De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 17 maart pagina 16

17 maart 1928 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 MAART 1928 No. 2650 Omslag of reservevorming door C. A. KLAASSE p BN lezer heeft de vraag tot mij gericht of ik naar aanleiding van mijn artikel over belegging van Rijksfondsen, niet een beschouwing kon wijden aan de vraag of fondsvorming voor de sociale verzekering eigenlijk wel gewenscht is. Reeds voordat mij zijn vraag be reikte had ik over dat interessante onderwerp een artikel in de pen. Ook ik meende dat deze tweede helft van het rijksverzekeringsprobleem niet onbeschouwd mocht blijven. Maar waar*om dan deze vraag over de al-dan met-wenschelijkheid der fondsvorming niet het eerst onder de loupe genomen, zult Gij vragen. Het is toch niet logisch, een preala bele kwestie achteraf te bekijken, nadat een secundaire ampel werd besproken. Bedenk echter, lezer, dat zoo al theoretisch de principieele vraag of fondsvorming voor sociale verzekeringsplichten gewenscht is, pri mair geacht moet worden, en de belegging van het eventueel te schep pen fonds secundair, practisch genoeg zame aanleiding bestaat om die belegging het eerst te bekijken. Dat beleggingsvraagstuk toch doet zich aan alle rijksfondsen voor, ook aan die welke niets met de sociale verzekering hebben uit te staan, als b.v. de Rijkspoetapaarbank, de Postcheque en Girodienst en Pensioenfondsen, die uit hoofde van hun karakter de ver plichtingen tegenover de verzekerden dienen te voldoen uit een te dien einde te vormen fonds. En ten slotte bestaat ook onder de vigeur van de invaliditeitswet reeds een fonds van nagenoeg ? 200 millioen. Het vermogen is nu eenmaal vergaard en het vraag stuk der belegging vraagt dus om oplossing. Genoeg om te motiveeren waarom ik dit probleem het eerst aan de orde stelde, waarbij dan nog komt dat de conversie per l April a.s. van de 6 pCt. Staatsleening 1923 B een directe aanleiding vormde om het onderwerp te entameeren. Aan belangstelling en polemiek over dit onderwerp heeft het derhalve in den laatsten tijd niet ontbroken. En geen wonder; niet alleen uit sociaaleconomisch oogpunt is het vraagstuk intressant, ook voor den belasting betaler heeft het belang. Bij hand having van het geldende systeem van fondsvorming zal gedurende een zeventigtal jaren de schatkist uit de belastinggelden een bedrag van onge veer /13£ millioen moeten putten om het fonds te suppleeren. Niet alleen den theoreticus geeft dus het probleem stof tot bespiegeling, doch ook politieke munt is daaruit te slaan. Laat ons de kwestie eens zuiver en eenvoudig stellen. De principes, waar op het stelsel van de wet is gebaseerd, en waarvan ook de meerderheid der Commissie-van Vuuren is uitgegaan, zijn ontleend aan het private ver zekeringsbedrijf. Het spreekt toch wel vanzelf dat een particuliere verzekerings-maatschappij die verplich tingen jegens verzekerden op zich heeft genomen, te dien einde een kapitaalfonds moet vormen. Indien Gij een lijfrentepolis afsluit en jaar lijks een premie stort dan verwacht Gij toch dat TJw verzekering-maatschappij die premie belegt, om II uit het aldus te vormen kapitaaltje te zijner tijd Uw lijfrente uit te betalen. Zoodra echter de Staat bij de wet een aanspraak op uitkeering voor een bepaalde bevol kingscategorie schept kan men, indien dit wenschelijk wordt geacht, afwijken van dit principe dat alpha en omega voor den privaten verzekeraar beteekent. De Staat toch kan uit Uw belastinggelden putten indien het voor de op elk oogenblik rentetrekken de verzekerden gevormde fonds niet toereikend is of zelfs berhaupt voor hen geen fonds is gevormd. Wat voor den particulieren verzekeraar bankroetierspolitiek zou zijn, is voor den Staat financieel toelaatbaar, en mis schien zelfs wenschelijk. Economisch is een adaequate ver deeling van de lasten der verzekering over het heden en de toekomst een vereischte. Zulk een juiste verdeeling is afhankelijk Van de vraag, of men bij het invoeren van de sociale ver zekering bepaalt dat deze slechts zal gelden voor de op dat tijdstip nog werkende generatie, dan wel of de oudere generatie dadelijk zal aan vangen rente te trekken. In het laatste geval, dat het meest voor de hand ligt en met een beperking ten aanzien van de renteaanspraak ook ten onzent is toegepast zal da produceerende generatie reeds dade lijk de verzekeringsuitkeeringen der ouden van dagen gaan dekken, hetzij door een te dien einde geheven omslag of via de belasting. Nu ware het toch een verdubbeling van de verzekeringslast voor de ten tijde van de invoering van het systeem levende generatie, indien deze ook voor haar eigen verzekering moet zorg dragen en daar voor premie storten. Laat het toe komstige geslacht haar pensioenuitkeering maar bekostigen. Ik zeide het reeds: de oplossing ligt voor het grijpen en is naief. En toch is het de vraag of zij de economische wensche lijkheid niet sterk benadert. Welke zijn nu de argumenten van de fondsvormers"? Het zwaartepunt van hun betoog ligt in het feit dat een fonds rente afwerpt en dat de premie dan aanzienlijk lager kan zijn dan ingeval het omslagsysteem wordt toegepast. Toegegeven moet worden dat het verschil zeer belangrijk is. Indien na een 75-tal jaren de evenwichtstoestand is bereikt, zal jaarlijks ruim ? 125 millioen moeten worden uitgekeerd. Wordt een fonds gevormd dan zal omstreeks ? 85 millioen uit rente kunnen worden bestreden. In dien wij daarentegen de fondsvorming achterwege zouden laten dan zou ons nageslacht instede van ongeveer ? 40 millioen premiën voor zichzelf te betalen ? 125 millioen omslag voor alimentatie van de alsdan in leven zijnde rentetrekkende generatie moe ten opbrengen. Vormen wij nu een fonds dan wordt derhalve het nage slacht aanzienlijk ontlast. Maar om het nageslacht dat voordeel te be zorgen moeten wij een dubbele last dragen en dat in een periode die toch reeds het juk der crisislasten heeft te torsen. Ik wijs er ook nog op, dat de redeneering der fondsvormers, slechts ten deele opgaat. Neemt men aan dat, indien geen fonds werd gevormd, door de thans produceerende generatie besparingen zouden worden gekweekt ter hoogte van de nu opge brachte premiën, dan zou, maat schappelijk gezien, de toestand niet veranderen. Het fonds zou toch worden gevormd en / 85 millioen rente afwerpen, maar in handen blijven van de spaarders zelve en niet worden aangewend ten bate van de toekomstige belastingbetalers. Ik wil echter niet de voorstanders der fonds vorming gaarne aannemen dat de ZILVER TOILETGARNITUUR -5 DËELIG s-\ c/-^SPIJER JUWELIERS KALVER5TR.222 A'DAM PLAATS 5 DEM MAAG Kunstzaal WILLEM BROK HILVERSUM Tentoonstelling van Schilderijen - Aquarellen en Teekeningen door HERMAN KRUIJDER DAGELIJKS TOT 31 MAART Entree 25 cents. leden vrij. JAEGER Ondergoederen In div. kwaliteiten Zuiver Wol Half Gemengde Firma KRÖNER Nieuwcndijk 167, Amsterdam DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 2.75 per kwartaal of f 10.per jaar bij vooruitbetaling W. H. POLMAN TUIN OVERTOOM 526 -:- Telefoon 29850 * ^ Begrafenissen - Transporten - Crematies STEENHOUWERIJ D. WEEGEWIJS Rapenburg 14 AMSTERDAM ~ Tel. 42662 MARMERWERKEN (ynd Jfi. er den jpeciale aanbieding JlaapRamers. (Jlmsterc/am - den (Jiaac/ Koldewey & Corbière Leidschestraat 30 - Amsterdam SPECIALITEIT IN: Kinderbadkuipen Badtafels Baby bascules -?Linnenmandcn BOUWT IN HET KINHEIMPARK te Bloemendaal en in het Oranjepark te Overveen, gelegen in de onmiddellijke ?abijheid van Haarlem. Nieuwe Zeeweg door de duinen naar Zandvoort «n ?aa de electrische tram Buiten het door Haarlem geannexeerde gebied. Lage belasting. Kaarten en inlichtingen op aanvrage kosteloos verkrijgbaar Binneniandsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen te Bloemendaal, Tepenlaan 2 (Telefoon 22504). besparing bij verandering van hot premiestelsel aanzienlijk minder zou zijn. Tenslotte is ook ten aanzien van <lit punt polemiek ontstaan, /oo hooft Professor Limperg stelling genomen togen de veelverbreide opvatting dat kapitaalvorming porst' toegejuicht moot worden on de consumptiemogelijkheid voor do toekomst daardoor duurzaam wordt vergroot. Wellicht ware een compromis <o boreiken. V ooido opvatting van de ..fondsvormers" spreekt m.i. dat do samenstelling dei bevolking in do naaste toekomst zich /.al wijzigon ten gunste van de ouder) van dagen 011 reiitetrekkendon.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl