Historisch Archief 1877-1940
No. 2649
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 MAART 1928
17
Chaplin
Charlie Chaplin. Het Circus". Tuschinsky
f~\ M Godeswille geen Chaplinlyriek meer !
Ieder groot kunstenaar bereikt eenmaal het
stadium, waarin hij erkend" wordt hetzij bij
zijn leven, hetzij post mortem. Deze bijzetting in
het Pantheon der massa wil zooveel zeggen, als
dat het nu veilig dwepen is met zijn kunst liever
nog: met zijn persoonlijkheid. Men kan den grooten
man naar hartelust bewonderen en tegelijkertijd
met de wereld in vrede leven. Het enthousiasme
ook het per regel betaalde is thans algemeen en
wie zou zich niet oprecht verhevigen in een derge
lijke idyllische situatie, waarbij inderdaad
Millionen" het zij zonder eenige hatelijke intonatie
gezegd umschlungen" worden?
Helaas, valt het daarbij niet te ontkennen, dat
de evocatieven, waarmee men de gedachte aan het
genie pleegt op te roepen, inmiddels van een
eenigszins pijnlijke algemeenheid zijn geworden.
De Titan" Beethoven en de Groote Mysticus"
Rembrandt weten er van mee te praten en het
staat nog te bezien, of Beethoven's kwaal niet haar
bitterste consequenties heeft gevonden in de
gramofoonplaat-annonces, waarin voor den Groo
ten Doove" een gepaste reclame wordt gemaakt.
Ook Charlie Chaplin is met een ontstellende snel
heid tot deze populair-artistieke reputatie gekomen.
De kleine, bescheiden clown werd aanvankelijk
met de beste bedoelingen door zijn bewonderaars
in het brandpunt der publieke belangstelling ge
plaatst. Bergen litteratuur zijn, vooral in den
allerlaatsten tijd, over Charlie's droomoogen,
Oharlie's dandyisme, Charlie's weemoedigen glim
lach verschenen en er behoort moed toe, om nog
eens met den Eenzame" of de Lach en de Traan"
op de proppen te komen. De gedachte kan iemand
beklemmen, aan het ontketenen van dezen
dithyrambenstroom te hebben meegewerkt en men
gevoelt het allicht als een gerechte straf, dat hot
schrijven over Chaplin een ware eierdans is ge
worden tusschen do tallooze gemeenplaatsen.
Tenzij men dan tegen een lach on een traan meer
of minder niet opziet.
Over Chaplin's Circus" valt feitelijk niets te
zeggen, dat niet reeds vele malen over zijn ander
werk is gezegd. Het groote wonder is, dat deze man
zichzelf blijkbaar eindeloos kan herhalen, zonder
iets van zijn beteekenis in te boeten. Het Circus"
mist de sensationeelo elementen, die van The
Kid" en Goldrush" wereldgebeurtenissen maak
ten. Het is simpel, pretentieloos on naïf als zijn
Troegste films, maar rijper, verdiept en verstild
voilèr tout! Maar welk een zelfbeheersching
welk een zelfkennis en welk een zelfbewustheid
bij een kunstenaar, die toch van een
Napoleonkerschepping droomde, om terug te keeren tot zijn
oudste, nederigste karakter: den clowTn !
Ontroerender dan de sentimenteelste ontboe
zemingen treffender dan de vurigste lofredenen,
die ooit over Chaplin werden neergeschreven, is dit
gebaar van stille nederigheid. Hoevelen zoudon het
hem na kunnen zeggen, op het oogenblik dat de
stoutste idealen van heroiek en tragische grootheid
(welke komiek" hoeft ze niet?) binnen het bereik
schenen te liggen van dit alles afstand te doen
en. zich opnieuw te steken in de oude, oude plunje
yan den potsenmaker !
Is het geen wijze les voor ons, scribenten, die
met alle geweld van dezen grooten bescheidene een
tragicus en een held willen maken? Zijn hot niet
onze bloemrijke schrifturen, die hij aan hot slot
dezer film, met een triest grimas tot een prop knijpt
en luchtigjes van zich wegschopt. . . . ?
VAM HELLES
? TABAK
15
Intusschen blijft Chaplin met ieder werk, ook
met dit laatste, de eeuwige paradox. Nieuwe
vondsten, nieuwe richtingen, nieuwe stijlen ja,
heele aesthetisehe systemen in de cinematografie
gaan aan hem voorbij, zonder hem te beroeren. Hij
werkt nog met precies dezelfde middelen, als
waarmee hij vijftien jaar geleden zijn primitieve
n-acters in elkaar zette en toch is zijn arbeid
meer film", dan welk nieuw experiment ook.
Het kan niet anders: hij moet in geniale onbewust
heid de essentie van de film hebben geraakt en
dit geeft aan Chaplin's oeuvre een belangrijk
heid, die nog boven de directe emotie uitgaat.
Op welke wijze maakt hij zijn werk tot de meest
volmaakte uiting van den wonderbaarlijken nieu
wen expressievorm, die film" heet? De oen meent
den sleutel tot het raadsel van Jlollywood" hier
gevonden te hebben de ander daar. Kr zijn er,
die zweren bij zijn spontaneïteit er zijn ei', die
hardnekkig vasthouden aan zijn eoiiscientieuse,
critische selectie bij het knippen". Sommigen
Koeken het in de zeldzame gevoeligheid van zijn
gelaatsplastiek anderen weer in de bijna
maskerachtige strakheid van zijn physionomie. Wie de
Chaplin-litteratuur doorleest, ontdekt een ont
stellende verwarring van meenin;-en en zienswijzen.
Wij allen hebben hem honderdmaal gadegeslagen
en bestudeerd en het eenige, wat wij met zekerheid
kunnen zeggen is, dat het alles wanhopig eenvoudig
en wanhopig raadselachtig blijft. Vast staat, dat
de Chaplinfilm Chaplin-zèlf is en niets anders. En
al dadelijk stuiten wij daarmee op de paradox,
dat de goede film zich onverbiddelijk van de
centrale persoonlijkheid afwendt terwijl de
volmaakste film. . . . enkel centrale persoonlijk
heid is !
Wij zijn meen ik nog niet zoover, dat wij
Chaplin's kunst behoorlijk kunnen definieeren
zeker niet in betrekking tot de film in het algemeen.
Waar alles gist alles beweging is, waar dagelijks
nieuwe mogelijkheden nieuwe inzichten scheppen,
daar is de tijd nog niet gekomen, om vast te stellen.
hoe en waardoor deze schijnbare tegenstelling
ontstaat. Kn niets is kortzichtiger en onbillijker.
dan Chaplin uit te spelen tegen de honderden
ernstige, hartstochtelijke zoekers, die op h utt
manier en naar hun overtuiging liet nieuwe mate
riaal aanwenden. Het moge; dankbaar en comfor
tabel zijn, de toch altijd ietwat twijfelachtige
massa in dezen naar den mond te praten het
heeft nog nimmer een kunst vooruitgebracht.
Op het eerste gezicht is men geneigd Circus"
door zijn simpele conceptie Ie stellen beneden ,,Kid"
en ..Goldi'ush". Ik woonde do première bij in de
Parijsclie Marivaux", eeiiige weken geleden eti zag
het de/er dagen terug bij Tuschinsky. W ohm --ik
heb de overtuiging gekregen, dat het boi'fn deze
sensationoolc Chaplhiworken staat. Hot mist het
verbrokkelde en dualistische, dat deze beide pracht
films nog ontsierde de bouw is vaster, construc
tiever geworden de behandeling en de techniek
soberder. Het is merkwaardig te eonstatoeron, hoe
uit de losse, geniale invallen van de Keystoiio en
Kssanay-periode, via den stouteii greep naar het
groote, gebonden werk der Mutual- en United
Artiststljd, dit harmonische, prachtig-evenwiehtige
resultaat ontstond, dat nu in Circus" voor ons
ligt.
Chaplin is een der weinige filmkunstenaars, bij
wien men een voortdureiiden groei waarneemt
hetgeen des te treffender is, waar al zijn films in
Amerika werden gemaakt.
Want dit werk, o gij. die uw hart aan Amerika
hebt verloren, kwam uit dit land. Kn niets is minder
Ainerikaansch in wezen, in sentiment en in tech
niek ! Niets is minder Amorikaanseh dan dit werk,
dat zijn subliemen eenvoud, zijn teedere accenten,
zijn zuivere oorspronkelijkheid wist te bewaren in
een land, dat davert van den leogen, rammelenden
humbug dat druipt van de valsehe sentimentali
teit dat zich krampachtig vastklemt aan geleen
de en gekochte krachten uit het buitenland !
Xaast alle Europeanen, die in do Vereenigde Sta
ten derailleorden naast een Murnau. een Veidt.
een Jaiuürigs, staat de Jïiii/i'lsrhin<ni Chaplin over
eind als de sterke, onaantastbare voorpost van hel
oude Europa, die in Hollywood het goede en ware
doel in het oog houdt !
Het stemt tot dankbaarheid, dat ons eersle film
theater dit zeldzaam mooie en gave werk bracht.
POL ROGER&CE
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER-GERLINGS HAARLEM
Jammer alloen, dat het werd vastgekoppeld aan dt
gruwelijke bespotting van Brahms' nagedachtenis.
Wanneer zal de hoer Tuschinsky ons do onsmake
lijke resten van de gri( zolige lint wurm Levens.
van groote componisten" besparen?
Filmliga
Le Brasier Ardent Invitation au Voyage
' De groote verrassing was voor mij op dezen mid
dag do film van Mosjoukine. Feitelijk heeft deze
speler ons hier nog niets laten zien, dat ook maar
eenigermate met zijn Kean" vergeleken kon
worden. . . . en, hoe gaat het in zulke gevallen, de
indruk had zich langzamerhand vastgezet, dat
Kean" een gelukkige vergissing was geweest.
De vergissing" lag aan onzen kant !
Na het miserabele Casanova" was Le brasior
ardont" een verrassing en een verheugenis, zoowol
ton opzichte van den speler, als van den cineast
Mosjoukine. In de eerste plaats de verwerking vait
het scenario de inventie, zoo men wil. Wij
behoeven ons waarachtig niet to bepalen tot
de uitstekende droom-inleiding en de prachtige
dans-scène om welwillend de oogen to sluiten v
ooihet ordinaire verhaaltje". Het is een
detectivestory accoord, maar een detective-story, die
nauw verwant is aan de brillanle Pater
lirown''ossay's van Chesterton. J l et banale gegeven is mot
grillige on af en toe wild-fantastische speelschheid
behandeld. De gang van hot gebeuren is vol ver
rassende wendingen wat sentimenteel of
alledoagsoh in zoo'n historietje dreigt te worden, wordt
aanstonds door een ironisch of licht parodistisch
gebaar onschadelijk gemaakt. Do cineast is blijk
baar verliefd op het materiaal, dat hem zoo gewillig
diende bij de conceptie van deze uitbundige
burloske.
Was Mosjoukine als regisseur een openbaring
als 1 ilmspeler vonden wij in hem ileu createur
vun ..Kean" terug. Dezelfde bliksemsnelle on on
gelooflijk gevarieerde afwisseling van stemmingen r
van de bijna pathologische beklemming zijner dra
matiek, naar een volkomen onverwachte naive
scherts, die als een weldadige ontspanning werkt.
Ik ken geen speler, die zulk een stemmingsrogistei
tot zijn beschikking heeft die met zulk oen de
monische snelheid en volkomenheid zijn diepste
wezen schijnt, to verloochenen. Voor mij is het
gladde masker van dezen Kus diabolische!' en ver
schrikkelijker, dan de hoor Lon ('haney na du grie
zeligste gelaatsvivisecties ooit vermocht Ie zijn.
Hot duivelsehe crescendo in de kroeg-scène zit dan
ook voor drie-kwart in do fatale close-ups ! Kti zie
met welk oen roerend gebaar van nederigheid en
overgave, deze zelfde mail zich plotseling over do
hand zijnor oude moeden' kan buigen. Een dergelijke
beheerschirig van de heftigste emoties behoort tot
do zoldzaamheden en. maakt .Mosjoukine tot een
verschijning, die, in zijn gooden tijd. misschien
alleen met Asta Nielsen kon vergeleken worden.
Do Invitation au Voyago" van (icrmaine Dulac
was oen bekoorlijk, melancholiek mineur-stukje
wal gerekt misschien, maar zeer gaaf on gevoelig.
Hij do bespreking van de Dulac-mat i nee. die (h- Liga
denkt to geven, kom ik er nader op terug.
BINGHAM & LUGT
Haringvliet 85
ROTTERDAM