De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 17 maart pagina 5

17 maart 1928 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2650 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 17 MAART 1928 Nieuwe Nederlcmdsche Vereen door A. DEFRESNE Het Zatte Hart door Sarei van de Woestijne. Palladium-uitgave. De pogingen van Eekhout en Gijsen om eene biografie en studie van Karel van de Woestijne te geven hebben mij steeds doen denken aan het voorbarige wetenschappelijke verslag over eene nog gaande chemische proef, waarvan het brouwsel ieder oogenblik uit elkaar dreigt te spatten. Indien, men toch het oeuvre van dezen dichter leest, neigt men tot de veronderstelling, dat het innerlijk van dezen mensch tusschen de bundels Het Zatte Hart" en de nog te verschijnen God aan Zee" of te scherven slaat in waardelooze Binnengedachten" en Kleine Schetsen" of groeit tot de oplossing zijner conflicten in eene levensvisie, die dan als eindpunt gelden kan van des dichters innerlijke historie. De tegenstrijdigheid, die van de Woestijne's innerlijk spant, die in een titanengevecht zich zelf in zijn arbeid kapot tracht te slaan, die de figuur, zooals die uit zijn werk opleeft, stempelt tot klassieke . tragischen held,tot'Prometheus en Lucifer tegelijkertijd, is eenerzijds de machtsdrift tot behoud van eigen ik en anderzijds de even sterke zucht dat eigen ik te vernietigen door totalen opgang in de gevoelens voor de natuur, de menschen en vooral in liefde, zinnelijkheid en schoonheidslusten. Ook zijn werk wordt in groote lijnen door deze tegenstrijdigheid verdeeld; eenerzijds Btaat het grootste deel van Den Modderen Man", Het Zatte Hart" en enkele kleine novellen, anderzijds De Jongste Sater", Den Gulden Schaduw", Interludiën", Zon in den Rug" e.a. De hoogmoed van alleen zich zelf te willen zijn, van niemand, zelfs God niet, naast zich te dulden dreef hem tot de jubelende glorie van zijn over winnend ik-bewustzijn. (?Ik ben van zee en lucht, ik ben van God gezwollen") joeg hem, (de natuur, de menschen, de vrouw, het leven dus zeer hoog hartig buitensluitend") in de gruwelijke eenzaam heid van Ik ben met U alleen, O, Venus felle star". Daarnaast echter eischte de andere innerlijke kracht hare rechten en het ik-bewustzijn ver nietigend verloor hij zich zelf in volle overgave aan liefde, zinnen en brooddronken schoonheids lusten. Mijn nachten waren een mand vol droom aan droom ? mijn dagen, 't vast getal der appelen die zwellen in eiken boom-gaard en aan eiken zworen boom. Ik had geen vingren om mijn weelden aan te tellen. Zoo omspoelden de beide tegenstrijdigheden van zijn innerlijk zijn ik als de domme en luide zee, die slaat de dijken en nadert om te wijken"; tot door het dreigement van een ontstellend-stuursch gebaar" het eigen ik weer fel de wacht slaat in den kreet, die als contradictio in terminis gelden kan .als de uiterste weergave van des dichters geheele innerlijke conflict: ,,'k Vergooi mezelf, mijn God, en 'kweet: 't en is niet waar!" H Is het anders mogelijk dan dat hij in vergelijking met den mand vol droom aan droom het eenzame en hoogmoedige ik kil en dood moet voelen, is het anders mogelijk dan dat deze vergelijking hem vervult met haat tegen dat eigen ik, dat hem zoo veel schoons ontnam in ruil voor redelooze~i en on nutten waan van macht, hem dreef tot den grootschen opstand van een zijner geweldigste verzen? Thans: ijlt'. De tijd is guur en onberoerd. De tijd ia als de kille en dorre zee, die zwoegt noch krijt. Ik ben alleen; ik pers mijn strakke lippen samen op eenzaam deze groote sterre, die ze bijt. Is het anders mogelijk dan dat deze vergelijking hem vangt in de afschuwelijke angst voor de dood van eigen zieleleven, waaraan naast smart om het alreeds verlorene Ik ben met U alleen, O Venus, felle star" uiting geeft, dat mogelijk bedriegelijke berusting hem bijna de verstorvenheid zijner ziel erkennen doet? De zee, en haar gedein door mijn beivogen lont/en.... Maar neen: mijn loomt' verdroomt de maat van alle maat. o Zang van liefde en hoop: mijn zomer is verzongen, 't gebladert' staat verdiept en reeds met dood vcrzaad. Zoo staan in Het Zatte Hart" beide innerlijke tendenzen nog scherp tegen elkaar, al zijn er teekenen van beider terugtocht tegelijkertijd. Is dus de strijd gestreden zonder overwinning van een der innerlijke krachten ? Verliest Karel van de Het sabotage'Spook in het DonetZ'bekken Der Fluch der bösen Tat. .. ." DE SOVJET-MI.JNWERKER: VERRAAD! OVERAL VERRAAD!" Woestijne dus zijn innerlijk gevecht en komen de Binnen-gedachten" en De Kleine Schetsen"? Of wordt naar ons aller hoop en verlangen in den dichter de nieuwe visie geboren, die beide tegen strijdigheden vereenigt en ons uit do allerbeste innerlijke gesteldheid nog een vracht van aller schoonste verzen schenken, gaat? ,,God aan Zee" zal het antwoord brengen. Over de prosodie van van de Woestijne zou een lijvig boekdeel te schrijven zijn. Ik wil slechts een ding opmerken. Buiten de zeldzame juistheid, waarmede de dichter eene ontroering formuleert, waardoor zij uren lang in het bewustzijn van den lezer zweven blijft, buiten de ontstellende schoon heid zijner verzen, die soms bang, redeloos, maar toch bang maakt, valt nog in het bijzonder de musikaliteit zijner gedichten en zijn fabelachtige techniek te waardeeren. Die musikaliteit en die techniek echter komen de hoedanigheid zijner verzen niet altijd ten goede. De opzettelijkheid der klank- en alliteratie-herhalingen doodt soms den inhoud, terwijl de techniek hem vaak verleidt tot hersenvaardigheid zonder meer. Tot slot moet ik den lezer er van in kemüs brengen, dat ik er terdege van bewust ben een stout stuk bestaan te hebben door in zoo'n kort bestek zoo'n inhoud te wringen. Praktische on mogelijkheid zie men niet voor oneerbledigheid aan, want de dichter Karel van de Woestijne staat in mijne aanhankelijk t; achting als een der beste Nederlandsche dichters na Vondel, Brederode en Hooft. Tentoonstellingen Stedelijke; Museum, Alkmaar. Werken door A. Colnot. 17 Maart. Huize van Hasselt, Schiedamsche singel 35, Rotterdam. Werken door J. Bieruma Oosting. Tot 28 Maart. Galerij voor Moderne Kunst, Hofstee Deelman. Werken door Otto van Rees. Tot l April. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Teekeningen door Valentyn Edgar van Uytvanck. Tot l April. ,.De Onafhankelijken", Amsterdam, Voorjaars tentoonstelling. Tot l April. Kunstzaal Willom Brok, Hilversum. Werk van Herman Kruyder. Tot l Ap:ïl. C. M. van Gogh, Kokin 115, Amsterdam. Schil derijen door Ed. Karsen. Tot l April. Vereeniging Voor de Kunst". Utrecht. Werken door S. Jessurin de Mesquita. Tot 2 April. La Galerie d'art Francais (J. E. van Deene) Keizersgracht 752. Werken door Pierre Lacroix. Tot 4 April.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl