Historisch Archief 1877-1940
poene
cckbl
voor Nederland
Sinds meer dan vyftig
jaar aan de spits der
weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren, R BRUGMANS, M. KANN BN TOP NAEFF
SecretarU der Redactie: C F. VAN DAM
Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM. C
Onverslijtbaar
OPGERICHT IN 1877
No. 2651
ZATERDAG 24 MAART 1928
Wat moet er voor
Drente worden
gedaan?,
door F. M. WIBAUT
!_," R moet voor Drente in wezen niets anders
"^worden gedaan dan er reeds wordt gedaan.
Maar wat voor Drente wordt gedaan, economisch,
cultureel en hygiënisch moet worden gedaan op
grooter schaal en in sneller tempo.
Wij zetten het economische" voorop. De
,,Centrale Vereeniging voor den Opbouw van
Drente" spreekt in art. 3 van haar statuten van
,,bevordering van den cultureelen, hygiënischen en
«conomischen opbouw der provincie Drenthe".
Wij meenen, dat een andere volgorde juister is.
De economische grondslag voor het leven der
bevolking van de provincie Drente moet breeder
worden en diep gefundeerd. Dit moet geschieden
door aan die bevolking in het snelst mogelijke
tempo de gelegenheid te geven om haar werkkracht
te ontplooien. Er is dan op cultureel en hygiënisch
gebied ook veel te doen. Zooveel als in een econo
misch, zij het vooruitgaand maar toch nog ach
terlijk gewest in die opzichten verwacht moet
worden. Er is op cultureel gebied verzuim te her
stellen en schade in te halen. Ook op hygiënisch
gebied. Maar tusschen het cultureele en het hy
giënische zien wij samenhang. En bovenal staat
vast, dat cultureele en hygiënische verbetering
niet breed kan zijn, niet kan beklijven, wanneer
niet het economische leven tot voor de bevolking
voldoende ontwikkeling is gebracht.
Er worden in Drente woeste gronden in cultuur
gebracht. liet geschiedt in het Noorden der pro
vincie door particulieren en door vennootschappen
gedeeltelijk met Staatssteun. Het geschiedt ook
rechtstreeks met Staatsgeld. In het stelsel van
gremdontginning. vruchtbaarmaking van woeste
gronden, behoort ook verbetering der afwatering
van gronden, met aanleg van kanalen en het
.andere, dat daaraan vast zit. Het geschiedt alles.
Maar het geschiedt niet op voldoend groote schaal.
tën het tempo is te langzaam.
De cultureele bemoeiing en de daarmede gepaard
gaande hygiënische verbetering waaraan de be
volking van vele streken van Drente de grootste
behoefte heeft is ook in gang. Er zijn in de streken
waar het het meest noodig was, in de gemeente
Emmen. Buurthuizen" gekomen, waar met alle
middelen, die de groote stad ook kent:
kinderverzorging, zuigelingunzorg, cursussen, enz. enz.
hygiënische en cultureelf! verbetering' wordt- ge
bracht. Maar bij gelijkblijvende toewijding in de
leiding en. do uitvoering, waarop wel te rekenen
valt, is ook op dit gebied uitbreiding, is sneller
tempo noodig. Deze bemoeiing geschiedt met
subsidie van de provincie Drente voorzoover de
slecht gevulde provinciale kas dit gedoogt. De
kas is niet enkel slecht gevuld, maar het ontbreekt
ook aan de middelen om ze beter te vullen. Waar
liet economische leven nog achterlijk is is het
probleem van belastingheffing, zoo ruim als'
noodige bemoeiing zou vereisclien, vrijwel onop
losbaar.
* *
*
Men kan do Nederlandsche; regee>ring niet
ver-\vijten, dat zij niet sedert cenige jaren
heeftingezien wat voor Drente, waar oen deol van do
bevolking na afvoning der gronden haar bestaans
middelen was gaan missen, in wezen moest ge
beuren. Men kan do Nederlandsche; regeering ook
niet verwijten, dat zij de aangowezen weg: uit
breiding der werkgelegenheid, ontginning der
woeste gronden, en wat daartoe behoort, niet heeft
ingeslagen. Een eendags bezoek aan Drente brengt
geen deskundigheid, maar het verschaft toch het
voordeel, dat wat men gelezen heeft ten opzichte
van de nooden der Drentsche bevolking en do
opheffing dier nooden gaat leven. Zelfs een kort
bezoek geeft de overtuiging, dat het in het
Hegeerings-Departementin den Haag, waar aan
werkverruiming en grondontginning in Drente
leiding wordt gegeven, aan toewijding niet ont
breekt. Aan toewijding niet, on evenmin aan
inzicht.
Maar toch mag men niet volstaan met aan de
Nederlandsche regeering lof te brengen voor wat
door haar op dit gebied in Drente sedert eenige
jaren is en wordt gedaan.
Er is daarentegen aanleiding tot de Neder
landsche regeering scherp verwijt te richten, dat
wat ook naar haar inzicht Drente noodig heeft
door haar niet wordt gedaan in de mate, die de
Drentsche belangen dringend vereischen. Niet
wordt gedaan in het tempo, dat werkelijke behar
tiging van de Drentsche belangen gebiedend
noodzakelijk maakt.
Er is op de Nederlandsche Staatsbegrooting
sedert een zestal jaren voor Drente voor werk
verschaffing, werkverruiming en wat er aan vast
zit 4 millioen gulden per jaar uitgetrokken. Dit
bedrag is onvoldoende. Ook indien het op de meest
doelmatige wijzo wordt besteed, dan moeten elk
jaar nog honderdon werkzoekenden worden afge
wezen, omdat de geldmiddelen niet toereikend zijn.
Het brengt mede, dat ton opzichte van de arbeiders
tot het werk toegelaten streng beperkende be
palingen voor de toelating moeten worden gestold.
En wat nog veel erger is, er komt goon cultuur
grond genoeg, als blijvend bestaansmiddel op elk
gebied voor de bevolking. Indien de Staat in plaats
van 4 millioen 8 millioen guldon per jaar voor
Drente beschikbaar stolde, zouden, niet honderden
doch duizenden Hectaren grond moer in cultuur
kunnen worden gebracht. Zou behalve de ont
ginning, ook de ontwatering on wat daaraan vast
zit in voel sneller tempo kunnen worden uitge
voerd. Er is in Drente nog voor vele jaren grond to
ontginnen. Er is nog voor jaren voortreffelijk werk
om de afwatering to verbeteren, kanalen aan te
leggen, onz. Het gebeurt, wij nemen aan zoo doel
matig mogelijk voorzoovor do i millioen por jaar
reiken. Maar hot gebeurt in onvoldoondo mate.
In veol te langzaam tempo.
Het voreischte tempo, do voroisc-hto omvang
van do heilzame on voor do Drentsche bevolking
onontbeerlijke bemoeiing zou. nonion wij aan,
S millioen vereischen.
Waarom stolt do regeering het voroischto bedrag
niet beschikbaar:'
Wordt hot nagelaten uit vrees voor belasting
verhoogiiig 'i
Laten wij. voor hot gemak der rodenooring. die
vrees eens doelen. Maar ook zonder do
alleigeringste aanleiding voor belastingverhooging zou
door do Staat de voor Drente; onafwijsbare be
moeiing in do voreischto mate kunnen worden
uitgebreid. Want de i millioen jaarlijks op de
begrooting gebracht wordt niet uitgegeven zonder
dat or economische waarde door wordt geschapen.
Er worden door de ontginning gronden verkregen.
die eenmaal vruchtbaar gemaakt vruchtbaar
kunnen worden gehouden. Zeker de,
landbouwwaarde van do aldus per jaar verkregen gronden
boven do waarde: aan do woeste» gronden toege
kend, bedraagt geen 4 millioen, bedraagt slechts
2 millioen of misschien slechts 1|- millioon. Voor
de regeering echter bedraagt zij niets.
Do regeering blijft hardnekkig doof voor onver
moeid herhaalde botoogoti, dat door grondont
ginning. afwatering van gronden enz. kapitaal
vorming wordt tot stand gebracht. Indien zij dit
betoog wilde aanvaarden bleef er haar goon enkel
argument over om. zooals zij doet. do volle l
millioen uit gewone uitgaven to bekostigen, dat is
uit belastinggeld te dekken. Zij zou er 2 millioon
of 11 millioen van uit loeningsgeld kunnen dekken.
Wijl immers eenmaal verkregen vruchtbare grond,
die men mot do veroisehto middelen vruchtbaar
kan houden, in waarde niet terug gaat.
Zoo zouden, indien de regeering aan Drente
wilde besteden wat Drente noodig hooft: stel S
Etonbons
RINGERS
op den naam
millioen in plaats van 4 millioen, niet deze volle
8 millioen uit gewone uitgaven, uit belastinggeld,
moeten worden betaald, maar de 8 millioen ver
minderd met de werkelijk nieuwe kapitaalwaarde,
die men schopt, teruggebracht dus tot stel 5
millioen of zooveel als na zorgvuldige taxatie
blijkt. En voor de andere ongeveer 3 millioon zou
volkomen toelaatbaar volgens financieel conser
vatieve opvattingen kunnen worden geleend.
Zoo staat het ook met do rentedragende voor
schotten, die de regeering aan de grondontgiimende
vennootschappen verleent. Over deze voorschotten
ontvangt do Staat 5 pOt. rente on verkrijgt hij
eerste hypotheek op de ontgonnen gronden. Het
nemen van l o hypotheek veronderstelt waardevol
onderpand. Toch beschouwt de regeering het
bedrag dezer voorschotten als uitgegeven geld a
fonds pordu. Toch weigert zij te erkennen, dat ook
hier belangrijke kapitaalvorming tot stand komt
en dat hot in gezond financieel beleid past om het
bedrag dezer voorschotten, wellicht verminderd
met oen niet groot percentage voor risico, to
beschouwen als kapitaalbelogging. waarvoor wordt
geloond.
Wij staan over hot algemeen niet onverdraag
zaam tegenover dogma's. Indien, zooals in Neder
land het geval blijkt, opeenvolgende Ministers van
Financiën het dogma belijden, dat de productivi
teit van werken eerst dan door haar kan worden
erkend, wanneer do rentabiliteit dezer werken zich
uitdrukt in hoogere belastingopbrengst, dan zouden
wij in abstracto zulk oen dogma kunnen eer
biedigen. Zooals wij vele andere dogma's, die wij
ook onjuist achten, eerbiedigen. Doch indien het
vasthouden aan zulk een dogma door een regeering
or toe leidt, dat do verheffing van hot economische
leven, grondslag voor cnltureole en hygienisc.hu
verbetering van een provincie dos lands. door do
hardnekkigheid dier aanvaarding lijdt, d au richten
wij tot die rogeering verwijt. Kn wij stollen haar
voor hot alternatief: geef l'w dogma op 011 be
schouw 0011 deel van do uitgaven voor grondont
ginning en grondverbetering in D rent o als wat zij
zijn: kapitaalsuitgaven, waarvoor mag worden
geleend, óf verhoog t'w bijdrage aan Drente uit
gewone uitgaven, tot het poil. dat veroischt is in
's lands belang. .Maar laat niet 's lands belang
lijden ouder T'w dogmatische vasthoudendheid.
lu Drenthe niet on nergens.
Wij bobben heeleinaal niet over ..arm Drente"
gesproken. Zeker ..arm Drente" is or. liet is or nog.
Er zijn met name in do (ionieoiito Kmmon trieste
buurten, wier bevolking diep is gezonken, en wat
erger is zeer moeilijk of nauwelijks voor verheffing
vatbaar- blijken. Zulke buurten vindt men ook iu
onze groote steden. Maar de opvatting, dat zulke
buurten 0011 beeld geven van hot loven in Drente,
is ten oonenmale onjuist. Drente verheft zich.
Drente is in opkomst, (iroiidoiitginning.
grondontwatering is echter geen tooye.ron. I.angs dien
weg werkgelegenheid scheppen gaaf uiteraard
langzaam. Maar het mag niet langzamer gaan dan
technisch mogelijk is. Deze opheffing van Drente
to vertragen is bovendien economisch gezien een
dwaasheid. Want elke hectare ontgonnen grond
vermindert de behoefte aan liefdadige hulp.
Wat Drente noodig hoeft is niet. liefdadigheid in
voel sterkere mate dan die in andere streken
wordt voroischt. Wat Drente; iioodig heeft is
economische opbouw. Het mag niet van de Neder
landsche; Staat gezegd blijven, dat deze; niet alle
verstandige middelen in hot werk stelt om dezen
ocemomischcn opbouw te bespe>edigen. zooveel
hot maar kan !