Historisch Archief 1877-1940
18
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 MAART 1928
No. 2649
HISTORISCHE FRAGMENTEN
PHILIPS II (4)
Viermaal is hij getrouwd. Maria was zijn eerste,
Zijn schoonste gemalin. Van Portugal. De teerste:
Zij stierf in 't kraamvertrek. De baby bleef bestaan.
Voor beiden waar' het beter omgekeerd gegapn.
Don Carlos was het; op wiens zerk men. eens zou lezen:
Hij, die hieronder lijt, stierf zonder ziek te wezen. . ..
Een jaar of tien daarna schonk Philips hart en hand
Aan Mary Tudor, Koningin van Engeland.
Toen werd, na korten tijd van vrijgezellen-leven,
Elisabeth van Frankrijk tot zijn vrouw verheven.
Anna van Oostenrijk, de laatste van den stoet,
Bezorgde hem een kroonprins. Eind goed, alles goed.
Hij placht met veel vertoon zijn godsdienst te belijden,
De vroomste monnik was, bij hem gezien, een heiden.
Een goed deel van den dag spendeerde hij geknield
't Was amper dat hij tijd voor schrijven overhield.
En om zijn afkeer van de ketterij te toonen
Besloot hij een godsdienstig schouwspel bij te wonen,
Toen hij voor 't eerst als vorst den Spaanschen grond betrad,
Een wild sensatie-stuk, dat veel bekoring had
Voor hen die op 't tooneel rauw realisme wenschen:
De spelers speelden niet, miar loefden 't spel, als menschen.
't Was een auto da fé. Geloofsdaad", vlot vertaald.
Men werd er op het Spel van 't Vuurgericht" onthaald.
De doodsklok dreunt omhoog in dreigend doffe slagen,
Het bloedig roode vaandel wordt vooruit gedragen,
De stoet van priesters in hun plechtig misgewaad
Doet luid een lofgezang weerklinken door de straat.
Dan volgt de Adel en de hooge ambtenaren,
En voorts een legercorps om orde te bewaren.
Nu kcmt de droeve groep al stromplend aangehinkt,
Want veler voeten zijn door foltering verminkt.
De tongen soms gesnoerd met irigespleten duigen,
Om te beletten dat zij voor het volk getuigen.
De gele mantel om, met duiveltjes bestrooid,
Het hoofd met de papieren mytermuts getooid.
De stapel is bereikt. Een lange boeterede.
De inquisitie-eed de koning zelf zwoer mede,
Zijn veertienjarig zoontje, Carlos, aan zijn zij,
Maar u, geachte lezer, vraag ik niet er bij.
Gij weet wel hoe het ging. Alleen vermeld ik even
't Vevm.iarde antwoord dat de koning heeft gegeven,
Toen Gnuif de Sana naar den stapel werd gesleurd,
En hijgde: Staat (jij toe dat deze daad gebeurt? !"
Was mijn zoon zooals gij, 'k zou met mijn eigen handen
De takken brengen om den jongen te verbranden !"
En er behoeft volstrekt geen twijfel te bestaan,
Of Philips had het zonder aarzeling gedaan.
Maar als ik heden lees van al dat fusilleeren.
Dan schuif ik naar mijn haard, en ga wat prakkizoeren.
De mode vraagt nu minder marteling en pijn,
Maar zou de mensch per slot zooveel veranderd zijn?
Dit vorstelijke vat vol tegenstrijdigheden
Geeft last genoeg aan wie den inhoud wil ontleden.
Hij, die met smaak naar 't smoren van een ketter keek,
WTas aan den andren kant soms teeder haast en week.
Wie veel heeft liefgehad, heeft recht op veel vergeven:
De brieven, die hij aan zijn kindren heeft geschreven,
En vele vellen heeft hij aan zijn kroost gewijd,
Zijn overvol van vaderlijke hartlijkheid.
Hij voerde in, 't zal menigeen merkwaardig schijnen,
d' Achturenarbeidsdag voor d' arbeid in zijn mijnen;
Je ziet, mijn roode vriend, die dit toevallig leest,
Philippus, de tyran, is jullie vóór geweest.
(Wordt vervolyd) C'llAK1VARIUS
Alida's croquante croquetjes
door ALIDA ZEVENBOOM
L)" N nu gaat Willem van Leeuwen
zich ook al terugtrekken uit de
beslommeringen van het dagelijksche
leven en rust zoeken op de Groote
Horst" in Loenen op de Veluwe. Ik
zeg Willem" en dat mag ik wel, want
ik ben eigenlijk zoo'n beetje met hem
opgegroeid, al was ik dan in de keuken
en hij in het salon. Hij kwam als jong
-student al bij meneer zaliger over den
vloer en ik moet zeggen, dat het een
.jolig studentje was, maar toch altijd
in het nette. En altijd even opgewekt.
Hij heeft mij eens in de gang willen
zoenen, want ik was een knappe meid
?al zeg ik het zelf, maar het zat hem
niet glad en het eenige dat hij van
me wegnam, was mijn tulen muts,
die hij in zijn zak stak. Misschien
lieeft hij hem nog wel bewaard uit
zijn studententijd.
Toen hij wethouder van de Finan
ciën werd, zei meneer zaliger al,
let maar op, die wordt nog eens bur
gemeester of minister en het is uit
gekomen ook. En als Burgemeester
was hij niets veranderd en eigenlijk
nog heelemaal student. U had ze
moeten hooren hij en meneer
Joop Cappeyne en meneer Theo
Heemskerk, als zij met zijn drieën
?aan den gang waren met meneer. Wat
de een niet wist, wist de ander en als
ik dan iets binnen bracht nou....
maar ik moet zeggen nooit een
onvertogen woord. Dat zou meneer
Theo trouwens niet geduld hebben.
Alida, zei meneer Joop dan
altijd, heb je die mop al gehoord
niet dat...
Ik weet een veel aardiger, zei
meneer Theo dan, en ik zie hem nog
met zijn lorgnet zwaaien en al proesten
van het lachen nog voor hij een woord
;gezegd had, maar dan schoof meneer
Willem ze allebei op zij hij kon erg
kort zijn in zijn bewegingen en
zei:
Alida, die moet je hooren, van
dat meisje, dat aan de telefoon kwam
en. .
Maar meneer zaliger voorkwam
altijd, dat do mop verteld werd. Ik
geloof niet dat hij het van pas vond
dat ze zoo tegen het dienstpersoneel
spraken. Hij was wat ouderwetseh
en zoo weet ik tot op den huldigen
dag nog niet wat er gaande was met
dat meisje aan de telefoon.
Later, toen hij Burgemeester was,
kwam hij veel minder bij ons. Geen
tijd had hij meer en de enkele malen
dat ik hem nog zag, dan hoorde ik
hem binnen erg foeteren tegen den
Baad, die bij elke verkiezing rooder
werd en er maar op los kletste. Als
hij de heeren van vandaag eens meege
maakt had, wat zou hij dan wel ge
zegd hebben ! En met zijn rose wet
houders kon hij ook niet goed op
schieten.
Ik kwam er eens net op aan, dat hij
iets zei van een van de wethouders
en ik liet bijna het blad met de
flesschen en de glazen uit mijn handen
vallen,zoo schrok ik, en als ik opschreef
wat ik alzoo opving, als hij het over
sommige raadsleden had ik geloot'
dat u het gauw zou overslaan. Weet
u dat hij, toen een van de wethouders
was afgetreden, een handkar naar zijn
huis stuurde met de boodschap of
mevrouw er maar op wou laden wat
do ex-wethouder aan potlooden,
papier en dergelijke dingsigheidjes
van de gemeente nog in zijn be/.it
had en dat de kar volgeladen terug
kwam?
Toen kwam op een avond de krant
met het bericht dat hij wegging als
Burgemeester. Kr stond zooveel in
als dat hij er meer dan genoeg van had.
Zij waren er bij meneer zaliger alle
maal onder den indruk van en niemand
wilde het geloovcn. Als ik lieg dan
lieg ik in commissie, maar zij vertelden
binnen, dat hij in een vergadering van
B. C'ii W., toen er ergo oppositie was,
zoo terloops ge/.egd /.on hebben ..ik
schei ei' maar mee uit," waarop een
van de wethouders, die doorloopend
met hem overhoop lei, hals over kop
de kra,nt opsrhelde en de redaetie
het nieuwtje vertelde: va-n Leeuwen
gaat weg. Hij heeft het ons zoo juist
in de Vergadering van H. en W.
meegedeeld." Kil toen meneer Willem
het bericht 's avonds las, moet hij ge
zegd hebben: dan moet het ook maar
zoo zijn. Ik ga I" En hij ging. Zoo was
hij. Maar dat ze hem ooit.
VicePresident van den Raad van State
hebben gemaakt, heeft meneer nooit
begrepen.
Wat moet hij bij die mummies
doen? hoor ik meneer nog zeggen.
Hij wordt er oud voor zijn tijd.
Meneer Joop dood, meneer Willem
op de Veluwe in de rust, en alleen
nog meneer Theo zoo frisch en jolig
als ooit. Zou hij nog weten dat hij rnij
jaren geleden eens een mop verteld
heeft van een pastoor.... nee, ik
houd hem maar liever voor me. I [et
zou de tot staiidkoming van de
Coalitie kunnen schaden. Zoo sappig
als hij, kan ik hem bovendien toch
niet vertellen.
LINCOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBAGH- Haarlem
Nieuwe Uitgaven
Hanx ~\farfin. Cocktail. Kun
?iiii'iiiji'liiiii van velerlei.
lioiter(Jinn 1027. H'. L. en J.
JiriiNsc'ii Uitycversmij.
Hans Martin, die er de laatste jaren
niet op vooruitging, vertoont zich in
dit boek weer van zijn goeden kant.
In de korte schetsen, die hier bijeen
gebracht zijn, komen de kwaliteiten
van den schrijver, zooals we die uit
zijn beste werk kennen, telkens met
een kleine fonkeling te voorschijn, Zijn
humor, zijn geiioegelijkheid, zijn zin
voor het clowneske, die zich uit in
zijn studeiitikoze hyperbolen en de tot
verwrongen, proporties
uiteengetrokken verhoudingen van de figuren, waar
hij mee solt. Ze zijn vaak bijna niets,
deze krabbels, maar door de manier,
waarop de schrijver zijn onderwerpen
behandelt, worden ze allerleesbaarst.
Zeker, hij heeft beter, sterker werk
geschreven dan dit mixture-werk,
waarin zijn pouvoir meer doorloopend
en volgehouden uitkomt. Maar al
hopen wij, dat hij ons nog eens iets
volkomen onversnedens zal schenken
in den vorm van een mooien roman
als Danseresje" of een knap
tooneelstuk als De vrijbuiter", de cocktail
die hij ons hier aanbiedt, is toch ook
uitstekend te savoureeren.
11 KR .MAN MID DENDO'HP
BOOTZ' ORANGEADE TRIPLE SEC
^^ ^^ ^ "*