De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 3 maart pagina 17

3 maart 1928 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2648 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 MAART 1928 1T Belegging van Bijksfondsen door C. A. KLAASSE Hier is de Kachel!!! een vulkachel, f~\ P l April a.s. zal de leening van ^"^ den Nederlandschen Staat aan geduid als de leening 1923 B worden aflosbaar gesteld; de middelen daartoe zullen worden geput uit een conversieleening, die echter niet, zooals dit met de te converteeren leening en met practisch gesproken alle andere Staatsleeningen het geval is geweest, in het openbaar zal worden uitgegeven doch voor haar geheele bedrag ad ?84.000.000 zal worden ondergebracht bij de zgn. Bijksfondsen. Dit novum op het gebied van de schatkistfinanciering komt niet geheel onverwacht. Reeds gedurende jaren toch is voortdurend bij tusschenpoozen h t vraagstuk van. de belegging der beschikbare middelen van deze instellingen op het tapijt gekomen, en op het huidig oogenblik nog werkt een Staatscommissie aan de oplossing van dit niet alleen intressante doch ook urgente probleem. In 1923 reeds heeft de heer P. J. Baaijmakers, voorzitter van den Baad van Toezicht op de Rijksverzekeringsbank en commissaris van het Alge meen Burgerlijk Pensioenfonds, in een nota aan de betrokken departementen de aandacht gevestigd op het belang van deze aangelegenheid en op de wenschelijkheid om, voor de ver schillende fondsen eenheid van beleggingspolitiek, liefst door een cen trale instantie, te verkrijgen, zoomede om de investeeringen zooveel mogelijk te orienteeren in de richting van 's Bijks schatkist. Buim een half jaar later, in Februari 1924 werd bij gemeenschappelijke beschikking van de Ministers van Financiën en Arbeid een commissie ingesteld, die zich sedert dien den naam Commissie-van Vuuren heeft verworven, naar den voorzitter, het Tweede Kamer-lid A. O. A. van Vuuren. Aan deze commissie werd opgedragen te onder zoeken op welke, wijze in de komende jaren een rationeele verdeeling te verkrijgen is van de lasten welke uit hoofde van de financiering der Ouder domswet, Invaliditeitswet en Pen sioenwet op de Staatsfinancien drukken en tevens te bestudeeren de mogelijk heid op de duur een geschikt beleggingsveld te vinden voor de door de Bijksverzekeringsbank,Bijkspostspaarbank, Post Cheque en Girodienst en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te vormen kapitalen. In Maart 1925 bracht de commissie rapport uit; voor i DBÜET | |TIMTUR| zoover betreft het eerste gedeelte van het vraagstuk: het principe van de financiering, heeft de regeering de voorstellen overgenomen, doch de oplossing van het tweede probleem: de wijze van belegging, bevredigde haar blijkbaar minder. Althans in November 1926 werd door de Ministers van bovengenoemde departementen een commissie in het leven geroepen, die ten doel had een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid en de wenschelijkheid van een vereenvoudi ging in het beheer van bij de wet ingestelde fondsen, door belegging van de gelden dier fondsen hetzij in 's Bijks schatkist, hetzij, in meerdere mate dan thans, in nationale schuld. Tot voorzitter dier commissie werd benoemd Mr. Dr. A. van Gijn, naar wien zij de commissie-van Gijn werd gedoopt. Voorts hadden in de commis sie o.m. zitting: J. B. van Dijk, voor zitter van den Baad van Toezicht op de Rijksverzekeringsbank, Mr. F. A. C. Graaf van Lijnden van Sandenburg, regeeringscommissaris bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, en Mr. B. J. H. Patijn, voorzitter van den Baad van Commissarissen van het Algemeen Burgerlijk Pensioen fonds. Deze commissie is het die thans nog aan het onderwerp werkt en waarvan het rapport eerlang wordt tegemoet gezien. Inmiddels heeft het probleem in ruime kring belangstelling gewekt, en de vraag: fondsvorming of tegoedschrijving is bij verschillende gelegen heden van vele zijden belicht, o.m. in de departementen van de Maat schappij voor Nijverheid en Handel, voor welker afdeelingcn Zaanstreek en Amsterdam terzake redevoeringen worden gehouden door de heeron Mrs. C. II. Guépin en J. L. C. van Meerwijk. Daarbij is gebleken dat een sterke strooming bestaat voor het denkbeeld, dat in de eomtnissie-van Vuuren door slechts n lid werd verdedigd, doch door de anderen verworpen, om de belegging van de gelden der Bijks fondsen zooveel mogelijk te doen plaats vinden door storting in 's R ij k s schatkist, waardoor do Staat in de gelegenheid gesteld zou worden de openbare schuldenlast te verminderon of geheel af te lossen. De voordeelon aan een dergelijke wijze van handelen verbonden, zijn apert. Men vermijdt daardoor de kostbare beleggingsdienst bij deze instellingen, die thans voort durend zich bezig dient te houden met risico-overwegingen, rendementsbere keningen, verzilveren van coupons en lossingen en alle overige aan hot administreeren van omvangrijke ver mogens verbonden handelingen.Vooral de keuze der beloggingon beteekent een groote moeilijkheid, die te meer op den voorgrond zal treden, naarmate de bedragen stijgen, en dat zullen zij in de naaste toekomst ongetwijfeld. Op basis van de door do Begeering te verrichten stortingen becijfert men dat alloen reeds hot invaliditeitsfonds na ruim 75 jaar, wanneer de aan vullingsplicht van don Staat zal zijn vervuld, circa ? 2 milliard zal bedragen. Kn dan hoeft men nog de pensioen fondsen, do Rijkspostspaarbank on den .Post Cheque on Giro-dienst. Do moei-dorheid van do commissie-vaii Vuuren was tegen belegging bij do schatkist, dooh voor investoeriiig in mdustrieelo bedrijven op grond van den wonsch dor verzekerden om de kapitalen productief belegd Ie zien. Nu spreekt het wel vanzelf dat de verzekerde allereerst een voiliirc inU kent toch het nieuwe systeem CENTRALE VERWARMING. Zoo niet, vraagt nog heden onze brochure: IN DEN WINTER.... DE ZOMER IN UW HUIS HERINGA & WUTHRICH, HAARLEM. Tel. 11966 Voor den Haag: C. OLDENBURO ,|r.. Rllswljk. Tel. Den Haag 18970 N. V. Meubelmagazijn Eden" MOLSTEEG ~ AMSTERDAM BOEKENKASTEN A. F. Z U R C H E R CARTONNAGEFABRIEK en DRUKKERIJ LOOIERSGRACHT 64-66-68-70-72, AMSTERDAM VOOB BETEBB MEUBELEN ARNOLD HOUTSCHILT AMSTEBDAM vesteering verlangt; om do productivi teit zal hij zich direct althans nauwelijks bekommeren. De vraag is nu maar, of belegging van hot geheelo bedrag, bij de Rijksinstellingen be schikbaar, in do schatkist uit een oogpunt van veiligheid al dan niet gewenscht is. Die veiligheid kan slechts in gevaar worden gebracht ingeval van een staatsbankroet. Maar indien dat goval zich voordoet zijn de beleggingen in industrieele obligatiën or in geerien dooie beter aan toe dan de staatsschuldbekentenissen. Zeer terecht heeft do hoor van Gijn daarop gewezen: een staatsbankroet bestaat in onzen tijd niot moor uit het stopzetten van do betalingen, inen heeft een weg gevonden om een officieel bankroet tegen olken prijs te voorkomen, en op de moest voor de hand liggende wijze de bevolking te onteigenen ten bate van de schatkist, n.l. de inflatie. De bil jettenpers voorziet in de meost nijpende noodon, en do be zitter van industrieele obligatiën onder vindt van zulk een bankroet evenzeer de gevolgen als do houder van staats papieren. Togen zulk een gevaar zou men slechts kunnen waken door een belangrijk dool dor middelen te be leggen in aandeden; maar daaraan zijn eveneens waarschijnlijk voel grooter bezwaren verbonden, men hooft dan het industrieoio risico. Hoe wel in verband met waardeschommolingon in de goldeoiihoid voor beleg ging in aandeden fondsen mot intrinsieke waarde wol iets te /.egii'on valt, is voorloopig voor kapi talen van vorzekorings- en bdeggiiigsiristitulen. hetzij publieke o!' partiouJiero, invest eeren in oblii;<U ieu ioy (Je aangewezen WOLV ; do eoïist ruetie \ an (les verzekeraars e.q. des deposil <>nemers \"erplicht hii;' is daarop geheel gebaseerd, Goti'evon dit feit verdient belegging in Staatspapior zeker de voorkeur, l );it uit adminisl rat ieve over wegingen hot in de plaats st ellen van tegocdschrijving - al dan niet ge paard gaand met afgifte van schuld bekentenis boven obligatiouitgifte verre do voorkom- verdiend spreekt wel vanzelf. Men schakelt daardoor allerlei kostenfactoren, als emissie, administratie van obligatiön (controleop nummers, bewaren, assureeren) uit. Dat met do oischon van bepaaldebedrijven, waarvan do middelen di rect opeisohbaar zijn (Rijkspostspaar bank, Girodionst) rekening zal moeten. worden gehouden behoeft nauwelijks betoog; do schatkist heeft trouwens voortdurend een aanzienlijk bedrag vlottende schuld uitstaan. Blijkbaar wil men thans den eersten stap zetten op don weg naar verwezen lijking van de unifoime belegging, nu het vraagstuk klemmender wordt door liet aanwassen van de te bologgen bedragen en het schaarscher worden van het beleggingsmateriaal, waar door do onderlinge concurrentie van de beleggingzoekende fondsen feller dreigde te worden. Men loopt daar mede wellicht vooruit op hot resultaat van hot onderzoek der commissie van Gijn, al betreft het ook nog slechts een relatief gering bedrag, maar het komt mij niet onwaarschijnlijk voor dat de conclusie van die commissie met deze ontwikkeling congruent gaat. Mr. Van Gijn althans hoeft zich des tijds een voorstander van die beloggingswijze getoond. Mannen ciie er correct uitzien, scheren zich datjelijks. Men scheer! ric'l p;/n]oos. vinej en schoon, ronder dat de Iraid stukgaat oi naschnjnt, als men vo.>r het mzeepen .de baardoppervlaktc inwrijft met 'n weinig PUROL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl