden van Duitsche emissies. Inmiddels is do stemming voor het Duitsche papier aanzienlijk ver beterd, men is de questii meer in het juiste daglicht gaan bezien, en heeft de betrekkelijk ondergeschikte beteekenis van de jongste1 voorvallen onderkend. Daarbij komt dat men in Duitschland heeft ge merkt, dat de binnonlandsche kapitaalmarkt nog uiterst subtiel is en na enkele kleine uitgifen reeds verzadigd bleek. C. K. S BRANDBLUSSCHER ? vHOLLANDIA' | SPANJAARD&C2 ? FABRIEK ESPANA l UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl