De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 24 maart pagina 5

24 maart 1928 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2651 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 MAART 1928 Deze ongelukkige ambtenaar was heelemaal geen romanschrijver, toen hij, uit het dagboek van zqüvrouw dat eene funeste boekje l'Eveil du coeur" samenstelde, hij mist er alle fantaisie voor. EB wat valt er ook voor haar, die zijn Muse was, nog te halen", nadat zij als jong meisje haar eenig avontuur, l'Eveil du coeur" beleefde, het ontwaakte hart, dat sindsdien in een burgerlijk gelukkig huwelijk weer indommelen mocht.... Intusschen, een uitgever, die zich respecteert, kan het er zóó niet bij laten zitten. Om van de voorschotten" niet te spreken, de eer van zijn zaak is er mee gemoeid, achttien maanden nu al zit de ontdekte auteur tegenover het blank papier te kokhalzen. Valt er van hem niets meer te ver wachten, dan zal zijn vrouw aan de litteratuur eenig offer moeten brengen.... zonder een eenvou dige beleving" gaat het nu eenmaal niet. Welke liefhebbende echtgenoot* is ooit teruggedeinsd, waar 't om de eer van haar huis gaat! In het arse naal van de uitgeverszaak is alles voorhanden: de minnaar, Maréchal, met wien Moscat inmiddels wér verzoend is, een man, die in de liefde niet minder dan in de schoone letteren zijn sporen heeft verdiend; een aanlokkelijk landhuis, waar de overwerkte beschermelingen van de firma Moscat hun vacanties mogen doorbrengen, en een schoon dagboek van groen marokijn voor de jonge me vrouw .... De opzet laat niets te wenschen, doch, evenals in de letterkunde, op de uitwerking komt het aan. En, helaas, al te banaal schijnen allengs de fun damenten voor het nieuwe meesterwerk te zullen uitvallen. Het vrouwtje, weinig verwend, Maréchal onweerstaanbaar.... Tot een rendez-vous in een hotel dreigt het te komen. In naam van al wat heilig is in de litteratuur, geen catastrophe van 't jaar nul! De uitgever Moscat, bijtijds gewaarschuwd, kan nog juist zijn tegenmaatregelen nemen, hij heeft er zijn menschen en zijn middelen voor: hij belooft Maréchal een zetel in de Académie. Maar dan ook geen grapjes meer. Car a l'Académie on n'aime pas ca." In het laatste bedrijf vinden we het echtpaar Evenos weer in zijn woning te Parijs. De man is in zijn oude betrekking aan het Ministerie teruggekeerd en ziet eruit, of hij, na de opgedane ervaring, terwille van de litteratuur, geen druppel pelikanenbloed meer vergieten zal. Verslagen schijnt ook het vrouwtje, al biedt zij thans de stof voor boekdeelen.... Het is, of hier den schrijver een diepere en ietwat bittere conclusie bekropen heeft. De minnaar, zoowel als de echt genoot, blijkt thans, heeft het treurig avontuur van mevrouw Evenos voor zijn eerzucht verwerkt. De man, in de eenzaamheid op het Ministerie, mocht langs den weg, met haar schande geplaveid, en uit het leed-aan-den-lijve, de inspiratie eindelijk ontvangen. Het leven, niet waard geleefd te worden, zette zich om in speculatie op de fortuin, et tout Ie reste est littérature" .... ook voor de vrouw, die ontdekte, dat ze een hartje bezat. En de uit gever zal, als alle uitgevers, aan het langste eind trekken. Ik heb het stuk niet geheel uit kunnen zien, en sta tegenover dit slot en deze wending eenigszins onzeker. Voor een blijspel leek mij het einde wat zwaar op de hand. Het zijn goede bekenden, die deze vermakelijke dialogen ten beste geven. Georges Ie Roy, Andrée Pascal (ons bekend uit,,M. et Mad. un Tel") Maurice Varny, en vooral ook Jean d'Yd, die den uitgever speelde. Een uitmuntende vertooning, welke hier en daar alleen wel eens sleepte, in een zeer gedistingueerden vorm, waartoe het bekoorlijk stuk, zonder n onvertogen woord of gebaar, ook alle aanleiding bood. DIT Greatest Artists MERK Flnest Recording IS EEN WAARBORG VOOR ONOVER TROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAO Int. Muziek tentoonstelling Genève 1927 Hoogste onderscheiding. « n nn ? u ia* L irol MUSSOLINI: EN NU KOEL1 J K UIT VOLLE BOKST: EVV1VA ITALIA !' Muziek in de hoofdstad door CONSTANT VAN WESSEM Efrem Zimbalist; Gaspard Cassado T~\ E violist Leopold Auer werd vooral als paeda^"^ goog beroemd door zijn leerlingen, die zich ieder een wereldnaam hebben verworven: Jascha Heifetz, Mischa Elman, Efrem Zimbalist. Deze vioolvir tuozen dragen het als een eeretitel leerling van Auer te heeten. Ongetwijfeld heeft Auer hun het handwerk, het viool-spelen, tot in de perfectie geleerd; maar geen n leermeester is er in geslaagd, tot nog toe, van een leerling, die hot niet reeds was, een genie te maken. Daarom vallen do befaamde Auer-leerlingen, misschien Elman uitgezonderd, eenigszins tegen, wanneer zij, voorafgegaan door hun roem ons over hun spel nu zelf laten oordeelen. Heifetz toonde ons een fabelachtige techniek, waarin de absolute liefde voor de voordracht het gemis aan innerlijkheid niet verbloemde. Efrem Zimbalist, met spanning op hot podium verwacht tijdens het abonnementsconcert van verleden, week Donderdag in het Concertgebouw, zotte het viool concert van Mendelssohn in met een prachtigen, ronden toon. perfecte stokvoo.ring en een imponeerende zekerheid van voordrager*. Men hoorde en zag een virtuositeit, die een kunstwerk op zichzelf mocht heeten, doch die nergens genoeg onze aan dacht losliet om ons aan do muziek zelf te kunnen overgeven. Ik begrijp de waardeering der Ameri kanen voor dit soort spelen; voor ons is zulk spel onbevredigend. Zimbalist verlegde, iu zijn virtuosenopvatting dier Mendelssohu-muziek, het zwaarte punt naar de finale, die hij inderdaad met een slanke, bliksemende snelheid afspeelde, dun van toon, het geheel prachtig-glanzend. Maar toch is deze finale meer dan een ren van twee volboedpaarden (solist en orkest) naar het einddoel. De werkelijke gratie, de romantiek van dit pittige stuk ging aldus geheel verloren, al handhaafde Mengelberg met het orkest voldoende de zingende lijnen der begeleiding om nog veel Muzikaal te genieten te geven. Maar hoeveel edeler klonk deze finale m het samenspel van Kreisler en Mengelberg een paar jaar geleden! Ken. grooter genot bewaren wij in onze herinne ring door het spel van den ttpaanschen cellist (.Jaspard Cassado. een meester, die in de roem dien anderen Spanjaard ('asals zal opvolgen. Hier was een menscli, wiens muziek ons diep ontroerde, een virtuoos ook zooals hij de materie volmaakt beheerschto, wiens virtuositeit voor hem geen wereld op zichzelf is gebleven, doch ,,een middel om alles uit te drukken". -Men was geboeid door de muziek, die Cassado speelde: Haydn's celloeoncert, en een cello-concert van eigen compositie, («een sterk of erg oorspronkelijk gevonden werk, dit laatste, doch ook geen leeg effect-stuk zooals men meestal van virtuozen op een bepaald instrument te hooren krijgt, wal lang. wat te, simplistisch van rythiue en melodische vondsten, maar toch boeiend onder Cassado's prachtige voordracht. Men vraagt zich af: hoort het publiek het ver schil tusschen het virtuozen-spel van een Cassado ei i dat van een Zimbalist:' Heiden werden met even grandioze ovaties gehuldigd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl