Historisch Archief 1877-1940
18
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 MAART 1928
No. 2651
HISTORISCHE FRAGMENTEN
II. HET VOORSPEL. (1)
Na Karel's dood was weer een oorlog uitgebroken
Met. Frankrijk, den rivaal, van ouden haat ghestoocken,"
En Philips, thans getrouwd met England's koningin,
Denkt: man en vrouw zijn een, en roept haar bijstand in.
Hij slaagt, met Britsche hulp, den vijand te bedwingen;
De slag van St. Quentin, en die van Grevelingen,
Die Ef/mond won, door moed en militair genie,
Beëindigen den strijd. Te Cateau-Canibrésis
Bedong zich Philips een profijtelijken vrede.
Hij juichte. Nederland deed niet met juichen msde.
Voor Spanje was ons geld gebruikt, verwoest ons land.
De lucht hing zwoel en zwaar. Was 't broeien voor den brand ?
Intusschen, Philips juicht, 'k Verklaar dit juichen nader:
Zijn vijand werd zijn vriend wat zeg ik? werd zijn vader !
Prinses Elisabeth, een kind van ellef jaar,
Was 't feestgeschenk schrik niet: hij was toen weduwnaar.
?Schoon Hendrik Philips dus in schijn als vriend beschouwde,
JBewees hij, dat hij hem niet al te best vertrouwde:
Hij eischte gijzelaars een zot, die zulks verzuimt ?
Tot Philips de bezette plaatsen had ontruimd.
JSen van de heeren, die de koning had verkozen,
Om zich een tijdje te Parijs ta gaan verpoozen,
Was Willem van Oranje. Daar zijn, naar men zegt,
De kiemen van zijn grootsche levenswerk gelegd.
't Was op een jachtpartij. Hij reed aan 's konings zijde.
Hij sprak niet veel. Zoo'n enkel woordje tusschenbeide.
De koning, daarentegen, praatte druk en luid,
En flapte er de diepste staatsgeheimen uit,
Zooals 't complot met Philips, om in beider landen
De waereldwond der ketterije weg te branden."
Prins Willem zegt geen woord. Zijn trekken toonen niet,
Hoe hij in zijn gemoed van toorn en afschuw ziedt.
Hij heeft dat alles lang, door Philips zelf, geweten,
Dacht Hendrik, en hij scheen een beetje te vergeten,
Dat Willem hoorde tot een Protestantsch geslacht,
En hij, schoon Uoomsch aan 't hof van Karel grootgebracht,
De wreede leer om alle ketters uit te roeien
In 't diepste van zijn hart moest haten en verfoeien.
Prins Willem. zei geen woord, maar peinsde des te meer. . . .
Ilij vormde vast een plan van taaien tegenweer.
En 't is, omdat hij toen bedachtzaam heeft gezwegen,
Dat hij den bijnaam van Den Zwijyer heeft gekregen."
'k Citeer den zin, zooals die in de boekjes staat,
Maar met dit voorbehoud: 't is pure mallepraat.
Hij was geen zwijger. Hij sprak vee!, en onomwonden.
Het is een nchhn/tnaain door een vijand nitucvonde.n.
Neen. Al zijn tijdgenooten roemen als om strijd
Zijn gave van liet woord, in ernst en in jolijt.
In 's land vergaderzaal een onvolprezen spreker,
Vol vlotte vroolijkheid bij 't rondgaan van den beker,
Heeft Willem wie hem hoorde, hoog of laag, bekoord;
Daar is voor hem een waardiger, een wanner woord:
De Prins moet, naar de opgetogen vreugdekreten,
Die 't volk eens voor hem slaakte, Willem-vader" heeten. *)
(Wordt vervolgd)
CHAKIVARIUS
*) ,,'t Ghemeen volck in 't Noorder-quartier noemden hem niet dan
Willem-Vader; sy spraecken ende riepen tegen den anderen Willem-Vader is
ghecomen; ende dat met sulcken affectie, datmen de blijtschap in 't herte
wesende uyt de aensichten mocht scheppen; van ghelijcken de Prlnce van
Oraengien waer hy quam thoonde hy de minste soo wel aïs de meeste alle
vriendelijckheydt ende goet ghelaet, met woorden ende manieren, so datse
van hem hadden een seer goet ghenoeghen ende contentement." (BorJ
S
door Dr. R. FEENSTRA
"p EN gemoedelijke Zwitsersche
col^~" lega praat na over de
winterOlympiade in St. Moritz. Het was
zooals men weet veelszins: wat wij in
Amsterdam een sof" noemen. Dat
kwam door den dooi; en ook door
gebreken in de organisatie.
Maar werden er op de plaksneeuw
en op de waterbanen geen records
geleverd, de journalistiek knapte
dat op.
De Engelschon betaalden foto's
liet hoogste; de duurste ging voor
twintig pond; maar ook de Duitschers
waren niet krenterig en hebben voor
een goed en vlot monopoheprentje
?eenige malen tot 200 Mark neergeteld.
Op het telegraafkantoor pakten vooral
<le Amerikanen en ook de
Scandinaviërs uit. Maar Tidens Tegn sloeg
beslist het journalistieke record. Deze
Jirant liet een veldtelefoon naar de
ski-springschans aanleggen. ledere
sprong werd vandaar mondeling ver
slagen". Niet enkel naar de gehaalde
distantie; ook naar den stijl, on de
sportieve accenten van het neerkomen.
Natuurlijk maakte men zooveel
kosten niet enkel voor den kalmeii
krantenlezer; ook voor de reclame in
de stad on de sportwereld ginder te
Oslo. Want, terwijl de redacteur te
St. Moritz beneden aan de
springschans sprak on tusschen het
speechen door af en toe naar boven
loerde of een nieuwe menschenkogel
kwam a.angevlog'jn verdrong het
publiek zich te Oslo voor de buroeleii
der krant, en luisterde naar een
loudspeakor, die na tappenwijze twee
m lal van stemkleur verschot311 te
LINCOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBAGH- Haarlem
zijn, niettemin op dezelfde, meelevende
wijze de feiten doorgat'.
Als algemeeiicn indruk vertelt de
Zwitser nog: de. mooiste reportage
hebben de menschcn geleverd, die
kalm in hun hotels bleven zitten, die
voor aanbrengers zorgden, ecu vlotten
nieuwsdienst inrichtten en. ei' voor
waakten dat de telefoondraad be
sproken bleef.
Ken pacha was er" die zag zelf
geen klap, die klepperde geen letter op
y.ijn schrijfmachine en niettemin, zijn
van hem de allerbeste sj)orttelegram
men doorgekomen.
Ten slotte beschrijft de Zwitser nog
suggestief de variatie onder de Olym
piade-journalisten. De
wedstrijddeelncmers zijn per saldo met n sop
overgoten; zij hebben dezelfde ge
trainde spieren, buitonluehtkoppen.
verbeten inspanningstrekken.
De journalistieke Olympiadepkr>g
daarentegen had bontjassen en denii's.
baarden enflambards, kromme, rechte,
oude, jonge boenen; al waren er zuiver
journalistiek gesproken maai' twee
variëteiten: luien en vlijt igeii, die men
ook anders zou kunnen noemen:
geroiitineerden on onbeholpeneii.
Straks krijgen wij deze journalis
tieke Olympiade-ploegen hier; en het
lijdt geen twijfel: met nog meer
menschen. in nog meer variëteiten,
met nog gespekte!' portefeuilles; stre
vend naar nog hoogere records.
Zouden deze menschen twintig
mille recipiëergclden waard zijn? On
getwijfeld; al zijn sportjournalisten en
persfotografen, die een meerderheid
onder hen zullen vormen, niet de fine
fleur" van den ..eulture.elen border"
van het persbedrijf.
Heclame is altijd haar geld waard;
en krent.eriglieid iii de reclame, brengt
in een tijd die vol wervingslawaai zil.
achterop.
-Niettemin kan men zich afvragen
of met twintig mille voor hetzelfde
doel niet efficiënter gewerkt zou
kunnen wordeii.Eii vooral een bedacht
zame Nederlander, die oven. vaak
over zijn portefeuille strijkt als een
ander over zijn hart,, behoort op die
vraag zwaarwichtig te gaan vossen.
De Olympiade-ploeg int de journa
listieke wereld krijgen we toch, of we
voel of Weinig champagne schonken,
veel of weinig iiiaa.lt ijdeu aanbieden:
of wij leuke excursies organiseeren
of alles blauw blauw laten.
Van deze Olympiade-journalisten
is de eigenlijke kernploeg voor
commercieelo on vorkoersindiistrioolo pro
paganda van weinig belang. Sport
redacteuren, zijn praetiseho vlakt
ojongons. Zij zullen Holland ecu land
vindon, waai' men goed eet. en daar
zij aan het kaïnpeeren en andere
sportieve beproevingen gewend zijn.
zullen /.ij niet merken: hoe beroerd
men er slaapt; hoe weinig
vispringaehtige matrassen de J lollaiidsche
hötellerie onder haar uitrusting telt.
En berhaupt zullen zij in een
arbeids- en onthousiasme-storm leven:
wat trouwens in hun eigen belang is,
omdat ook hun copy moet loven.
.Naast de persfotografen 011 de
sportredacteuren, het ietwat ruwere
volk, zullen ook fijnere essayisten 071
feuilletonlusten Olympische krabbels
komen schetsen. \Vat deze menschen
van ons zien, on hoe zij over ons
denken is al aanstonds van mér
belang. Door hun oogen kijken
millioenoii hokklantcn toe --- vér achter
de tienduizenden ..housche" gaston
uit het buitenland, die op onze
smalle 011 treurige wogen, vast
autoongolukkon zullen veroorzaken of
meemaken: on die onze winkeliers en
kelhiers in do. verleiding /.uilen brengen
tot ..snaaion".
De foeling dezer millioeiien heeft
waarde: als stimulans voor den reis
lust van hun boste duizenden: hooft
nok waarde als atmosfeer, waarin do
radioboodschappen \a,!i handel en
cultureole hclangen worden verzonden
en ont vangen.
.Maai': of een beetje moor of minder
uitpakken" deze essayisten en
l'ouillotoimiston zou \\innoii en zo anders
over land en lieden zon doen schrijven'r
Wie hot métier kent, gelooft hot
nauwelijks .'
De buitenlandsche journalisten, die
veel voor hot atmosfeer scheppen ten
bate va.ii l lollaiidsche belangen"
kunnen doen, zouden overigens .syste
matischer, bewuster on in rustiger
tijden naar Holland geroepen moeten
worden. Kunnen hot Departement
v. B.Z.. de Nod. Ver. v.
Vreemdelingenvei koer. de Journalistenkring eu
Nod. in den Vreemde hier .samen geen
permanente ('ie. voor vormen:' .Met
lintjes valt /.oker voel meer te bereiken
dan met baar geld. Do ijdelheid heeft
nu eenmaal een eenparig versnelde
beweging en wie verleden week nou
zag hoe lliudenbnrg eu Streseinaim.
die geen (mderseheidingen mochten
aannemen, lek kol' waionmothun rood c
Afghaansche ..hertogsmantels" die
begrijpt dat het beste subsidie dat de
Hogeoring kan geven, uit oen serie
et uitjes zou bestaan.
Waarom men nog niet van 't zomer
tegen -l' mille voor wat ruimte in hot
gastvrijheidsbotoon f egellover de
joi'i'iialistieke Olympiadeploegeii behoeft
te wezen.
[TIMTUR